Biologie 2000 - Toelatingsexamen geneeskunde

advertisement
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Biologie 2000
Vraag 1
De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling
aan mekaar vastzitten noemt men:
A.
B.
C.
D.
Centriool
Centromeer
Centrosoom
Chromomeer
Vraag 2
Een karyogram is een fotografische weergave van de chromosomen in hun metafase
Als men weet dat een menselijke spermacel ongeveer 3 miljard basenparen bevat, dan kan men het
aantal basenparen binnen een karyogram van een leukocyt (witte bloedcel) ongeveer gelijkstellen
aan:
A.
B.
C.
D.
12 miljard
9 miljard
6 miljard
3 miljard
Vraag 3
Een cel van dier P ondergaat meiose I. Bij het begin van meiose I bevat deze cel vier chromosomen.
Er ontstaan twee dochtercellen. Aangenomen wordt dat er geen crossing-over gebeurt.
Hoeveel chromosomen komen er in elk van deze door meiose I ontstane dochtercellen voor? Wat is
er te zeggen over de herkomst van deze chromosomen?
A.
B.
C.
D.
4 chromosomen, 2 afkomstig van de vader en 2 afkomstig van de moeder van dier P
2 chromosomen, 1 afkomstig van de vader en 1 afkomstig van de moeder van dier P
2 chromosomen, hetzij alle afkomstig van de vader, hetzij alle afkomstig van de moeder
van dier P
2 chromosomen afkomstig van de vader en/of de moeder van dier P in een verhouding
die niet te voorspellen is
toelatingsexamen-geneeskunde.be
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Vraag 4
In de eierstokken van de vrouw worden tijdens de profase van meiose I homologe
chromosomenparen gevormd. Tijdens het verder verloop van meiose I worden van elk homoloog
chromosomenpaar de vaderlijke en moederlijke homologen verdeeld over twee dochtercellen. Het
totaal aantal chromosomen is gelijk in elke dochtercel
Er worden vier uitspraken gedaan over deze dochtercellen zoals ze ontstaan tijdens de oögenese:
1.
2.
3.
4.
Elke dochtercel krijgt steeds een gelijk aantal vaderlijke en moederlijke homologen.
Beide dochtercellen kunnen een verschillende grootte hebben.
Elke dochtercel krijgt meestal een verschillend aantal vaderlijke en moederlijke
homologen. Beide dochtercellen kunnen een verschillende grootte hebben.
Elke dochtercel krijgt steeds een gelijk aantal vaderlijke en moederlijke homologen.
Beide dochtercellen zijn steeds van gelijke grootte.
Elke dochtercel krijgt meestal een verschillend aantal vaderlijke en moederlijke
homologen. Beide dochtercellen zijn steeds van gelijke grootte.
Welke uitspraak is volledig correct?
A.
B.
C.
D.
Uitspraak 1
Uitspraak 2
Uitspraak 3
Uitspraak 4
toelatingsexamen-geneeskunde.be
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Vraag 5
De hypofyse produceert hormonen die inwerken op de eierstokken. De hypofysehormonen
stimuleren de eierstokken volgens bijgaand schema en reduceren de productie van
eierstokhormonen die de hypofyse afremmen.
Welke combinatie gegeven in onderstaande tabel is correct?
Hypofysehormoon
FSH
LH
Oestrogenen
Progesteron
A
B
C
D
Eierstokhormoon
Oestrogenen
LH
Progesteron
FSH
Vraag 6
Een ouderpaar krijgt een kind dat een erfelijke stofwisselingsziekte heeft. De ouders lijden zelf niet
aan deze ziekte. De ziekte is hier niet ontstaan door mutatie in de voortplantingscellen van de
ouders en ook niet door mutatie bij het kind. Het betrokken gen ligt niet op het X-chromosoom.
Is het allel dat deze ziekte veroorzaakt dominant of recessief'?
Zijn de ouders homo- of heterozygoot voor het betrokken kenmerk?
A.
B.
C.
D.
Allel dominant en beide ouders homozygoot
Allel dominant en beide ouders heterozygoot
Allel recessief en beide ouders homozygoot
Allel recessief en beide ouders heterozygoot
toelatingsexamen-geneeskunde.be
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Vraag 7
In een bepaalde familie is het gen voor rechtshandig (R) dominant over het gen voor linkshandig (r)
Hieronder zie je een stamboom over drie generaties.
Welke is de correcte weergave van de genotypes van:
A
B
C
D
Grootmoeder
Rr
Rr
Rr
RR
Moeder
Rr
RR
Rr
Rr
Dochter 1
RR
Rr
rr
rr
toelatingsexamen-geneeskunde.be
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Vraag 8
Bij een heterozygoot diploïd organisme liggen de allelen E en K op een chromosoom. Hun allelen e
en k liggen op het homoloog chromosoom zoals in onderstaand schema.
Welke onderstaande tekening stelt de schikking van de allelen voor op het einde van meiose I als er
slechts één overkruising (crossing-over) tussen de allelen is gebeurd?
A.
B.
C.
D.
Tekening 1
Tekening 2
Tekening 3
Tekening 4
toelatingsexamen-geneeskunde.be
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Vraag 9
Bij de eiwit- of proteïnesynthese gebruikt een cel informatie opgeslagen in het DNA Deze informatie
wordt via transscriptie en translatie omgezet in een eiwit. De ribosomen zijn de organellen die hierin
tussenkomen.
Gebruik de tabel van de genetische code om de aminozuursamenstelling (aangegeven met
internationaal aanvaarde afkortingen) op te zoeken van een eiwit waarvan de genetische code
gegeven is. Je moet geen rekening houden met start- en stopcodon.
De genetische code ziet er als volgt uit:
De volgorde van de aminozuren is:
A.
B.
C.
D.
Gly-Gly-Arg
Gly-Pro-Ala
Pro-Pro-Ala
Pro-Gly-Arg
toelatingsexamen-geneeskunde.be
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Vraag 10
Natuurlijk selectie en overleving van de meest succesvolle individuen vertegenwoordigen de
basisgedachten van de evolutietheorie opgesteld door Darwin.
Volgende uitspraken worden gekoppeld aan deze theorie:
1.
2.
3.
4.
Een populatie evolueert omdat de individuen in deze populatie zich fenotypisch
aanpassen aan een wijziging van het milieu.
Een populatie evolueert omdat in deze populatie individuen aanwezig zijn die
fenotypisch aangepast zijn aan een gewijzigd milieu.
Een populatie evolueert omdat de individuen in deze populatie zich door mutaties zowel
genotypisch als fenotypisch aanpassen aan een wijziging in het milieu
Een populatie evolueert omdat in deze populatie individuen aanwezig zijn die zowel
genotypisch als fenotypisch aangepast zijn aan een gewijzigd milieu
Welke van deze uitspraken omtrent evolutie is correct?
A.
B.
C.
D.
Uitspraak 1
Uitspraak 2
Uitspraak 3
Uitspraak 4
toelatingsexamen-geneeskunde.be
www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Oplossingen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
B
A
D
B
A
D
C
B
D
D
toelatingsexamen-geneeskunde.be
Download