EIAH - Ipex.eu

advertisement
EUROPESE
COMMISSIE
Brussel, 29.11.2016
COM(2016) 764 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE
RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ
VAN DE REGIO'S
Het investeringsplan voor Europa: evaluaties bevestigen dat het plan moet worden
versterkt
NL
NL
1.
INLEIDING
Voorzitter Juncker heeft in zijn toespraak over de Staat van de Unie op 14 september 2016
benadrukt dat Europa zijn economisch herstel moet versterken en moet investeren in jongeren
en werkzoekenden, alsook in start-ups en kmo’s1. Tegen deze achtergrond belicht de jaarlijkse
groeianalyse 20172 de meest prangende economische en sociale prioriteiten waarop de
Europese Unie en haar lidstaten de komende maanden hun aandacht moeten concentreren.
Het Europees herstel is zwak, maar zet door, en zorgt voor werkgelegenheid. Het bbp is nu
groter dan vóór de crisis. De werkloosheid daalt en er wordt weer meer geïnvesteerd. Er is
echter geen reden tot zelfgenoegzaamheid. De wind die het herstel tot dusver aanwakkerde,
neemt hier en daar af. De erfenis van de crisis, met name de sociale gevolgen, de hoge
particuliere en openbare schuld en het aantal oninbare leningen, weegt nog altijd zwaar door.
Het investeringsplan voor Europa bleek nuttig voor het stimuleren van een duurzame
toename van de investeringen in de lidstaten. In iets meer dan een jaar heeft het Europees
Fonds voor strategische investeringen (EFSI)3 in de 27 lidstaten 154 miljard EUR
gemobiliseerd, wat naar verwachting circa 377 000 kmo’s ten goede zal komen. Het EFSI
maakt een echt verschil door innovatieve en strategische projecten te ondersteunen die het
scheppen van banen en groei in de hand werken (tekstvak 1).
In het licht van de concrete resultaten van het EFSI en zoals aangekondigd in de
toespraak van voorzitter Juncker over de Staat van de Unie stelde de Commissie in
september 2016 voor4 het EFSI via het zogenoemde EFSI 2.0-voorstel te versterken en
uit te breiden. Om de looptijd en de capaciteit van het EFSI te verdubbelen, wordt in eerste
instantie voorgesteld de looptijd te verlengen tot eind 2020, waarbij de totale
investeringsdoelstelling wordt verhoogd van 315 miljard tot ten minste een half biljoen EUR.
Het voorstel legt ook meer nadruk op bijdragen uit de particuliere sector, op additionaliteit en
op meer transparantie bij het selecteren van projecten. Voorts wordt in EFSI 2.0 resoluut
gekozen voor het combineren van EFSI-steun met andere EU-fondsen en met financiering
door nationale stimuleringsbanken als belangrijke manieren om te komen tot een betere
geografische dekking van het EFSI. Het voorstel voorziet bovendien in een ruimer
toepassingsgebied voor de Europese investeringsadvieshub (EIAH of advieshub) om een
constant aanbod te bevorderen van projecten en investeringsplatforms die in alle lidstaten
gefinancierd kunnen worden.
1
2
3
4
http://ec.europa.eu/priorities/state-union-2016_nl
COM(2016) 725 final.
Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het
Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese
investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU)
nr. 1316/2013 – het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).
COM(2016) 597 final.
NL
2
NL
In oktober heeft de Europese Raad "de Raad opgeroepen om in zijn zitting op 6 december
overeenstemming te bereiken over zijn onderhandelingsstandpunt betreffende het nieuwe
Commissievoorstel over EFSI, met inachtneming van de onafhankelijke externe evaluatie die
in november zal worden afgerond"5.
TEKSTVAK 1 – VOORBEELDEN VAN GOEDGEKEURDE EFSI-PROJECTEN
 Creta Farms (Griekenland) wil vleesproducten gezonder maken door ze te injecteren met
extra olijfolie van de eerste persing ("oliving"). Deze technologie wordt gebruikt om
verzadigde dierlijke vetten – die slecht zijn voor de gezondheid – te vervangen door
onverzadigde vetten die de "slechte" cholesterol helpen te verlagen. Als grootste speler op
de Griekse markt voor koude vleeswaren is Creta Farms toenemend actief op buitenlandse
markten. Met de EFSI-middelen zal Creta Farms verdere technologische vooruitgang
financieren voor de "oliving" van snacks. Hierdoor kunnen 100 nieuwe werknemers
worden aangeworven en kan het bedrijf internationaal blijven groeien.
 Malin Corporation (Ierland) is een wereldwijd opererende onderneming op het gebied van
biowetenschappen die investeert in startende, innovatieve O&O-ondernemingen in de
sector van de biowetenschappen. Met de recente EFSI-bijdrage van 70 miljoen EUR zal
Malin Corporation de komende zeven jaar meer kunnen investeren in de hele Europese
biowetenschappelijke sector. 40 miljoen EUR van deze lening wordt nu al besteed aan het
ondersteunen van baanbrekende innovatie en het ontwikkelen van nieuwe producten door
particuliere bedrijven in de sector van de biowetenschappen in Ierland en het Verenigd
Koninkrijk. Dankzij de EFSI-steun zal Malin biowetenschappelijke bedrijven kunnen
helpen hun volledig potentieel waar te maken en commercieel succes te boeken.
 PEP-Therapy/Quadrivium (Frankrijk) Pep Therapy is een onderzoeksbedrijf dat in 2014 is
opgericht door wetenschappers van vooraanstaande Franse onderzoeksinstellingen. Het
team achter het bedrijf heeft een techniek ontwikkeld die specifieke functies blokkeert van
eiwitten die gezonde cellen in kankercellen veranderen. Het is de bedoeling een
behandeling te ontwikkelen die in tegenstelling tot chemotherapie uitsluitend kankercellen
vernietigt en goede en gezonde cellen spaart. Voor de financiering van zijn project heeft
PEP-Therapy voor 1 miljoen EUR steun ontvangen van QuadriVium 1, een Frans
investeringsfonds dat 20 miljoen EUR van het Europees Investeringsfonds (EIF) heeft
ontvangen.
 WOW Technology (België) is een onderneming die is gespecialiseerd in de productie van
op maat gemaakte machines en geautomatiseerde apparatuur voor verschillende sectoren,
waaronder de luchtvaart, de autobranche, de biotechnologische en de farmaceutische
sector en de sectoren agrovoeding, milieu en energie. Met het kernstuk van de
onderneming, de "Shaker Robot", kan de grootschalige productie van celkweken die bij de
productie van vaccins worden gebruikt, worden geautomatiseerd. Met een door het EIF in
het kader van het EFSI gedekte lening wil de onderneming in de komende vijf jaar twee
keer zo snel groeien door het aantal werknemers te verdubbelen en uit te breiden naar
andere Europese markten, zoals Frankrijk, Duitsland en Zwitserland.
 Het project voor de toegankelijkheid van haveninfrastructuur in Spanje bestaat uit een
kaderlening om investeringen te financieren voor het aansluiten van Spaanse havens in
overheidshanden op het spoor en het wegennet via een staatsfonds voor de
5
EUCO 31/16, 21 oktober 2016, punt 18.
NL
3
NL
toegankelijkheid van havens. Dit project zal mee zorgen voor betere verbindingen over
land voor grote havens die allemaal deel uitmaken van het trans-Europees vervoersnet.
Deze verrichting ligt in het verlengde van de uitgebreide steun die de EIB de afgelopen
jaren heeft verleend aan de ontwikkeling van dit zeehavennet.
 Het Rydgier-ziekenhuis (Polen) in de stad Torun ontvangt in het kader van het EFSI een
lening van ongeveer 57 miljoen EUR van de Europese Investeringsbank (EIB) om zijn
renovatie te financieren. Het project maakt deel uit van een investeringsprogramma om de
Poolse en Europese wettelijke technische en professionele normen voor ziekenhuizen te
halen. Dit is de eerste publiekrechtelijke transactie in Polen die de begrotingsgarantie van
de EU in het kader van het EFSI geniet. Deze transactie dient ook als model voor het
combineren van EFSI-financiering met EU-subsidies in de innovatieve vorm van een
financieringsinstrument: naast de EFSI-lening zullen ook de Europese structuur- en
investeringsfondsen worden aangesproken voor de financiering van dit project.
De huidige EFSI-verordening schrijft drie evaluaties voor: i) een evaluatie door de Commissie
van het gebruik van de EU-garantie en de werking van het EFSI-garantiefonds6, vergezeld
van een advies van de Rekenkamer7; ii) een evaluatie van de EIB over de werking van het
EFSI8; en iii) een onafhankelijke externe evaluatie van de toepassing van de EFSIverordening9. Deze evaluaties geven de belanghebbenden een volledig beeld van de werking
van het EFSI tot dusver en vormen nu al input voor de lopende wetgevingsdebatten over EFSI
2.0.
Het EFSI 2.0-voorstel pakt de in de evaluaties vastgestelde problemen aan en zal ervoor
zorgen dat de EFSI-operaties soepel kunnen doorlopen, zonder onderbrekingen van de
financiering, waardoor projectontwikkelaars er zeker van kunnen zijn dat zij ook na de
aanvankelijke investeringsperiode nog steeds projecten kunnen voorbereiden.
Het investeringsplan voor Europa zorgt in een aantal sectoren reeds voor positieve effecten
doordat innovatieve projecten worden ondersteund die bijdragen tot het scheppen van
werkgelegenheid en groei in plaatselijke gemeenschappen, en ook doordat de
jeugdwerkloosheid wordt aangepakt met het stimuleren van de ontwikkeling van innovatieve,
strategische en beginnende ondernemingen. Deze projecten zijn van wezenlijk belang voor
het toekomstige concurrentievermogen van de Europese economie en richten zich op
sleutelgebieden zoals steun aan kmo's, innovatie en O&O, hernieuwbare energie, energieefficiëntie en voorzieningszekerheid, milieu en digitale, sociale en vervoersinfrastructuur of
diensten. De algemene strategie in het kader van het investeringsplan heeft tot doel het in
6
7
8
9
Uit hoofde van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017. Zie SWD(2016) 297 final. De
evaluatie is te vinden op: http://eur-lex.europa.eu/legalcontent/EN/TXT/?qid=1473853487429&uri=SWD:2016:297:FIN
Uit hoofde van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017 en artikel 287, lid 4, VWEU. Zie
advies nr. 2/2016. Het advies is te vinden op:
http://www.eca.europa.eu/en/Pages/NewsItem.aspx?nid=7766
Uit hoofde van artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2015/1017. De evaluatie is te vinden op:
http://www.eib.org/infocentre/publications/all/evaluation-of-the-functioning-of-the-efsi.htm
Uit hoofde van artikel 18, lid 6, van Verordening (EU) 2015/1017. De onafhankelijke evaluatie is te
vinden op: https://ec.europa.eu/priorities/publications/independent-evaluation-investment-plan_en
NL
4
NL
Europa sinds de financiële crisis verzwakte investeringsniveau duurzaam te verhogen. De
eerste pijler van dit plan, met het EFSI en de nadruk op een beter gebruik van de EUbegroting in het algemeen, verleent de schaarse publieke middelen hefboomwerking door
particuliere investeerders aan te trekken en innovatieve en strategische projecten in Europa te
ondersteunen die tastbare resultaten opleveren voor de werkgelegenheid en de groei.
De tweede pijler van het investeringsplan – de advieshub en het Europees
investeringsprojectenportaal (EIPP) (tekstvak 2) – zorgt er mee voor dat investeringen de
reële economie bereiken door de creatie van een stabiele pijplijn van haalbare projecten te
bevorderen en de transparantie te vergroten.
TEKSTVAK 2 – HET EIPP IS ONDERDEEL VAN DE TWEEDE PIJLER VAN
HET INVESTERINGSPLAN VOOR EUROPA
Ontworpen als schakel tussen ontwikkelaars van EU-projecten en investeerders wereldwijd
biedt het EIPP nu meer dan 130 projecten aan: ec.europa.eu/eipp
Het EIPP maakt bestaande Europese investeringsmogelijkheden zichtbaarder voor
investeerders, voorziet in een transparante toekomstgerichte pijplijn en faciliteert het
contact met projectontwikkelaars.
Duurzame investeringen vereisen een solide en voorspelbaar ondernemingsklimaat. Binnen de
derde pijler van het investeringsplan dragen acties die zijn gericht op het wegnemen van
belemmeringen voor investeringen op het niveau van de EU en de lidstaten bij tot een beter
investeringsklimaat en genereren ze op lange termijn duurzame groei in Europa. De EU en de
lidstaten hebben al maatregelen genomen om belemmeringen voor investeringen weg te
nemen, maar er is nog werk aan de winkel. Terwijl de Commissie zal blijven ijveren voor een
verbetering van het algemene investeringsklimaat in de EU, onder meer door de eengemaakte
markt te verdiepen, moeten de lidstaten meer werk maken van het wegnemen van
belemmeringen voor investeringen op nationaal, regionaal en lokaal niveau.
Bovendien leert de ervaring met het EFSI dat de lidstaten die tot dusver het meest hebben
geprofiteerd ook over beter ontwikkelde financiële markten beschikken en een
ondernemingsklimaat hebben dat bevorderlijk is voor investeringen. Dit wijst erop dat deze
lidstaten over het algemeen efficiënter zijn in het formuleren van EFSI-projectvoorstellen dan
de andere lidstaten. Bovendien kunnen sterke nationale stimuleringsbanken bijdragen tot de
ontwikkeling en medefinanciering van projecten.
De Commissie heeft tevens concrete initiatieven voorgesteld die de financiering van de
reële economie moeten bevorderen. Zo zullen de lidstaten baat hebben bij duidelijker
NL
5
NL
richtsnoeren inzake de regels voor de overheidsboekhouding, met name op het gebied van
publiek-private partnerschappen (PPP’s)10. De Commissie houdt nauwgezet in het oog wat het
effect is van de interpretatie van de regels voor de overheidsboekhouding op de oprichting
van PPP’s in verschillende sectoren en zal indien nodig verdere maatregelen overwegen. Ook
heeft de Commissie praktische richtsnoeren verstrekt voor de toepassing van de regels inzake
staatssteun op de publieke financiering van infrastructuur11. Onlangs zijn proefprojecten
opgestart om de termijnen van de verschillende procedures voor investeringen in strategische
infrastructuur op EU-niveau beter op elkaar af te stemmen. Het proefproject bestrijkt in een
eerste fase België en Slowakije. Op basis van een beoordeling van deze projecten zal de
Commissie dit initiatief in de loop van 2017 naar andere lidstaten uitbreiden, met de
bedoeling een doeltreffend éénloketsysteem voor alle lidstaten tot stand te brengen, die alle
verantwoordelijke diensten van de Commissie – met inbegrip van haar vertegenwoordigingen
in de lidstaten – in een gemeenschappelijk investeringsbeleidsteam verenigt.
Daarnaast zijn er de werkzaamheden op het gebied van de energie-unie, de
kapitaalmarktenunie, de strategie voor de eengemaakte markt, de strategie voor de digitale
eengemaakte markt, de circulaire economie en internationale handels- en
investeringsovereenkomsten die betrekking hebben op specifieke maatregelen die, als ze
eenmaal volledig zijn uitgevoerd, zullen helpen bij het wegnemen van belemmeringen, het
bevorderen van innovatie en het verbeteren van het investeringsklimaat. De Commissie zal
binnenkort een energiepakket goedkeuren om energie-efficiëntie en de overschakeling naar
schone energie te bevorderen, om het wereldleiderschap van de EU inzake hernieuwbare
energiebronnen te ondersteunen en om ervoor te zorgen dat energieconsumenten waar voor
hun geld krijgen. Dit pakket wil voorspelbaarheid creëren voor het bedrijfsleven,
investeerders en de samenleving en nationale investeringen stimuleren, met name via de
nationale energie- en klimaatplannen. Net als met de voorstellen ter verlaging van de
kapitaalvereisten voor verzekeraars die beleggen in in aanmerking komende
infrastructuurprojecten12 heeft de Commissie op 23 november 2016 voorgesteld de
kapitaalvereisten van banken voor bepaalde investeringen in infrastructuur te verlagen13. Op
22 november 2016 heeft de Commissie een horizontale agenda van maatregelen ter
ondersteuning van start-ups in Europa voorgesteld14, en een voorstel15 voor een richtlijn
10
11
12
13
14
15
Een leidraad voor de statistische behandeling van publieke en private partnerschappen, opgesteld door
Eurostat in samenwerking met de Europese Investeringsbank en vooral bedoeld voor particuliere
belanghebbenden, is op 29 september 2016 gepubliceerd: Eurostat / EPEC / Europese Investeringsbank,
"A Guide to the Statistical Treatment of PPPs", september 2016.
Mededeling van de Commissie betreffende het begrip "staatssteun" in de zin van artikel 107, lid 1, van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (2016/C 262/01), PB C 262, van 19.7.2016,
blz. 1.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/467 van de Commissie van 30 september 2015 tot wijziging van
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 met betrekking tot de berekening van de wettelijke
kapitaalvereisten voor verschillende klassen van activa die door verzekerings- en
herverzekeringsondernemingen worden aangehouden (PB L 85 van 1.4.2016, blz. 6).
COM(2016) 850.
COM(2016) 733.
COM(2016) 723.
NL
6
NL
gedaan ter verhoging van de efficiëntie van insolventieprocedures, preventieve
herstructurering en kaders voor een tweedekansbeleid, om de obstakels voor investeringen te
verwijderen die voortvloeien uit verschillen in dergelijke regelingen tussen de lidstaten.
Ook de lidstaten moeten meer werk maken van de nodige hervormingen om de
belemmeringen voor investeringen weg te nemen die zijn vastgesteld in het kader van
het Europees semester, meest recentelijk in de jaarlijkse groeianalyse16. De in de
landenspecifieke aanbevelingen genoemde hervormingen houden rekening met specifieke
nationale factoren. Ze zijn nodig voor het behoud en de verhoging van het investeringsniveau
in de lidstaten. Ondanks maatregelen van sommige lidstaten, met name landen van de
eurozone die zwaar door de crisis zijn getroffen, is niet overal gelijke vooruitgang geboekt bij
het aanpakken van belemmeringen voor investeringen en zijn dus meer inspanningen vereist.
De Commissie moedigt de lidstaten niet alleen aan om knelpunten en belemmeringen voor
investeringen aan te pakken, maar ook om op alle administratieve niveaus en voor alle
financieringsbronnen plannings- en coördinatiestructuren op te zetten. Tegen de achtergrond
van het investeringsbeleid van de lidstaten kunnen deze structuren stabiele pijplijnen van
belangrijke projecten in de openbare sector creëren en strategisch beheren, de wettelijke en
administratieve procedures voor goedkeuring faciliteren en nauw samenwerken met de
diensten van de Commissie en de advieshub.
2.
HOE WERDEN HET EFSI EN ZIJN INVESTERINGEN IN DE
REËLE ECONOMIE TOT DUSVER GEËVALUEERD?
Hierna volgt een samenvatting van de belangrijkste argumenten in de drie evaluaties, gevolgd
door een beschrijving van de wijze waarop deze punten in het EFSI 2.0-voorstel aan bod
komen.
Relevantie en additionaliteit van de EFSI-steun
Volgens de evaluaties is het EFSI nuttig gebleken bij het aanpakken van
investeringsbehoeften in Europa. In de onafhankelijke evaluatie wordt gewezen op het
aanhoudende tekort aan investeringen en de behoeften van de markt en wordt geconcludeerd
dat het EFSI dit probleem mede verhelpt door te voorzien in hoogrisicofinanciering.
Deze hoogrisicofinanciering moet additionaliteit creëren (gedefinieerd als speciale activiteiten
van de EIB17, d.w.z. activiteiten met een hoger risicoprofiel) en zoveel mogelijk particuliere
financiering aantrekken. In de EIB-evaluatie wordt onderstreept dat de EIB het niveau van
haar speciale activiteiten dankzij de EU-garantie aanzienlijk kon optrekken, van circa 4
miljard EUR naar een verwachte 20 miljard EUR per jaar. In de evaluaties wordt benadrukt
16
17
COM(2016) 725 final.
Speciale activiteiten zijn activiteiten met een interne EIB-rating lager dan "investeringswaardig" en zijn
dus riskanter dan standaardverrichtingen van de EIB.
NL
7
NL
dat de EIB haar cliënten- en productenbasis dankzij het EFSI heeft kunnen vergroten, in het
bijzonder door de ontwikkeling van nieuwe achtergestelde producten, waardoor de EIB
vlotter kon inspelen en reageren op de behoeften van de markt.
In de onafhankelijke evaluatie wordt echter opgemerkt dat alle EFSI-verrichtingen weliswaar
speciale activiteiten van de EIB waren, maar dat de belanghebbenden in bepaalde gevallen
niet vonden dat deze in een hoger risico voorzagen, vergeleken met het aanbod op de
handelsmarkt. In hetzelfde verband wordt in de EIB-evaluatie gewezen op de behoefte aan
een duidelijker definitie van additionaliteit in de context van speciale activiteiten om te zorgen
voor meer samenhang bij de selectie van projecten en minder potentiële bedreigingen voor de
reputatie van het EFSI. Ook wordt in de onafhankelijke evaluatie beklemtoond dat de
inachtneming van het additionaliteitscriterium meer moet inhouden dan het aanvinken van het
vakje "speciale activiteiten" van de EIB, en dat de onderliggende beoordeling van de
additionaliteit transparanter kan.
Vermenigvuldigingsfactor en het aantrekken van particuliere investeringen
In de onafhankelijke evaluatie wordt geconcludeerd dat het EFSI op doeltreffende wijze
zorgt voor meer toegang tot financiering en het bijeenbrengen van particulier kapitaal,
met een verwachte vermenigvuldigingsfactor van 14,1 voor ondertekende verrichtingen
(volledig in overeenstemming met het streefcijfer van 15 gedurende de gehele EFSIinvesteringsperiode) en 63 % van de aangetrokken particuliere investeringen (hiervoor was
geen precies streefcijfer bepaald) op 30 juni 2016. Zowel in de EIB-evaluatie als in de
onafhankelijke evaluatie wordt vastgesteld dat de twee EFSI-componenten
(infrastructuur/innovatie en kmo's) elk in hun eigen tempo vooruitgang hebben geboekt. Zo
heeft het EIF bij de toepassing van de kmo-component de bestaande mandaten sneller
uitgevoerd en pas later nieuwe producten ingevoerd. Daar staat tegenover dat de EIB voor de
toepassing van de component infrastructuur en innovatie wel al enkele bestaande producten
heeft kunnen gebruiken, maar toch tijd nodig had voor de ontwikkeling van een nieuwe reeks
producten die worden gekenmerkt door zowel een hoger risicoprofiel als soms hogere
(externe) vermenigvuldigingsfactoren. Verwacht wordt dat deze nieuwe producten bestaande
producten zullen aanvullen en na het eerste jaar van tenuitvoerlegging van het EFSI zullen
worden geleverd.
► Additionaliteit van EFSI-steun en het aantrekken van particuliere investeringen in
het EFSI 2.0-voorstel
Het EFSI, dat door de strategische investeringspartner van de Commissie – de EIB-groep –
geïmplementeerd en medegefinancierd wordt, ligt sinds zijn lancering meer dan een jaar
geleden goed op schema om zijn doel te bereiken, namelijk uiterlijk medio 2018 ten minste
315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie mobiliseren met een zo hoog
mogelijke inbreng van de particuliere sector.
Met name in de kmo-component is sprake van een snelle marktabsorptie en presteert
het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht. Dit strookt met de erg positieve perceptie die het
NL
8
NL
EFSI heeft bij belanghebbende kmo's. Om ervoor te zorgen dat voldoende financiering
beschikbaar zou blijven om de verstrekking van financiering aan kmo's met EFSI-steun te
kunnen voortzetten, is het kmo-loket in juli 2016 binnen de bestaande parameters van
Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR. De door de EIB-groep in
beide componenten tot en met medio november 2016 goedgekeurde projecten genereren in
totaal voor 154 miljard EUR aan investeringen in 27 lidstaten en bieden ondersteuning aan
ongeveer 377 000 kmo's.
Een essentieel onderdeel van EFSI 2.0 is het verder versterken van de additionaliteit van
de ondersteunde projecten. Het EFSI 2.0-voorstel van de Commissie maakt nog duidelijker
dat projecten in het kader van het EFSI suboptimale investeringssituaties en marktlacunes
dienen aan te pakken, als onderdeel van de criteria om in aanmerking te komen. In het huidige
klimaat van lage rentetarieven en ruime liquiditeit zijn de belangrijkste factoren voor het
beoordelen van de additionaliteit van het EFSI de hogere risicodekking, onder meer door
achterstelling, blootstelling aan specifieke risico's – zoals onbewezen technologie of
risicovollere tegenpartijen – alsook investeringen in nieuwe grensoverschrijdende
infrastructuren, die op hun beurt het vertrouwen en de algemene toegang tot financiering
zullen vergroten, met name voor verrichtingen met hoge risico's. Gelet op hun belang voor
Europa hebben grensoverschrijdende infrastructuurprojecten een plaats in het nieuwe voorstel
gekregen, met inbegrip van aanverwante diensten, omdat ze additionaliteit bieden. Dit is een
momenteel nog onderontwikkeld aspect dat moet worden gestimuleerd om investeringen te
bevorderen.
De mechanismen van het investeringsplan voor Europa functioneren en EFSI 2.0 wil deze
versterken om particuliere investeringen te blijven aantrekken in sectoren die van belang zijn voor
de toekomst van Europa en die nog kampen met marktfalen of een suboptimale
investeringscontext. Het EFSI blijft bedoeld als instrument dat investeringen ondersteunt die
zonder EFSI-steun niet binnen dezelfde periode of in dezelfde omvang van de grond hadden
kunnen komen, niet via de EIB, noch via het EIF noch in het kader van bestaande
financieringsinstrumenten van de Unie. Evenals in de oorspronkelijke investeringsperiode moeten
zoveel mogelijk particuliere investeringen worden aangetrokken en blijven kmo's een belangrijke
begunstigde van de verleende steun.
Geografische en sectorale spreiding van de EFSI-steun
De drie evaluaties maken gewag van een goede algemene dekking per sector en per
lidstaat, aangezien het EFSI op het tijdstip van de evaluaties reeds in 26 lidstaten in alle
in aanmerking komende sectoren actief was18. Zowel uit de EIB-evaluatie als uit de
onafhankelijke evaluatie blijkt echter dat de EFSI-portefeuille sterk is geconcentreerd in
18
Momenteel zijn in 27 lidstaten projecten goedgekeurd voor EFSI-steun.
NL
9
NL
een aantal lidstaten19. In de onafhankelijke evaluatie wordt opgemerkt dat de lagere EFSIsteun in Midden- en Oost-Europa mogelijk toe te schrijven is aan een geringere
beschikbaarheid van de nodige technische deskundigheid voor het ontwikkelen van
grootschalige projecten en publiek-private partnerschappen, het ontbreken van structuren voor
centrale planning en coördinatie, de relatief kleinere omvang van projecten, minder
ontwikkelde durfkapitaalmarkten, maar ook de behoefte aan meer complementariteit met
voornamelijk de Europese structuur- en investeringsfondsen. Hierbij wordt ook het belang
onderstreept van capaciteitsontwikkeling bij de voorbereiding van projecten ter verbetering
van de geografische dekking van het EFSI. Hoewel zowel in de onafhankelijke evaluatie als
in de EIB-evaluatie wordt gewezen op een zekere sectorale concentratie van de EFSI-steun,
werd dit door de belanghebbenden niet als een groot probleem beschouwd.
Samenhang en complementariteit met andere bronnen van Uniefinanciering
In de drie evaluaties wordt gewezen op het grote potentieel dat schuilt in de
ontwikkeling van nieuwe vormen van samenwerking tussen het EFSI en andere bronnen
van EU-financiering, maar ook op de noodzaak om de interactie tussen een deel van
deze middelen en het EFSI nauwgezet op te volgen. Uit de onafhankelijke evaluatie komt
naar voren dat het EFSI, COSME20 en Horizon 2020 InnovFin21 elkaar goed aanvullen,
aangezien deze middelen dankzij het EFSI vervroegd konden worden ingezet om in de kmocomponent van het EFSI aan de grote behoeften van de markt tegemoet te komen. Ook de
lancering van het Europees dakfonds voor risicokapitaal op 8 november 201622 was een
concrete illustratie van de mogelijkheid om deze fondsen efficiënt te combineren: door het
bundelen van diverse middelen wil dit programma het tekort aan aandelenfinanciering in
Europa en de versnippering op de durfkapitaalmarkt verder aanpakken en aanvullende
particuliere financiering van institutionele beleggers naar de Europese risicokapitaalsector
doen vloeien om de groei van innovatieve ondernemingen te stimuleren.
Met betrekking tot de financieringsinstrumenten van de financieringsfaciliteit voor Europese
verbindingen (CEF) en Horizon 2020 (H2020) wordt in de EIB-evaluatie vastgesteld dat deze
programma’s mogelijk concurrenten van het EFSI zijn en dat de EIB soms de voorkeur geeft
aan het EFSI boven de CEF- of H2020-verrichtingen, gezien de druk op het EFSI om met
resultaten voor de dag te komen. Net als voor de Europese structuur- en investeringsfondsen
wordt in de onafhankelijke evaluatie opgemerkt dat deze fondsen volgens sommige
belanghebbenden concurreren met het EFSI, met name in cohesielanden.
19
20
21
22
Uit beide evaluaties blijkt dat de EFSI-portefeuille zich concentreert in de volgende lidstaten: Oostenrijk,
België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland,
Portugal, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Een vergelijking tussen het effect van de EFSIinvesteringen en het bbp van de betrokken landen levert evenwel een evenwichtiger dekking op.
Het EU-programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kmo's. Meer informatie over
dit programma is te vinden op: https://ec.europa.eu/growth/smes/cosme_en
EU-financiering voor innovatoren. Meer informatie is te vinden op:
http://www.eib.org/products/blending/innovfin/
Meer informatie is te vinden op:
http://www.eif.org/what_we_do/equity/paneuropean_venture_capital_fund_of_funds/index.htm
NL
10
NL
Zowel in de evaluatie van de EIB als in die van de Commissie wordt veel belang gehecht aan
complementariteit en synergie tussen al deze fondsen en het EFSI. Zo zouden de middelen uit
de CEF en H2020, evenals de Europese structuur- en investeringsfondsen, het eerste verlies
van EFSI-verrichtingen kunnen financieren, wanneer dat nodig is om projecten van de grond
te laten komen en een maximale bijdrage van de particuliere sector te mobiliseren, terwijl de
EIB met EFSI-steun mezzaninetranches zou kunnen financieren. In dat verband voorzag de
financieringsstructuur van EFSI 1.0 in de overschrijving van 500 miljoen EUR van de
financieringsinstrumenten van de CEF naar het subsidiedeel van de CEF. Volgens de
evaluatie van de EIB en de onafhankelijke evaluatie moeten de beperkingen op het
combineren van de Europese structuur- en investeringsfondsen met EFSI-steun worden
beoordeeld, met inbegrip van de mogelijke rol van adviesdiensten. Naast haar richtsnoeren23
voor een eventuele combinatie van het EFSI en de Europese structuur- en investeringsfondsen
heeft de Commissie ook een voorstel24 ingediend om die combinatie te faciliteren. De
Commissie blijft zich inzetten voor een beter gelijk speelveld voor de verschillende EUinstrumenten.
Samenwerking met nationale stimuleringsbanken en investeringsplatforms
Uit de evaluatie van de EIB blijkt dat ongeveer een derde van de EFSI-verrichtingen is
medegefinancierd door nationale stimuleringsbanken. Dit is in overeenstemming met de
aankondigingen van verschillende lidstaten om tot 42 miljard EUR bij te dragen aan
EFSI-projecten of investeringsplatforms. De EIB-groep heeft ook verscheidene initiatieven
ontwikkeld om beter in te spelen op de behoeften van de nationale stimuleringsbanken, met
inbegrip van een equityplatform25, een initiatief inzake securitisatie26 en een reeks nieuwe
financiële producten27.
Volgens de onafhankelijke evaluatie dongen het EFSI en nationale stimuleringsbanken in
sommige gevallen naar hetzelfde project, met name in het geval van grotere projecten. Dat
risico kan zoveel mogelijk worden vermeden wanneer de EIB achtergestelde posities inneemt
in gezamenlijke investeringen van het EFSI en nationale stimuleringsbanken. Uit de
onafhankelijke evaluatie blijkt ook dat bij de afsluiting van de evaluatie nog geen
investeringsplatform was opgezet, en dat terwijl dergelijks platforms aan de grote vraag naar
risicovolle financiering van kleinere projecten kunnen voldoen. Het eerste
investeringsplatform is na 30 juni 2016 opgericht. Verdere platforms, ook in de kmocomponent, staan op stapel en zullen naar verwachting nog dit jaar worden goedgekeurd.
23
24
25
26
27
http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/thefunds/fin_inst/pdf/efsi_esif_compl_en.pdf
COM(2016) 605 final.
Equityplatform van het EIF en nationale stimuleringsinstellingen. Meer informatie is te vinden op:
http://www.eif.org/what_we_do/equity/NPI/index.htm
Het initiatief inzake securitisatie van het EIF en nationale stimuleringsinstellingen. Meer informatie is te
vinden op: http://www.eif.org/what_we_do/guarantees/ENSI/index.htm. Zo heeft het EIF al een
memorandum van overeenstemming ondertekend met Cassa Depositi e Prestiti (Italië) en zitten verdere
memoranda in de pijplijn.
http://www.eib.org/efsi/how-does-a-project-get-efsi-financing/index.htm
NL
11
NL
► Geografische en sectorale spreiding van de EFSI-steun en complementariteit met
andere bronnen van Uniefinanciering in het EFSI 2.0-voorstel
EFSI 2.0 zal de looptijd van het EFSI verlengen tot het eind van het huidige meerjarig
financieel kader en moet ten minste een half biljoen EUR aan investeringen opleveren tot en
met 2020. Het voorstel strookt met de herziening van het Financieel Reglement die de
Commissie tegelijkertijd heeft voorgesteld om een robuust kader voor het beheer van de
financiële verplichtingen van de Unie op te zetten. Om de slagkracht van het EFSI nog verder
te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, roept de
Commissie de lidstaten op ook een bijdrage te leveren en daar prioriteit aan te geven.
Verder wil het EFSI 2.0-voorstel bereiken dat in de minder ontwikkelde regio's en de
overgangsregio's meer gebruik wordt gemaakt van EFSI-steun. De steun aan minder
ontwikkelde regio's en overgangsregio's in Europa wordt derhalve uitgebreid door middel van
een uitdrukkelijke verwijzing naar alle sectoren die niet in de andere algemene doelstellingen
worden genoemd. Daarnaast wordt EFSI-steun aan snelwegen, die doorgaans onwenselijk is,
onder bepaalde voorwaarden wél toegestaan voor cohesielanden. Het is van essentieel belang
dat de lidstaten de capaciteit ontwikkelen om projecten voor te bereiden. EFSI 2.0 zal de
technische bijstand via de advieshub vergroten. De diensten van de advieshub kunnen ook
bijdragen tot een betere planning en coördinatie van cruciale investeringsprojecten op
nationaal niveau.
Een ander belangrijk element is de mogelijkheid om andere bronnen van Uniefinanciering,
zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de
financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) gemakkelijker te combineren met
EFSI-steun om nog meer investeringen uit de particuliere sector aan te trekken. De
Commissie heeft daarom in september 2016 een voorstel28 voor een algemene verordening tot
wijziging van verscheidene verordeningen aangenomen om dergelijke combinaties te
vergemakkelijken, zowel op het niveau van investeringsplatforms als voor individuele
projecten. De Commissie stelt ook voor dat EFSI 2.0 zich meer concentreert op de politieke
prioriteiten van de EU op het gebied van klimaatverandering, bijvoorbeeld door een
minimumdoelstelling voor klimaatvriendelijke projecten vast te leggen. Bovendien vindt de
Commissie het belangrijk om een deel van de begrotingsmiddelen van de Unie, zoals de CEFmiddelen, in de vorm van subsidies te blenden met het EFSI. In dat verband zal begin 2017
een oproep tot CEF-blending worden gedaan om 1 miljard EUR aan subsidies te combineren
met het EFSI en financiering door nationale stimuleringsbanken en de particuliere sector.
Het EFSI bevordert sociaal ondernemerschap en heeft bijgevolg een belangrijke sociale
dimensie. In het kader van de kmo-component van het EFSI is een ruime reeks innovatieve
financieringsinstrumenten ontwikkeld ter ondersteuning van sociaal ondernemerschap,
28
COM(2016) 605 final.
NL
12
NL
duurzame werkgelegenheid en sociale innovatie. Deze instrumenten omvatten de verbetering
van de garantie voor werkgelegenheid en sociale innovatie29 voor leningen aan microondernemingen en sociale ondernemingen, evenals een eigenvermogensinstrument voor EIFinvesteringen ter ondersteuning van sociale ondernemingen, waaronder mede-investeringen
met business angels en investeringen in of naast intermediairs die verband houden met sociale
incubatoren, acceleratoren en payments-by-results-regelingen.
Tot slot wordt de EIB en het EIF in het EFSI 2.0-voorstel verzocht ervoor te zorgen dat de
eindbegunstigden, waaronder kmo's, worden geïnformeerd over het bestaan van de EFSIsteun.
Bestuur
De evaluatie van de EIB en de onafhankelijke evaluatie hebben vastgesteld dat de
bestuursorganen van het EFSI zijn opgericht en goed functioneren. De aanbevelingen
omvatten enkele verbeteringen, zoals het verduidelijken van de respectieve functies en
verantwoordelijkheden van de directeur van het EFSI, het secretariaat van het EFSI en de
diensten van de EIB. In de evaluatie van de EIB wordt ook aanbevolen de communicatielijnen
tussen de bestuursorganen van het EFSI te verbeteren. In de onafhankelijke evaluatie wordt
voorts aanbevolen de procedures voor EFSI-verrichtingen te herzien en te stroomlijnen.
► Bestuur in het EFSI 2.0-voorstel
EFSI 2.0 zal zorgen voor meer transparantie in de investeringsbeslissingen en
bestuursprocedures. Het investeringscomité zal in zijn besluiten, die openbaar worden
gemaakt, nadere toelichting moeten geven bij de redenen waarom het van oordeel is dat een
specifieke verrichting voor de EU-garantie in aanmerking komt, met name op het gebied van
additionaliteit. Voorts zal het scorebord van indicatoren worden gepubliceerd zodra een
verrichting onder de EU-garantie is ondertekend. Bovendien wordt in het EFSI 2.0-voorstel
ook de verplichting overwogen voor de EIB en het EIF om de eindbegunstigden, met inbegrip
van de kmo's, mee te delen dat zij steun hebben ontvangen, of de eis dat de financiële
intermediairs dat doen.
Verder zal worden onderzocht of bepaalde procedures voor de goedkeuring van EFSIverrichtingen nog meer kunnen worden gestroomlijnd.
Werking van de EU-garantie en het Garantiefonds
Zowel de evaluatie van de Commissie als de onafhankelijke evaluatie stelt vast dat de
EU-garantie relevant, efficiënt en doeltreffend is gebleken om de EIB-groep in staat te
29
EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie. Meer informatie is te vinden op
http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=1081
NL
13
NL
stellen zijn volume van speciale activiteiten en EIF-garanties te vergroten ten behoeve
van kmo’s en midcap-ondernemingen. De EU-garantie is ook een flexibel instrument
instrument gebleken dat weet in te spelen op nieuwe behoeften, zoals bij de versterking van
de kmo-component van het EFSI met 500 miljoen EUR. In de onafhankelijke evaluatie wordt
wel vastgesteld dat de procedures om tot het gebruik van de EU-garantie te besluiten verder
moeten worden verduidelijkt en nauwkeuriger opgevolgd.
Uit diezelfde evaluatie blijkt dat de doelgerichte initiële voorziening van het Garantiefonds
met 50 % een voorzichtige en verstandige zet lijkt te zijn om mogelijke verliezen op de
bestaande portefeuille te dekken en ook wordt aanbevolen om nauwlettend toe te zien op de
investeringsstrategie voor de middelen in het EFSI-garantiefonds. In de evaluatie van de
Commissie worden de risico’s beoordeeld van de verschillende producten die worden
ondersteund door de EU-garantie. Hierbij luidt de conclusie dat de begroting van de Unie in
het algemeen ook doeltreffend tegen eventuele beroepen op de EU-garantie zou worden
beschermd door een aangepast streefpercentage voor stortingen in het Garantiefonds van
33,4 %, waarbij rekening wordt gehouden met teruggevorderde bedragen, inkomsten en
terugbetalingen uit verrichtingen van de EIB.
In de evaluatie van de Commissie wordt ook beklemtoond dat de voorkeur vooral moet
uitgaan naar achterstelling, aangezien het vermogen van de EIB om risicodelingsinstrumenten
toe te passen en achtergestelde posities in te nemen van cruciaal belang is om particuliere
investeerders beter in staat te stellen meer risicovolle en innovatievere projecten evenals
kmo's te ondersteunen. Ten slotte is de Commissie in haar evaluatie van oordeel dat de EUgarantie niet was bedoeld om de mogelijke gevolgen van wisselkoersschommelingen te
dekken. Die lacune beïnvloedt de capaciteit van de EIB om langlopende vastrentende
financiering te verschaffen in bepaalde landen buiten de eurozone met minder ontwikkelde
financiële markten, hetgeen een negatieve invloed zou kunnen hebben op de geografische
dekking van het EFSI.
► De EU-garantie en het Garantiefonds in het EFSI 2.0-voorstel
In de evaluatie van de Commissie wordt geconcludeerd dat de begroting van de Unie ook
adequaat zou worden beschermd tegen mogelijke beroepen op de EU-garantie door een
aangepast streefpercentage voor stortingen in het Garantiefonds van 33,4 % (momenteel
50 %). In het Commissievoorstel voor EFSI 2.0 wordt een aangepast streefpercentage van
35 % voorgesteld. In overeenstemming met de evaluatie van Commissie bevat het EFSI 2.0voorstel ook een sterkere nadruk op risicodelingsinstrumenten en achtergestelde financiering
en de mogelijkheid voor de EU-garantie om de eventuele gevolgen van
wisselkoersschommelingen te dekken.
Communicatie
Over het algemeen wordt in de drie evaluaties gehamerd op de behoefte aan betere
communicatie over het EFSI. In de onafhankelijke evaluatie wordt aanbevolen om meer
NL
14
NL
voorlichting, met name op lokaal niveau, te verschaffen over de EFSI-steun en zijn producten,
met name voor nieuwe producten opdat die snel zouden worden opgepikt. Ook wordt
aanbevolen om beter te communiceren en de mogelijkheden voor het opzetten van
investeringsplatforms uit te leggen, met inbegrip van de rol van de EIB in dit verband.
Daarnaast wordt opgemerkt dat de communicatiemethoden binnen de bestuursstructuren van
de EIB-groep en het EFSI voor verbetering vatbaar zijn.
► Communicatie in EFSI 2.0
De aanbevelingen met betrekking tot betere communicatie vereisen geen wijziging van de
EFSI-verordening en zullen worden toegepast dankzij grotere inspanningen van zowel de
Commissie als de EIB. In nauwe samenwerking met de EIB-groep zal de Commissie de
communicatie over het EFSI verder versterken om iedereen beter bewust te maken van de
beschikbaarheid van financiering en technische bijstand in de hele EU. De inspanningen op
het vlak van communicatie zijn volop aan de gang en zullen in de komende maanden worden
opgevoerd. Informatie over financieringsmogelijkheden, technische bijstand en procedures,
onder meer met voorbeelden van goede praktijken en casestudy’s, kan de aanzet geven tot
nieuwe ideeën en investeringsinitiatieven. Gezien het cruciale belang van voortdurend
bijgewerkte en vlot toegankelijke informatie over alle aspecten van het investeringsplan voor
Europa in al zijn schakeringen, zullen verdere inspanningen op het gebied van communicatie
worden geleverd, zowel op het niveau van de EU als in het kader van de institutionele
communicatie van de Commissie, en meer bepaald op lokaal, regionaal en nationaal niveau.
3.
OP
WELKE
WIJZE
HEEFT
INVESTERINGSADVIESHUB
(EIAH)
TECHNISCHE BIJSTAND VERLEEND?
DE
TOT
EUROPESE
DUSVER
Relevantie en doeltreffendheid
In de onafhankelijke evaluatie wordt het belang van de EIAH bevestigd, aangezien de
grote behoefte aan technische bijstand de komende jaren naar verwachting zal
toenemen. Uit de evaluatie bleek een goede dekking van de EIAH-steun met 214 aanvragen
uit 27 lidstaten tijdens de evaluatieperiode. Deze steun is het meest doeltreffend gebleken bij
het verlenen van diensten op het gebied van energie, vervoer en stedelijke en
plattelandsontwikkeling. De EIAH zal zich proactiever opstellen en op die manier naar
verwachting in de toekomst meer sectoren kunnen bestrijken. Van de 214 verzoeken hielden
er 78 verband met financiering of financieringsadvies, 78 met technische bijstand en
financiering, 13 met voorstellen tot samenwerking en 33 met algemene informatie. Waar
nodig werd een beroep gedaan op passende expertise, hetzij van de operationele diensten van
de EIB of van desbetreffende adviesdiensten en programma’s.
NL
15
NL
In het algemeen luidt de conclusie dat het te vroeg is om te beoordelen in hoeverre gebruik
wordt gemaakt van bestaande expertise door de EIAH. De voorlopige analyse wijst er
evenwel op dat een meer regionale en lokale aanwezigheid van de EIAH noodzakelijk is. De
EIAH is al wel actief op lokaal niveau voor specifieke projecten, maar moet meer lokale
capaciteit of partnerschappen met nationale stimuleringsbanken en lokale dienstverleners
ontwikkelen, met name in regio’s waar deze steun het hardst nodig is. In de evaluatie wordt
ook gewezen op de behoefte aan meer ondersteunend advies over de oprichting van
investeringsplatforms.
Ten slotte blijkt uit de onafhankelijke evaluatie dat er nog ruimte is voor het verduidelijken en
verder uitbouwen van de algehele samenwerking tussen nationale stimuleringsbanken en de
EIAH. Op de afsluitingsdatum van de evaluatie waren 18 memoranda van overeenstemming
ondertekend tussen de EIAH en nationale stimuleringsbanken. Ook werd een memorandum
van overeenstemming ondertekend met de Internationale Spoorwegunie. De tenuitvoerlegging
van die memoranda moet worden aangestuurd en opgevolgd, onder meer door een follow-up
van de administratieve regelingen voor de diensten die door gedecentraliseerde organisaties in
het kader van de EIAH worden geleverd. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar landen die
over minder capaciteit voor technische bijstand beschikken.
Efficiëntie
Volgens de onafhankelijke evaluatie is het nog te vroeg om conclusies te trekken over de
efficiëntie van de EIAH. Er zijn geen problemen met het bestuursmodel van de EIAH aan
het licht gekomen en er wordt uitgegaan van een hogere absorptie van de begroting naarmate
het implementeren van de EIAH vordert, in de verwachting dat de volledige begroting wordt
besteed.
In de onafhankelijke evaluatie wordt echter ook een lans gebroken voor het decentraliseren
van de dienstverlening van de EIAH, waarbij wordt verwezen naar de positieve ervaringen
met lokale technische bijstand en ondersteuning in sommige lidstaten. De evaluatie van de
EIB merkt op dat de EIAH meer zou kunnen bijdragen tot het EFSI, onder meer door het
identificeren van potentiële EFSI-projecten, door ondersteunend advies aan individuele EFSIprojecten, en eventueel door steun voor verspreiding en promotie (zie hieronder), met name
voor investeringsplatforms.
Meerwaarde
De onafhankelijke evaluatie stelt vast dat de EIAH niet overlapt met andere
adviesdiensten binnen de EIB en dat de meeste EIAH-diensten als uniek worden
beschouwd. Potentiële overlappingen met dienstverleners uit de particuliere sector moeten
worden gemonitord. In de onafhankelijke evaluatie wordt opgemerkt dat de geraadpleegde
NL
16
NL
belanghebbenden gemengd reageerden op de kwaliteit van de hun geleverde diensten in het
vroege stadium van ontwikkeling van de EIAH. De evaluatie bevat met name de aanbeveling
dat de EIAH meer op maat gesneden diensten moet ontwikkelen en sneller moet antwoorden
omdat sommige belanghebbenden de antwoordtermijnen te lang vinden. Ook wordt een
procedure voor gestructureerde feedback aanbevolen, zodat de EIAH rekening kan houden
met de mening van de belanghebbenden om zijn diensten voortdurend te verbeteren.
Communicatie
De EIAH-website wordt beschouwd als een goed toegangspunt voor verzoeken, waarvan
70 % via de website is ingediend. Net als in de conclusies voor het EFSI wordt in de
onafhankelijke evaluatie aanbevolen de communicatie over de EIAH gevoelig uit te breiden,
aangezien zijn diensten nog steeds relatief onbekend zijn.
► Versterking van de technische bijstand in EFSI 2.0
De EIAH is globaal genomen positief van start gegaan. Zoals benadrukt in de onafhankelijke
evaluatie is het nog te vroeg om definitieve conclusies te trekken over de werking van de
EIAH en zal meer ervaring worden opgedaan naarmate de implementatie ervan vordert. Het
voorstel van de Commissie voor EFSI 2.0 omvat niettemin een aantal gerichte verbeteringen
van de EIAH, die beantwoorden aan het merendeel van de aanbevelingen in de onafhankelijke
evaluatie. Er zij op gewezen dat de aanbevelingen met betrekking tot betere communicatie
niet moeten worden uitgevoerd via een aanpassing van de wetgeving. Er wordt momenteel
gewerkt aan verdere bewustmaking over de EIAH.
In het Commissievoorstel wordt ervan uitgegaan dat de EIAH niet alleen gebruik moet maken
van lokale kennis om EFSI-steun in de hele Unie te bevorderen, maar ook moet bijdragen tot
de doelstelling van sectorale en geografische diversificatie van het EFSI, met name door het
ondersteunen van de EIB bij het initiëren van verrichtingen. Dit strookt met de aanbevelingen
in de onafhankelijke evaluatie. De Commissie beklemtoont in haar voorstel dat de
samenwerking met de nationale stimuleringsbanken en de beheersautoriteiten van de
Europese structuur- en investeringsfondsen moet resulteren in meer ondersteunend advies,
financiële en technische expertise op lokaal niveau, meer bepaald in de lidstaten die
problemen hebben met het gebruik van innovatieve financieringsmechanismen. Er wordt een
duidelijk verband gelegd tussen zulke samenwerking en lokale ondersteuning, ook betreffende
de combinatie van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. Dit zal ontwikkelaars
niet alleen helpen hun projecten beter te structureren, maar moet ook bijdragen tot een beter
geografisch evenwicht van het EFSI.
De Commissie stelt daarenboven voor dat de EIAH de oprichting van investeringsplatforms
proactief ondersteunt, gezien hun belang voor de financiering van kleinere projecten. Dit
voorstel sluit aan bij de evaluaties die hebben gewezen op de behoefte aan meer duidelijkheid
en advies over de oprichting van dergelijke platforms.
NL
17
NL
Ten slotte wordt in het EFSI 2.0-voorstel ook bepaald dat de EIAH steun moet verlenen aan
de voorbereiding van projecten inzake klimaatactie en de circulaire economie of onderdelen
ervan, met name in het kader van de COP21, projecten in de digitale sector en
grensoverschrijdende projecten. Dit is in overeenstemming met de prioriteiten van de EU voor
de bestrijding van de klimaatverandering, de ontwikkeling van een digitale eengemaakte
markt en het bevorderen van grensoverschrijdende projecten, gezien hun hoge meerwaarde
voor de Unie.
4.
ADVIES VAN DE REKENKAMER
In overeenstemming met de voorschriften van de EFSI-verordening30 heeft de Rekenkamer
een advies uitgebracht over de door de Commissie uitgevoerde evaluatie van het gebruik van
de EU-garantie en de werking van het EFSI-garantiefonds. De Rekenkamer constateert dat
de voornaamste conclusie van de Commissie, namelijk de voorgestelde aanpassing van
de voorziening van het EFSI-garantiefonds van 50 % naar 35 %, in overeenstemming is
met de bijgestelde raming van de verwachte verliezen.
In aanvulling op het vereiste van de EFSI-verordening heeft de Rekenkamer ook de andere
onderdelen van het EFSI 2.0-voorstel beoordeeld. De voornaamste elementen van deze
beoordeling zijn de volgende:
 Timing: de Rekenkamer is van mening dat het nog te vroeg is om een hogere
begrotingsgarantie van de EU voor te stellen. De Commissie is wel van mening dat,
voortbouwend op de behaalde successen en rekening houdend met het feit dat het
wetgevingsproces enige tijd in beslag kan nemen, haar voorstel een soepele voortzetting
mogelijk maakt van de activiteiten en investeerders en projectontwikkelaars een duidelijk
signaal geeft. In een nog altijd betrekkelijk zwak investeringsklimaat is die zekerheid
cruciaal om ervoor te zorgen dat werkgelegenheid, groei en investeringen steun blijven
ontvangen in de hele Unie. De Europese Raad van oktober31 heeft de lidstaten ook
opgeroepen om tijdens de ECOFIN-Raad op 6 december hun onderhandelingsstandpunt
overeen te komen over het voorstel van de Commissie en daarbij rekening te houden met
de externe evaluatie32.
 Bewijzen: de Rekenkamer vindt dat er meer bewijs nodig is ter rechtvaardiging van een
hogere EU-garantie. De Commissie merkt op dat het EFSI 2.0-voorstel is gebaseerd op de
ervaring en de lessen die zijn opgedaan tijdens het eerste jaar van toepassing. Zoals
beschreven in de mededeling van 1 juni 201633 waren de resultaten na het eerste jaar
30
31
32
33
Artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017.
EUCO 31/16.
Gepubliceerd op 11 november 2016, te vinden op https://ec.europa.eu/priorities/publications/independentevaluation-investment-plan_en
COM (359) final.
NL
18
NL
positief. Gelet op de grote vraag op de markt stelde de Commissie met name voor dat het
aan kmo’s toegewezen deel van de EU-garantie zou worden verhoogd. Overwegende dat
infrastructuur- en investeringsprojecten meer tijd nodig hebben om tot maturiteit te komen,
zou het niet-verhogen van de garantie voor de kmo-component hebben betekend dat een
extra inspanning zou zijn nagelaten om investeringen en de schepping van
werkgelegenheid en groei in Europa te bevorderen.
 Additionaliteit: de Rekenkamer is van oordeel dat het additionaliteitscriterium te ruim
gedefinieerd is. Een van de belangrijkste elementen van het EFSI 2.0-voorstel is het
versterken van de additionaliteit. De Commissie stelt voor dat projecten in het kader van
het EFSI marktfalen of suboptimale investeringssituaties moeten verhelpen, als onderdeel
van de criteria om in aanmerking te komen voor EFSI-steun. Daarnaast werd ook een
uitvoeriger definitie van additionaliteit voorgesteld, om zo meer duidelijkheid te bieden
over de conformiteit van projecten met dit essentiële criterium. De Commissie pakt ook
een concreet probleem aan voor investeringen met een hoge EU-meerwaarde, door
grensoverschrijdende infrastructuurprojecten (en aanverwante diensten) per definitie als
additioneel te beschouwen.
 Bestuur en transparantie: hier heeft de Rekenkamer zich uitgesproken voor: i) de opname
in het voorstel van een bepaling betreffende belastingontwijking; ii) de voorstellen om
werk te maken van een sterkere hub en meer sectorale dekking van het EFSI; iii) de
voorstellen om te komen tot een sterkere bestuursstructuur van het EFSI, met name om
mogelijke belangenconflicten van de leden van het investeringscomité in goede banen te
leiden.
5.
CONCLUSIE
De Commissie merkt op dat de drie door de EFSI-verordening voorgeschreven evaluaties,
inclusief de externe, onafhankelijke evaluatie, tijdig zijn voorgelegd om te kunnen bijdragen
tot het wetgevingsproces. De drie evaluaties zijn eensluidend over het succes van het EFSI en
de EIAH tot dusver en over de behoefte aan versterking van deze initiatieven met betrekking
tot specifieke aspecten (additionaliteit, technische bijstand, combinatie met andere EUfondsen), wat reeds in het EFSI 2.0-voorstel is gebeurd.
De Commissie is van oordeel dat het EFSI zijn doelen gaat bereiken en dat het wenselijk is
een steunregeling voor investeringen te handhaven34. De Commissie zal nauw blijven
samenwerken met de EIB-groep om op dit succes voort te bouwen. Daarom verzoekt de
Commissie de medewetgevers om het EFSI 2.0-voorstel als prioriteit te behandelen, zoals
herhaald door de Europese Raad in oktober, die aandrong op een standpunt van de Raad in de
zitting van de ECOFIN-Raad op 6 december, teneinde een snelle oplossing te vinden voor de
problemen die zijn gebleken uit de verschillende evaluaties en om een nog groter volume van
kwalitatief hoogwaardige investeringen te bewerkstelligen.
34
Zie artikel 18, lid 7, van Verordening (EU) 2015/1017.
NL
19
NL
De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad tijdens de
wetgevingsonderhandelingen blijven steunen en zet haar dialoog met alle belanghebbenden
voort om het investeringsplan voor Europa te versterken en te consolideren. Tegelijkertijd
moet zowel op nationaal als op Europees niveau worden voortgewerkt aan een voor
investeringen zo gunstig mogelijk ondernemingsklimaat.
Bij de aanstaande besprekingen over het nieuwe meerjarig financieel kader zal de Commissie
zich mede laten leiden door de ervaring die zij met de tenuitvoerlegging van het EFSI heeft
opgedaan.
NL
20
NL
Download