FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Vakgroep Communicatiewetenschappen Prof. Anne De Paepe Rector Universiteit Gent Rectoraat Sint-Pietersnieuwstraat 25 9000 GENT uw kenmerk ons kenmerk datum 17-01-2017 contactpersoon Jan Van Looy e-mail [email protected] tel. en fax T +32 9 264 84 76 F +32 9 264 69 92 Geachte rector, Graag zou ik hierbij, aansluitend bij mijn eerder schrijven van 24 augustus 2016, een tweede bezwaarschrift willen indienen, ditmaal tegen de beslissing van de facultaire selectiecommissie BOF ZAP: Nieuwe Communicatietechnologieën zoals beschreven in het verslag van de Faculteitsraad Politieke en Sociale Wetenschappen van 7 december 2016. De door de commissie ontwikkelde redenering om te kiezen voor dr. Evens is op geen enkele manier hard te maken en wijst op partijdigheid. Dit feit en verschillende andere voorvallen in het voorbije half jaar wijzen erop dat de selectieprocedure van in het begin werd gemanipuleerd opdat het mandaat naar voornoemde kandidaat zou gaan. Dit komt neer op kwade wil en wijst op machtsmisbruik. Ik zou dan ook de universitaire overheid willen verzoeken om een onderzoek in te stellen en gepaste maatregelen te nemen. Vorig jaar in juni deelde Prof. Verdegem mee dat hij zijn mandaat als tenure track docent met hoofdzakelijk onderzoeksopdracht binnen het veld van nieuwe communicatietechnologieën vroegtijdig zou stopzetten. Zoals reeds aangekaart in mijn bezwaarschrift van 24 augustus werd hierop een vacature uitgeschreven zonder primaire focus op onderzoek ondanks het feit dat het een primair onderzoeksmandaat betrof en dat de onderzoeksvisitatie het belang had aangegeven van versterking van de proffengeleding voor dit deelgebied. Daarnaast werd ook het expertisedomein verlegd naar ‘politieke economie van de media-industrieën’ dat een specifieke niche vormt die buiten het veld van nieuwe communicatietechnologieën ligt. Tot slot wees deze keuze op vooringenomenheid ten aanzien van een specifiek intern persoonlijk profiel, namelijk dat van dr. Evens die gespecialiseerd is in dit onderwerp, wat geïllustreerd kan worden aan de hand van de ondertitel van zijn proefschrift: ‘a political economy analysis of power balances in broadcasting markets’. Bovendien werd op de vakgroepvergadering van 22 juni aangekondigd dat Prof. Karen Donders van VUB als extern jurylid zou fungeren, een ex-collega van dr. Evens waarmee hij 12 gemeenschappelijke publicaties heeft. Prof. Donders werd uiteindelijk vervangen door Prof. Loisen, een naaste medewerker van Prof. Donders waar dr. Evens eveneens herhaaldelijk mee heeft samengewerkt toen hij aan VUB verbonden was en daarnaast. Toen ik de vakgroepvoorzitter tijdens een persoonlijk onderhoud op 16 augustus met deze feiten confronteerde en vroeg waarom het profiel niet breed werd gehouden in overeenstemming met het te vervangen mandaat, gaf zij aan dat zij het niet apprecieerde dat ik dit aankaartte, dat zij andere plannen had met dit mandaat, en dat, zelfs als de vacaturebeschrijving nog opnieuw verbreed zou worden onder druk van “het rectoraat”, ik toch beter niet zou solliciteren aangezien ik toch maar gefrustreerd zou achterblijven. Zij suggereerde ook dat, als ik dit zou op hoger niveau zou aankaarten het beleidsplan van Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen – Vakgroep Communicatiewetenschappen Korte Meer 7-9-11, B-9000 Gent www.UGent.be de vakgroep in mijn nadeel aangepast zou worden zodat digital entertainment niet langer vermeld zou worden als prioritair vakgebied voor toekomstige tenure track mandaten, iets dat op de daaropvolgende vakgroepvergadering van 28 september naar aanleiding van mijn schrijven inderdaad gebeurde. Dit is deontologisch niet verantwoordbaar en kan gezien worden als een vorm van chantage om collega’s met een tijdelijk mandaat onder controle te houden wat neerkomt op machtsmisbruik. Dit gesprek heeft mij doen besluiten dat de huidige gang van zaken binnen de Vakgroep Communicatiewetenschappen voor mij onaanvaardbaar is en heeft mij ertoe bewogen om u op 24 augustus een bezwaarschrift te sturen om te vragen om de voorgestelde profieltekst niet goed te keuren en om een brede vacature uit te schrijven. Aan deze vraag werd tegemoet gekomen en de profieltekst werd aangepast. In datzelfde schrijven vroeg ik om erop toe te zien dat er een onafhankelijke en onpartijdige selectiecommissie zou worden samengesteld. Hieraan werd helaas niet tegemoet gekomen met een partijdige selectieprocedure tot gevolg. In het verslag van de beraadslaging en beslissing tot ranking zoals opgenomen in het verslag van de Faculteitsraad Politieke en Sociale Wetenschappen van 7 december 2016 worden volgende argumenten aangedragen om de rangschikking te verantwoorden. Ten eerste geeft Prof. Loisen, die zelf niet actief is binnen het domein van nieuwe communicatietechnologieën maar wel dat van politieke economie en die zoals gezegd al herhaaldelijk met dr. Evens samenwerkte, aan dat diens expertise breder inzetbaar is in het curriculum van de communicatiewetenschappen. Het gaat hier echter om een mandaat gericht op onderzoek en niet op onderwijs dus een argumentatie om voor een kandidaat te kiezen zou excellentie en impact van onderzoek in overweging moeten nemen, niet inzetbaarheid in de opleiding. Vervolgens vraagt Prof. Loisen zich af waarom mogelijkheden tot samenwerking in mijn dossier tot op heden slechts zeer beperkt zijn gerealiseerd. Ik begrijp dat Prof. Loisen de samenwerking van hemzelf en zijn collega’s met dr. Evens op prijs stelt maar hoe dit een indicatie van onderzoeksexcellentie is minder duidelijk. Bovendien is het zo dat ik op dagelijkse basis met ingenieurs en bedrijven en collega’s uit binnen en buitenland samenwerk en een substantieel deel van mijn publicaties interdisciplinair en met internationale collega’s zijn dus dit argument houdt op geen enkele manier steek. Vervolgens beweert Prof. Van Houtte dat ik “slechts in een miniem aandeel van de publicaties eerste of laatste auteur” ben. Ik ben van 16 van mijn 23 A1, 8 van 13 A2 en 11 van 12 B2 publicaties eerste of laatste auteur. Hoe is dit een miniem deel? Prof. Reynaert verwijst vervolgens naar twee internationale boekpublicaties van dr. Evens. Ik begrijp dat hier waarde aan wordt gehecht maar waarom wordt er niet naar de kwaliteit en impact van tijdschriftpublicaties gekeken? Boeken worden nauwelijks nog gelezen of geciteerd, ook in de communicatiewetenschappen. Zij gaan doorgaans ook niet door rigide peer review. Als ik de publicaties van dr. Evens en mezelf van de laatste vijf jaar uit biblio trek, vind ik voor mij 44 relevante publicaties en voor dr. Evens 26 (zie bijlage voor meer details). Wanneer ik hiervoor de waarde bereken volgens de universitaire sleutel van 2010 kom ik voor mij aan 82 punten, bijna tweeëneenhalf keer zo veel als de 34,5 punten van dr. Evens. Voor mij vind ik 21 A1 publicaties terug waarvan 12 eerste kwartiel. Voor dr. Evens vind ik 7 A1 publicaties waarvan slechts 1 eerste kwartiel. Die laatste is ook de enige publicatie in een journal met een impact factor hoger dan 1,13 terwijl 19 van de 21 artikelen in mijn geval in tijdschriften zijn gepubliceerd met een hogere impactfactor. 13 hebben zelfs een hogere impact factor dan 2 waaronder één publicatie in het gerenommeerde tijdschrift Information Sciences (IF: 4,038) en een ander dat bij mijn weten de enige publicatie van een UGent onderzoeker ooit is in het belangrijkste tijdschrift binnen het vakgebied communicatiewetenschappen: Journal of Communication (IF: 3,16). Tot slot wordt kort stilgestaan bij projectacquisitie waarbij wordt erkend dat ik duidelijk beter scoor. Ik werk sinds 2008 aan de UGent waarbij ik mezelf financier op projecten behalve 10% ZAP sinds 2012. In die periode heb ik meer dan 3,3 miljoen aan externe onderzoeksmiddelen aangetrokken en daarnaast drie doctoraatsbeurzen en een postdoc beurs. Hiervan wordt in het verslag geen melding gemaakt. Wel worden er niet minder dan zes lijnen gebruikt om uit te leggen waarom dr. Evens, die overigens ook al tien jaar onderzoeker is aan de UGent, hierop minder scoort en dat hij wel duidelijke plannen heeft om 2 Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen – Vakgroep Communicatiewetenschappen Korte Meer 7-9-11, B-9000 Gent www.UGent.be fondsen aan te trekken. Over het feit dat ik drie succesvolle doctoraten heb afgeleverd en momenteel drie doctoraatstudenten en twee postdocs begeleid wordt opnieuw niets gezegd. Tot slot wordt op geen enkel moment gekeken naar de scope van het onderzoeksvoorstel en hoe die aansluit bij de vacature. Dr. Evens is een media-econoom die de machtsrelaties bestudeerd tussen stakeholders binnen de traditionele media-industrie. Dit stemt niet overeen met het geadverteerde veld, nl. dat van nieuwe communicatietechnologieën. Tot slot vind ik het moeilijk om mijn graad van verontwaardiging en gevoel van onmacht onder woorden te brengen over wat er de voorbije weken is gebeurd. In het vorige bezwaarschrift van 24/8 maakte ik melding van het feit dat de vacaturetekst niet werd gecommuniceerd binnen de vakgroep ondanks het feit dat hij officieel was goedgekeurd op de Vakgroepraad. Het was dan ook pas na een persoonlijk onderhoud met de Vakgroepvoorzitter dat de tekst mij werd toegestuurd. Ondertussen was de tekst al goedgekeurd door de Faculteits- en Onderzoeksraad waardoor ik gedwongen was om aan u een brief te richten, iets dat ik niet geacht werd te durven ondernemen. Ditmaal, waarschijnlijk het vorige schrijven indachtig, werd het verslag van de Faculteitsraad effectief achtergehouden tot het bestuurscollege de toekenning aan dr. Evens had bekrachtigd. Op die manier kon ik immers niet tijdig een gemotiveerd bezwaarschrift zoals dit schrijven aan het dossier laten toevoegen. Zoals vermeld, vond op 7 december de Faculteitsraad plaats. Normaal gezien worden een goeie week later de notulen op Sharepoint geplaatst zodat betrokkenen inzage hebben en tegen de volgende vergadering eventuele opmerkingen kunnen formuleren waarop het verslag van de vorige vergadering kan worden goedgekeurd. Aangezien op 20 december nog altijd geen verslag was verschenen, stuurde ik een mail naar de decaan met de vraag of ik inzage kon krijgen. Hij antwoordde diezelfde dag letterlijk: “Ik vraag aan Wim om jou dit door te sturen. Wim is echter vandaag met verlof.” Toen ik Wim Defoort de volgende dag herinnerde aan mijn vraag werd mij botweg meegedeeld dat er geen tussentijdse rapportering voorzien was naar de kandidaten toe. Toen ik hem er opmerkzaam op maakte dat het hier gewoon het verslag van de Faculteitsraad betrof waarin ik normaal inzage heb, kreeg ik twee dagen geen antwoord en dan de dag voor het Kerstverlof op de middag een mail dat ik mijn vraag maar moest voorleggen aan de communicatieambtenaar van de UGent, Isabel Paeme, die verantwoordelijk is voor openbaarheid van bestuur. Waarschijnlijk niet toevallig is de antwoordtermijn van de communicatieambtenaar 15 dagen en vond het bestuurscollege precies 14 dagen later plaats. De decaan stond in elk van deze e-mails in cc. Dit is een flagrant voorbeeld van manipulatie en machtsmisbruik en wijst op een gebrek aan vertrouwen in de feitelijke in het verslag opgebouwde redenering. Bovenstaande feiten, die gangbare praktijken vormen binnen de Vakgroep Communicatiewetenschappen, zijn onaanvaardbaar. Als empirisch wetenschapper ben ik begaan met realiteit en waarheid en kan ik niet anders dan versteld staan van de graad van politieke manipulatie in dit dossier en de ogenschijnlijke onaantastbaarheid waarmee het gebeurt. Ik ben vastbesloten om dit soort wantoestanden aan te klagen en evalueer momenteel mijn opties. Mijn eerste stap hierbij is om u op de hoogte te brengen en te vragen om het verloop van dit dossier te laten onderzoeken en gepaste maatregelen te treffen. Ook als ikzelf van plan ben de UGent te verlaten, zie ik het als mijn plicht om dit naar buiten te brengen om mijn huidige en toekomstige collega’s uitzicht te geven op eerlijker procedures en een opener beleid. 3 Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen – Vakgroep Communicatiewetenschappen Korte Meer 7-9-11, B-9000 Gent www.UGent.be Hoogachtend, Jan Van Looy Docent Bijlagen: 1: Publicatietrekking 4 Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen – Vakgroep Communicatiewetenschappen Korte Meer 7-9-11, B-9000 Gent www.UGent.be Bijlage 1: Publicatietrekking Onderstaand overzicht is gebaseerd op een trekking van alle artikel- en boekpublicaties van dr. Evens en mezelf van de laatste vijf jaar uitgevoerd op 13 januari 2017. De waardebepaling is gebaseerd op de meest recente universitaire sleutelberekening waarover ik beschik, nl. die uit een presentatie getiteld “Onderzoeksbeleid aan UGent” op 8 november 2010 door Jeroen Vanden Berghe van DOZA. Ik heb een vraag gericht aan [email protected] voor recentere gegevens maar ontving vooralsnog geen antwoord. De waarden aangegeven in de presentatie van 2010 zijn de volgende: A1(no IF) 1,0 A1(kwart1) 4,0 A1(kwart2) 3,0 A1(kwart3) 3,0 A1(kwart4) 2,0 Alfalijst ts(A2-4) 0,5 B1 Boeken (lijst) 6,0 B2 Boekhoofdstukken (lijst) 0,5 Om overhead te beperken worden alle boeken, boekhoofdstukken en A2 artikels als behorend tot alfalijst gerekend en P publicaties niet meegerekend, ingrepen die uitsluitend in het voordeel van dr. Evens spelen. Publicaties Tom Evens: Type A1(no IF) A1(kwart1) A1(kwart2) A1(kwart3) A1(kwart4) Alfalijst ts(A2-4) B1 Boeken (lijst) B2 Boekhoofdstukken (lijst) P1 Totaal alle publicaties Aantal 0 1 4 0 2 11 1 6 1 26 Waarde 1 4 3 3 2 0,5 6 0,5 0 Totaal per type publicatie 0 4 12 0 4 5,5 6 3 0 34,5 5 Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen – Vakgroep Communicatiewetenschappen Korte Meer 7-9-11, B-9000 Gent www.UGent.be Publicaties Jan Van Looy Type A1(no IF) A1(kwart1) A1(kwart2) A1(kwart3) A1(kwart4) Alfalijst ts(A2-4) B1 Boeken (lijst) B2 Boekhoofdstukken (lijst) P1 Totaal alle publicaties Aantal 0 12 5 4 0 7 0 7 9 44 Waarde 1 4 3 3 2 0,5 6 0,5 0 Totaal per type publicatie 0 48 15 12 0 3,5 0 3,5 0 82 6 Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen – Vakgroep Communicatiewetenschappen Korte Meer 7-9-11, B-9000 Gent www.UGent.be