Sport en diabetes mellitus (type 1) Sport en ook lichaamsbeweging heeft invloed op de bloedglucose waarden. Voor iedereen is de mate van invloed anders. Er kunnen dan ook geen algemene regels voor worden gegeven. Je zult met uitproberen en meten vóór, tijdens en na de sport moeten uitvinden hoe jij de insulinedosering moet aanpassen bij je verschillende activiteiten. De lichaamsbeweging zorgt ervoor dat dezelfde hoeveelheid insuline de deur voor glucose langer openhoudt; er kan meer glucose de cel binnentreden. De bloedglucose kan dan makkelijk te laag worden. Het effect van de lichaamsbeweging kan 8 - 10 uur (soms zelfs langer) aanhouden. Dat kan betekenen dat je ook de insulinedoseringen na de sport moet verlagen om nachtelijke hypo’s te voorkomen. Aandachtspunten Als je binnen 2 uur na injectie of bolus gaat sporten moet je de dosering meestal wel verminderen Bij sport met een verhoogde beenactiviteit bij voorkeur in de buik spuiten Meet je bloedglucose tijdens en na het sporten. Denk er ook aan dat je ook uren na het sporten nog een hypo kan krijgen omdat dan de gebruikte voorraad glucose weer wordt aangevuld. Zorg dat je wat te drinken of te eten bij je hebt voor het geval je een hypo krijgt, o.a. limonadesiroop aangelengd met water, sportdrank of gewone limonade Voorkom een hypo door bij intensieve inspanning extra koolhydraten te eten. Onderstaand overzicht kun je gebruiken als richtlijn bij intensieve inspanning (1 uur of langer) en je bloedglucose voor het sporten: o Bloedglucose < 5: 45 gram KH per uur sport extra o Bloedglucose 5-10: 30-45 gram KH per uur sport extra o Bloedglucose 10-15: 15 gram KH per uur sport extra eten Bij sportwedstrijden of competitie kan door stress de bloedglucose stijgen door meer adrenaline. Het stress effect zie je meestal aan het begin van de wedstrijd. Iedereen reageert verschillend, je zult je eigen stressreactie uit moeten zoeken. Wees voorzichtig met bijspuiten in stress situaties. Als de spanning wegvalt, kunnen je glucosewaarden snel zakken. Als je een langere periode actiever bezig bent, bijvoorbeeld een sportkamp of skivakantie, neemt je insulinegevoeligheid toe. Je zult je hoeveelheid insuline waarschijnlijk aanzienlijk moeten aanpassen aan het hogere energieverbruik. Je hebt meestal meer honger na een actieve dag. De verhoogde insulinegevoeligheid duurt meestal nog enige dagen nadat je alweer thuis in je normale doen bent. Controleer je bloedglucose zodat je weet wanneer je de insuline weer moet verhogen. Lichaamsbeweging bij insulinetekort Insuline kan niet vervangen worden door lichaamsbeweging, ondanks het feit dat zowel insuline als lichaamsbeweging dezelfde werking lijkten te hebben, namelijk de bloedglucose verlagen. Bij insulinetekort kan de glucose niet in de cellen komen. De cellen sturen dan signalen via de hormonen glucagon en adrenaline om de opgeslagen glucose in de lever en de spieren in het bloed te laten komen. Door het insulinetekort kan die glucose niet in de cellen komen en blijft in de bloedbaan. De bloedglucose wordt dan alleen maar hoger en de cellen gaan vetten verbranden om zo energie te leveren. Hierdoor komen er ketonen in je bloed komen en heb je het gevoel dat je niet kunt presteren. Dus bij een hoge glucose voor het sporten moet je er voor zorgen dat er insuline in het bloed is of je moet het sporen uitstellen.