Dit zegt de HEER: Handel rechtvaardig, handhaaf het recht

advertisement
Leven vanuit de royale redding in Christus
Preek over Jesaja 56:1-8
Lelystad, 21 september 2014
R.J.Vreugdenhil
Voor de lezing, intro richting kinderen;
Platen uit de Kijkbijbel bij Hand.8, Filippus en de Ethiopiër
Jongens en meisjes, welk verhaal uit de bijbel is dit?
Het verhaal van de man uit het verre land in Afrika. Hij was naar Jeruzalem gegaan
om God te aanbidden. Hij had daar een boekrol (een bijbel) gekocht en die zat hij te
lezen. Toen kwam hij langs Filippus.
Die hoorde hem lezen en vroeg: snap je wat je leest? Toen mocht Filippus meerijden
en hem dingen uitleggen.
Wat had deze man in de Jeruzalem gedaan? Een boekrol gekocht.
Was hij ook in de tempel geweest? Nee, dat mocht niet. Daar stonden bordjes:
verboden toegang voor.....
Waarom mocht hij er niet in? Om twee dingen.
- hij was geen Israëliet, maar iemand van een ander volk
- hij was een eunuch, een gecastreerde man. Hij was geopereerd, er was iets
weggesneden. Hij was geen gewone man meer. Hij kon niet meer vrijen, geen
kinderen krijgen. Dat deden ze in die tijd vaak bij mannen die bij een koning of
koningin werkten. Ze konden geen eigen gezin hebben, maar ze leefden alleen maar
helemaal voor de koning.
Zulke gecastreerde mannen mochten niet in de tempel komen. Dat stond in de wetten
die Mozes aan Israël had doorgegeven (zie Deut.23:2).
Deze meneer uit Ethiopië mocht dus helemaal niet de tempel in.
Maar Filippus vertelt hem over Jezus. En die man gelooft in Jezus en hij wordt
gedoopt.
De témpel mocht hij niet in. Maar hij mocht wel ‘in Jezus Christus’ zijn.
Hij mocht bij Jezus Christus komen en zo bij God horen.
Zo royaal is de redding door Jezus: iedereen mag komen!
Nog een vraag: wat was deze man aan het lezen? Over het lam dat naar de slachtbank
moet. Dat gaat over Jezus. En het staat in Jesaja 53. Zou hij in die boekrol ook Jesaja
56 gehad hebben. Zou hij dat ook gelezen hebben? Ik hoop het.
We lezen samen.
Lezen Jesaja 56
gebruik als leespreek graag melden per mail
1
LEVEN VANUIT DE ROYALE REDDING IN CHRISTUS
God zet de deuren royaal open;
laat niemand denken: ‘het is niet voor mij’
Leef vanuit die redding
voor God en mensen
Wat een heerlijk royaal bijbelgedeelte!
Deuren die eeuwenlang dicht zaten, worden hier open gezet.
Die man uit Ethiopië kan in Jeruzalem het bordje hebben zien hangen, in een aantal
talen: geen toegang voor niet-Joden.
De deur naar de tempel zat voor hem potdicht.
Dat had de HEER zelf in zijn wet gezegd.
Maar nu zegt de HEER iets anders.
De deur gaat open.
De HEER zegt het zelf: de vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden, om
hem te dienen en zijn naam lief te hebben - IK breng hem naar mijn heilige berg, hij
mag blij zijn in mijn huis van gebed, zijn offers zijn welkom op mijn altaar.
IK breng hem binnen. Hartelijk welkom.
Ja, jij ook, man uit Ethiopië, en jij, Filistijn! En iemand uit Babel.
God zet de deur royaal open.
Wanneer is dit geschreven?
Wanneer het geschréven is, durf ik niet te zeggen. Maar het is duidelijk bedoeld voor
de tijd ná de ballingschap. God heeft zijn volk enorm moeten straffen. Jeruzalem is
helemaal verwoest door de vijanden, de tempel is uitgebrand en afgebroken (denk aan
de preken over Klaagliederen).
Maar na zeventig jaar laat de HEER weer Israëlieten terugkomen.
Vers 8: zo spreekt God de HEER die bijeenbrengt wie uit Israël verdreven waren.
Daar is God mee bezig: Israël komt terug uit ballingschap.
Voor die tijd zijn deze profetieën geschreven.
In verschillende hoofdstukken mag de profeet ver naar voren kijken. Naar een
geweldige toekomst. Na de vreselijke straf is God toch weer genadig.
In Jesaja 60 gaat het bijvoorbeeld over het nieuwe Jeruzalem, en dan is het net of je zit
te lezen in het boek Openbaring over het hemelse Jeruzalem.
Het zijn profetieën die ver vooruit kijken.
Wij kunnen nu zeggen: ze kijken vooruit naar Jezus Christus en naar wat er dan
verandert.
Want wat hier staat, over de eunuch die in de tempel mag komen en de vreemdeling
die mag komen bidden - dat gebeurde tóen (in die tijd) nog niet.
Dat kwam na Pinksteren!
Dat is gekomen bij de grote omslag in de wereldgeschiedenis.
gebruik als leespreek graag melden per mail
2
God heeft eeuwenlang zijn volk Israël als een gesloten geheel door de geschiedenis
geleid. Omdat hij zo, via Israël, de verlosser in de wereld wilde brengen: Jezus, de
zoon van David, de zoon van Abraham.
Al die tijd zat de genade en liefde van God als het ware opgesloten in dat volk Israël.
Toen was het doel bereikt, Jezus de verlosser is geboren. Hij heeft de grote bevrijding
klaargemaakt en toen hoefde de deuren niet langer dicht te blijven.
Vanaf Pinksteren barsten de deuren open.
Vanaf Pinksteren laat God zien hoe royaal hij is met zijn genade, zijn bevrijding.
Dit is dus wel een tekst uit het Oude Testament.
Maar hij gaat over het Nieuwe Testament. Over Jezus Christus. Over mensen vandaag.
God zet royaal de deuren open.
Laat niemand denken ‘het is niet voor mij’‘
Ik wil nu inzoomen op vers 3.
De vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden, laat hij niet zeggen:
‘De HEER zondert mij zeker af van zijn volk.’
En laat de eunuch niet zeggen: ‘Ik ben maar een dorre boom.’
Herkent u dat soort zinnetjes?
Letterlijk déze natuurlijk niet. De vraag of je wel of geen Jood bent, speelt nu niet als
iemand bij de gemeente wil horen. En eunuchen, ontmanden - dat kennen wij niet.
Maar dit soort zinnetjes hoor ik vaak genoeg.
Of je hoort ze niet, maar ze zitten wel in iemands hoofd.
‘Ik ben zo en zo, dus ik zal er wel niet bij horen.’
‘Ik met mijn verleden - ik voel dat mensen me daar nog steeds op aan kijken.’
‘Nu ik gescheiden ben, voel ik het zelf ook: in de kerk is er niet echt ruimte voor
gescheiden mensen.’
‘Ik ben homo - en zo mag ik niet zijn - ik hoor er niet bij.
‘Niemand, maar ook echt niemand heeft het afgelopen jaar aan me gevraagd hoe het
gaat - ik ben blijkbaar afgeschreven, ik ben niet interessant meer.’
In zoveel varianten. Ik hoor ze binnen de gemeente of uit andere kerken.
Ik las het laatst ergens: een straathoertje werd opgevangen door een hulpverlener; ze
zat helemaal aan de grond. Die hulpverlener (een christen) vroeg: waarom heb je niet
eerder aangeklopt bij een kerk of ze je daar konden helpen. Haar antwoord: ‘bij een
kerk? Daar word ik alleen maar nog verder de grond in gestampt, want hoe ik leef is
helemaal fout’.
In zoveel variaties: het is vast niet voor mij.
Maar de profeet mag preken, dit is het evangelie van Jezus Christus: niemand mag
meer zeggen ‘het is niet voor mij’.
De vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden om hem te dienen en zijn naam
lief te hebben - de deur staat voor je open. Kom bij Jezus Christus.
De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die
vasthoudt aan mijn verbond, de deur staat voor je open. Kom bij Jezus Christus.
gebruik als leespreek graag melden per mail
3
En zo mooi, ieder krijgt zijn eigen bemoedigende boodschap.
De vreemdeling - je mag komen naar Gods heilige berg en jouw offer is ook welkom.
De eunuch, de ‘man’ die nooit een gezin zal krijgen, van wie de achternaam niet
overgaat op zijn zonen maar die uitsterft als hij uitgediend is - ik geef je een eeuwige
naam, een naam die onvergankelijk is. Welkom in het gezin van God.
En vul maar verder in.
De gescheiden man of vrouw, zoveel alleen - God geeft je broers en zussen in zijn
gemeente.
De homo die zo vaak tegen onbegrip aanloopt - er is er Eén die jouw gevecht kent en
je daarbij helpen kan.
Degene die een heel verleden meedraagt - God kijkt je daar niet op aan, Christus heeft
het van je af genomen en zo mag je nu ook tussen de mensen zijn.
Laat niemand zeggen ‘het is niet voor mij’.
God zet royaal de deur open. Kom naar Jezus Christus, verbind je met hem, geloof in
hem als je enige redder. Dan mag je geloven dat God het ook tegen jou zegt, met de
tekst en de taal die jij nodig hebt: ook jij hoort bij Jezus Christus!
Sterker nog (vers 8): de HEER die bijeenbrengt wie uit Israël verdreven waren, zegt:
IK breng er nog meer bijeen dan al bijeengebracht zijn. Gód doet het.
Het gaat niet eens over of jij mag kómen. God háált je erbij.
Kom, hier wil ik je hebben. Jou ook. Bij mij, door Jezus Christus.
Wat een heerlijk royaal bijbelgedeelte.
Maar eigenlijk is dit niet eens de boodschap van het hoofdstuk als geheel.
Want dat is: Leef vanuit die redding.
Je bent gered, je mag die deur binnengaan die zo royaal openstaat. Leef ook zo!
Bij die eunuch en bij die vreemdeling wordt er iets bij gezegd.
De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die
vasthoudt aan mijn verbond... en: de vreemdeling die zich met de HEER heeft
verbonden om hem te dienen en zijn naam lief te hebben...
Dat betekent niet dat de deur nu weer een heel stuk dichtgaat: ho, wel eerst goed
genoeg gaan leven, anders mag je er toch niet in..
Nee, niet als voorwaarde waar je eerst aan moet voldoen.
Maar het zijn wel dingen die je niet los kunt maken.
Binnengaan door die royale deur van Jezus Christus - dan ook leven vanuit die
redding. Het één kan niet zonder het ander.
Dat is vers 1 en 2. Dat is waar dit gedeelte eigenlijk over gaat.
Vers 1: Dit zegt de HEER: Handel rechtvaardig, handhaaf het recht; de redding die ik
breng is nabij, en weldra openbaar ik mijn gerechtigheid.
Als je dat snel leest, lijkt het misschien een voorwaarde: handel rechtvaardig, handhaaf
het recht, want dan breng ik redding.
gebruik als leespreek graag melden per mail
4
Maar dat staat er niet. En het is jammer dat in deze vertaling ze één woordje gewoon
niet vertaald hebben. Er staat in vers 1: Handel rechtvaardig, handhaaf het recht;
WANT de redding die ik breng is nabij, en weldra openbaar ik mijn gerechtigheid.
Dat gáát gebeuren. Geen twijfel.
Daar heeft de HEER al zo duidelijk een begin mee gemaakt. Vers 8: hij is bezig bijeen
te brengen wie uit Israël verdreven waren.
En dat was echt niet omdat ze nu eindelijk zo keurig en gehoorzaam leefden.
Nee, dat was zijn verlossingswerk, zijn gerechtigheid. Zoals beloofd.
Dat gaat wel door. Nog even, en het barst los, de deuren gaan open; bevrijding door
Jezus Christus, straks een nieuw Jeruzalem. Dat gáát gebeuren.
En daarom, omdat die redding nabij is: handel rechtvaardig, handhaaf het recht.
Omdat je gered bent door de royale genade van Jezus Christus, leef vanuit die redding!
Anders gezegd: leef zoals past bij die redding. Zoals past bij de Gód die redt.
Het zit aan elkaar in vers 1: handhaaf het recht, dat is hetzelfde woord als: weldra
openbaar ik mijn gerechtigheid.
God zegt: nog even en ik laat in volle kracht zien hoe ik ben; hoe zuiver, hoe eerlijk,
liefdevol, genadig, bevrijdend.
En laat u nu al in uw leven zien dat u naar die totale redding toeleeft.
Jij gelooft dat je straks in de hemel mag leven, in een heerlijkheid waar alles draait om
God? Laat dan nu al in je leven zien hoe het straks zal zijn!
Geloven in Jezus Christus, dat is niet: nu gewoon een lekker leven zoals je zelf wilt,
met in je achterhoofd de belofte dat je straks eeuwig met God zult leven.
Geloven in Jezus Christus, dat is nu al leven vanuit dat leven straks.
Leven vanuit de royale redding.
Hoe is dat?
Dat maakt je leven anders voor God en mensen.
In vers 2 worden twee dingen genoemd: wie leeft vanuit de royale redding neemt de
sabbat in acht en ontwijdt hem niet, en hij weerhoudt zijn hand van het kwaad.
Je komt die twee dingen ook weer tegen bij die vreemdeling en die eunuch.
De sabbat onderhouden - typisch Oude Testament, ook typerend voor deze periode, na
de ballingschap.
De sabbat onderhouden, dat is waarschijnlijk samenvattend voor het totaal van: leven
voor God, leven als eredienst, je leeft niet voor jezelf maar in aanbidding voor hem.
Zeg maar: de ene helft van de Tien Woorden. Geen andere god, geen eigengemaakt
beeld, zuiver Gods naam gebruiken, één dag aan hem wijden.
Je leven in dienst van de Heer stellen.
En je hand weerhouden van het kwaad.
De tweede helft van de Tien Woorden. Niet doden, geen overspel, niet stelen
enzovoort. Leven in gerechtigheid. Eerlijke handel. Zuiver zijn in wat je zegt. Niet
gebruik als leespreek graag melden per mail
5
achter iemands rug om over hem kletsen. Van je geld weggeven aan wie het nodig
heeft. Enzovoort.
Geen mooie woorden over gerechtigheid, maar gerechtigheid in praktijk brengen.
Gelukkig de mens die zo handelt.
Gefeliciteerd als dit je dagelijks leven is; dat je zo leeft vanuit de royale redding door
Jezus Christus.
Niet omdat je anders niet in de hemel komt.
Maar omdat je straks, misschien wel heel binnenkort, voor eeuwig met God mag leven
in zuiverheid, heerlijkheid, eeuwige aanbidding - juist daarom nu leven in die zelfde
aanbidding en zuiverheid.
God zet in Jezus Christus royaal de deur open.
Gelukkig is wie royaal zijn dagelijks leven laat beheersen door die redding!
Amen
Liturgie in Lelystad:
belijdenis van afhankelijkheid
zegengroet
Gez. 133:1,3,4,5
genadeverkondiging: Jesaja 55:1-2, 6-7
gebed met schuldbelijdenis
zingen van genade: Psalm 65:2,3
intro op de Bijbellezing
lezing Jesaja 56
verkondiging
Psalm87:1,3,4 en Opw. 244 (Welzalig de man die niet wandelt)
lezing Tien Woorden
Gez. 131: 3,4
meeleven
gebed
mededelingen
collecte
LvdK 106
zegen
gebruik als leespreek graag melden per mail
6
Download