REGLEMENT VOETBAL De onderstaande regels gelden zowel voor de regionale kwalificatiewedstrijden als voor de nationale finale. PLOEGEN • Een team bestaat uit 8 spelers / speelsters en maximaal 4 reservespelers. • Meisjes mogen deelnemen. Het is echter niet verplicht om een meisje in het team te hebben. • Leeftijdsbepalingen: een leerling mag nooit in een ander jaar uitkomen dan waarin hij/zij zit. De leerling mag maximaal 1 keer zijn blijven zitten om te mogen uitkomen voor zijn/haar middelbaar jaar. o Eerste middelbaar: geboren in 2002, 2003 of later o Tweede middelbaar: geboren in 2001, 2002 of later • De wedstrijden worden gespeeld met 7 veldspelers en 1 doelverdediger. • Een wedstrijd mag niet gespeeld worden wanneer een ploeg zich aanmeldt met of herleid wordt tot minder dan 6 spelers / speelsters. SPEELVELD • De wedstrijden worden gespeeld op de helft van een normaal terrein, in de breedterichting, waarbij de begrenzingen worden gevormd door: 1. De middellijn en het doelgebied (kleine rechthoek) 2. De zijlijnen (over gans de breedte van het terrein) • Het doelgebied is een fictieve zone in een straal van 8m vanaf het midden van het doel. • Er is geen strafschop- of hoekschopgebied. DOEL • Er wordt gespeeld met officiële duiveltjesdoelen. De breedte bedraagt 5m, de hoogte bedraagt 2 meter. BAL • Er wordt gespeeld met een officiële bal maat nr. 4. WISSELS • De wissels dienen te gebeuren vanuit de neutrale zone. • De wissels gebeuren doorlopend en zijn onbeperkt. UITRUSTING • Een speler / speelster mag geen uitrusting of attributen dragen die gevaarlijk kunnen zijn voor zichtzelf of andere spelers, inclusief juwelen. • De spelers / speelsters hoeven geen speciale uitrusting te dragen. Elke ploeg krijgt een overgooier van de organisatie. • Het dragen van beenbeschermers is verplicht. Indien één van de spelers / speelsters geen beenbeschermers heeft, gelieve u op voorhand te richten tot de organisatie. • Voetbalschoenen zijn verplicht: multistuds of sportpantoffels. Het dragen van voetbalschoenen met losse studs is verboden. WEDSTRIJDDUUR • Een wedstrijd duurt 2 x 12,5 minuten zonder rust. • Na 12,5 minuten wordt er van speelhelft gewisseld. BEGIN VAN HET SPEL • Bij de start van elke speelhelft en na elk doelpunt wordt het spel gestart met een aftrap vanaf het midden van het terrein. • De tegenstrevers / tegenstreefsters moeten hierbij minstens op 8 meter staan. GELE EN RODE KAARTEN • Een speler / speelster die een gele kaart krijgt, mag verder aan het spel deelnemen. In geval hij (zij) een tweede gele kaart krijgt, wordt hij (zij) uitgesloten. De speler / speelster kan wel terug deelnemen aan de volgende wedstrijd. • Een speler / speelster die een rode kaart krijgt, wordt onmiddellijk uitgesloten van de wedstrijd en kan niet vervangen worden. Hij (zij) is ook niet speelgerechtigd voor de eerstvolgende wedstrijd van zijn / haar team. BAL IN EN UIT HET SPEL • De bal is uit het spel wanneer de bal de doellijn of zijlijn volledig overschreden heeft, over de grond of in de lucht of wanneer de scheidsrechter het spel heeft stilgelegd. • Na elke andere tijdelijke spelonderbreking dient de bal in het spel gebracht te worden door een scheidsrechterbal, waarbij de scheidsrechter de bal laat botsen op de plaats waar het spel onderbroken werd. TERUGSPEELBAL • De doelverdediger mag de bal die een medespeler hem vrijwillig toespeelt niet met de hand spelen. DOELPUNT • Er wordt een doelpunt gescoord wanneer de bal de doellijn volledig overschreden heeft. BUITENSPEL • De buitenspelregel wordt niet toegepast. VRIJSCHOPPEN • Er wordt een vrijschop toegekend wanneer er een overtreding begaan werd buiten het doelgebied. • Alle vrijschoppen worden onrechtstreeks getrapt. • Bij een vrijschop moeten de tegenstrevers / tegenstreefsters minstens op 8m van de bal staan. STRAFSCHOPPEN • Er wordt een strafschop toegekend wanneer er een overtreding begaan werd in het doelgebied. • De strafschop wordt getrapt vanop de rand van het fictieve doelgebied, ofwel 8m. INWORP • Er wordt een inworp toegekend wanneer de bal de zijlijn volledig heeft overschreden, over de grond of in de lucht. De inworp wordt gegeven vanaf de plaats waar de bal de zijlijn overschreden heeft. • De bal gaat naar de tegenpartij van de speler / speelster die de bal het laatst raakte. • Met een inworp kan je niet rechtstreeks een doelpunt scoren. DOELSCHOP • Er wordt een doelschop toegekend wanneer de bal de doellijn volledig heeft overschreden en laatst aangeraakt werd door een speler / speelster van het aanvallende team. • De doelschop wordt getrapt vanuit het fictieve doelgebied (op max. 8m van het doel). HOEKSCHOP • Er wordt een hoekschop toegekend wanneer de bal de doellijn volledig heeft overschreden en laatst aangeraakt werd door een speler / speelster van het verdedigende team. • De hoekschop wordt getrapt vanaf de hoek van het speelveld op de doellijn. De tegenstrevers / tegenstreefsters moeten op 8 meter van de bal staan. PUNTENTELLING • Poulewedstrijden o Wedstrijd gewonnen = 3 punten o Wedstrijd verloren = 0 punten o Gelijkspel = 1 punt • Indien alle poulewedstrijden zijn gepeeld en er is een gelijkstand, kijken we naar het doelsaldo (verhouding gemaakte en tegen punten). Indien daar ook een gelijkspel geldt, kijken we naar het onderlinge duel. Indien dit een gelijkspel was, wordt er geloot. • Vanaf de halve finale, geldt rechtstreekse uitschakeling o In geval van gelijkspel, krijgt elke ploeg 3 strafschoppen. o Indien er na de 3 strafschoppen nog gelijkspel is, geldt dat de eerste ploeg die een strafschop o mist (terwijl de tegenstander wel scoort) de wedstrijd verliest. De strafschop wordt getrapt vanop de rand van het fictieve doelgebied, ofwel 8 meter. De scheidsrechter kiest het doel. • In geval van forfait (niet/te laat opdagen of opgave), verliest de ploeg met 5-0. FINALE • De winnaar van elke regionale kwalificatiewedstrijd plaatst zich voor de nationale finale in het Koning Boudewijnstadion. • Het team mag bestaan uit andere spelers / speelsters dan het team van de kwalificatiewedstrijd.