Feodalisme hv123 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 december 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/62228 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt. Inhoudsopgave Feodalisme Vooraf Stap1 Stap2 Stap3 Extra: lvoorl Begrippenlijst Over dit lesmateriaal Pagina 1 Feodalisme hv123 Feodalisme Vooraf In de tijd van monniken en ridders (de Middeleeuwen) was er sprake van een standenmaatschappij: de bevolking was opgedeeld in verschillende groepen die elk hun eigen rechten en plichten hadden. In deze opdracht onderzoek je deze standenmaatschappij. Je kijkt vooral naar één speciaal kenmerk van de standenmaatschappij, het feodalisme of het feodale leenstelsel. Aan het eind van deze opdracht kun je uitleggen hoe het feodale leenstelsel werkte. uitleggen dat het leenstelsel de basis van het bestuur vormde. Eindproduct Je rondt deze opdracht af met het maken van een piramide. Met de piramide maak je duidelijk hoe de feodale verhoudingen werkten. Beoordeling Je krijgt een goede beoordeling voor je piramide als: duidelijk wordt uitgelegd hoe het leenstelsel in elkaar zit. je piramide met zorg gemaakt is. je piramide op tijd klaar is. Activiteiten Stap Groepsgrootte Activiteit Stap 1 Alleen Kennisbank 'Feodalisme' bestuderen en vragen beantwoorden. Stap 2 Alleen Toets 'Feodalisme' maken. Stap 3 Alleen De verhoudingen in het feodalisme duidelijk maken in de vorm van een piramide. Pagina 2 Feodalisme hv123 Benodigdheden Materiaal voor het maken van je eindproduct. Tijd Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig. Stap1 Het feodalisme Bestudeer uit de Kennisbank geschiedenis het volgende onderdeel: KB: Feodalisme Beantwoord daarna de volgende 11 vragen. 1. In de Middeleeuwen was sprake van een standenmaatschappij. Welke stand bemoeide zich met het bestuur? A. Geestelijken (eerste stand). B. Adel (tweede stand). C. Boeren en burgers (derde stand). 2. Waar had de koning de adel (krijgsmannen) nog meer voor nodig? A. Voor het bouwen van kastelen en het houden van riddertournooien. B. Voor de verdediging van het koninkrijk en het veroveren van nieuw gebied. 3. Hoe betaalde de koning de krijgsmannen die voor hem vochten? A. Met een leen: een stuk grond waarvan zij de opbrengst mochten hebben. B. Met een opleiding tot ridder en een wapenuitrusting. 4. Hoe wordt het systeem genoemd waarbij een leenheer grond in leen geeft aan zijn leenmannen? A. Feodale stelsel B. Hofstelsel 5. Wat is een kenmerk van het feodale systeem? A. Een edelman krijgt om te kunnen vechten in het leger van de koning, een wapenuitrusting van een leenheer. Pagina 3 Feodalisme hv123 6. 7. 8. 9. 10. 11. B. Een edelman krijgt om in zijn levensonderhoud te voorzien, een stuk land in leen van een leenheer. Wat was het voordeel voor een leenheer om zijn krijgsheren een stuk land in leen te geven? A. Door een stuk land in leen te geven, kon hij rekenen op steun van zijn leenmannen. B. Door een stuk land in leen te geven, nam de opbrengst van de grond toe. De leenheer maakte zijn leenmannen ook belangrijke bestuurders. De leenmannen zorgden in hun gebied voor ... A. wegen en woningen B. rechtspraak en belastinginning Waar of niet waar? Een leenman was een leenheer voor de achterleenmannen. A. Waar. B. Niet waar. Waar of niet waar? Een achterleenman was een leenheer voor de achter-achterleenmannen. A. Waar. B. Niet waar. Waar of niet waar? De ridders die vochten in dienst van de koning waren altijd van adel. A. Waar. B. Niet waar. Wat kun je zeggen over de positie van de boeren en de horigen in de Middeleeuwen? A. Boeren en horigen waren arm en sterk afhankelijk van hun heer. B. Boeren en horigen werkten vaak voor verschillende heren of kloosters. Alle vragen beantwoord? Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot. Hebben jullie verschillende antwoorden, vraag dan hulp aan de docent. Stap2 Toets Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Feodalisme'. De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score. Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien. De score wordt opgenomen in het volgsysteem. Klik op de knop 'Start' om te beginnen: Pagina 4 Feodalisme hv123 Feodalisme kn.nu/6uir7 1 Na de volksverhuizingen die leidden tot de val van het West-Romeinse Rijk en de bezetting van Rome, begonnen de Middeleeuwen. Welk jaar hoort bij deze gebeurtenissen? a. 124 na Chr. b. 303 na Chr. c. 389 na Chr. d. 476 na Chr. 2 Na de val van het Romeinse Rijk brak een nieuw tijdperk aan. Welke van deze drie beweringen over dat nieuwe tijdperk is juist? 1. Er trokken veel mensen van het platteland naar de steden. 2. Het Romeinse bestuur werd door Germanen op dezelfde manier doorgezet. 3. Er werden veel nieuwe wegen aangelegd. a. 1 en 2 zijn juist, 3 is onjuist b. 1 is juist, 2 en 3 zijn onjuist c. 2 is juist, 1 en 3 zijn onjuist d. 1,2 en 3 zijn alle drie onjuist 3 Welke woorden moeten worden ingevuld? De manier waarop een landgoed in de Middeleeuwen beheerd werd, wordt het …1… genoemd. Het land van de leenheer bestond uit twee delen. Het deel waarop de horige boeren werkten, wordt het …2… genoemd. a. 1 = hofstelsel, 2 = hoeveland b. 1 = hofstelsel, 2 = vroonland c. 1 = feodaal stelsel, 2 = hoeveland d. 1 = feodaal stelsel, 2 = vroonland 4 Na de val van het Romeinse rijk trokken veel landheren zich terug op hun landgoederen. De productie op die landgoederen was vaak zelfvoorzienend. Pagina 5 Feodalisme hv123 Wat wordt daarmee bedoeld? a. Bijna alles wat nodig was, werd op het landgoed voortgebracht. b. Er werd steeds meer geproduceerd voor de inwoners van de steden. c. De landheren moesten een deel van de opbrengst afstaan aan een vorst. 5 In de vroege Middeleeuwen was er sprake van een standenmaatschappij. Uit welke stand kwamen de krijgsmannen die de koning had voor de verdediging van het koninkrijk? a. De eerste stand: de geestelijken. b. De tweede stand: de adel. c. De derde stand: de boeren en burgers. 6 Welke woorden moeten worden ingevuld? De vroege Middeleeuwen kenmerken zich door een systeem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan zijn leenmannen. Dit systeem wordt het …1… genoemd. Een leenman die een stuk grond in leen had wordt een …2… genoemd. a. 1 = hofstelsel, 2 = ridder b. 1 = hofstelsel, 2 = vazal c. 1 = feodale stelsel, 2 = ridder d. 1 = feodale stelsel, 2 = vazal 7 De vroege Middeleeuwen kenmerken zich door een systeem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan zijn leenmannen. Waar of niet waar? I. Een bisschop kon een leenman zijn. II. Een leenman kon zelf ook weer leenheer zijn. a. I en II zijn beide waar. b. I is waar, II is niet waar. c. I is niet waar, II is waar. d. I en II zijn beide niet waar. 8 De meeste gewone mensen in de vroege Middeleeuwen waren boeren en horigen. Zij vormden de derde stand. Pagina 6 Feodalisme hv123 Deze groep was arm en had weinig te vertellen. Waar of niet waar? Omdat boeren en horigen zo arm waren, werkten ze vaak voor verschillende heren of kloosters. a. Waar b. Niet waar Stap3 Piramide Het Feodalisme in de middeleeuwen wordt soms voorgesteld als een piramide. In de piramide staat de koning dan helemaal bovenaan. De vorst schenkt aan vertrouwelingen een leen, dat maakt de vorst tot leenheer. De ontvanger is een leenman (of kroonvazal). De leenman kan zelf als leenheer optreden door stukjes van zijn leen aan achterleenmannen in leen te geven. En zo verder... . Teken zelf een piramide zoals hiernaast en zet de verschillende leenheren/leenmannen op de juiste plaats in de piramide. Zet de landbouwbevolking (boeren en horigen) ook in de piramide. Geef in de piramide met pijlen aan wie van wie afhankelijk is. Zoek bij iedere laag in de piramide een passende afbeelding. Klaar? Laat je piramide en afbeeldingen beoordelen door je docent. Extra: lvoorl Pagina 7 Feodalisme hv123 Leerlingen voor leerlingen Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt. Hieronder staan video's die goed passen bij dit thema. Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen? Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot. Video: Feodale stelsel Video: Ridders Let op: Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg. Begrippenlijst Leenstelsel – feodale stelsel Karel deelde zijn rijk op in delen, die edelen en bisschoppen namens hem bestuurden. Leenmannen / vazallen De leenmannen kregen een gebied in leen van hun leenheer. Geestelijkheid, eerste stand Geestelijken traden ook op als bestuurders en kregen grote invloed op het dagelijks leven van de mensen. Pagina 8 Leenheren Die bestuurders kregen het gebied in leen van de keizer: de keizer was de leenheer en de bestuurders waren leenmannen of vazallen. Drie standen: In de tijd van monniken en ridders ontwikkelden zich drie maatschappelijke standen: de geestelijkheid, de adel en de boeren. Adel, tweede stand De adel (de heren, de leenmannen) ontwikkelde zich tot een erfelijke stand. Feodalisme hv123 Boeren, derde stand Boeren (de werkers op het land), bezetten de derde stand. Pagina 9 Franken - Karel Martel De Frankische koning Karel Martel was de eerste vorst die op deze manier grond als leen aan zijn krijgsheren toevertrouwde. Feodalisme hv123 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 december 2016 om 11:41 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2; Leerinhoud en De tijd van monniken en ridders (500 - 1000); Feodale stelsel; Hofstelsel en doelen horigheid; Geschiedenis; Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 2 uur en 0 minuten Trefwoorden leerlijn, rearrangeerbare Pagina 10 Feodalisme hv123