Opmerkingen van voorzitter Herman Van Rompuy naar aanleiding

NL
EUROPESE RAAD
DE VOORZITTER
Brussel, 15 maart 2013 (18.03)
(OR. en)
EUCO 72/13
PRESSE 119
PR PCE 64
Opmerkingen van voorzitter Herman Van Rompuy
naar aanleiding van de Europese Raad
De afgelopen nacht hebben wij de prioriteiten bepaald voor ons economisch beleid in het
komende jaar. We hebben onze algemene economische strategie bevestigd. Er bestond een
brede consensus, en de besprekingen hadden, zoals ik al eerder opmerkte, een kalm en
gericht verloop.
Tijdens de werkzitting van vanochtend vormde de stand van zaken van onze betrekkingen
met Rusland het voornaamste onderwerp. Deze bespreking vond plaats in het kader van
onze regelmatige gedachtewisseling over de betrekkingen met onze strategische partners.
Zo hebben we in oktober over China gesproken en zullen later dit jaar de Verenigde Staten
aan bod komen.
Met Rusland hebben wij een uitgebreide bilaterale samenwerking. Beide partijen hechten
veel belang aan dit strategisch partnerschap. Vandaag hebben wij vruchtbare besprekingen
gevoerd over onze gemeenschappelijke belangen en uitdagingen, en over de lijnen waarlangs de betrekkingen tussen de EU en Rusland in de toekomst het best gestalte kunnen
krijgen. We moeten oplossingen vinden voor onze verschillende inzichten, waarbij onze
regels en waarden geëerbiedigd dienen te worden. Alle collegae waren het erover eens dat
wij, om sterker te staan, op zo samenhangend mogelijke wijze moeten optreden.
Hedenochtend hebben wij ook gesproken over de dramatische situatie in Syrië. Wij hebben
bevestigd dat de Europese Unie ten volle deelneemt aan de internationale inspanningen
om een einde te maken aan het onduldbare geweld. Enkele leden van de Europese Raad
hebben de kwestie van het wapenembargo aan de orde gesteld. Wij zijn overeengekomen
onze ministers van Buitenlandse Zaken op te dragen de situatie met prioriteit reeds tijdens
hun informele bijeenkomst te Dublin volgende week te evalueren, en gemeenschappelijke
standpunten uit te werken.
Vanochtend heeft de Britse premier de collegae in kort bestek op de hoogte gebracht van
de voorbereidingen voor de top van de G8 in juni.
PERS
Dirk De Backer - woordvoerder van de voorzitter - ( +32 (0)2 281 9768 - +32 (0)497 59 99 19
Preben Aamann - plaatsvervangend woordvoerder van de voorzitter - ( +32 (0)2 281 2060 - +32 (0)476 85 05 43
[email protected] http://www.european-council.europa.eu/the-president
EUCO 72/13
1
L
Dan wil ik nog kort ingaan op onze besprekingen van vannacht. Zoals u weet hebben
wij, na onze eerste werkzitting van gisteren, verder vergaderd met de 17 leiders van de
eurozone in het kader van een Eurotop - de eerste in meer dan een jaar. Ditmaal was het
geen spoedbijeenkomst. De doelstelling sloot aan bij het centrale onderwerp van deze
voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad: de balans opmaken met betrekking tot onze
fundamentele economische parameters en de vooruitzichten voor de komende maanden maar dan specifiek voor de landen van de eurozone.
De besprekingen werden ingeleid door president Draghi van de Europese Centrale Bank.
Er zijn aangelegenheden besproken zoals de toegang tot kredieten voor ondernemingen
als essentiële stimulans voor groei, het concurrentievermogen in al zijn aspecten, en het
functioneren van de arbeidsmarkt, met name waar het gaat om jongeren. Op de vraag
"hoe ontstaat groei?" luidde het antwoord: dankzij vertrouwen, krediet en concurrentievermogen. Bij dit alles is er tevens behoefte aan een specifiek werkgelegenheidsbeleid dat
voor ons een arbeidsintensievere groei bewerkstelligt.
De vier elementen van onze algemene economische strategie zijn uiteraard volledig van
toepassing in de landen van de eurozone: financiële stabiliteit; houdbare overheidsfinanciën; maatregelen tegen de werkloosheid - met name ten behoeve van jongeren; en
structurele hervormingen met het oog op concurrentievermogen en groei.
Wij hebben gisteren ook gesproken over de werkzaamheden om een echte economische en
monetaire unie tot stand te brengen. Ik heb alle 27 collegae deelgenoot gemaakt van mijn
visie op de stand van zaken. Wat begrotingszaken betreft zijn de belangrijkste besluiten
over nieuwe regels inmiddels in feite genomen. De uitvoering vormt nu de grootste
uitdaging.
Wat het beleid ten aanzien van de banksector betreft, zijn er in juni en december
jongstleden enorme vorderingen gemaakt - met name dankzij de besluiten over het
gemeenschappelijk toezichtmechanisme voor alle banken in de eurozone. Wij moeten
dit elan benutten om ook een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme in te stellen.
Wat het economisch beleid betreft, hebben wij in december jongstleden mogelijke
nieuwe wegen gevonden om economische hervormingen te steunen. Sedertdien hebben
mijn team en ik nauw overleg gevoerd met alle lidstaten en het Europees Parlement over
aangelegenheden zoals contractuele overeenkomsten en de sociale dimensie van de
economische en monetaire unie.
Op al deze vraagstukken - en op hun politieke implicaties - zullen wij terugkomen wanneer
ik in juni opnieuw voor u verschijn. Deze werkzaamheden met betrekking tot de structuur
van de economische en monetaire unie vormen een essentieel element van onze
inspanningen om de financiële stabiliteit in de eurozone te handhaven.
Dit zijn dus de onderwerpen die op de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad zijn
besproken. Zoals ik al zei, hebben onze besprekingen plaatsgevonden in een sfeer van
consensus: hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn, wij trekken op in dezelfde richting.
In juni komen wij opnieuw bijeen om te spreken over de te volgen koers en beslissingen
inzake nationaal economisch beleid, en voordien, in mei, zullen we onder meer spreken
over energie.
EUCO 72/13
2
L