Infosessies voor energiedeskundigen type A januari/februari 2011 Deel III Verduidelijkingen en aanpassingen in de werkwijze voor het opmeten en het bepalen van de verliesoppervlakte Bepalen van de verliesoppervlakte • Bepalen/meten vd verliesoppervlakte ○ Op basis van het beschermde volume ○ Voorbeeld ◦ indien zolder geen BV – Zoldervloer => verliesoppervlakte - én niet (ook) de hellende dakvlakken / topgevels – Belang van verticale doorsneden bij opmeting 2 1 Bepalen van de verliesoppervlakte • Bepalen/meten vd verliesoppervlakte ○ Steeds meten van werkelijke oppervlakte ◦ Tenzij anders vermeld in het IP ○ Niet mogelijk (op veilige manier) te achterhalen: ◦ Gefundeerde inschatting ◦ Voor deel waarover twijfel bestaat => meest negatieve inschatting 3 Bepalen van de verliesoppervlakte • Verliesoppervlakte ○ Oriëntatie ◦ ◦ Software – op basis van de oriëntatie van de voorgevel => oriëntatie van de andere gevelvlakken Indien de werkelijke oriëntatie afwijkt => aanpassen in software 4 2 Bepalen van de verliesoppervlakte • Wanden op de perceels- of eigendomsgrens ○ Aanname: binnenruimten ter hoogte van aangrenzende percelen = verwarmd ◦ Muren tss woningen, woning en appartementsgebouw, … => geen verliesoppervlakte ◦ Indien wachtgevel => wel verliesoppervlakte ◦ Deel langer en hoger => wel verliesoppervlakte 5 Bepalen van de verliesoppervlakte • Wanden op de perceels- of eigendomsgrens ○ Aanname: binnenruimten ter hoogte van aangrenzende eigendommen = verwarmd ◦ Muren, vloer, zoldervloer tss appartementen en tussen appartement en gemeenschappelijke traphal => geen verliesoppervlakte ◦ Niet: voor wanden tussen wooneenheid en andere gemeenschappelijke ruimten (die doorgaans niet verwarmd worden zoals kelder, zolder, garage, bergruimten) => wel verliesoppervlakte - tenzij verwarmd => geen verliesoppervlakte 6 3 Bepalen van de verliesoppervlakte ○ Aanname: binnenruimten ter hoogte van aangrenzende eigendommen/percelen = verwarmd ◦ Muren, vloeren, … tussen wooneenheid en nietresidentiële ruimten => geen verliesoppervlakte ◦ Niet: voor industriële gebouwen = gebouwen voor de productie, bewerking, opslag of manipulatie van goederen (die doorgaans niet verwarmd zijn) => wel verliesoppervlakte - tenzij verwarmd => geen verliesoppervlakte 7 Bepalen van de verliesoppervlakte • Aanname voor een fictieve muur, vloer, dak of zoldervloer ○ Fictieve wand = wand die fysiek niet bestaat maar door een vereenvoudiging toch als grens van het beschermd volume wordt aangenomen ○ Invoeren met eigenschappen van de (meest voorkomende) aanpalende muur, vloer, dak of zoldervloer 8 4 Bepalen van de verliesoppervlakte 9 Gevels • Muren met verschillende begrenzing of hoofdtype ○ Opsplitsen in gevelvlakken ◦ Tenzij: enkel de hoogte/dikte van de vloer, zoldervloer of dak een andere begrenzing heeft 1 0 5 Gevels • Oriëntatie: gebogen muur => Ifv oriëntatie van de beglaasde delen ○ één beglaasde opening of meerdere beglaasde delen met dezelfde oriëntatie ◦ Oriëntatie van de muur = oriëntatie van de beglaasde opening ○ Meerdere beglaasde openingen met ≠ oriëntatie ◦ Muur opdelen ifv oriëntaties van de beglaasde openingen ○ Geen beglaasde openingen ◦ Oriëntatie vh middelste punt van de muur ○ Gebogen beglazing ◦ Middelste punt van de beglaasde opening 1 1 Vloeren • Beglaasde openingen in een vloer ○ Als fictieve vloer ingerekend 1 2 6 Daken • Hellend dak => begrenzing buiten ○ indien begrenzing AOR => ingeven als hellend dak 1 3 Daken • Helling: gebogen dak => Ifv helling en oriëntatie vd beglaasde openingen in het dak ○ Indien geen beglaasde openingen ◦ Helling vh middelste punt ○ Opdeling ifv openingen met ≠ oriëntatie en helling ◦ => zie vereenvoudiging voor koepels/lichtstraten met geprojecteerde oppervlakte < 5m² 1 4 7 Openingen • Openingen ○ => Software ◦ vooraf gevelvlak of dakvlak aanmaken • Deur/poort ○ Volledig beglaasd of ondoorzichtige deel in de deur kleiner dan 20% => beglaasde opening ○ Beglaasde deel kleiner dan 20% => deur ○ Overige gevallen: ◦ Beglaasde delen => glas ◦ Opake delen => DEUR 1 5 Openingen • Koepels/lichtstraten ○ Indien geprojecteerde oppervlakte =< 5 m² ◦ Niet nodig om werkelijke oppervlakte te bepalen ◦ Niet nodig om helling en oriëntatie aan te passen ○ Indien geprojecteerde oppervlakte > 5 m² ◦ Werkelijke oppervlakte(n) ◦ Correcte helling en oriëntatie ○ Opstanden ◦ Indien de gemiddelde hoogte van de opstanden < 30cm => te verwaarlozen – Indien niet te verwaarlozen => ook eventuele beglaasde delen in deze opstanden inrekenen 1 6 8