Prostatitis Bacteriële infectie tgv directe reflux van geïnfecteerde urine vanuit de prostaatkanalen lymfogene verspreiding vanuit rectum hematogene spreiding van elders Meest frequent: E. Coli Symptomen Koorts (+ evt. Koude rillingen) Pijn perineum Branderige mictie Slappe urinestraal (pijn gewrichten, spierpijn) CAVE: acute urineretentie KOZ PPA: prostaat warm, gezwollen, PIJNLIJK CAVE: acute fase: prostaatmassage tegenaangewezen owv gevaar op sepsis Labo (Leucocytose) Pyurie Bacteriurie Behandeling Fluoroquinolonen (breed activiteitsspectrum, goede weefselpenetrantie) minstens 4 weken! Doorsturen zo urineretentie of vermoeden abces Chronische bacteriële prostatitis Frequentste recidief-UWI bij mannen Irritatieve mictie met pijn in perineum zo bacteriurie Vaak alleen zo exacerbatie bacteriën te kweken op urine/prostaatvocht R/ langdurig antibiotica (prostaatmassage onder antibiotica) Opmerking: prostaatabces (vnl bij diabetes mellitus) transurethrale/perianale drainage+AB Bronnen (zie bijlagen): Basisboek urologie (Boon, 2001) http://www.urologyklina.com/subspecialisaties.aspx?name=prostatitis http://www.riziv.fgov.be/drug/nl/statistics-scientific-information/consensus/2001-1024/pdf/cv.pdf Bijlagen Bron: http://www.urologyklina.com/subspecialisaties.aspx?name=prostatitis Waar vroeger sprake was van “prostatitis”, wordt nu meer gedacht in termen van een “prostatitissyndroom”: in de meeste gevallen is het ontstaansmechanisme onduidelijk en wordt maar in 5 - 10 % van de gevallen een oorzakelijke kiem gevonden. nieuwe classificaties van het “prostatitis-syndroom” zorgen nu voor een meer gesystematiseerde benadering. Twee classificaties worden tegenwoordig gehanteerd: a. Classificatie volgens Drach et al. b. Classificatie volgens het National Institute of Diabetes and Digestive and Kidney Disease (NIDDK) van de National Institutes of Health (NIH) a. Classificatie volgens DRACH et al ACUTE BACTERIELE PROSTATITIS CHRONISCHE BACTERIELE PROSTATITIS Klinisch significante prostatitis met acute symptomen Significante ontsteking van de prostaat (> 3 maand) Isolatie van een verantwoordelijke kiem uit prostaatvocht en/of urine CHRONISCHE ABACTERIELE PROSTATITIS Significante ontsteking van de prostaat (> 3 maand) Geen isolatie van een verantwoordelijke kiem uit prostaatvocht en/of urine PROSTATODYNIE Geen significante ontsteking van de prostaat Geen isolatie van een verantwoordelijke kiem uit prostaatvocht en/of urine b. Classificatie volgens NIDDK/NIH: I. Acute Bacteriële Prostatitis (ABP) II. Chronische Bacteriële Prostatitis (CBP) III. Chronische Pelvische Pijn Syndroom (CPPS) A. Inflammatoire CPPS Witte bloedcellen (WBC) in semen / prostaatvocht / urine B. Niet-inflammatoire CPPS Geen WBC in semen / prostaatvocht / urine IV. Asymptomatische inflammatoire prostatitis (AIP) (= histologische prostatitis) c. Vergelijking van de twee classificaties: a. DRACH et al b. NIDDK (NIH) ACUTE BACTERIELE PROSTATITIS I. CHRONISCHE BACTERIELE II. PROSTATITIS - III. Acute Bacteriële Prostatitis (ABP) Acute ontsteking van de prostaat Chronische Bacteriële Prostatitis (CBP) Chronische ontsteking (> 3 maand) van de prostaat Chronische Pelvische Pijn Syndroom (CPPS) Chronische pijn; geen oorzakelijke kiem aangetoond in semen / prostaatvocht / urine CHRONISCHE ABACTERIELE III. A. Inflammatoire CPPS PROSTATITIS WBC in semen / prostaatvocht / urine PROSTATODYNIE Geen WBC in semen / prostaatvocht / urine - III. B. Niet-inflammatoire CPPS IV Asymptomatische geen wbc en/of bacteriën in inflammatoire prostatitis (AIP) semen / prostaatvocht / urine; tekenen van prostatitis in prostaatbiopten Een prostatitis wordt “chronisch” genoemd indien de klachten (in min of meer wisselende mate) langer dan drie maanden blijven aanslepen. Epidemiologie Prostatitis komt vrij frequent voor en meest frequent in de leeftijdsgroep 20 - 49 jaar. Bij mannen jonger dan 50 jaar is het de meest voorkomende urologische diagnose; boven de leeftijd van 50 jaar komt de diagnose prostatitis op de 3de plaats na benigne prostaathypertrofie (BPH) en prostaatkanker. Klachtenpatroon I. Acute bacteriële prostatitis (ABP) Acuut optreden van: pijn in de urogenitale streek blaasstreek, perineum, penis, teelballen, lage rugstreek, … plasklachten: o frequent plassen o moeilijk plassen: nood tot persen, slechte straal, … o branderig gevoel of pijn bij plassen koorts, eventueel met rillingen algemeen ziektegevoel ABP is een ernstige, spoedeisende aandoening die op korte tijd kan leiden tot een veralgemeende infectieuze toestand (urosepsis). II. Chronische bacteriële prostatitis (CBP) voorgeschiedenis van urineweginfecties of eerdere prostatitisopstoten chronische last (> 3 maand), vergelijkbaar met CPPS, kan worden afgewisseld met acute of subacute opstoten zoals bij ABP III. Chronische Pelvische Pijn Syndroom (CPPS) pijn in de urogenitale streek: blaasstreek, perineum, lage rugstreek, penis, teelballen, liezen, … pijn tijdens of na zaadlozing plasklachten: o · frequent plassen o · herhaalde dringende plasdrang o · slechte, onderbroken straal hemospermie De klachten worden chronisch genoemd als ze langer dan 3 maand voorkomen. De intensiteit van de klachten kan wisselen met het voorkomen van relatief klachtenarme periodes en periodes van zeer uitgesproken klachten. Gezien deze klachten in wisselende intensiteit over het verloop van jaren kunnen voorkomen, is de impact op de levenskwaliteit soms aanzienlijk. IV. Asymptomatische inflammatoire prostatitis (AIP) Zoals de omschrijving het aanduidt, zijn hier geen klachten. Het gaat hier om de toevallige vondst van inflammatoire tekenen bij een patiënt die om andere redenen consulteert: BPH, PSA-stijging, prostaatkanker, … Ethiologie 1. Microbieel a. Gram-negatieve bacteriën vormen de meest frequente oorzaak van ABP en CBP meest voorkomende kiemen: o · Escherichia Coli: 65 – 80 % o · Pseudomonas aeruginosa o · Serratia o · Klebsiella o · Enterobacter aerogenes bacteriën kunnen zich diep in de prostaatgangen “ingraven” en daar “biofilmen” vormen, waardoor ze soms lang kunnen weerstaan aan antibioticatherapie en zo in de prostaat blijven overleven. b. Gram-positieve bacteriën Enterococcen komen voor in 5 à 10 % van de gevallen van ABP en CBP zeldzaam ziet men: o Staphylococcus saprophyticus o Staphylococcus aureus c. Kiemen met een omstreden rol in prostatitis: Chlamydia trachomatis Ureaplasma urealyticum Mycoplasma hominis Het kan soms zeer moeilijk zijn om bacteriën te kweken uit prostaatvocht na prostaatmassage, zelfs in de aanwezigheid van duidelijke klinische tekenen van prostatitis. Eén van de redenen hiervoor is, dat bacteriën biofilmen kunnen vormen diep in de vochtige gangen van de prostaat. In deze gevallen slaagt men er soms wel in bacteriën te kweken uit weefsel bekomen door prostaatbiopsie. 2. Voorbeschikkende factoren Verhoogde weerstand bij plassen door anatomische of neurogene aandoeningen van de blaashals of de urethra: “high-pressure dysfunctional flow”. Reflux van urine in de prostaatgangen, bvb. door verhoogde weerstand bij plassen. Dit geeft ook aanleiding tot de vorming van calcificaties in de prostaat (“prostaatsteentjes”). Deze prostaatcalcificaties kunnen op hun beurt grote hoeveelheden bacteriën vasthouden en beschermen tegen de inwerking van antibiotica waardoor deze bacteriën lange tijd latent kunnen aanwezig blijven en aanleiding geven tot chroniciteit. psycholosche factoren (stress, …) kunnen een rol spelen in het ontwikkelen en onderhouden van CPPS. andere urineweginfecties, acute epididymitis verblijfcatheters prostaatbiopsie of transurethrale instrumentatie Diagnose Anamnese Vooral in ABP is het klachtenpatroon meestal vrij typisch. Klinisch onderzoek Urineonderzoek: sediment (WBC!) en kweek Kweek van prostaatvocht na prostaatmassage Bij een acuut verlopende prostatitis is prostaatmassage tegenaangewezen. Bij chronische situaties kan de kweek van prostaatvocht bekomen door prostaatmassage zeer nuttig zijn. Uroflow en/of urodynamica: Kan nuttig zijn om verhoogde weerstand bij plassen te objectiveren. Cystoscopie: Om onderliggende pathologie (bvb urethrastrictuur, …) aan te tonen of andere pathologie uit te sluiten. Transrectale echografie van de prostaat (TRUS): Vooral nuttig voor de beoordeling van het prostaatvolume en de aanwezigheid van calcificaties in de prostaat. Prostaatabcessen kunnen ook door TRUS worden aangetoond, doch deze zijn gelukkig zeldzaam. Behandeling 1. Antibiotica a. ABP Gezien het soms fulminant verloop worden hier best hoge dosissen antibiotica intraveneus toegediend. Hiervoor is een opname vereist. b. CBP en inflammatoire CPPS Hier kunnen de antibiotica peroraal worden toegediend. Gezien de bacteriën lange tijd weerstand kunnen bieden (in biofilmen en prostaatsteentjes) is meestal een langdurige therapie aan relatief hoge dosages vereist. Meestal dient men 4 à 6 weken te behandelen. De beste resultaten worden bekomen met fluoroquinolones. Andere keuzes kunnen zijn: trimethoprim, tetracyclines, macroliden. In zeer hardnekkige gevallen kan geopteerd worden voor de rechtstreekse injectie van antibiotica in de prostaat. 2. NSAID Deze middelen (Voltaren, Brexine, Feldene, …) kunnen de ontstekingsreactie temperen en werken aldus pijnstillend. 3. æ 1-Blockers Deze middelen (Xatral Uno, Omic, …) kunnen de plasweerstand verminderen en aldus de reflux van urine in de prostaatgangen verminderen. 4. Prostaatmassage Gedurende lange tijd en tot ruim in de 20ste eeuw was herhaalde prostaatmassage de voornaamste vorm van behandeling voor chronische prostatitis. In hardnekkige gevallen van chronische prostatitis kan prostaatmassage door het digitaal uitpersen van geïnfecteerd prostaatvocht uit de prostaatgangen, beterschap geven. 5. Chirurgie In de behandeling van prostatitis is er weinig of geen plaats voor chirurgie. 6. Varia In CPPS kunnen nuttig zijn: warme zitbaden vermijden van koffie, alcohol, kruiden phytotherapeutica Referenties 1. J. Curtis Nickel, MD. Prostatitis and related conditions. In: Campbell’s Urology, 8th edition, Editors: Patrick C. Walsh, MD; Alan B. Retik, MD; E. Darracott Vaughan, Jr., MD; Alan J. Wein, MD. Saunders. 2. K. G. Naber, B. Bergman, M. C. Bishop, T. E. Bjerklund Johansen, H. Botto, B. Lobel, F. Jimenez Cruz, F. P. Selvaggi. EAU: Guidelines on Urinary and Male Genital Tract Infections. 3. Drach G. W., Fair W.R., Meares E.M., Stamey T.A. Classification of benign diseases associated with prostatic pain: Prostatitis or prostatodynia? J. Urol 1978; 120:266. 4. Workshop Committee of the National Institute of Diabetes and Digestive and Kidney Disease (NIDDK). Chronic Prostatitis Workshop, Bethesda, MD, 7-8 December, 1995 Bron : http://www.riziv.fgov.be/drug/nl/statistics-scientific-information/consensus/2001-1024/pdf/cv.pdf 3.5. ACUTE PROSTATITIS EN ACUTE ORCHI-EPIDIDYMITIS ACUTE PROSTATITIS AANBEVELINGEN - Een antibiotische behandeling van acute prostatitis in de ambulante praktijk is noodzakelijk en vermindert significant de complicaties (niveau van bewijskracht III). - De diagnose wordt gesteld aan de hand van de kliniek. Bij twijfel kan een rectaal toucher worden uitgevoerd. Het rectaal toucher dient voorzichtig te gebeuren om geen sepsis uit te lokken. - Ziekenhuisopname is vereist bij: - sepsis ter stabilisatie van de algemene toestand en ter toediening van parenterale antibiotica. - een vermoeden van een prostaatabces (“warm ei” gevoel perineaal, renitente massa op rectaal toucher) - urineretentie (plaatsen van een suprapubische sonde) - Bij een eerste prostatitis zonder voorafbestaande klachten van een afvloeistoornis van de lagere urinewegen is geen algemeen urologisch bilan noodzakelijk, bij een recidief of bij voorafbestaande symptomen wel. - Bij een acute prostatitis zijn er geen argumenten om de antibiotica-keuze te laten afhangen van de bloed-prostaat barrière (in tegenstelling met de gegevens uit farmacologische experimenten bij gezond prostaatweefsel) - De acute prostatitis wordt bijna altijd veroorzaakt door dezelfde bacteriële flora als de cystitis of pyelonefritis. Bij gebrek aan goede studies omtrent behandeling bij prostatitis stellen we voor de acute prostatitis te behandelen met dezelfde antibiotica als bij een acute pyelonefritis: - Eerste keuze: fluorochinolonen (niveau van bewijskracht III) Indien Pseudomonas aeruginosa de betrokken kiem is (4% van de prostatitisgevallen in België, meestal na chirurgicale instrumentele ingrepen) dient rekening gehouden met de gevoeligheid voor de verschillende beschikbare moleculen. In aansluiting met actuele Belgische gegevens lijkt ciprofloxacine de voorkeur te hebben. - Tweede keuze: cotrimoxazol, amoxi-clav of cefuroxim. (niveau van bewijskracht III). - Voor urinaire antiseptica is er geen plaats. De minimale therapieduur wordt voorgesteld op 2 weken gezien de ernst van de infectie, het risico op chronische kolonisatie en op recidiverende urineweginfecties (niveau van bewijskracht III). Een kortere therapie (2 weken) volstaat bij milde klachten (pijn, dysurie, subfebrilitas) en bij recidiverende opstoten van prostatitis. De therapie wordt verlengd tot 4-6 weken bij: - onvoldoende regressie van de symptomen. - een eerste prostatitis bij een man met potentiële kinderwens. - In de aanwezigheid van bevorderende factoren kan de antibioticaduur worden verlengd tot 4-6 weken. - Als een controle urinekweek een persisteren van infectie aantoont (niveau van bewijskracht III). Acute prostatitis THERAPIENIVEAU 1 THERAPIENIVEAU 2 THERAPIENIVEAU 3 Eerste prostatitis zonder voorafbestaande klachten van een afvloeistoornis van de lagere urinewegen Aanbevelingen Urinecultuur vóór toediening AB Antibiotica Behandelingsduur: minimaal14 dagen, voldoende hoog gedoseerd Fluorochinolon oraal Cefuroxim oraal Cotrimoxazol bij gevoelige E-coli Amoxicilline-clavulaanzuur Controle urinecultuur 1 week na therapie - Eerste prostatitis met voorafbestaande klachten van een afvloeistoornis van de lagere urinewegen of bij de man met kinderwens - Recidiverende prostatitis - Bij onvoldoende regressie van de symptomen in therapieniveau 1 - Bij positieve controle van de urinecultuur Aanbevelingen urinecultuur vóór toediening AB Antibiotica Behandelingsduur: minimaal 4 tot 6 weken Fluorochinolon oraal Cefuroxim oraal Cotrimoxazol bij gevoelige E-coli Amoxicilline-clavulaanzuur Controle urinecultuur 1 week na therapie - Bij sepsis - Bij vermoeden prostaatabces “warm ei”of op rectaal toucher - Bij urineretentie Aanbevelingen Ziekenhuisopname Bij een eerste prostatitis zonder voorafbestaande klachten van een afvloeistoornis van de lagere urinewegen is geen algemeen urologisch bilan noodzakelijk, bij een recidief of bij voorafbestaande symptomen wel. Ten aanzien van het rectaal toucher geldt enige terughoudendheid gezien het potentiële risico op secundaire sepsis. Dit laatste vooral bij meer rigoureuze palpaties zoals een prostaatmassage. Deze laatste wordt alleen aangeraden in de diagnostiek van de chronische prostatitis.