Synthese artikel

advertisement
Risico’s, risicofactoren en kansen in de ontwikkeling
van kinderen met een gehoorstoornis.
Lien Kaes 1BaOC
1. Inleiding
2. Risico’s op diverse ontwikkelingsterreinen
3. Kansen voor optimale ontwikkeling op
diverse terreinen
4. De rol van de kinderarts
5. Samenvatting
6. Bronnen
Gehoorstoornis komt 10 -15 maal vaker voor
bij te vroeg of te licht geboren kinderen.
 Incidentie bijna even hoog als die van
Downsyndroom.
 < 3de levensjaar: taalverwerving meestal
gestoord.
 30-40% ook achterstand in ontwikkeling op
een of ander gebied.

Indeling naar ernst van gehoorverlies volgens de WHO.
Hoordrempel
Spraakverstaan
Spraakontwikkeling
Doof
Geen
restgehoor
Geen
Geen
Zeer ernstig
slechthorend
>80 dB
Geen
Geen
Ernstig
slechthorend
61-80 dB
Iets bij
schreeuwen in
het oor
Ernstig gestoord
Matig
slechthorend
41-60 dB
Bij luid spreken
op 1 meter
afstand
Matig gestoord
Mild
slechthorend
26-40 dB
Op normale
sterkte op 1
meter afstand
Licht gestoord

Communicatie
 90-95% horende ouders
 Gevolgen bij een baby met een nog niet ontdekte ernstige
gehoorstoornis:
- Missen informatie zoals emoties.
- Gebrek aan stimulering van de taal > 3e levensjaar  ernstig
achterblijven van het taalbezit. Kinderen met >60 dB 
gebarentaal.
- Ontbreken van terugkoppeling van taal via gehoor bij kinderen
met een gehoorverlies >60 dB leidt ertoe dat de
spraakontwikkeling niet op gang komt.
 Schoolprestaties



gebrekkige taalontwikkeling  achterblijven leesniveau
Minder ernstige graden van slechthorendheid  achterstand
minder
Maar onjuist verstaan van letters  ook problemen met
schrijven en lezen.
Leesniveau ook invloed op andere vakken bv. Wiskunde
 Sociale
en emotionele ontwikkeling,
gedrags- en emotionele problemen
 Slechthorende kinderen: - Spel minder gevarieerd
- Armer fantasiespel
 Sociale isolatie neemt op later leeftijd toe.
 Het risico op ernstige gedrags- en emotionele problemen is
toegenomen. (anderhalf keer vaker dan bij horende
kinderen)



Samenhangende andere stoornissen
Ongeveer de helft van de aangeboren gehoorstoornissen zijn
verworven en de andere helft erfelijk bepaald.
Ongeveer 1/3 van de erfelijk bepaalde hangen samen met
andere stoornissen.
 De
optelsom van stoornissen: 1+1>2
 het nadelig effect van verscheidene stoornissen samen de
som van de afzonderlijke delen meestal overtreft.



Gehoorrevalidatie
hoe eerder met hoorapparatuur, des te kleiner het risico op
onomkeerbare schade.
Cochleaire implantatie
 Aangepast
onderwijs
 Dovenscholen: speciale ‘klassenapparatuur’, gebarentaal en
vingerspelling.


Wanneer kinderen gescreend zijn op een stoornis kan een
verkeerd gevoel van veiligheid ontstaan  later optredende
signalen niet meer herkennen.
Kennis van de oorzaak van de gehoorstoornis is van belang
voor: - vroege diagnostiek
- behandeling
Aangeboren of op vroege leeftijd verworven
gehoorstoornissen kunnen de ontwikkeling
ernstig belemmeren.
 Kennis bij de meeste kinderartsen gering.
 Stoornissen op andere vlakken moeten ook
zo vroeg mogelijk herkend en behandeld
worden.

http://www.erasmusmc.nl/47418/3473122/775
259/763635/hier2kinderarts.gif
 http://www.revalidatiecentrumdat.be/files/im
ages/gehoor.jpg

Download