Bijlage C2 Relatie bonte voorbeeldleerlijn vwo Adviesprogramma

advertisement
Bijlage C Relatie schoolprogramma’s met de eindtermen in de
Adviesexamenprogramma’s
Bijlage C2
Overzicht van een uitgevoerd curriculum vwo in de bonte voorbeeldleerlijn van OSG
ERASMUS te Almelo, passend bij eindtermen uit het Adviesexamenprogramma vwo met
modules en globaal geformuleerde vakbegrippen
Periode
1
4 vwo
5 vwo
Parfum
Interimmodule
Alle karakteristieke groepen
inclusief de amide groep
Scheidingsmethoden
Omkeerbare reacties
Chemisch evenwicht
Evenwichtsverschuiving
B1.
De kandidaat kan
deeltjesmodellen
beschrijven en
gebruiken.
B2.
De kandidaat kan
bij beschreven onderzoek
aan stoffen en materialen
macroscopische
eigenschappen verklaren
met deeltjesmodellen.
B3.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
over bindingen tussen
deeltjes eigenschappen
van stoffen verklaren.
B4.
De kandidaat kan
op basis van kennis van
structuren
en
de
bindingen tussen deeltjes
eigenschappen
van
stoffen en materialen
verklaren en omgekeerd
vanuit de eigenschappen
van stoffen of materialen
structuren voorspellen.
Reactiesnelheid en
chemisch evenwicht
E 1.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
van chemische processen
in een beschreven
onderzoek ten minste in
de context van
gezondheid, materialen
of voedselproductie
aangeven hoe die kennis
wordt gebruikt.
E2.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
van katalyse bij
chemische reacties ten
minste in de context van
voedselproductie,
geneesmiddelen of
transport van stoffen in
het lichaam selectiviteit
en specificiteit verklaren.
Slikken of spuiten
Casus B
pH berekeningen aan
zwakke - en sterke zuren
C3.
De kandidaat kan
verbanden leggen tussen
behoudswetten
en
chemische processen, en
kan deze verbanden
relateren aan kringlopen.
C4.
De kandidaat kan
op basis van kennis van
reactiekinetiek
chemische
processen
analyseren
en
de
concentratie
van
6 vwo
BIOCHEMIE:
antibiotica NISINE
Vetten, membranen, eiwitten,
celwandsynthese, synthese
biologische actieve eiwitten,
werking antibiotica van
lanthanioninen
aanwezige stoffen en
deeltjes berekenen, en
kan aangeven welke rol
katalyse speelt.
C5.
De kandidaat kan
aangeven of er sprake is
van
evenwicht,
kan
berekeningen uitvoeren
aan evenwichten, en kan
verklaren hoe de ligging
van een evenwicht kan
worden beïnvloed.
2
Startmodule
Groeien
De groei van planten
Zouten, kunstmest en
pesticiden
B1.
De kandidaat kan
deeltjesmodellen
beschrijven en
gebruiken.
B2.
De kandidaat kan
bij beschreven onderzoek
aan stoffen en materialen
macroscopische
eigenschappen verklaren
met deeltjesmodellen.
B3.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
over bindingen tussen
deeltjes eigenschappen
van stoffen verklaren.
B4.
De kandidaat kan
op basis van kennis van
structuren
en
de
bindingen tussen deeltjes
eigenschappen
van
stoffen en materialen
verklaren en omgekeerd
vanuit de eigenschappen
van stoffen of materialen
structuren voorspellen.
G1.
De kandidaat kan
kennis van chemische
processen in levende
organismen beschrijven
en gebruiken.
G2.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
van productieprocessen
ten minste in de context
van gezondheid of
duurzaamheid
Energie om mee te
nemen
Slikken of spuiten
Casus C
redox-reacties
brandstofcellen
batterijen
Rekenen aan buffers
F1.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
van procestechnologie en
reactiekinetiek, ten
minste in de context van
voedselproductie of
duurzaamheid processen
beschrijven en
classificeren, eenvoudige
berekeningen uitvoeren
en voorstellen voor
aanpassingen formuleren
en kritisch beoordelen.
G2.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
van productieprocessen
ten minste in de context
van gezondheid of
duurzaamheid
beschrijven welke
maatschappelijke
condities aan de orde zijn
en wat mogelijke
gevolgen zijn.
G3.
De kandidaat kan
met behulp kennis van
productieprocessen ten
minste in de context van
duurzaamheid
energieomzettingen
vanuit koolstofhoudende
en koolstofvrije bronnen
beschrijven, daarbij
vergelijkingen maken en
C2.
De kandidaat kan
met behulp van kennis van
chemische reacties en
behoudswetten
berekeningen maken over
de opbrengsten van een
proces.
C3.
De kandidaat kan
verbanden leggen tussen
behoudswetten
en
chemische processen, en
kan
deze
verbanden
relateren aan kringlopen.
C4.
De kandidaat kan
op basis van kennis van
reactiekinetiek chemische
processen analyseren en
de
concentratie
van
aanwezige
stoffen
en
deeltjes berekenen, en kan
aangeven
welke
rol
katalyse speelt.
C5.
De kandidaat kan
aangeven of er sprake is
van
evenwicht,
kan
berekeningen
uitvoeren
aan evenwichten, en kan
verklaren hoe de ligging
van een evenwicht kan
worden beïnvloed.
Interimmodule Analyse
Gaschromatografie
Electrolyse
Titratie
Spectrometrie
3
beschrijven welke
maatschappelijke
condities aan de orde zijn
en wat mogelijke
gevolgen zijn.
een beargumenteerd
oordeel geven.
D1.
De kandidaat kan
met behulp van kennis van
materialen en stoffen een
keuze voor een bepaalde
scheidings- en/of
analysemethode
formuleren en
beargumenteren.
ECO reizen de reis
Groene chemie
Chemie van de mond
Molberekeningen
Duurzaamheid
Triple P
Broeikaseffect
industriële processen
optimaliseren
wet van Hess
pH, bouw receptor, bouw
tandglazuur, vulmateri alen
condensatie polymerisatie
C6.
De kandidaat kan
berekeningen
maken
over energieomzettingen
en energie-uitwisseling
bij chemische processen
en hieruit conclusies
trekken en voorstellen
formuleren.
D1.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
van materialen en stoffen
een keuze voor een
bepaalde scheidingsen/of analysemethode
formuleren en
beargumenteren.
E 1.
De kandidaat kan
met behulp van kennis van
chemische processen in
een beschreven onderzoek
ten minste in de context
van gezondheid,
materialen of
voedselproductie aangeven
hoe die kennis wordt
gebruikt.
E2.
De kandidaat kan
met behulp van kennis van
katalyse bij chemische
reacties ten minste in de
context van
voedselproductie,
geneesmiddelen of
transport van stoffen in het
lichaam selectiviteit en
specificiteit verklaren.
F1.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
van procestechnologie en
reactiekinetiek, ten
minste in de context van
voedselproductie of
duurzaamheid processen
beschrijven en
classificeren, eenvoudige
berekeningen uitvoeren
en voorstellen voor
aanpassingen formuleren
en kritisch beoordelen.
G3.
De kandidaat kan
met behulp kennis van
productieprocessen ten
minste in de context van
duurzaamheid
energieomzettingen
vanuit koolstofhoudende
en koolstofvrije bronnen
beschrijven, daarbij
vergelijkingen maken en
een beargumenteerd
oordeel geven.
Slikken of spuiten
Casus A
Zuur base reacties
Ontzuren
C1.
De kandidaat kan
chemische reacties en
fysische
processen
beschrijven in termen
van reactiviteit en het
vormen en verbreken van
(chemische) bindingen.
F1.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
van procestechnologie en
reactiekinetiek, ten
minste in de context van
voedselproductie of
duurzaamheid processen
beschrijven en
classificeren, eenvoudige
berekeningen uitvoeren
en voorstellen voor
aanpassingen formuleren
en kritisch beoordelen.
F2.
De kandidaat kan
“principes van groene
chemie” herkennen in
industriële processen en
relateren aan
gerealiseerde, mogelijke
en gewenste
veranderingen van die
Examen training
C2.
De kandidaat kan processen.
met behulp van kennis
van chemische reacties
en behoudswetten
berekeningen maken
over de opbrengsten van
een proces.
C3.
De kandidaat kan
verbanden leggen tussen
behoudswetten
en
chemische processen, en
kan deze verbanden
relateren aan kringlopen.
4
Nobelprijs voor de
chemie
periodiek systeem, atoommodellen Bohr,
Schrodinger, atoombinding
Lewis structuren
B1.
De kandidaat kan
deeltjesmodellen
beschrijven en
gebruiken.
B2.
De kandidaat kan
bij beschreven onderzoek
aan stoffen en materialen
macroscopische
eigenschappen verklaren
met deeltjesmodellen.
B3.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
over bindingen tussen
deeltjes eigenschappen
van stoffen verklaren.
B4.
De kandidaat kan
op basis van kennis van
structuren
en
de
bindingen tussen deeltjes
eigenschappen
van
stoffen en materialen
verklaren en omgekeerd
vanuit de eigenschappen
van stoffen of materialen
structuren voorspellen.
Smart materials,
Additie polymerisatie
Polaire atoombinding en
polaire stoffen
zonnecellen
LED en mesomerie
D3.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
over chemische
processen aangeven hoe
stoffen worden
gesynthetiseerd en
daarbij een relatie leggen
met voorkomende
reactiemechanismen.
E 1.
De kandidaat kan
met behulp van kennis
van chemische processen
in een beschreven
onderzoek ten minste in
de context van
gezondheid, materialen
of voedselproductie
aangeven hoe die kennis
wordt gebruikt.
Zoetstoffen
Peptidebinding
Cis-trans isomerie
Optische isomerie
C1.
De kandidaat kan
chemische reacties en
fysische
processen
beschrijven in termen
van reactiviteit en het
vormen en verbreken van
(chemische) bindingen.
E2.
De kandidaat kan
Examen training
met behulp van kennis
van katalyse bij
chemische reacties ten
minste in de context van
voedselproductie,
geneesmiddelen of
transport van stoffen in
het lichaam selectiviteit
en specificiteit verklaren.
Download