Trainersbijeenkomst Rollen van de trainer/coach Didactiek Planning Trainingsopbouw Complexe oefeningen/game-like trainen Spelsystemen Coachen 1. Rollen van de trainer/coach Instructeur Begeleider Structureerder Ontwikkelaar Instructeur Instructie geven Hoe moet een techniek uitgevoerd worden Volgens welk spelsysteem/plan moet gespeeld worden Nodig Kennis van techniek, methodiek en tactiek Vaardigheden om de technieken uit te leggen en te (laten) demonstreren. Begeleider Begeleidt leerproces van spelers, waarbij je let op de persoonlijke en sociale aspecten van het leren. Je legt en onderhoudt een relatie met je spelers. Nodig Luisteren naar wat spelers bedoelen en verplaatsen in hun gedachtewereld Gedrag van spelers analyseren Oog voor dingen die zich binnen een groep kunnen afspelen Groepsprocessen hanteren Afwijken van je planning en inspelen op actuele situatie Structureerder De training moet goed en duidelijk opgebouwd zin, de methodische opbouw moet kloppen. Nodig Goed plannen, op korte en lange termijn Juiste doelen stellen en juiste trainingsvorm kiezen Ontwikkelaar Tactische oplossingen zoeken op spel van de tegenstander. Time-outs en spelerswissels gebruiken om spel naar je hand te zetten. Evaluatie of gestelde doelen zijn bereikt met wat je gedaan hebt. Nodig Kritisch ten opzichte van eigen functioneren en de groep Bewust van eigen sterke en zwakke punten Eigen deskundigheid op peil houden 2. Didactiek (Plaatje) Praatje Plaatje met de aandacht op 1 facet Daadje Observeer en corrigeer eerst de organisatie Observeer de technische uitvoering Groepscorrectie en individuele correctie Aandachtspunten 1 Geef inhoudelijke aanwijzingen Rechtstreekse feedback op de individuele of groepscorrectie Vertel of het nu wel goed gaat of wat er nog beter moet. Vraag aan de speler of hij zelf weet of het nu of wel goed ging. Aandachtpunten 2 Specifiek en duidelijk zijn Zeg niet alleen goed of fout, maar ook wat er goed of fout gaat Stimuleer veel en wees enthousiast Deel complimentjes uit als de spelers het goed doen. Veel herhalen Zorg dat de beweging in de oefening vaak herhaald wordt zodat de speler de mogelijkheid heeft om te verbeteren. Geven van correcties Eerst technische beheersing (resultaat is minder belangrijk) Belangrijkste fout zoeken Corrigeer 1 fout tegelijk Zelfreflexie stimuleren Stel vragen, laat spelers nadenken Formulier een nieuwe aanwijzing Niet zeggen, je speelt de bal te laag, maar doe je handen nog wat hoger boven je hoofd. Oefen direct na een gegeven correctie Corrigeer positief en opbouwend 3. Planning korte: microplanning Middellange: mesoplanning lange termijn: macroplanning (1 training). (x weken tot een jaar). (van 1-4 jaren). Werkvolgorde mesoplanning omschrijf de beginsituatie formuleer de doelstellingen werk de trainingen globaal uit omschrijf de evaluatiemethoden en - meetmomenten Afspraken maken Wat verwacht het team van de trainer/coach Wat verwacht de trainer/coach van het team Wat verwachten teamgenoten van elkaar Wat zijn de doelstellingen Vastleggen in teamboek Basis voor jaarplan SWOT - analyse Overzicht Analyse model Toe te passen op? Vereniging Jijzelf als trainer/coach Team Individuele speler Sterkte-zwakteanalyse uitwerken: Sterktes: ◦ ◦ ◦ Zwaktes: ◦ ◦ ◦ Waarin is verbetering nodig? Wat lukt minder goed? Welke zwakke punten zien anderen? Kansen: ◦ ◦ ◦ Wat zijn de bijzondere vaardigheden? Welke dingen lukken goed? Welke sterke punten zien anderen? Welke kansen liggen in het verschiet? Uit welke omgevingsfactoren is voordeel te halen? Waarin wordt de concurrentie/tegenstander overtroffen? Bedreigingen: ◦ ◦ ◦ Welke bedreigingen zijn realistisch? Welke omgevingsfactoren kunnen nadeel opleveren? Waarin dreigt de concurrentie/tegenstander te overtreffen? Jaarplan Doelstellingen van individuele spelers in verwerken Teamdoelstellingen in verwerken Blokken van 3 tot 5 weken met zelfde thema Elke week ander accent Week Thema 34 35 Algemeen/Balbaan 36 37 38 39 40 Onderhands/servicepass 41 42 43 44 Aanval 45 46 47 48 Blok 49 50 51 52 1 Verdediging 2 3 4 5 6 Service 7 8 9 10 Aanvals specialisaties 11 12 13 14 Verdedigings technieken en verplaatsing 15 16 17 18 Aanvalscombinaties 19 20 Tr. Accent 1 conditie/balbaan herkenning 2 conditie/balbaan herkenning 3 donditie/afstemming spelverdeler vs aanval 4 donditie/afstemming spelverdeler vs aanval 1 schouder naar oor/schouder voor knie/armen van lichaam/breed stabiel 2 nastrekking enkel/bal vroeg in de balbaan pakken 3 rechtervoet voor/pass vanuit linkerknie/linkerschouder optrekken naar oor 4 linkervoet voor/pass vanuit rechterknie/rechterschouder optrekken naar oor 5 schouderlijn achter bal/heupdraaiing links en rechts 1 pijl en boog beweging 2 bal hoog pakken/slag voor schouderlijn 3 klapbeweging/beweging afmaken 4 armzwaai en aanloop pas 1 uitgangshouding en uitgangspositie 2 verplaatsing, kruispas 3 handzetting naar binnen 1 knieen gebogen, armen los, bovenlichaam naar voren 2 achter de bal staan, schouderlijn achter de bal, schouder aan oor geen trainingen ivm kerst en oud en nieuw 3 4 5 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 lijnbeen staat voor, veld indraaien splitstep, grond aantikken, gewicht op voor positionering verdediging floatserve diepe en korte service richten van service sprongserve tipbal, tactische bal scoren via blok 3 meter aanval kijken naar verdediging tijdens aanval pancake techniek zijwaarts rollen uitgangspositie en verplaatsing naar lijn vrije netverdediging omloop bal steekbal naar buiten golf over positie 2 en 3 golf over positie 3 en 4 4. Trainingsopbouw Start training Warming up Kern 1 Kern 2 Teamspel Cooling down Afsluiting Warming up Algemene warming up Lichaam klaar maken voor de te komen inspanning Hart en bloedsomloop snelle werken om zuurstof naar de spieren te laten stromen Ademhalingsysteem sneller en dieper om meer zuurstof uit de lucht op te nemen Spiertemperatuur omhoog, zodat spieren soepeler en elastische worden Rekken/strekken Sportspecifieke warming up Bij voorkeur circulatie warming-up met bal Lage verplaatsingen Blok en aanvalssprongen Zorgen dat spieren die veel gebruikt gaan worden, goed warm zijn Kern 1 Aanleren van basis- of nieuwe technieken Oefenvormen waarbij het aanleren centraal staat Niet te hoge intensiteit Specifieke bewegingspatronen Kern 2 Verbeteren van technieken of herhalen van accenten. Oefenen en verbeteren van verschillende technieken Duidelijke relatie tot het spel (game-like) Oefenvormen met een competitie element Techniek toepassen in verschillende situaties Hoog tempo, hogere druk Teamspel Trainen van individuele vaardigheden in samenhang met elkaar. Wedstrijd gerichte oefeningen. Nabootsen van het spel in tijd, intensiteit en uitvoering Oefenvormen in volledige wedstrijdsituatie Accenten van kern 1 en/of kern 2 meenemen Cooling down Spierspanning terugbrengen Afvalstoffen afvoeren uit de spieren Lichaam geleidelijk terugbrengen in ruststand 5. Complexe oefeningen Side-out spel Service – blok en verdediging – transitie Receptie spel Service pass – set-up en aanval – aanvalsverdediging Service – service pass – setup en aanval – aanvalsverdediging – blok en verdediging – transitie 6. Spelsystemen 1-5 vs 2-6 Libero op positie 5 of 6 Spelverdeler tegenstander voor of achter Positie blok: zone blok vs blokken op de bal Plek van zone blok: rechtdoor vs diagonaal Blokken met 1 of 2 personen op positie 3 Welke midden en buiten beginnen naar SV 1 6 5 2 3 4 Rotatie 1 is wanneer sv op positie 1 staat 7. Coachen Doel: begeleiden team tijdens de wedstrijd Nodig: kennis van spelregels en individuele kracht van elke speler Middelen: Time-outs Wissels Aanwijzingen vanaf de kant (achter de 3-meterlijn) Concentratie Richt je aandacht als coach steeds weer op kern 1: Ik en mijn taak. Gedachtes als, ‘we staan achter maar horen voor te staan’, ‘de scheidsrechter is slecht’ en ‘als we niet winnen, geen ijsje’ bevorderen het spel niet. Communicatie Non-verbale en verbale communicatie Non-verbaal = Lichaamshouding Neem zelf een actieve houding aan, ga bij voorkeur staan Let op je gezichtsuitdrukkingen. Verbale communicatie Vertel alleen de dingen die ze wel moeten doen en niet de dingen die ze niet moeten doen (roze olifant), “niet” wel gebruiken in bijvoorbeeld, dat was niet een makkelijke bal ipv dat was een moeilijke bal Wees kort en krachtig Maak feedback concreet, niet: de bal moet hoger, wel: speel de bal twee meter boven de rand van het net Beloon concreet: Mooi op tijd, want over vijftien minuten begint de wedstrijd Geef feedback vooral over de inzet van de spelers: Goede rally, goed in drieën gespeeld, jullie hebben hard gewerkt. Hiervan gaan de spelers harder werken dan wanneer je zegt dat het een slim gespeelde bal was. Blijf positief, concentreer je vooral op de dingen die goed gaan en veel minder op de dingen die niet goed gaan Wissel je toonhoogte en woordkeus af, steeds hetzelfde roepen heeft geen zin.