Een elfje is een relatief eenvoudig gedicht wat uit vijf regels bestaat

advertisement
Elfje
Een elfje is een relatief eenvoudig gedicht wat uit vijf regels bestaat en in
totaal elf woorden heeft. Het is een simpele structuur waardoor het elfje
een gedicht is waar men gemakkelijk mee kan beginnen als men wil
gaan dichten. Ook voor kinderen is het een gedicht wat goed te doen is.
Elke regel in een elfje heeft een vaststaand aantal woorden die gebruikt
mag worden. De opbouw van het aantal woorden per regel is als volgt:
1
2
3
4
1
Hieronder staan een paar elfjes ter inspiratie.
Kat
Lieve kat
Mijn lieve kat
Ik hou van jou
Altijd
Ogen
Zwart omrand
Staren mij aan
Tranen vallen naar beneden
Liefdesverdriet
Vogel
Verstopt zich
In de lucht
Achter de witte wolk
Weg
Appel
Zoete appel
Achter het raam
Ik wil je bijten
Zucht
Hoe maak je een gedicht?
Daar zit je dan. Je wilt een gedicht maken …….maar hoe moet je dat
nou doen?
In een gedicht kun je van alles schrijven. Over iets geks wat je hebt
meegemaakt, over iets leuks of over iets droevigs. Over iets wat je boos
maakt, of juist heel blij. Over alles wat er in je hoofd speelt. Het maakt
niet uit.
In een gedicht mag je toveren met woorden. Je mag gek doen met
woorden en zinnen.
Soorten gedichten
Er bestaan verschillende soorten gedichten.
In deze handleiding komen de volgende aan de orde.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Een elfje.
Een kwartijn.
Een naamgedicht.
Een stapelgedicht.
Een rondeel.
Appeltje eitje
Het elfje
Een elfje bestaat uit 11 woorden. De elf woorden staan op 5 regels en
beschrijven het volgende:
1. Eerste regel = daarin schrijf je een kleur of eigenschap (hard, zacht
enz.).
2. Tweede regel = over wat of wie gaat het elfje?
3. Derde regel= gebruik een werkwoord ( roepen, zitten enz.)
4. Vierde regel= leg regel drie beter uit!
5. Slotwoord= een duidelijk woord wat veel zegt: bv gaaf, goed,
slecht.
Voorbeelden van elfjes:
geel
de ogen
tussen de bomen
is het een tijger?
bang?
rood
die bloem
er vliegt iets
het lijkt een wesp
auw!
Nog een paar elfjes.
Kat
Lieve kat
Mijn lieve kat
Ik hou van jou
Altijd
Ogen
Zwart omrand
Staren mij aan
Tranen vallen naar beneden
Liefdesverdriet
Vogel
Verstopt zich
In de lucht
Achter de witte wolk
Weg
blauw
de lucht
met veel wolken
verder dan mijn blik
eindeloos
Het kwartrijm
Een kwartrijm is een gedichtje van 4 regels.
Twee regels moeten rijmen.
Regel 1 en regel 2 kunnen rijmen.
Maar regel 1 kan ook op regel 3 rijmen.
Voorbeelden van een kwartrijm:
Ik zie een grote regenboog
Met hele mooie kleuren
Als ik nou naar het einde loop
Wat zal er dan gebeuren?
Bij ons in de klas
Is iedereen in zijn sas
Het is wel cool hier
En we hebben samen veel
plezier
Het naamgedicht.
Een naamgedicht is een gedicht waarbij de eerste letters van de zin( of
woord) samen een woord vormen.
Elke regel begint met een van de letters van een naam, een dier of een
ding. En in die regels moet je dan dingen schrijven die van toepassing
zijn op die persoon, dier of ding. Kijk maar eens naar het voorbeeld.
Een uitvinder word ik later.
Meer een bouwer en geen prater
Ik zwem graag.
En heb veel moed.
Lekkere frietjes vind ik goed.
Het stapelgedicht.
Een stapelgedicht, zegt het al; je stapelt steeds woorden op.
Je begint met een zin en die wordt elke regel eronder herhaalt. Alleen
wordt deze zin steeds een stukje langer. Je schrijft er een stuk achter.
Alleen pas op; de laatste zin is anders. Deze moet echt opvallen!
Ik zit op school
Ik zit op school en leer heel veel
Ik zit op school en leer heel veel sommen en taal
Ik zit op school en leer heel veel sommen en taal en nog heel veel meer
Nu ga ik snel leren!
Het appeltje eitje.
Het appeltje eitje gedicht maak je in vijf minuten.
De regels hoeven niet perse iets met elkaar te maken te hebben.
Regel 1: Beschrijf een plaats in huis.
Regel 2: Bedenk een zin met een kleur erin.
Regel 3: Een zin over een huishoudelijk apparaat en een geluid.
Regel 4: Iets over het weer.
Regel 5: Een zin die over regel 4 gaat.
Regel 6: Regel 1 herhalen.
Regel 7: Regel 2 met een kleine verandering.
Voorbeeld:
In het keukenkastje, linksonder.
Rode wangen van het draaien.
De mixer gaat op volle toeren.
Het komt met bakken uit de lucht.
Alles valt naar beneden.
In het keukenkastje, linksonder.
Rode wangen van alle rondjes draaien.
Tot slot.
Dit waren een paar dichtvormen.
Maak nu maar iets moois.
let op; Het moet wel in het Stellingwerfs.
Download