De wonderlijke ontwikkeling van uw kind Als (aankomend) ouder bent u wellicht in een fase waarin u keuzes gaat maken om de zorg voor kinderen en werk te combineren. Kinderopvang kan hierbij een belangrijke rol spelen. Als ouder wilt u het beste voor uw kind. U bekijkt het aanbod van kinderopvangorganisaties en bedenkt daarbij: ‘Is dit goed voor mijn (toekomstige) kind?’ Kinderopvang biedt veel mogelijkheden om ouders in staat te stellen zorg en werk te combineren. Maar goede kinderopvang biedt nog veel meer! Professionals in het werken met kinderen hebben oog voor de wonderlijke ontwikkeling die ook uw kind doorloopt. Pedagogisch medewerkers zien deze wonderlijke ontwikkeling en weten deze op de juiste manier te begeleiden en te stimuleren. Zo krijgt uw kind kansen om zich optimaal te ontwikkelen. Want thuis en in de kinderopvang doen kinderen verschillende ervaringen op die elkaar prachtig aanvullen. Wij nemen u graag mee in de wonderlijke ontwikkeling van het jonge kind. Een ontwikkeling die razendsnel verloopt en voor ons als volwassenen vaak heel bijzondere momenten kent. Een stuk tekst is daarvoor natuurlijk veel te kort. Wij lichten voor elk leeftijdsjaar tot vier jaar elke keer een tipje van de sluier op en hopen dat u zich mede met ons zult verwonderen. Ontwikkeling van de hersenen Let maar eens op wat hier gebeurt: Filmfragment baby steekt tong uit (Youtube: Neonate imitation https://www.youtube.com/watch?v=k2YdkQ1G5QI ) Wanneer we kinderen en hun ontwikkeling willen begrijpen, ontkomen we er niet aan eerst iets van hun hersenen te begrijpen. Daar ligt de basis van hun gedrag. Bij de geboorte heeft een kind zo’n 100 miljard hersencellen. Ongeveer evenveel als een volwassene. De hersenen van een pasgeboren baby wegen ongeveer 400 gram. Op de eerste verjaardag wegen de hersenen al één kilo. Dit komt dus niet omdat het aantal cellen toeneemt, maar omdat het aantal verbindingen tussen die cellen, die zo belangrijk zijn voor de ontwikkeling, enorm toenemen. Verbindingen die nodig zijn voor het verwerken van informatie (horen, zien, voelen) en het reageren op situaties of het uiten van gevoelens door bijvoorbeeld te gaan huilen of lachen. Uit onderzoek blijkt dat er in het eerste jaar gemiddeld per dag 10 miljard verbindingen worden gelegd. Verbindingen Hoe ontstaan deze verbindingen? Een deel gaat vanzelf. Bijvoorbeeld alle kinderen gaan brabbelen (zelfs dove kinderen!). Maar een niet onbelangrijk gedeelte komt tot stand door de ervaringen die baby’s opdoen. Thuis én in de kinderopvang. Door ervaringen en herhaling worden de verbindingen steeds sterker. Denk aan het gaan rollen. Het begint met een toevallige beweging . Daarna blijft hij het proberen. Soms ontstaat er frustratie. Uiteindelijk rolt je kind de hele kamer door en is het een automatisme geworden: de hersenverbindingen ten behoeve van het rollen zijn gelegd. Het gaat dan om verbindingen ten behoeve van het aansturen van de spieren. Maar ook ten behoeve van het verwerken van visuele informatie (er ligt een mooi stuk speelgoed een eindje verderop in de kamer). En niet te vergeten: het denken zoals het plannen van acties. Wanneer bepaalde verbindingen weinig of niet worden gebruikt, sterven ze als het ware af en geven ze ruimte aan sterkere, andere gebieden. Dit wordt wel ‘use it or lose it’ of ‘snoeien doet groeien’ genoemd. Een mooi voorbeeld hiervan is de grijpreflex die is aangelegd om te kunnen overleven (vastklampen aan je moeder) maar verdwijnt om letterlijk ruimte te kunnen geven aan de handmotoriek die nodig is om je verder te ontwikkelen. Hoe ontwikkelt de handmotoriek in het eerste levensjaar? Hierin zijn verschillende fasen: - frunniken - kneden - van de ene hand in de andere hand - dingen tegen elkaar slaan - schudden - pincetgreep Geef je kind materialen die passend zijn bij de fijne motoriek. Anders kan je kind gefrustreerd raken. Hetzelfde geldt voor de grove motoriek. Een kind dat lang en veel in een Maxi-Cosi zit, doet minder grofmotorische ervaringen op zoals bijvoorbeeld rollen en kruipen. Binnen de kinderopvang zijn kennis, andere kinderen en materialen voorhanden om uw baby optimaal uit te dagen zodat het brein een goede start maakt. Taalontwikkeling. Wat is uw rol? We gaan snel een stap verder. Want zo snel gaat het ook met de ontwikkeling van een kind. Uw ‘wandelende romper’ heeft inmiddels een eigen wil gekregen. Witlof en spruitjes worden niet meer gegeten en de eenkennigheid slaat toe. Een nieuwe fase en dat is even wennen. Als ouder loop je elke keer achter de feiten aan … tot ze achttien zijn! In de eerste levensjaren neemt taalontwikkeling een enorme sprong. We weten nooit precies wanneer een kind zijn eerste woord zegt, meestal ongeveer tussen de tien en achttien maanden. Dat wil echter niet zeggen dat kinderen daarvoor de woorden niet begrijpen. Begrip loopt vooruit op het zelf actief kunnen uitspreken van woorden. Ze begrijpen vaak door het gebruik van taal wat er gaat gebeuren, zonder dat ze zelf de woorden kunnen uitspreken. Rol van een volwassene Wanneer een kind meerdere talen hoort, zal het ook meerdere talen gaan spreken. Zo lastig als het is om als volwassene een vreemde taal te leren, zo vanzelf gaat dit bij jonge kinderen. Ook de taalontwikkeling heeft alles te maken met het brein. Verbindingen worden gelegd, verbindingen die je niet gebruikt, zoals die ten behoeve van het aanleren van een vreemde taal, verlies je of worden niet aangelegd. Uit onderzoek blijkt dat de rol van volwassenen ongelofelijk belangrijk is bij de taalontwikkeling van kinderen. Ook wanneer een kind zelf niet praat, is het al van belang om met woorden contact te hebben of maken met uw kind. Taal vormt als het ware een bindmiddel. Waar heeft het brein van uw dreumes dan behoefte aan? Zeggen wat u doet en benoemen wat u ziet. Bijvoorbeeld tijdens het verschonen kijkt uw kind aandachtig naar een poster aan de muur. U volgt uw kind en reageert erop door te vertellen wat er op de poster allemaal te zien is. U kunt ook vertellen wat u doet of gaat doen, bijvoorbeeld sokken uit, schone luier pakken, et cetera. Voor een goede taalontwikkeling zou u dit eigenlijk gedurende de hele dag moeten doen. Ook als u niet zo’n prater bent. Verschil tussen papa en mama Wist u trouwens dat moeders en vaders echt anders met kinderen praten? Moeders gebruiken over het algemeen kortere zinnen en veel verkleinwoordjes daar waar vaders moeilijkere woorden gebruiken en vaker om uitleg vragen aan een kind. Ze vullen elkaar dus prima aan! Hoe wonderlijk is het dat uw kind op verschillende manieren met u kan communiceren door twee woorden aan elkaar te plakken. Bijvoorbeeld aangeven dat iets van hem/haar is (Tim schoen!), een vraag te stellen (mama weg?), iets te weigeren (niet eten!) of zelfs iets te kwalificeren (auto mooi). Binnen de kinderopvang horen kinderen gedurende de gehele dag taal. Van de pedagogisch medewerkers maar ook van de kinderen om zich heen. Ook zijn er veel talige rituelen. Denk aan liedjes in de kring, voor het eten, boekje voorlezen, enzovoorts. Dit zijn vaak weer andere ervaringen dan die thuis worden opgedaan. En dan wordt uw kind twee Er is een woord dat uw kind dan zeer goed beheerst. “Nee!”. “Ik ben twee en ik zeg nee.” Waar staat dit nee eigenlijk voor? En waarom horen we dit zoveel op deze leeftijd? Waarom doen eigenlijk alle peuters dit? Het kan niet anders dan dat dit te maken heeft met de ontwikkelingsfase waarin het zit. U zult in eerste instantie denken dat dit te maken heeft met de sociale ontwikkeling of is uw kind misschien ongehoorzaam? Het wonderlijke is dat de ontwikkeling van het denken, de cognitieve ontwikkeling hieraan ten grondslag ligt. Uw peuter realiseert zich steeds meer dat hij/zij een eigen persoon is en zelf iets te willen heeft. Of voor elkaar kan krijgen. Een peuter probeert grip te krijgen op de wereld om zich heen. Hij wil deze begrijpen en zoekt naar verbanden, regelmatigheden en structuren. Deze bieden houvast en vormen een veilige basis. Maar bij het zoeken naar de structuur lopen ze nogal eens tegen de lamp. Bijvoorbeeld dat je altijd een stukje worst krijgt bij de slager en op een dag vergeet de slager dit. Het verband dat je hebt geleerd, gaat nu niet op. Dat is voor een peuter niet te begrijpen. Hij gaat dus in verzet. Zijn verstandelijke ontwikkeling maakt het daarnaast ook mogelijk dat hij zelf plannen maakt, zonder dat wij daar als volwassenen vanaf weten. Hij wil bijvoorbeeld nog wat langer blijven spelen omdat hij bedacht heeft een toren te bouwen. Of hij wil perse zijn laarzen aan terwijl het buiten stralend weer is. Hij heeft dus ontdekt dat hij een eigen persoon, een eigen ik is. Dit noemen we autonomie. Dat betekent dus dat onze behoeftes niet meer altijd parallel lopen met die van uw kind. Het bijzondere is dat we autonomie bij een achttienjarige enorm waarderen. Uw kind weet wie hij is, durft keuzes te maken en stappen te zetten. Vanaf jongs af aan moeten we deze eigenschap dus eigenlijk koesteren. Hoe moeilijk dat soms ook is. Kinderopvang biedt kinderen de mogelijkheid om, los van ouders, zichzelf te ontdekken. Een duidelijke structuur biedt de kinderen een veilige basis en daarbinnen krijgen kinderen letterlijk de ruimte om ‘hun eigen ding’ te doen. Binnen of buiten, samen of alleen. De in de ogen van de ouders dwarse peuter is in de kinderopvang vaak lekker bezig. Er is geen aanleiding om dwars te zijn. Waarom, waarom, waarom? En dan nu de peuter vanaf ongeveer drie jaar. De meeste peuters praten de oren van uw hoofd. Ze begrijpen veel meer, kennen bijvoorbeeld alle automerken of soorten dinosaurussen uit hun hoofd. Ze willen alles weten. Dat is de reden waarom de peuter vraagt: “waarom, waarom, waarom?” U zou kunnen denken dat ze dit doen om aandacht op te eisen. En natuurlijk willen ze dat ook graag en krijgen ze aandacht. Maar het is belangrijk omvragen serieus te nemen. Want wanneer kinderen wat ouder worden, stellen ze minder vragen. U kunt ze nu leren hoe u samen naar een antwoord zoekt of hoe iets in elkaar zit. Of hoe u op zoek gaat naar antwoorden op internet. Zo stimuleert u vaardigheden waar kinderen hun hele leven plezier van hebben: samenwerken, creatief denken, omgaan met digitale media, enzovoorts. Dit worden ook wel de 21e eeuwse vaardigheden genoemd. Magisch denken Maar toch is er ook iets wonderlijks aan de hand in de denkwereld van de peuter. Dat maakt dat wij als volwassenen steeds weer verrast kunnen worden. Dat wonderlijke heet het magisch denken. Een paar voorbeelden: - De krokodil zit echt onder het bed. - Wanneer het bad leegloopt, ga je echt mee door het afvoerputje. - Wanneer je je stoot aan de tafel, is de tafel stout. - Of oma die heeft gezegd; bah die slakken eten alles op. Dus wil je niet meer in de tuin. Dit zijn voorbeelden van het magisch denken van de peuter. Hij vermengt herinneringen, fantasie en werkelijkheid en houdt ze zelf nog niet goed uit elkaar. Logisch dus dat ze in sommige situaties dus echt bang zijn. Dit vraagt erom dat wij ze serieus nemen in deze angst. Peuters in de kinderopvang kunnen met hun fantasie alle kanten op. In de huishoek wordt het gezin op serieuze manier nagebootst. Rollen worden uitgedeeld en met verve gespeeld. Pizza’s worden gebakken en echtelijke ruzies worden uitgevochten. Hun fantasie wordt ingezet om meer grip te krijgen op de wereld om hen heen. Dit houden ze tot en met de kleuterleeftijd vol. En soms nog wel langer…