Hoe verder met de EMU? De diepe economische crisis waar de Eurozone doorheen is gegaan heeft ons geleerd dat de Euro niet vanzelf leidt tot convergentie tussen de deelnemende landen. Integendeel, uit onderzoek is gebleken dat juist de sterke landen (zoals Duitsland en Nederland) voordeel hebben gehad van de Euro1. De neoliberale hervormingen die aan landen in crisis werden opgelegd2 (als uitvloeisel van de ‘no bail out’-clausule in het verdrag van Lissabon, het uitgangspunt dat elk land de eigen problemen moest oplossen) hebben de crisis niet opgelost, maar verergerd. Doordat veel landen tegelijk bezuinigden zakte de vraag in Europa ineen. De Eurozone heeft zich mede daardoor heel langzaam hersteld van de crisis. Wat we in plaats daarvan nodig hebben zijn progressieve structurele hervormingen, gebaseerd op solidariteit tussen de lidstaten. Vanuit het besef dat alleen op solidariteit gebaseerde, de landen overstijgende hervormingen een krachtige monetaire unie kunnen opleveren. De sociaaldemocratie is opgericht om te pleiten voor op solidariteit gebaseerd gezamenlijk belang! Juist omdat we moeten denken vanuit een Europees belang, en niet vanuit een optelsom van nationale belangetjes, moet de Commissie uitgebreider bevoegdheden krijgen, met beslissingsvrijheid. Uit democratisch oogpunt is het noodzakelijk dat de Commissie zulke besluiten ter goedkeuring voorlegt een Eurozone-parlement. Dan is de besluitvorming ook transparanter dan nu besluiten resulteren uit koehandel achter gesloten deuren tussen de regeringsleiders. Bij een monetaire Unie hoort een stabilisatiemechanisme, dat dient om landen in een crisis te ondersteunen. Dat kan bijv. door (een deel van) de werkloosheidsuitkering –bijv. voor een afgegrensde periode- te betalen uit een centraal fonds. Dat houdt de consumentenvraag in crisistijd overeind. Het werkt niet als de Commissie in crisistijd met de pet in de hand langs 28 lidstaten moet (die zelf waarschijnlijk ook met begrotingstekorten worstelen..). Daarom moet de Commissie een eigen belastinggebied krijgen. Een basis in de vennootschapsbelasting lijkt hiervoor het meest geschikt3 . Ook op andere terreinen moet de Monetaire Unie de crisislessen nog verwerken. De ruzie rond de Ierse garantie van banktegoeden in 2008 heeft aangetoond dat de bankenunie4 moet worden afgerond met een gezamenlijke bescherming van spaartegoeden. Maar om daarbij geen risico’s te lopen moeten de banken spaarbankactiviteiten afsplitsen van hun (meer risicovolle) zakenactiviteiten. ‘Coco-gate’ heeft laten zien dat de banken nog weinig hebben geleerd! Maar zulke acties moeten ze maar voor eigen risico ondernemen. Geen socialisatie van speculatieverliezen! De verbindingen waardoor banken en regeringen elkaar wederzijds in problemen brachten moeten verbroken worden. Banken mogen nooit meer ‘too big to fail’ zijn. 1 Vooral doordat zij voor hun staatsleningen nauwelijks rente hoeven te betalen, op het ogenblik zelfs geld toekrijgen! Maar ook omdat de Euro nu zwakker is dan hun eigen munt zou zijn geweest, wat hun export vergemakkelijkt. 2 Vooral bezuinigingen, interne devaluaties –loon en pensioendaling-, vermindering van arbeidersrechten etc. 3 Dat maakt het ook makkelijker om belastingontwijking te bestrijden (waarvan alle landen aangeven dat ze dat willen) en zeer schadelijke belastingconcurrentie tussen lidstaten te verminderen. Belastingrulings verdwijnen! 4 Tot nu is een single supervison mechanism (SSM) en een single resolution mechanism (SRM) gerealiseerd Alle landen moeten profiteren van de kracht van de Eurozone. Daartoe moet de Commissie Eurobonds uitgeven, die landen kunnen gebruiken voor hun staatsschuld onder de 60% BNP5. Het Junckerfonds ter bestrijding van de werkloosheid kan worden aangevuld met bonds van de Europese Investerings Bank (EIB). De Europese Centrale Bank (ECB) koopt deze bonds via haar stimuleringsprogramma6. De EIB investeert gericht in armere landen en in Energie-Unie-projecten. Concreet stel ik daarom voor: De Eurozone krijgt een ruimer budget. Uit dit budget ontvangen landen in crisis transfers, die de schok van de crisis verzachten, bijv. in de vorm van een deel van de geldende werkloosheidsuitkering voor een afgegrensde periode. Op deze manier kan de Eurozone excessieve vraaguitval voorkomen; De Commissie krijgt beslissingbevoegdheden voor het aanwenden van dit budget; Deze besluiten van de Commissie legt ze ter goedkeuring voor aan een afzonderlijk parlement voor de Eurozone; De Commissie krijgt een eigen inkomstenbron voor dit budget, zodat ze hiervoor niet langer afhankelijk is van de besluitvorming door 28 lidstaten. Er moet een Europese garantie voor spaartegoeden komen. Zakenbanken worden afgesplitst van spaarbanken. Bankenfusies worden gereguleerd om te voorkomen dat banken opnieuw ‘too big to fail’ worden. Landen kunnen hun staatsschuld financieren via Eurobonds, tot 60% van hun BNP. De EIB financiert vooral projecten in armere lidstaten (en in de Energie-Unie). De ECB koopt meer EIB-bonds op uit haar stimuleringsprogramma. 5 Landen betalen daardoor een risico-opslag voor de schulden boven deze drempel. Dat is een prima incentive om de schulden beperkt te houden. 6 Het huidige ECB-opkoopprogramma resulteert nu voornamelijk in een lagere Eurokoers, en hogere prijzen voor onroerend goed en aandelen. Er is nog niet gebleken dat het banken stimuleert om meer geld aan bedrijven uit te lenen.