EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.11.2016 COM(2016) 764 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Het investeringsplan voor Europa: evaluaties bevestigen dat het plan moet worden versterkt NL NL 1. INLEIDING Voorzitter Juncker heeft in zijn toespraak over de Staat van de Unie op 14 september 2016 benadrukt dat Europa zijn economisch herstel moet versterken en moet investeren in jongeren en werkzoekenden, alsook in start-ups en kmo’s1. Tegen deze achtergrond belicht de jaarlijkse groeianalyse 20172 de meest prangende economische en sociale prioriteiten waarop de Europese Unie en haar lidstaten de komende maanden hun aandacht moeten concentreren. Het Europees herstel is zwak, maar zet door, en zorgt voor werkgelegenheid. Het bbp is nu groter dan vóór de crisis. De werkloosheid daalt en er wordt weer meer geïnvesteerd. Er is echter geen reden tot zelfgenoegzaamheid. De wind die het herstel tot dusver aanwakkerde, neemt hier en daar af. De erfenis van de crisis, met name de sociale gevolgen, de hoge particuliere en openbare schuld en het aantal oninbare leningen, weegt nog altijd zwaar door. Het investeringsplan voor Europa bleek nuttig voor het stimuleren van een duurzame toename van de investeringen in de lidstaten. In iets meer dan een jaar heeft het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)3 in de 27 lidstaten 154 miljard EUR gemobiliseerd, wat naar verwachting circa 377 000 kmo’s ten goede zal komen. Het EFSI maakt een echt verschil door innovatieve en strategische projecten te ondersteunen die het scheppen van banen en groei in de hand werken (tekstvak 1). In het licht van de concrete resultaten van het EFSI en zoals aangekondigd in de toespraak van voorzitter Juncker over de Staat van de Unie stelde de Commissie in september 2016 voor4 het EFSI via het zogenoemde EFSI 2.0-voorstel te versterken en uit te breiden. Om de looptijd en de capaciteit van het EFSI te verdubbelen, wordt in eerste instantie voorgesteld de looptijd te verlengen tot eind 2020, waarbij de totale investeringsdoelstelling wordt verhoogd van 315 miljard tot ten minste een half biljoen EUR. Het voorstel legt ook meer nadruk op bijdragen uit de particuliere sector, op additionaliteit en op meer transparantie bij het selecteren van projecten. Voorts wordt in EFSI 2.0 resoluut gekozen voor het combineren van EFSI-steun met andere EU-fondsen en met financiering door nationale stimuleringsbanken als belangrijke manieren om te komen tot een betere geografische dekking van het EFSI. Het voorstel voorziet bovendien in een ruimer toepassingsgebied voor de Europese investeringsadvieshub (EIAH of advieshub) om een constant aanbod te bevorderen van projecten en investeringsplatforms die in alle lidstaten gefinancierd kunnen worden. 1 2 3 4 http://ec.europa.eu/priorities/state-union-2016_nl COM(2016) 725 final. Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 – het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1). COM(2016) 597 final. NL 2 NL In oktober heeft de Europese Raad "de Raad opgeroepen om in zijn zitting op 6 december overeenstemming te bereiken over zijn onderhandelingsstandpunt betreffende het nieuwe Commissievoorstel over EFSI, met inachtneming van de onafhankelijke externe evaluatie die in november zal worden afgerond"5. TEKSTVAK 1 – VOORBEELDEN VAN GOEDGEKEURDE EFSI-PROJECTEN Creta Farms (Griekenland) wil vleesproducten gezonder maken door ze te injecteren met extra olijfolie van de eerste persing ("oliving"). Deze technologie wordt gebruikt om verzadigde dierlijke vetten – die slecht zijn voor de gezondheid – te vervangen door onverzadigde vetten die de "slechte" cholesterol helpen te verlagen. Als grootste speler op de Griekse markt voor koude vleeswaren is Creta Farms toenemend actief op buitenlandse markten. Met de EFSI-middelen zal Creta Farms verdere technologische vooruitgang financieren voor de "oliving" van snacks. Hierdoor kunnen 100 nieuwe werknemers worden aangeworven en kan het bedrijf internationaal blijven groeien. Malin Corporation (Ierland) is een wereldwijd opererende onderneming op het gebied van biowetenschappen die investeert in startende, innovatieve O&O-ondernemingen in de sector van de biowetenschappen. Met de recente EFSI-bijdrage van 70 miljoen EUR zal Malin Corporation de komende zeven jaar meer kunnen investeren in de hele Europese biowetenschappelijke sector. 40 miljoen EUR van deze lening wordt nu al besteed aan het ondersteunen van baanbrekende innovatie en het ontwikkelen van nieuwe producten door particuliere bedrijven in de sector van de biowetenschappen in Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Dankzij de EFSI-steun zal Malin biowetenschappelijke bedrijven kunnen helpen hun volledig potentieel waar te maken en commercieel succes te boeken. PEP-Therapy/Quadrivium (Frankrijk) Pep Therapy is een onderzoeksbedrijf dat in 2014 is opgericht door wetenschappers van vooraanstaande Franse onderzoeksinstellingen. Het team achter het bedrijf heeft een techniek ontwikkeld die specifieke functies blokkeert van eiwitten die gezonde cellen in kankercellen veranderen. Het is de bedoeling een behandeling te ontwikkelen die in tegenstelling tot chemotherapie uitsluitend kankercellen vernietigt en goede en gezonde cellen spaart. Voor de financiering van zijn project heeft PEP-Therapy voor 1 miljoen EUR steun ontvangen van QuadriVium 1, een Frans investeringsfonds dat 20 miljoen EUR van het Europees Investeringsfonds (EIF) heeft ontvangen. WOW Technology (België) is een onderneming die is gespecialiseerd in de productie van op maat gemaakte machines en geautomatiseerde apparatuur voor verschillende sectoren, waaronder de luchtvaart, de autobranche, de biotechnologische en de farmaceutische sector en de sectoren agrovoeding, milieu en energie. Met het kernstuk van de onderneming, de "Shaker Robot", kan de grootschalige productie van celkweken die bij de productie van vaccins worden gebruikt, worden geautomatiseerd. Met een door het EIF in het kader van het EFSI gedekte lening wil de onderneming in de komende vijf jaar twee keer zo snel groeien door het aantal werknemers te verdubbelen en uit te breiden naar andere Europese markten, zoals Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. Het project voor de toegankelijkheid van haveninfrastructuur in Spanje bestaat uit een kaderlening om investeringen te financieren voor het aansluiten van Spaanse havens in overheidshanden op het spoor en het wegennet via een staatsfonds voor de 5 EUCO 31/16, 21 oktober 2016, punt 18. NL 3 NL toegankelijkheid van havens. Dit project zal mee zorgen voor betere verbindingen over land voor grote havens die allemaal deel uitmaken van het trans-Europees vervoersnet. Deze verrichting ligt in het verlengde van de uitgebreide steun die de EIB de afgelopen jaren heeft verleend aan de ontwikkeling van dit zeehavennet. Het Rydgier-ziekenhuis (Polen) in de stad Torun ontvangt in het kader van het EFSI een lening van ongeveer 57 miljoen EUR van de Europese Investeringsbank (EIB) om zijn renovatie te financieren. Het project maakt deel uit van een investeringsprogramma om de Poolse en Europese wettelijke technische en professionele normen voor ziekenhuizen te halen. Dit is de eerste publiekrechtelijke transactie in Polen die de begrotingsgarantie van de EU in het kader van het EFSI geniet. Deze transactie dient ook als model voor het combineren van EFSI-financiering met EU-subsidies in de innovatieve vorm van een financieringsinstrument: naast de EFSI-lening zullen ook de Europese structuur- en investeringsfondsen worden aangesproken voor de financiering van dit project. De huidige EFSI-verordening schrijft drie evaluaties voor: i) een evaluatie door de Commissie van het gebruik van de EU-garantie en de werking van het EFSI-garantiefonds6, vergezeld van een advies van de Rekenkamer7; ii) een evaluatie van de EIB over de werking van het EFSI8; en iii) een onafhankelijke externe evaluatie van de toepassing van de EFSIverordening9. Deze evaluaties geven de belanghebbenden een volledig beeld van de werking van het EFSI tot dusver en vormen nu al input voor de lopende wetgevingsdebatten over EFSI 2.0. Het EFSI 2.0-voorstel pakt de in de evaluaties vastgestelde problemen aan en zal ervoor zorgen dat de EFSI-operaties soepel kunnen doorlopen, zonder onderbrekingen van de financiering, waardoor projectontwikkelaars er zeker van kunnen zijn dat zij ook na de aanvankelijke investeringsperiode nog steeds projecten kunnen voorbereiden. Het investeringsplan voor Europa zorgt in een aantal sectoren reeds voor positieve effecten doordat innovatieve projecten worden ondersteund die bijdragen tot het scheppen van werkgelegenheid en groei in plaatselijke gemeenschappen, en ook doordat de jeugdwerkloosheid wordt aangepakt met het stimuleren van de ontwikkeling van innovatieve, strategische en beginnende ondernemingen. Deze projecten zijn van wezenlijk belang voor het toekomstige concurrentievermogen van de Europese economie en richten zich op sleutelgebieden zoals steun aan kmo's, innovatie en O&O, hernieuwbare energie, energieefficiëntie en voorzieningszekerheid, milieu en digitale, sociale en vervoersinfrastructuur of diensten. De algemene strategie in het kader van het investeringsplan heeft tot doel het in 6 7 8 9 Uit hoofde van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017. Zie SWD(2016) 297 final. De evaluatie is te vinden op: http://eur-lex.europa.eu/legalcontent/EN/TXT/?qid=1473853487429&uri=SWD:2016:297:FIN Uit hoofde van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017 en artikel 287, lid 4, VWEU. Zie advies nr. 2/2016. Het advies is te vinden op: http://www.eca.europa.eu/en/Pages/NewsItem.aspx?nid=7766 Uit hoofde van artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2015/1017. De evaluatie is te vinden op: http://www.eib.org/infocentre/publications/all/evaluation-of-the-functioning-of-the-efsi.htm Uit hoofde van artikel 18, lid 6, van Verordening (EU) 2015/1017. De onafhankelijke evaluatie is te vinden op: https://ec.europa.eu/priorities/publications/independent-evaluation-investment-plan_en NL 4 NL Europa sinds de financiële crisis verzwakte investeringsniveau duurzaam te verhogen. De eerste pijler van dit plan, met het EFSI en de nadruk op een beter gebruik van de EUbegroting in het algemeen, verleent de schaarse publieke middelen hefboomwerking door particuliere investeerders aan te trekken en innovatieve en strategische projecten in Europa te ondersteunen die tastbare resultaten opleveren voor de werkgelegenheid en de groei. De tweede pijler van het investeringsplan – de advieshub en het Europees investeringsprojectenportaal (EIPP) (tekstvak 2) – zorgt er mee voor dat investeringen de reële economie bereiken door de creatie van een stabiele pijplijn van haalbare projecten te bevorderen en de transparantie te vergroten. TEKSTVAK 2 – HET EIPP IS ONDERDEEL VAN DE TWEEDE PIJLER VAN HET INVESTERINGSPLAN VOOR EUROPA Ontworpen als schakel tussen ontwikkelaars van EU-projecten en investeerders wereldwijd biedt het EIPP nu meer dan 130 projecten aan: ec.europa.eu/eipp Het EIPP maakt bestaande Europese investeringsmogelijkheden zichtbaarder voor investeerders, voorziet in een transparante toekomstgerichte pijplijn en faciliteert het contact met projectontwikkelaars. Duurzame investeringen vereisen een solide en voorspelbaar ondernemingsklimaat. Binnen de derde pijler van het investeringsplan dragen acties die zijn gericht op het wegnemen van belemmeringen voor investeringen op het niveau van de EU en de lidstaten bij tot een beter investeringsklimaat en genereren ze op lange termijn duurzame groei in Europa. De EU en de lidstaten hebben al maatregelen genomen om belemmeringen voor investeringen weg te nemen, maar er is nog werk aan de winkel. Terwijl de Commissie zal blijven ijveren voor een verbetering van het algemene investeringsklimaat in de EU, onder meer door de eengemaakte markt te verdiepen, moeten de lidstaten meer werk maken van het wegnemen van belemmeringen voor investeringen op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Bovendien leert de ervaring met het EFSI dat de lidstaten die tot dusver het meest hebben geprofiteerd ook over beter ontwikkelde financiële markten beschikken en een ondernemingsklimaat hebben dat bevorderlijk is voor investeringen. Dit wijst erop dat deze lidstaten over het algemeen efficiënter zijn in het formuleren van EFSI-projectvoorstellen dan de andere lidstaten. Bovendien kunnen sterke nationale stimuleringsbanken bijdragen tot de ontwikkeling en medefinanciering van projecten. De Commissie heeft tevens concrete initiatieven voorgesteld die de financiering van de reële economie moeten bevorderen. Zo zullen de lidstaten baat hebben bij duidelijker NL 5 NL richtsnoeren inzake de regels voor de overheidsboekhouding, met name op het gebied van publiek-private partnerschappen (PPP’s)10. De Commissie houdt nauwgezet in het oog wat het effect is van de interpretatie van de regels voor de overheidsboekhouding op de oprichting van PPP’s in verschillende sectoren en zal indien nodig verdere maatregelen overwegen. Ook heeft de Commissie praktische richtsnoeren verstrekt voor de toepassing van de regels inzake staatssteun op de publieke financiering van infrastructuur11. Onlangs zijn proefprojecten opgestart om de termijnen van de verschillende procedures voor investeringen in strategische infrastructuur op EU-niveau beter op elkaar af te stemmen. Het proefproject bestrijkt in een eerste fase België en Slowakije. Op basis van een beoordeling van deze projecten zal de Commissie dit initiatief in de loop van 2017 naar andere lidstaten uitbreiden, met de bedoeling een doeltreffend éénloketsysteem voor alle lidstaten tot stand te brengen, die alle verantwoordelijke diensten van de Commissie – met inbegrip van haar vertegenwoordigingen in de lidstaten – in een gemeenschappelijk investeringsbeleidsteam verenigt. Daarnaast zijn er de werkzaamheden op het gebied van de energie-unie, de kapitaalmarktenunie, de strategie voor de eengemaakte markt, de strategie voor de digitale eengemaakte markt, de circulaire economie en internationale handels- en investeringsovereenkomsten die betrekking hebben op specifieke maatregelen die, als ze eenmaal volledig zijn uitgevoerd, zullen helpen bij het wegnemen van belemmeringen, het bevorderen van innovatie en het verbeteren van het investeringsklimaat. De Commissie zal binnenkort een energiepakket goedkeuren om energie-efficiëntie en de overschakeling naar schone energie te bevorderen, om het wereldleiderschap van de EU inzake hernieuwbare energiebronnen te ondersteunen en om ervoor te zorgen dat energieconsumenten waar voor hun geld krijgen. Dit pakket wil voorspelbaarheid creëren voor het bedrijfsleven, investeerders en de samenleving en nationale investeringen stimuleren, met name via de nationale energie- en klimaatplannen. Net als met de voorstellen ter verlaging van de kapitaalvereisten voor verzekeraars die beleggen in in aanmerking komende infrastructuurprojecten12 heeft de Commissie op 23 november 2016 voorgesteld de kapitaalvereisten van banken voor bepaalde investeringen in infrastructuur te verlagen13. Op 22 november 2016 heeft de Commissie een horizontale agenda van maatregelen ter ondersteuning van start-ups in Europa voorgesteld14, en een voorstel15 voor een richtlijn 10 11 12 13 14 15 Een leidraad voor de statistische behandeling van publieke en private partnerschappen, opgesteld door Eurostat in samenwerking met de Europese Investeringsbank en vooral bedoeld voor particuliere belanghebbenden, is op 29 september 2016 gepubliceerd: Eurostat / EPEC / Europese Investeringsbank, "A Guide to the Statistical Treatment of PPPs", september 2016. Mededeling van de Commissie betreffende het begrip "staatssteun" in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (2016/C 262/01), PB C 262, van 19.7.2016, blz. 1. Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/467 van de Commissie van 30 september 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 met betrekking tot de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten voor verschillende klassen van activa die door verzekerings- en herverzekeringsondernemingen worden aangehouden (PB L 85 van 1.4.2016, blz. 6). COM(2016) 850. COM(2016) 733. COM(2016) 723. NL 6 NL gedaan ter verhoging van de efficiëntie van insolventieprocedures, preventieve herstructurering en kaders voor een tweedekansbeleid, om de obstakels voor investeringen te verwijderen die voortvloeien uit verschillen in dergelijke regelingen tussen de lidstaten. Ook de lidstaten moeten meer werk maken van de nodige hervormingen om de belemmeringen voor investeringen weg te nemen die zijn vastgesteld in het kader van het Europees semester, meest recentelijk in de jaarlijkse groeianalyse16. De in de landenspecifieke aanbevelingen genoemde hervormingen houden rekening met specifieke nationale factoren. Ze zijn nodig voor het behoud en de verhoging van het investeringsniveau in de lidstaten. Ondanks maatregelen van sommige lidstaten, met name landen van de eurozone die zwaar door de crisis zijn getroffen, is niet overal gelijke vooruitgang geboekt bij het aanpakken van belemmeringen voor investeringen en zijn dus meer inspanningen vereist. De Commissie moedigt de lidstaten niet alleen aan om knelpunten en belemmeringen voor investeringen aan te pakken, maar ook om op alle administratieve niveaus en voor alle financieringsbronnen plannings- en coördinatiestructuren op te zetten. Tegen de achtergrond van het investeringsbeleid van de lidstaten kunnen deze structuren stabiele pijplijnen van belangrijke projecten in de openbare sector creëren en strategisch beheren, de wettelijke en administratieve procedures voor goedkeuring faciliteren en nauw samenwerken met de diensten van de Commissie en de advieshub. 2. HOE WERDEN HET EFSI EN ZIJN INVESTERINGEN IN DE REËLE ECONOMIE TOT DUSVER GEËVALUEERD? Hierna volgt een samenvatting van de belangrijkste argumenten in de drie evaluaties, gevolgd door een beschrijving van de wijze waarop deze punten in het EFSI 2.0-voorstel aan bod komen. Relevantie en additionaliteit van de EFSI-steun Volgens de evaluaties is het EFSI nuttig gebleken bij het aanpakken van investeringsbehoeften in Europa. In de onafhankelijke evaluatie wordt gewezen op het aanhoudende tekort aan investeringen en de behoeften van de markt en wordt geconcludeerd dat het EFSI dit probleem mede verhelpt door te voorzien in hoogrisicofinanciering. Deze hoogrisicofinanciering moet additionaliteit creëren (gedefinieerd als speciale activiteiten van de EIB17, d.w.z. activiteiten met een hoger risicoprofiel) en zoveel mogelijk particuliere financiering aantrekken. In de EIB-evaluatie wordt onderstreept dat de EIB het niveau van haar speciale activiteiten dankzij de EU-garantie aanzienlijk kon optrekken, van circa 4 miljard EUR naar een verwachte 20 miljard EUR per jaar. In de evaluaties wordt benadrukt 16 17 COM(2016) 725 final. Speciale activiteiten zijn activiteiten met een interne EIB-rating lager dan "investeringswaardig" en zijn dus riskanter dan standaardverrichtingen van de EIB. NL 7 NL dat de EIB haar cliënten- en productenbasis dankzij het EFSI heeft kunnen vergroten, in het bijzonder door de ontwikkeling van nieuwe achtergestelde producten, waardoor de EIB vlotter kon inspelen en reageren op de behoeften van de markt. In de onafhankelijke evaluatie wordt echter opgemerkt dat alle EFSI-verrichtingen weliswaar speciale activiteiten van de EIB waren, maar dat de belanghebbenden in bepaalde gevallen niet vonden dat deze in een hoger risico voorzagen, vergeleken met het aanbod op de handelsmarkt. In hetzelfde verband wordt in de EIB-evaluatie gewezen op de behoefte aan een duidelijker definitie van additionaliteit in de context van speciale activiteiten om te zorgen voor meer samenhang bij de selectie van projecten en minder potentiële bedreigingen voor de reputatie van het EFSI. Ook wordt in de onafhankelijke evaluatie beklemtoond dat de inachtneming van het additionaliteitscriterium meer moet inhouden dan het aanvinken van het vakje "speciale activiteiten" van de EIB, en dat de onderliggende beoordeling van de additionaliteit transparanter kan. Vermenigvuldigingsfactor en het aantrekken van particuliere investeringen In de onafhankelijke evaluatie wordt geconcludeerd dat het EFSI op doeltreffende wijze zorgt voor meer toegang tot financiering en het bijeenbrengen van particulier kapitaal, met een verwachte vermenigvuldigingsfactor van 14,1 voor ondertekende verrichtingen (volledig in overeenstemming met het streefcijfer van 15 gedurende de gehele EFSIinvesteringsperiode) en 63 % van de aangetrokken particuliere investeringen (hiervoor was geen precies streefcijfer bepaald) op 30 juni 2016. Zowel in de EIB-evaluatie als in de onafhankelijke evaluatie wordt vastgesteld dat de twee EFSI-componenten (infrastructuur/innovatie en kmo's) elk in hun eigen tempo vooruitgang hebben geboekt. Zo heeft het EIF bij de toepassing van de kmo-component de bestaande mandaten sneller uitgevoerd en pas later nieuwe producten ingevoerd. Daar staat tegenover dat de EIB voor de toepassing van de component infrastructuur en innovatie wel al enkele bestaande producten heeft kunnen gebruiken, maar toch tijd nodig had voor de ontwikkeling van een nieuwe reeks producten die worden gekenmerkt door zowel een hoger risicoprofiel als soms hogere (externe) vermenigvuldigingsfactoren. Verwacht wordt dat deze nieuwe producten bestaande producten zullen aanvullen en na het eerste jaar van tenuitvoerlegging van het EFSI zullen worden geleverd. ► Additionaliteit van EFSI-steun en het aantrekken van particuliere investeringen in het EFSI 2.0-voorstel Het EFSI, dat door de strategische investeringspartner van de Commissie – de EIB-groep – geïmplementeerd en medegefinancierd wordt, ligt sinds zijn lancering meer dan een jaar geleden goed op schema om zijn doel te bereiken, namelijk uiterlijk medio 2018 ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie mobiliseren met een zo hoog mogelijke inbreng van de particuliere sector. Met name in de kmo-component is sprake van een snelle marktabsorptie en presteert het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht. Dit strookt met de erg positieve perceptie die het NL 8 NL EFSI heeft bij belanghebbende kmo's. Om ervoor te zorgen dat voldoende financiering beschikbaar zou blijven om de verstrekking van financiering aan kmo's met EFSI-steun te kunnen voortzetten, is het kmo-loket in juli 2016 binnen de bestaande parameters van Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR. De door de EIB-groep in beide componenten tot en met medio november 2016 goedgekeurde projecten genereren in totaal voor 154 miljard EUR aan investeringen in 27 lidstaten en bieden ondersteuning aan ongeveer 377 000 kmo's. Een essentieel onderdeel van EFSI 2.0 is het verder versterken van de additionaliteit van de ondersteunde projecten. Het EFSI 2.0-voorstel van de Commissie maakt nog duidelijker dat projecten in het kader van het EFSI suboptimale investeringssituaties en marktlacunes dienen aan te pakken, als onderdeel van de criteria om in aanmerking te komen. In het huidige klimaat van lage rentetarieven en ruime liquiditeit zijn de belangrijkste factoren voor het beoordelen van de additionaliteit van het EFSI de hogere risicodekking, onder meer door achterstelling, blootstelling aan specifieke risico's – zoals onbewezen technologie of risicovollere tegenpartijen – alsook investeringen in nieuwe grensoverschrijdende infrastructuren, die op hun beurt het vertrouwen en de algemene toegang tot financiering zullen vergroten, met name voor verrichtingen met hoge risico's. Gelet op hun belang voor Europa hebben grensoverschrijdende infrastructuurprojecten een plaats in het nieuwe voorstel gekregen, met inbegrip van aanverwante diensten, omdat ze additionaliteit bieden. Dit is een momenteel nog onderontwikkeld aspect dat moet worden gestimuleerd om investeringen te bevorderen. De mechanismen van het investeringsplan voor Europa functioneren en EFSI 2.0 wil deze versterken om particuliere investeringen te blijven aantrekken in sectoren die van belang zijn voor de toekomst van Europa en die nog kampen met marktfalen of een suboptimale investeringscontext. Het EFSI blijft bedoeld als instrument dat investeringen ondersteunt die zonder EFSI-steun niet binnen dezelfde periode of in dezelfde omvang van de grond hadden kunnen komen, niet via de EIB, noch via het EIF noch in het kader van bestaande financieringsinstrumenten van de Unie. Evenals in de oorspronkelijke investeringsperiode moeten zoveel mogelijk particuliere investeringen worden aangetrokken en blijven kmo's een belangrijke begunstigde van de verleende steun. Geografische en sectorale spreiding van de EFSI-steun De drie evaluaties maken gewag van een goede algemene dekking per sector en per lidstaat, aangezien het EFSI op het tijdstip van de evaluaties reeds in 26 lidstaten in alle in aanmerking komende sectoren actief was18. Zowel uit de EIB-evaluatie als uit de onafhankelijke evaluatie blijkt echter dat de EFSI-portefeuille sterk is geconcentreerd in 18 Momenteel zijn in 27 lidstaten projecten goedgekeurd voor EFSI-steun. NL 9 NL een aantal lidstaten19. In de onafhankelijke evaluatie wordt opgemerkt dat de lagere EFSIsteun in Midden- en Oost-Europa mogelijk toe te schrijven is aan een geringere beschikbaarheid van de nodige technische deskundigheid voor het ontwikkelen van grootschalige projecten en publiek-private partnerschappen, het ontbreken van structuren voor centrale planning en coördinatie, de relatief kleinere omvang van projecten, minder ontwikkelde durfkapitaalmarkten, maar ook de behoefte aan meer complementariteit met voornamelijk de Europese structuur- en investeringsfondsen. Hierbij wordt ook het belang onderstreept van capaciteitsontwikkeling bij de voorbereiding van projecten ter verbetering van de geografische dekking van het EFSI. Hoewel zowel in de onafhankelijke evaluatie als in de EIB-evaluatie wordt gewezen op een zekere sectorale concentratie van de EFSI-steun, werd dit door de belanghebbenden niet als een groot probleem beschouwd. Samenhang en complementariteit met andere bronnen van Uniefinanciering In de drie evaluaties wordt gewezen op het grote potentieel dat schuilt in de ontwikkeling van nieuwe vormen van samenwerking tussen het EFSI en andere bronnen van EU-financiering, maar ook op de noodzaak om de interactie tussen een deel van deze middelen en het EFSI nauwgezet op te volgen. Uit de onafhankelijke evaluatie komt naar voren dat het EFSI, COSME20 en Horizon 2020 InnovFin21 elkaar goed aanvullen, aangezien deze middelen dankzij het EFSI vervroegd konden worden ingezet om in de kmocomponent van het EFSI aan de grote behoeften van de markt tegemoet te komen. Ook de lancering van het Europees dakfonds voor risicokapitaal op 8 november 201622 was een concrete illustratie van de mogelijkheid om deze fondsen efficiënt te combineren: door het bundelen van diverse middelen wil dit programma het tekort aan aandelenfinanciering in Europa en de versnippering op de durfkapitaalmarkt verder aanpakken en aanvullende particuliere financiering van institutionele beleggers naar de Europese risicokapitaalsector doen vloeien om de groei van innovatieve ondernemingen te stimuleren. Met betrekking tot de financieringsinstrumenten van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) en Horizon 2020 (H2020) wordt in de EIB-evaluatie vastgesteld dat deze programma’s mogelijk concurrenten van het EFSI zijn en dat de EIB soms de voorkeur geeft aan het EFSI boven de CEF- of H2020-verrichtingen, gezien de druk op het EFSI om met resultaten voor de dag te komen. Net als voor de Europese structuur- en investeringsfondsen wordt in de onafhankelijke evaluatie opgemerkt dat deze fondsen volgens sommige belanghebbenden concurreren met het EFSI, met name in cohesielanden. 19 20 21 22 Uit beide evaluaties blijkt dat de EFSI-portefeuille zich concentreert in de volgende lidstaten: Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Een vergelijking tussen het effect van de EFSIinvesteringen en het bbp van de betrokken landen levert evenwel een evenwichtiger dekking op. Het EU-programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kmo's. Meer informatie over dit programma is te vinden op: https://ec.europa.eu/growth/smes/cosme_en EU-financiering voor innovatoren. Meer informatie is te vinden op: http://www.eib.org/products/blending/innovfin/ Meer informatie is te vinden op: http://www.eif.org/what_we_do/equity/paneuropean_venture_capital_fund_of_funds/index.htm NL 10 NL Zowel in de evaluatie van de EIB als in die van de Commissie wordt veel belang gehecht aan complementariteit en synergie tussen al deze fondsen en het EFSI. Zo zouden de middelen uit de CEF en H2020, evenals de Europese structuur- en investeringsfondsen, het eerste verlies van EFSI-verrichtingen kunnen financieren, wanneer dat nodig is om projecten van de grond te laten komen en een maximale bijdrage van de particuliere sector te mobiliseren, terwijl de EIB met EFSI-steun mezzaninetranches zou kunnen financieren. In dat verband voorzag de financieringsstructuur van EFSI 1.0 in de overschrijving van 500 miljoen EUR van de financieringsinstrumenten van de CEF naar het subsidiedeel van de CEF. Volgens de evaluatie van de EIB en de onafhankelijke evaluatie moeten de beperkingen op het combineren van de Europese structuur- en investeringsfondsen met EFSI-steun worden beoordeeld, met inbegrip van de mogelijke rol van adviesdiensten. Naast haar richtsnoeren23 voor een eventuele combinatie van het EFSI en de Europese structuur- en investeringsfondsen heeft de Commissie ook een voorstel24 ingediend om die combinatie te faciliteren. De Commissie blijft zich inzetten voor een beter gelijk speelveld voor de verschillende EUinstrumenten. Samenwerking met nationale stimuleringsbanken en investeringsplatforms Uit de evaluatie van de EIB blijkt dat ongeveer een derde van de EFSI-verrichtingen is medegefinancierd door nationale stimuleringsbanken. Dit is in overeenstemming met de aankondigingen van verschillende lidstaten om tot 42 miljard EUR bij te dragen aan EFSI-projecten of investeringsplatforms. De EIB-groep heeft ook verscheidene initiatieven ontwikkeld om beter in te spelen op de behoeften van de nationale stimuleringsbanken, met inbegrip van een equityplatform25, een initiatief inzake securitisatie26 en een reeks nieuwe financiële producten27. Volgens de onafhankelijke evaluatie dongen het EFSI en nationale stimuleringsbanken in sommige gevallen naar hetzelfde project, met name in het geval van grotere projecten. Dat risico kan zoveel mogelijk worden vermeden wanneer de EIB achtergestelde posities inneemt in gezamenlijke investeringen van het EFSI en nationale stimuleringsbanken. Uit de onafhankelijke evaluatie blijkt ook dat bij de afsluiting van de evaluatie nog geen investeringsplatform was opgezet, en dat terwijl dergelijks platforms aan de grote vraag naar risicovolle financiering van kleinere projecten kunnen voldoen. Het eerste investeringsplatform is na 30 juni 2016 opgericht. Verdere platforms, ook in de kmocomponent, staan op stapel en zullen naar verwachting nog dit jaar worden goedgekeurd. 23 24 25 26 27 http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/thefunds/fin_inst/pdf/efsi_esif_compl_en.pdf COM(2016) 605 final. Equityplatform van het EIF en nationale stimuleringsinstellingen. Meer informatie is te vinden op: http://www.eif.org/what_we_do/equity/NPI/index.htm Het initiatief inzake securitisatie van het EIF en nationale stimuleringsinstellingen. Meer informatie is te vinden op: http://www.eif.org/what_we_do/guarantees/ENSI/index.htm. Zo heeft het EIF al een memorandum van overeenstemming ondertekend met Cassa Depositi e Prestiti (Italië) en zitten verdere memoranda in de pijplijn. http://www.eib.org/efsi/how-does-a-project-get-efsi-financing/index.htm NL 11 NL ► Geografische en sectorale spreiding van de EFSI-steun en complementariteit met andere bronnen van Uniefinanciering in het EFSI 2.0-voorstel EFSI 2.0 zal de looptijd van het EFSI verlengen tot het eind van het huidige meerjarig financieel kader en moet ten minste een half biljoen EUR aan investeringen opleveren tot en met 2020. Het voorstel strookt met de herziening van het Financieel Reglement die de Commissie tegelijkertijd heeft voorgesteld om een robuust kader voor het beheer van de financiële verplichtingen van de Unie op te zetten. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, roept de Commissie de lidstaten op ook een bijdrage te leveren en daar prioriteit aan te geven. Verder wil het EFSI 2.0-voorstel bereiken dat in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's meer gebruik wordt gemaakt van EFSI-steun. De steun aan minder ontwikkelde regio's en overgangsregio's in Europa wordt derhalve uitgebreid door middel van een uitdrukkelijke verwijzing naar alle sectoren die niet in de andere algemene doelstellingen worden genoemd. Daarnaast wordt EFSI-steun aan snelwegen, die doorgaans onwenselijk is, onder bepaalde voorwaarden wél toegestaan voor cohesielanden. Het is van essentieel belang dat de lidstaten de capaciteit ontwikkelen om projecten voor te bereiden. EFSI 2.0 zal de technische bijstand via de advieshub vergroten. De diensten van de advieshub kunnen ook bijdragen tot een betere planning en coördinatie van cruciale investeringsprojecten op nationaal niveau. Een ander belangrijk element is de mogelijkheid om andere bronnen van Uniefinanciering, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) gemakkelijker te combineren met EFSI-steun om nog meer investeringen uit de particuliere sector aan te trekken. De Commissie heeft daarom in september 2016 een voorstel28 voor een algemene verordening tot wijziging van verscheidene verordeningen aangenomen om dergelijke combinaties te vergemakkelijken, zowel op het niveau van investeringsplatforms als voor individuele projecten. De Commissie stelt ook voor dat EFSI 2.0 zich meer concentreert op de politieke prioriteiten van de EU op het gebied van klimaatverandering, bijvoorbeeld door een minimumdoelstelling voor klimaatvriendelijke projecten vast te leggen. Bovendien vindt de Commissie het belangrijk om een deel van de begrotingsmiddelen van de Unie, zoals de CEFmiddelen, in de vorm van subsidies te blenden met het EFSI. In dat verband zal begin 2017 een oproep tot CEF-blending worden gedaan om 1 miljard EUR aan subsidies te combineren met het EFSI en financiering door nationale stimuleringsbanken en de particuliere sector. Het EFSI bevordert sociaal ondernemerschap en heeft bijgevolg een belangrijke sociale dimensie. In het kader van de kmo-component van het EFSI is een ruime reeks innovatieve financieringsinstrumenten ontwikkeld ter ondersteuning van sociaal ondernemerschap, 28 COM(2016) 605 final. NL 12 NL duurzame werkgelegenheid en sociale innovatie. Deze instrumenten omvatten de verbetering van de garantie voor werkgelegenheid en sociale innovatie29 voor leningen aan microondernemingen en sociale ondernemingen, evenals een eigenvermogensinstrument voor EIFinvesteringen ter ondersteuning van sociale ondernemingen, waaronder mede-investeringen met business angels en investeringen in of naast intermediairs die verband houden met sociale incubatoren, acceleratoren en payments-by-results-regelingen. Tot slot wordt de EIB en het EIF in het EFSI 2.0-voorstel verzocht ervoor te zorgen dat de eindbegunstigden, waaronder kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSIsteun. Bestuur De evaluatie van de EIB en de onafhankelijke evaluatie hebben vastgesteld dat de bestuursorganen van het EFSI zijn opgericht en goed functioneren. De aanbevelingen omvatten enkele verbeteringen, zoals het verduidelijken van de respectieve functies en verantwoordelijkheden van de directeur van het EFSI, het secretariaat van het EFSI en de diensten van de EIB. In de evaluatie van de EIB wordt ook aanbevolen de communicatielijnen tussen de bestuursorganen van het EFSI te verbeteren. In de onafhankelijke evaluatie wordt voorts aanbevolen de procedures voor EFSI-verrichtingen te herzien en te stroomlijnen. ► Bestuur in het EFSI 2.0-voorstel EFSI 2.0 zal zorgen voor meer transparantie in de investeringsbeslissingen en bestuursprocedures. Het investeringscomité zal in zijn besluiten, die openbaar worden gemaakt, nadere toelichting moeten geven bij de redenen waarom het van oordeel is dat een specifieke verrichting voor de EU-garantie in aanmerking komt, met name op het gebied van additionaliteit. Voorts zal het scorebord van indicatoren worden gepubliceerd zodra een verrichting onder de EU-garantie is ondertekend. Bovendien wordt in het EFSI 2.0-voorstel ook de verplichting overwogen voor de EIB en het EIF om de eindbegunstigden, met inbegrip van de kmo's, mee te delen dat zij steun hebben ontvangen, of de eis dat de financiële intermediairs dat doen. Verder zal worden onderzocht of bepaalde procedures voor de goedkeuring van EFSIverrichtingen nog meer kunnen worden gestroomlijnd. Werking van de EU-garantie en het Garantiefonds Zowel de evaluatie van de Commissie als de onafhankelijke evaluatie stelt vast dat de EU-garantie relevant, efficiënt en doeltreffend is gebleken om de EIB-groep in staat te 29 EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie. Meer informatie is te vinden op http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=1081 NL 13 NL stellen zijn volume van speciale activiteiten en EIF-garanties te vergroten ten behoeve van kmo’s en midcap-ondernemingen. De EU-garantie is ook een flexibel instrument instrument gebleken dat weet in te spelen op nieuwe behoeften, zoals bij de versterking van de kmo-component van het EFSI met 500 miljoen EUR. In de onafhankelijke evaluatie wordt wel vastgesteld dat de procedures om tot het gebruik van de EU-garantie te besluiten verder moeten worden verduidelijkt en nauwkeuriger opgevolgd. Uit diezelfde evaluatie blijkt dat de doelgerichte initiële voorziening van het Garantiefonds met 50 % een voorzichtige en verstandige zet lijkt te zijn om mogelijke verliezen op de bestaande portefeuille te dekken en ook wordt aanbevolen om nauwlettend toe te zien op de investeringsstrategie voor de middelen in het EFSI-garantiefonds. In de evaluatie van de Commissie worden de risico’s beoordeeld van de verschillende producten die worden ondersteund door de EU-garantie. Hierbij luidt de conclusie dat de begroting van de Unie in het algemeen ook doeltreffend tegen eventuele beroepen op de EU-garantie zou worden beschermd door een aangepast streefpercentage voor stortingen in het Garantiefonds van 33,4 %, waarbij rekening wordt gehouden met teruggevorderde bedragen, inkomsten en terugbetalingen uit verrichtingen van de EIB. In de evaluatie van de Commissie wordt ook beklemtoond dat de voorkeur vooral moet uitgaan naar achterstelling, aangezien het vermogen van de EIB om risicodelingsinstrumenten toe te passen en achtergestelde posities in te nemen van cruciaal belang is om particuliere investeerders beter in staat te stellen meer risicovolle en innovatievere projecten evenals kmo's te ondersteunen. Ten slotte is de Commissie in haar evaluatie van oordeel dat de EUgarantie niet was bedoeld om de mogelijke gevolgen van wisselkoersschommelingen te dekken. Die lacune beïnvloedt de capaciteit van de EIB om langlopende vastrentende financiering te verschaffen in bepaalde landen buiten de eurozone met minder ontwikkelde financiële markten, hetgeen een negatieve invloed zou kunnen hebben op de geografische dekking van het EFSI. ► De EU-garantie en het Garantiefonds in het EFSI 2.0-voorstel In de evaluatie van de Commissie wordt geconcludeerd dat de begroting van de Unie ook adequaat zou worden beschermd tegen mogelijke beroepen op de EU-garantie door een aangepast streefpercentage voor stortingen in het Garantiefonds van 33,4 % (momenteel 50 %). In het Commissievoorstel voor EFSI 2.0 wordt een aangepast streefpercentage van 35 % voorgesteld. In overeenstemming met de evaluatie van Commissie bevat het EFSI 2.0voorstel ook een sterkere nadruk op risicodelingsinstrumenten en achtergestelde financiering en de mogelijkheid voor de EU-garantie om de eventuele gevolgen van wisselkoersschommelingen te dekken. Communicatie Over het algemeen wordt in de drie evaluaties gehamerd op de behoefte aan betere communicatie over het EFSI. In de onafhankelijke evaluatie wordt aanbevolen om meer NL 14 NL voorlichting, met name op lokaal niveau, te verschaffen over de EFSI-steun en zijn producten, met name voor nieuwe producten opdat die snel zouden worden opgepikt. Ook wordt aanbevolen om beter te communiceren en de mogelijkheden voor het opzetten van investeringsplatforms uit te leggen, met inbegrip van de rol van de EIB in dit verband. Daarnaast wordt opgemerkt dat de communicatiemethoden binnen de bestuursstructuren van de EIB-groep en het EFSI voor verbetering vatbaar zijn. ► Communicatie in EFSI 2.0 De aanbevelingen met betrekking tot betere communicatie vereisen geen wijziging van de EFSI-verordening en zullen worden toegepast dankzij grotere inspanningen van zowel de Commissie als de EIB. In nauwe samenwerking met de EIB-groep zal de Commissie de communicatie over het EFSI verder versterken om iedereen beter bewust te maken van de beschikbaarheid van financiering en technische bijstand in de hele EU. De inspanningen op het vlak van communicatie zijn volop aan de gang en zullen in de komende maanden worden opgevoerd. Informatie over financieringsmogelijkheden, technische bijstand en procedures, onder meer met voorbeelden van goede praktijken en casestudy’s, kan de aanzet geven tot nieuwe ideeën en investeringsinitiatieven. Gezien het cruciale belang van voortdurend bijgewerkte en vlot toegankelijke informatie over alle aspecten van het investeringsplan voor Europa in al zijn schakeringen, zullen verdere inspanningen op het gebied van communicatie worden geleverd, zowel op het niveau van de EU als in het kader van de institutionele communicatie van de Commissie, en meer bepaald op lokaal, regionaal en nationaal niveau. 3. OP WELKE WIJZE HEEFT INVESTERINGSADVIESHUB (EIAH) TECHNISCHE BIJSTAND VERLEEND? DE TOT EUROPESE DUSVER Relevantie en doeltreffendheid In de onafhankelijke evaluatie wordt het belang van de EIAH bevestigd, aangezien de grote behoefte aan technische bijstand de komende jaren naar verwachting zal toenemen. Uit de evaluatie bleek een goede dekking van de EIAH-steun met 214 aanvragen uit 27 lidstaten tijdens de evaluatieperiode. Deze steun is het meest doeltreffend gebleken bij het verlenen van diensten op het gebied van energie, vervoer en stedelijke en plattelandsontwikkeling. De EIAH zal zich proactiever opstellen en op die manier naar verwachting in de toekomst meer sectoren kunnen bestrijken. Van de 214 verzoeken hielden er 78 verband met financiering of financieringsadvies, 78 met technische bijstand en financiering, 13 met voorstellen tot samenwerking en 33 met algemene informatie. Waar nodig werd een beroep gedaan op passende expertise, hetzij van de operationele diensten van de EIB of van desbetreffende adviesdiensten en programma’s. NL 15 NL In het algemeen luidt de conclusie dat het te vroeg is om te beoordelen in hoeverre gebruik wordt gemaakt van bestaande expertise door de EIAH. De voorlopige analyse wijst er evenwel op dat een meer regionale en lokale aanwezigheid van de EIAH noodzakelijk is. De EIAH is al wel actief op lokaal niveau voor specifieke projecten, maar moet meer lokale capaciteit of partnerschappen met nationale stimuleringsbanken en lokale dienstverleners ontwikkelen, met name in regio’s waar deze steun het hardst nodig is. In de evaluatie wordt ook gewezen op de behoefte aan meer ondersteunend advies over de oprichting van investeringsplatforms. Ten slotte blijkt uit de onafhankelijke evaluatie dat er nog ruimte is voor het verduidelijken en verder uitbouwen van de algehele samenwerking tussen nationale stimuleringsbanken en de EIAH. Op de afsluitingsdatum van de evaluatie waren 18 memoranda van overeenstemming ondertekend tussen de EIAH en nationale stimuleringsbanken. Ook werd een memorandum van overeenstemming ondertekend met de Internationale Spoorwegunie. De tenuitvoerlegging van die memoranda moet worden aangestuurd en opgevolgd, onder meer door een follow-up van de administratieve regelingen voor de diensten die door gedecentraliseerde organisaties in het kader van de EIAH worden geleverd. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar landen die over minder capaciteit voor technische bijstand beschikken. Efficiëntie Volgens de onafhankelijke evaluatie is het nog te vroeg om conclusies te trekken over de efficiëntie van de EIAH. Er zijn geen problemen met het bestuursmodel van de EIAH aan het licht gekomen en er wordt uitgegaan van een hogere absorptie van de begroting naarmate het implementeren van de EIAH vordert, in de verwachting dat de volledige begroting wordt besteed. In de onafhankelijke evaluatie wordt echter ook een lans gebroken voor het decentraliseren van de dienstverlening van de EIAH, waarbij wordt verwezen naar de positieve ervaringen met lokale technische bijstand en ondersteuning in sommige lidstaten. De evaluatie van de EIB merkt op dat de EIAH meer zou kunnen bijdragen tot het EFSI, onder meer door het identificeren van potentiële EFSI-projecten, door ondersteunend advies aan individuele EFSIprojecten, en eventueel door steun voor verspreiding en promotie (zie hieronder), met name voor investeringsplatforms. Meerwaarde De onafhankelijke evaluatie stelt vast dat de EIAH niet overlapt met andere adviesdiensten binnen de EIB en dat de meeste EIAH-diensten als uniek worden beschouwd. Potentiële overlappingen met dienstverleners uit de particuliere sector moeten worden gemonitord. In de onafhankelijke evaluatie wordt opgemerkt dat de geraadpleegde NL 16 NL belanghebbenden gemengd reageerden op de kwaliteit van de hun geleverde diensten in het vroege stadium van ontwikkeling van de EIAH. De evaluatie bevat met name de aanbeveling dat de EIAH meer op maat gesneden diensten moet ontwikkelen en sneller moet antwoorden omdat sommige belanghebbenden de antwoordtermijnen te lang vinden. Ook wordt een procedure voor gestructureerde feedback aanbevolen, zodat de EIAH rekening kan houden met de mening van de belanghebbenden om zijn diensten voortdurend te verbeteren. Communicatie De EIAH-website wordt beschouwd als een goed toegangspunt voor verzoeken, waarvan 70 % via de website is ingediend. Net als in de conclusies voor het EFSI wordt in de onafhankelijke evaluatie aanbevolen de communicatie over de EIAH gevoelig uit te breiden, aangezien zijn diensten nog steeds relatief onbekend zijn. ► Versterking van de technische bijstand in EFSI 2.0 De EIAH is globaal genomen positief van start gegaan. Zoals benadrukt in de onafhankelijke evaluatie is het nog te vroeg om definitieve conclusies te trekken over de werking van de EIAH en zal meer ervaring worden opgedaan naarmate de implementatie ervan vordert. Het voorstel van de Commissie voor EFSI 2.0 omvat niettemin een aantal gerichte verbeteringen van de EIAH, die beantwoorden aan het merendeel van de aanbevelingen in de onafhankelijke evaluatie. Er zij op gewezen dat de aanbevelingen met betrekking tot betere communicatie niet moeten worden uitgevoerd via een aanpassing van de wetgeving. Er wordt momenteel gewerkt aan verdere bewustmaking over de EIAH. In het Commissievoorstel wordt ervan uitgegaan dat de EIAH niet alleen gebruik moet maken van lokale kennis om EFSI-steun in de hele Unie te bevorderen, maar ook moet bijdragen tot de doelstelling van sectorale en geografische diversificatie van het EFSI, met name door het ondersteunen van de EIB bij het initiëren van verrichtingen. Dit strookt met de aanbevelingen in de onafhankelijke evaluatie. De Commissie beklemtoont in haar voorstel dat de samenwerking met de nationale stimuleringsbanken en de beheersautoriteiten van de Europese structuur- en investeringsfondsen moet resulteren in meer ondersteunend advies, financiële en technische expertise op lokaal niveau, meer bepaald in de lidstaten die problemen hebben met het gebruik van innovatieve financieringsmechanismen. Er wordt een duidelijk verband gelegd tussen zulke samenwerking en lokale ondersteuning, ook betreffende de combinatie van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. Dit zal ontwikkelaars niet alleen helpen hun projecten beter te structureren, maar moet ook bijdragen tot een beter geografisch evenwicht van het EFSI. De Commissie stelt daarenboven voor dat de EIAH de oprichting van investeringsplatforms proactief ondersteunt, gezien hun belang voor de financiering van kleinere projecten. Dit voorstel sluit aan bij de evaluaties die hebben gewezen op de behoefte aan meer duidelijkheid en advies over de oprichting van dergelijke platforms. NL 17 NL Ten slotte wordt in het EFSI 2.0-voorstel ook bepaald dat de EIAH steun moet verlenen aan de voorbereiding van projecten inzake klimaatactie en de circulaire economie of onderdelen ervan, met name in het kader van de COP21, projecten in de digitale sector en grensoverschrijdende projecten. Dit is in overeenstemming met de prioriteiten van de EU voor de bestrijding van de klimaatverandering, de ontwikkeling van een digitale eengemaakte markt en het bevorderen van grensoverschrijdende projecten, gezien hun hoge meerwaarde voor de Unie. 4. ADVIES VAN DE REKENKAMER In overeenstemming met de voorschriften van de EFSI-verordening30 heeft de Rekenkamer een advies uitgebracht over de door de Commissie uitgevoerde evaluatie van het gebruik van de EU-garantie en de werking van het EFSI-garantiefonds. De Rekenkamer constateert dat de voornaamste conclusie van de Commissie, namelijk de voorgestelde aanpassing van de voorziening van het EFSI-garantiefonds van 50 % naar 35 %, in overeenstemming is met de bijgestelde raming van de verwachte verliezen. In aanvulling op het vereiste van de EFSI-verordening heeft de Rekenkamer ook de andere onderdelen van het EFSI 2.0-voorstel beoordeeld. De voornaamste elementen van deze beoordeling zijn de volgende: Timing: de Rekenkamer is van mening dat het nog te vroeg is om een hogere begrotingsgarantie van de EU voor te stellen. De Commissie is wel van mening dat, voortbouwend op de behaalde successen en rekening houdend met het feit dat het wetgevingsproces enige tijd in beslag kan nemen, haar voorstel een soepele voortzetting mogelijk maakt van de activiteiten en investeerders en projectontwikkelaars een duidelijk signaal geeft. In een nog altijd betrekkelijk zwak investeringsklimaat is die zekerheid cruciaal om ervoor te zorgen dat werkgelegenheid, groei en investeringen steun blijven ontvangen in de hele Unie. De Europese Raad van oktober31 heeft de lidstaten ook opgeroepen om tijdens de ECOFIN-Raad op 6 december hun onderhandelingsstandpunt overeen te komen over het voorstel van de Commissie en daarbij rekening te houden met de externe evaluatie32. Bewijzen: de Rekenkamer vindt dat er meer bewijs nodig is ter rechtvaardiging van een hogere EU-garantie. De Commissie merkt op dat het EFSI 2.0-voorstel is gebaseerd op de ervaring en de lessen die zijn opgedaan tijdens het eerste jaar van toepassing. Zoals beschreven in de mededeling van 1 juni 201633 waren de resultaten na het eerste jaar 30 31 32 33 Artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017. EUCO 31/16. Gepubliceerd op 11 november 2016, te vinden op https://ec.europa.eu/priorities/publications/independentevaluation-investment-plan_en COM (359) final. NL 18 NL positief. Gelet op de grote vraag op de markt stelde de Commissie met name voor dat het aan kmo’s toegewezen deel van de EU-garantie zou worden verhoogd. Overwegende dat infrastructuur- en investeringsprojecten meer tijd nodig hebben om tot maturiteit te komen, zou het niet-verhogen van de garantie voor de kmo-component hebben betekend dat een extra inspanning zou zijn nagelaten om investeringen en de schepping van werkgelegenheid en groei in Europa te bevorderen. Additionaliteit: de Rekenkamer is van oordeel dat het additionaliteitscriterium te ruim gedefinieerd is. Een van de belangrijkste elementen van het EFSI 2.0-voorstel is het versterken van de additionaliteit. De Commissie stelt voor dat projecten in het kader van het EFSI marktfalen of suboptimale investeringssituaties moeten verhelpen, als onderdeel van de criteria om in aanmerking te komen voor EFSI-steun. Daarnaast werd ook een uitvoeriger definitie van additionaliteit voorgesteld, om zo meer duidelijkheid te bieden over de conformiteit van projecten met dit essentiële criterium. De Commissie pakt ook een concreet probleem aan voor investeringen met een hoge EU-meerwaarde, door grensoverschrijdende infrastructuurprojecten (en aanverwante diensten) per definitie als additioneel te beschouwen. Bestuur en transparantie: hier heeft de Rekenkamer zich uitgesproken voor: i) de opname in het voorstel van een bepaling betreffende belastingontwijking; ii) de voorstellen om werk te maken van een sterkere hub en meer sectorale dekking van het EFSI; iii) de voorstellen om te komen tot een sterkere bestuursstructuur van het EFSI, met name om mogelijke belangenconflicten van de leden van het investeringscomité in goede banen te leiden. 5. CONCLUSIE De Commissie merkt op dat de drie door de EFSI-verordening voorgeschreven evaluaties, inclusief de externe, onafhankelijke evaluatie, tijdig zijn voorgelegd om te kunnen bijdragen tot het wetgevingsproces. De drie evaluaties zijn eensluidend over het succes van het EFSI en de EIAH tot dusver en over de behoefte aan versterking van deze initiatieven met betrekking tot specifieke aspecten (additionaliteit, technische bijstand, combinatie met andere EUfondsen), wat reeds in het EFSI 2.0-voorstel is gebeurd. De Commissie is van oordeel dat het EFSI zijn doelen gaat bereiken en dat het wenselijk is een steunregeling voor investeringen te handhaven34. De Commissie zal nauw blijven samenwerken met de EIB-groep om op dit succes voort te bouwen. Daarom verzoekt de Commissie de medewetgevers om het EFSI 2.0-voorstel als prioriteit te behandelen, zoals herhaald door de Europese Raad in oktober, die aandrong op een standpunt van de Raad in de zitting van de ECOFIN-Raad op 6 december, teneinde een snelle oplossing te vinden voor de problemen die zijn gebleken uit de verschillende evaluaties en om een nog groter volume van kwalitatief hoogwaardige investeringen te bewerkstelligen. 34 Zie artikel 18, lid 7, van Verordening (EU) 2015/1017. NL 19 NL De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad tijdens de wetgevingsonderhandelingen blijven steunen en zet haar dialoog met alle belanghebbenden voort om het investeringsplan voor Europa te versterken en te consolideren. Tegelijkertijd moet zowel op nationaal als op Europees niveau worden voortgewerkt aan een voor investeringen zo gunstig mogelijk ondernemingsklimaat. Bij de aanstaande besprekingen over het nieuwe meerjarig financieel kader zal de Commissie zich mede laten leiden door de ervaring die zij met de tenuitvoerlegging van het EFSI heeft opgedaan. NL 20 NL