BEROEPSPROFIEL Nederlandse Vereniging voor Zingevingstherapeuten Editie mei 2015 © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten Voorwoord Voor u ligt het beroepsprofiel voor therapeuten, counselors, coaches en consulenten van de Nederlandse Vereniging voor Zingevingstherapeuten (NeVeZi), gevestigd te Utrecht. Sinds de oprichting van de NeVeZi (2012) heeft de vereniging naast een platformfunctie de intentie te komen tot een beroepsvereniging in die zin, dat erkenning van opleidingen, klachtenbehandeling, promotie van het beroep van zingevingstherapeut en ondersteuning van haar leden bij het voeren van een praktijk deel gaan uitmaken van haar activiteiten. Opzet Voor het samenstellen van dit beroepsprofiel is aansluiting gezocht bij de leidraad 'Raamwerk Beroepsprofiel' van het CBO (Centraal BegeleidingsOrgaan voor de intercollegiale toetsing), een 'Modelproduct van OKAB' (Ondersteuning Kwaliteitszorg Alternatieve Behandelwijzen). Definitie Dit profiel dient als een instrument voor de beroepsgroep van zingevingstherapeuten die zijn aangesloten bij de NeVeZi, a. teneinde de kwaliteit en de positie van het beroep en de uitoefening daarvan te bevorderen en te bewaken. b. teneinde het opleidingsniveau van de leden te bewaken aan de hand van de beroepstaken die in het profiel worden vermeld. Intentie Dit beroepsprofiel is geen afgerond geheel, in die zin dat door voortschrijdend inzicht bepaalde definities en omschrijvingen in de toekomst kunnen worden aangepast. De intentie waarmee het profiel is samengesteld heeft betrekking op een continu proces van bewaking en bevordering van kwaliteiten die de zingevingstherapeut nodig heeft bij de uitoefening van het beroep. Inherent daaraan is dat tussentijdse bijstellingen noodzakelijk zullen zijn. © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten Inleiding Aanleiding Na de oprichting van de NeVeZi in 2012 werd door het bestuur aan de totstandkoming van een beroepsprofiel een hoge prioriteit gegeven. Naar aanleiding daarvan werd tijdens de jaarvergadering in 2013 de in het voorwoord vermelde werkgroep in het leven geroepen. Gelet op de relatieve onbekendheid in de samenleving met het vakgebied van de zingevingtherapie, was het niet alleen van belang het beroep in commerciële zin in de markt te zetten, maar werd het ook de hoogste tijd om voor de therapeuten, counselors, coaches en consulenten die zich met zingeving bezighouden, de gemeenschappelijke uitgangspunten, kaders en taakgebieden te preciseren. Kortom, er was behoefte aan een nauwkeurige beschrijving van de vakinhoudelijke aspecten waarmee de zingevingstherapeut zich onderscheidt van andere beroepen in de geestelijke gezondheidszorg, hetzij die in de reguliere en hetzij die in de complementaire zorg. Ontwikkeling Dit beroepsprofiel is het resultaat van een proces van overleg, afstemming en evaluatie gedurende een aantal sessies. Het valideren van het profiel is gebeurd op basis van afstemming op het beroepsprofiel van een inmiddels opgeheven vereniging waarvan de leden eveneens op het psychosociale vlak werkzaam waren, te weten de 'Vereniging voor Geestelijk Werkers Albert Camus'. De validering zal uiteindelijk worden geëffectueerd door instemming van de leden conform de toepasselijke regelgeving in de statuten van de NeVeZi. Het valideringsbeginsel behelst echter een continu proces, omdat het profiel op grond van voortschrijdend inzicht voortdurend kan worden bijgesteld. Doel Het doel van het profiel is drieërlei: a De kwaliteit en positie van het beroep en de uitoefening daarvan bevorderen en bewaken. b. Meer bekendheid geven aan zingevingstherapeut als beroep. c. Het opleidingsniveau van de leden bewaken aan de hand van de beroepstaken die in het profiel worden vermeld. d. Het bewaken van de uniciteit van het beroep zingevingstherapeut in ideële zin, welke tot uitdrukking komt in de definitie van het beroep en de taakvelden van de zingevingstherapeut. Status De status van het profiel in deze vorm is voorlopig. Het beroepsprofiel zal na instemming van de leden weliswaar in beginsel van kracht zijn voor deze leden, maar daar tegenover staat dat gewijzigde inzichten en wellicht ontwikkelingen ten aanzien van het vakgebied, in de toekomst ertoe kunnen leiden dat het profiel moet worden bijgesteld. © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten Tevens is niet uitgesloten dat te zijner tijd het beroepsprofiel zal worden uitgebreid tot een beroepsstandaard, bijvoorbeeld door samenvoeging met het klachtreglement of door toevoeging van een beroepscode en specifieke opleidingseisen. Verantwoording Er is gekozen voor een indeling conform de aanbeveling van het CBO, 'Raamwerk Beroepsprofiel', omdat dit specifiek ontwikkeld is voor beroepen in de complementaire zorg. Daarmee voldoet het profiel impliciet aan een indeling waar van overheidswege een voorkeur naar uitgaat. Opbouw Het beroepsprofiel is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1 1. Definitie zingevingstherapeut 2. Zingeving en spiritualiteit Vier dimensies van zingeving en spiritualiteit 1. fysiek 2. mentaal 3. sociaal 4. spiritueel 3. Begripsbepalingen Zingeving Spiritualiteit Transcendentie Religie 4. Mensvisie, mensbeeld Kernwaarden 5. Functie-eisen 6. Functie-inhoud 7. Taakopvatting 8. Plaatsbepaling in de (geestelijke) gezondheidszorg Hoofdstuk 2 1. Verlenen van zorg Entreetaken Taken met betrekking tot anamnese en diagnose Diagnosefase Opstellen behandelplan Uitvoering behandelplan Evaluatie en afsluiting therapie 2. Samenwerken met ander zorgverleners 3. Beheren 4. Evalueren van beroepsmatig handelen 5. Ontwikkeling van individuele kennis en kunde © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten Hoofdstuk 1 1. Definitie van het beroep van zingevingstherapeut: Het primaire referentiekader van de zingevingstherapeut kenmerkt zich door therapeutische vaardigheden op psychosociale basis, een godsdienstwetenschappelijke en filosofische kennis, een religieuze levensvisie en inzicht in de fenomenologie van bijzondere, menselijke ervaringen met perceptie op spiritualiteit en oriëntering op het transcendente. De zingevingstherapeut ontleent zijn competentie aan psychologische, parapsychologische, filosofische en religieuze referentiekaders. (Definitie zingevingstherapeut - drs. H. Boswinkel.) 2. Zingeving en spiritualiteit Zingeving en spiritualiteit spelen zich beide af binnen vier dimensies: 1. In de fysieke dimensie wordt gekeken naar mogelijke relaties tussen fysieke klachten en daarbij passende bewustwordingsprocessen. Het lichaam is niet louter een fysiologisch-somatisch gegeven, maar veeleer de unieke presentie van wie iemand is als persoon met een eigen innerlijke wereld. 2. In de mentale dimensie kunnen verstoringen van de psychische ontwikkeling tot uitdrukking komen waardoor angst, vreugde of verdriet de overhand hebben en keuzes niet meer vrij worden gemaakt. 3. In de sociale dimensie gaat het om de context waarin men leeft met de bijbehorende structuren en overtuigingen. Zingevingsvragen hebben betrekking op individuele waarden en normen en op het uidrukken van de persoonlijke levensvisie. 4. In de spirituele dimensie gaat het om het verwerkelijken van het unieke levensdoel waarbij inspiratiebronnen als beelden, symbolen, poëzie, muziek, gebed, ritueel, natuur etc. motiverend zijn. 3. Begripsbepalingen: -Zingeving Met zingeving wordt bedoeld het continue proces waarin ieder mens, in interactie met zijn omgeving, betekenis geeft aan zijn leven. Bij het individuele proces van zingeving en zinervaring kunnen religie en levensbeschouwing een wezenlijke rol spelen. Het vermogen tot adequate zingeving bepaalt mede het geestelijk welbevinden. In allerlei situaties kan dit vermogen op de proef gesteld worden, waarbij wezenlijke vragen opkomen en gevoelens van verbijstering, verdriet, angst, woede, machteloosheid en wanhoop ontstaan. Het verdwijnen van © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten autonomie, het verlies van de eigen rol, van relaties en van sociale vaardigheden kunnen eenzaamheid veroorzaken. Het Godsbeeld en mensbeeld kan daarbij veranderen. Verlies van levenskracht en levensmotivatie kan zich voordoen. De zingevingstherapeut heeft een begeleidende en hulpverlenende taak bij het zingevende en spirituele ontwikkelingsproces van cliënten. Doel van een praktijk voor zingeving en spiritualiteit is het bevorderen van het geestelijk welbevinden van de cliënt. Dit welbevinden betreft de totaliteit van het mens-zijn, immers zingeving voltrekt zich doorgaans niet in de afzondering van veilige spirituele milieus, maar voornamelijk te midden van het dagelijks leven met zijn vele vragen. Zingevingsvragen zijn levensvragen ofwel existentiële vragen. Het zijn doorgaans ook 'trage vragen', omdat het hierbij vaak gaat om een proces van voortschrijdend (zelf)inzicht. Dit moet gezien worden in het licht van het gehele complex van relaties die de cliënt heeft. Dat wil zeggen de relaties met zijn omgeving, met de gebeurtenissen in zijn leven, met zijn wortels, met zijn bestemming en niet in de laatste plaats met zichzelf. -Spiritualiteit Het begrip spiritualiteit verwijst naar processen van innerlijke omvorming. Spiritualiteit laat zich omschrijven aan de hand van termen als bezieling, transcendentie, verbondenheid en verdieping. De behoefte aan een spirituele invulling van het leven treft men niet alleen aan bij mensen die een bepaalde religie aanhangen. Het gaat immers om alle mogelijke – zowel godsdienstige als andere levensbeschouwelijke – bronnen van inspiratie. Spiritualiteit heeft invloed op het hele bestaan en heeft meer te maken met een levenshouding dan met een af te bakenen levensgebied. Het begrip heeft niet een statisch maar dynamisch karakter. Als zodanig raakt spiritualiteit sterk aan vragen van zingeving en zinervaring. Hoe men de verhouding tussen spiritualiteit en zingeving/zinervaring ziet, is afhankelijk van het individuele of collectieve verstaanskader, de levensbeschouwelijke context -Transcendentie Transcendentie is een theologisch en filosofisch begrip. Letterlijke betekenis is: datgene wat buiten het zintuiglijk waarneembare ligt, wat buiten het alledaagse treedt. Transcendentie heeft te maken met een bewustzijnservaring die de dagelijkse werkelijkheid overstijgt zoals dat het geval is bij een buiten- of bovenzintuiglijke ervaring. © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten -Religie Onder religie (religare is Latijn voor verbinden) wordt gewoonlijk één van de vele vormen van zingeving verstaan, oftewel het zoeken naar betekenisvolle verbindingen, waarbij meestal een hogere macht (opperwezen, god, het al, eindeloos bewustzijn) centraal staat. In bredere zin duidt het woord 'religie' op een meer algemene vorm van spiritualiteit. Het gaat daarbij om gevoelens, gedachten met betrekking tot de zin van het leven in relatie tot (manifestaties van) een macht, een beginsel of essentie die (soms bewust) niet nader is gedefinieerd. Het religieuze is niet iets onpersoonlijks, maar veeleer een persoonlijk ervaringsgegeven, dat om eigen beleving, verwerking en groei vraagt. De zingevingstherapeut heeft een interreligieuze visie met een open houding naar verschillende levensbeschouwelijke stromingen. 4. Mensvisie, mensbeeld De zingevingstherapeut hanteert een holistisch mensbeeld. Essentieel is dat de zingevingstherapeut ontvankelijk is voor wat hij/zij ziet en op hem/haar toekomt; dat er in de therapeutische relatie ruimte gecreëerd wordt voor wat er met de cliënt als persoon op unieke wijze gebeurt in het hier-en-nu en dat de zingevingstherapeut zo aandachtig zal zijn dat de cliënt de mogelijkheid ontdekt om van binnenuit betekenis te geven aan zijn of haar leven. De zingevingstherapeut werkt vanuit de intentie een vrije ruimte voor de cliënt te creëren: zoveel mogelijk ontdaan van beïnvloeding van de eigen invulling over wat 'goed' is voor de cliënt. Het gaat om het basisbesef van niet-weten en een ontvankelijke instelling die beoogt dat de cliënt de beste expert is van zijn/haar eigen leven. Om voldoende openheid aan de dag te leggen voor spirituele en religieuze thema’s dient de therapeut te beschikken over een bepaalde grondhouding. Met name: de empathische aandacht voor de hele persoon van de cliënt. Dit behelst een empathie vanuit de bereidheid tot diepgaand contact in het licht van de therapeutische relatie. Het is een grondhouding van waaruit men als reisgenoot binnen het therapeutisch traject open staat voor de persoon in de rijkdom van zijn eigen mogelijkheden. De zingevingstherapeut geeft ruimte voor de eigenheid en ‘het andere’ van de ander. De kernwaarden ten aanzien van de visie op het mens-zijn van de cliënt, en waarin de zingevingtherapie zich wezenlijk onderscheidt van andere beroepsgroepen in de (geestelijke) gezondheidszorg, laten zich als volgt formuleren: 1. De mens is in de kern bewustzijn. 2. Een zielsprincipe maakt deel uit van de menselijke hoedanigheid. 3. In de stroom van het leven wil de mens aan zijn bestemming, zijn authenticiteit, raken. © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten Het besef van deze waarden is bepalend voor de hulpverlening die de zingevingstherapeut aan zijn cliënt verleent, ongeacht welke methodiek hij/zij daarbij hanteert. Uitgangspunt hierbij is de belevingswereld van de cliënt welke niet noodzakelijkerwijs dezelfde hoeft te zijn als die van de therapeut. Cruciaal is dat de gehanteerde methodiek op basis van een of meerdere kernwaarden ertoe kan leiden dat de verleende hulp effectief is. Dat wil zeggen, dat de cliënt daardoor meer innerlijke vrijheid en vrede gaat ervaren. 5. Functie-eisen De zingevingstherapeut dient de opleiding Zingeving & Spiritualiteit aan de Hogeschool Geesteswetenschappen Utrecht (HGU) te hebben gevolgd en voltooid, dan wel een gelijkwaardige opleiding gericht op levensbeschouwing en of geestelijke begeleiding. De zingevingstherapeut dient zich te ontwikkelen door bij- en nascholing op het gebied van zingeving, spiritualiteit en geestelijke begeleiding. Om aangesloten te zijn bij de NeVeZi, is het noodzakelijk om na- en bijscholing te volgen om op deze wijze professionaliteit op peil te houden. De NeVeZi biedt ondersteuning en begeleiding die gericht is op de ontwikkeling van de eigen veerkracht. Supervisie en/of intervisie is noodzakelijk om zelfreflectie te bevorderen en vrij te blijven van routinematig handelen. Het gaat om het uitzuiveren van de grondhouding van de therapeut, om zo én scherp én veerkrachtig te blijven in de uitoefening van het vak. 6. Functie-inhoud In de uitoefening van een praktijk ligt de focus op het proces van zingeving en spiritualiteit van de cliënt. Hierin is het belangrijk oog te hebben voor de weg die de cliënt aflegt in het leven en voor zijn of haar groei in zin- en waardenbeleving. Het uitgangspunt is dat de zingevingstherapeut als zorgverlener binnen de therapeutische relatie de zinbeleving van de cliënt kan stimuleren. Er dient een therapeutische relatie opgebouwd te worden door met een open blik waar te nemen wat zich in het hier-en-nu voltrekt. Essentieel daarbij is het samen met de cliënt op zoek gaan naar verheldering over de weg die het best kan worden ingeslagen. Het geheel van de gedeelde ervaringen krijgt dan het karakter van een zoektocht naar waarheid die samen ontdekt wordt. Dit heeft ook te maken met © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten een value-based behandeling, waarbij de zingevingstherapeut ontvankelijk is voor de waarden die in het geding zijn en deze bespreekbaar maakt. De zingevingstherapeut geeft begeleiding wanneer in de dagelijkse ervaringen zin en betekenis hun vanzelfsprekendheid hebben verloren en zingevingsvragen aan de orde komen. In dat geval zal inhoudelijke ondersteuning en aandachtige presentie van belang zijn, die zich richten op erkenning en bevestiging van waarden en levensbeschouwelijke overtuigingen, maar ook het onderzoeken daarvan. De praktijkuitoefening vindt plaats op grond van een diagnostische, hermeneutische en therapeutische competentie. Alles wat bij een zingevingstherapeut aan de orde komt is vertrouwelijk en zal als zodanig behandeld worden. 7. Taakopvatting -Houdingsaspecten Het onvoorwaardelijk actief luisteren; Een staat van tegenwoordigheid aan de dag leggen; Het respectvol ordenen van zingeving- en levensvragen; Het ontvankelijk zijn voor ethische vragen; Het gezamenlijk met de cliënt op zoek, op weg gaan naar verheldering van de zin van zijn/haar persoonlijk bestaan. -Aandachtsgebieden Begeleiding rondom identiteitsvragen en existentiële vragen; Begeleiding bij stress; Begeleiding van rouw en verlies; Begeleiding bij scharniermomenten in het leven - het verlies van een baan; - puberteit, overgang; - arbeidsongeschiktheid; - gezondheidsproblemen, zoals een chronische ziekte; Begeleiding van leerlingen en studenten bij het maken van een keuze (school/onderwijs), bij het accepteren van het onvermogen ten aanzien van de mogelijkheden; Begeleiding bij het handhaven en/of re-integreren in de samenleving van (ex-)gedetineerden, (ex-)verslaafden of (ex-)psychiatrische patiënten; Begeleiden van een relatie; Begeleiding om nieuwe rituelen te creëren, om steunpunten te ervaren in het dagelijks bestaan; Begeleiding bij het zoeken naar een uitingsvorm wanneer gevoelens, emoties en zielenpijn niet zo maar in woorden zijn uit te drukken. © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten Hierbij kan gedacht worden aan: muziek; een wandeling; tekenen; schilderen; boetseren; biografisch schrijven; meditatie en dergelijke. Er zijn steeds verschillende vormen mogelijk, zowel in een groep als individueel. Een workshop of lezing kan ook deel uitmaken van de taken van een zingevingstherapeut. 8. Plaatsbepaling in de (geestelijke) gezondheidszorg De zingevingstherapeut kan ondermeer als volgt inzetbaar zijn: - in een zelfstandige praktijk; - in een maatschap of ander samenwerkingsverband met collega's; - in een ziekenhuis; - in een hospice; - in uitvaartcentra; - in een verpleeg- en woonzorginstelling; - in de revalidatiezorg; - in de verslavingszorg; - in de gehandicaptenzorg (verstandelijke en lichamelijke alsmede hun naasten); - in inrichtingen van Justitie zoals Huis van bewaring; Jeugdinrichting; TBSinstelling; - bij de politie; ambulance en brandweer inzake hulp aan personeel of slachtoffers; - in het onderwijs; - in sociaal/maatschappelijke instellingen zoals Slachtofferhulp of Humanitas Hoofdstuk 2 1. Verlenen van zorg - Entreetaken Onder entreetaken worden alle taken verstaan, die dienen te worden gerealiseerd om een adequate toegang tot de therapie te waarborgen voor individuele cliënten en anderen. De therapeut dient (schriftelijk) informatie te geven aan de cliënt over de organisatie van de praktijk zoals openingstijden, tijden voor een telefonisch spreekuur en bereikbaarheid. Tijdens het eerste (telefonische) contact dient de therapeut de toekomstige cliënt op de hoogte te stellen van de duur van het consult, het tarief van het consult en van de eventuele vergoeding van de zorgverzekeraar. De therapeut stelt de cliënt op de hoogte van het feit dat er een klachtenregeling bestaat. © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten Bij het eerste contact is het de taak van de therapeut: - open te staan voor de zorgvraag, ongeacht de leeftijd, sociale en economische status, opleiding, cultuur, ras, sekse, levensovertuiging en levensfase van de doelgroep of de aard van de problematiek; - de cliënt informatie en inzicht te geven over de mogelijkheden van de therapie en de hulp die van daaruit geboden kan worden. De informatie dient gerelateerd te zijn aan de cliënt en diens hulpvraag; - voor doorverwijzing zorg te dragen indien de therapeut voorziet dat er onvoldoende adequate hulp geboden kan worden door de therapeut zelf; - niet meer hulp te bieden dan welke hij op verantwoorde wijze met zorg en aandacht kan behandelen; - open te staan en bereid te zijn tot overleg met hulpverleners uit andere disciplines en andere takken van zorg. - Taken met betrekking tot anamnese en diagnose Onder taken met betrekking tot anamnese en diagnose worden alle taken verstaan die zorgen voor verheldering van het totaalbeeld van symptomen van de cliënt op fysiek, mentaal, sociaal en spiritueel gebied. De medische diagnose is evenwel voorbehouden aan een arts. Anamnesefase Het taakgebied van de therapeut met betrekking tot de anamnesefase: - onderzoeken waar de essentie ligt in de hulpvraag van de cliënt en inventariseren welke behoeften hij heeft; - risicodragende situaties herkennen die specialistische medische zorg vereisen en in deze situaties de cliënt onverwijld doorverwijzen; - hulpvragen die naar het inzicht van de therapeut niet volgens de principes van de therapie behandeld kunnen worden herkennen en zo nodig de cliënt doorverwijzen. - waarde hechten aan de relatie cliënt-therapeut. De therapeut zal aandacht dienen te schenken aan communicatieve processen, projectiemechanismen, gelijkwaardigheid, vertrouwensrelatie, respect en openheid alsmede het beroepsgeheim; - vragen naar medicijngebruik, ook zelfzorg, en de diagnose van eerder bezochte hulpverleners; - observatie/vaststelling van symptomen die zich uiten op het fysieke, mentale, sociale of spirituele vlak, hieronder vallen ook non-verbale signalen; - biografische anamnese; - zoeken naar de essentie van de hulpvraag van de cliënt, de kern van de © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten verstoring op fysiek, mentaal, spiritueel gebied. Diagnosefase Met de diagnosefase wordt bedoeld het proces waarin de therapeut zijn conclusies trekt. Het taakgebied van de therapeut met betrekking tot deze fase betreft: - Het onderzoek uitsluitend te richten op het verkrijgen van gegevens voor de te geven behandeling; - Bij het verstrekken van informatie over de bevindingen aan de cliënt de nodige zorgvuldigheid betrachten; - In staat zijn om de vergaarde informatie te herkennen als kwesties uit de fysieke, mentale, sociale of spirituele dimensie. - Opstellen behandelplan De taken van de therapeut hierin zijn: a. een gefaseerd behandelplan opstellen, in overleg met de cliënt en rekening houdend met de mogelijkheden van de cliënt en diens omgeving; Een behandelplan houdt in: - het vinden van de bij de cliënt passende behandelmethode, aansluitend bij de essentie van de problematiek van de cliënt. - prioriteiten stellen in het behandelplan van de cliënt. - een behandelmethode toepassen die de cliënt ondersteunt, stimuleert of aanzet op een zodanige wijze dat deze in een balanssituatie komt waardoor hij zich verder kan ontwikkelen. - het behandelplan op te zetten vanuit de holistische benadering van de mens en de hulpvraag die de cliënt heeft. - de cliënt inzicht te verschaffen in de therapie zelf, de methoden, de reacties en de vooruitzichten. - de zelfstandigheid van de cliënt bevorderen, zodat afhankelijkheid van de therapie of therapeut wordt voorkomen. b. kennis hebben van de grenzen van de therapie en weten wanneer doorverwijzen naar of samenwerken met andere hulpverleners noodzakelijk is; c. aan de hand van de reacties op de behandeling het behandelplan bijstellen. © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten - Uitvoering behandelplan De therapeut werkt, zowel kort- als langdurig, aan het bevorderen van het welbevinden van de cliënt. - Het begeleidingsproces wordt vastgesteld in overleg met de cliënt. - Het doel is positief gesteld. - Het doel is toetsbaar en wordt daartoe concreet geformuleerd. - Het doel is haalbaar in die zin dat het in principe binnen de mogelijkheden van de cliënt ligt of daarbinnen kan worden gebracht. - Het bereiken van het doel mag geen onacceptabele neveneffecten voor de cliënt en eventuele derden met zich meebrengen. - Evaluatie en afsluiting therapie Het is de taak van de therapeut: - het behandelplan steeds binnen de behandeling kritisch te bezien en zo nodig bij te stellen; - zo nodig tussentijds en alleen na schriftelijke toestemming van de cliënt overleg te voeren met de eventuele verwijzer; - persoonlijke ervaringen van de cliënt ten aanzien van de therapie te inventariseren en te betrekken in het behandelplan; - het eindresultaat van de therapie te evalueren met de cliënt; - door middel van evaluatie van de therapie inzicht te krijgen in eigen therapeutisch handelen. 2. Samenwerken met andere zorgverleners Indien de cliënt schriftelijke toestemming geeft kan er tijdens de behandeling overlegd worden met andere zorgverleners. 3. Gegevensbeheer De intakegegevens en de behandelverslagen van de cliënt moeten duidelijk worden geregistreerd in verband met doorverwijzing en waarneming. Deze gegevens dienen bewaard te worden op een dusdanige wijze dat derden geen toegang kunnen krijgen tot de gegevens, ook niet wanneer een digitale opslag van de gegevens wordt toegepast. 4. Evalueren van beroepsmatig handelen De therapeut dient een bijdrage te leveren aan het opzetten en uitvoeren van evaluaties ten behoeve van het beroepsmatig handelen, te denken valt aan intercollegiale toetsing, intervisie en supervisie. © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten 5. Ontwikkeling van individuele kennis en kunde De zingevingstherapeut dient zich bezig te houden met de verdere inhoudelijke ontwikkeling van zijn vakuitoefening, bijvoorbeeld door middel van het publiceren in vakbladen, het organiseren van studiebijeenkomsten en het bijwonen van symposia en congressen en dergelijke. © Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten