Fotografie - Wikiwijs Maken

Fotografie
Licht en belichting
Factoren die het (sfeer)licht bepalen
 Camera instellingen
 Belichtingsposities
 Karakter van licht (kleuren en intensiteit)
 Natuurlijk licht
 Soorten flitsers
 Studio licht
 Hulpmiddelen studiolampen
 Achtergrond (schermen) of omgeving
Camera instellingen
 WB = Witbalans: dit heeft te maken met de kleur van het licht en de
lichtomstandigheden
 ISO waarde = Lichtgevoeligheid
- Hoe donkerder een omgeving is hoe hoger je de ISO waarde kan
instellen om toch nog dezelfde sluitertijd/diafragma instellingen
te behouden dan in een lichte ruimte
- Hoe hoger de ISO waarde, hoe meer ‘ruis’ er op een foto
ontstaat. Hierdoor kan de foto ‘onscherp’ lijken
 Samenwerking sluitertijd - diafragma
Belichtingsposities
(uitgaande van één lichtbron’)
 Licht van boven
 Licht van onderen
 Frontaal licht
 Zijlicht
 Tegenlicht of licht van achter
 Strijklicht
Licht van boven
Licht van onderen
Frontaal licht
Zijlicht
90 graden belichting
¾ belichting
Tegenlicht of licht van achter
Strijklicht
Karakter van licht
 Kleuren licht
 Intensiteit van het licht
[1200K ] Kaarslicht
(833 mired)
[ 2000K ] Zonsopkomst/zonsondergang
Kleuren van het licht
(500 mired)
[ 2800K ] Gloeilamp, halogeenlamp
(357 mired)
[ 3000K ] Studiolamp 3000-kleur/ TL-lamp ”/830”
(kleurweergave 80 en kleurtemperatuur 3000K
(333 mired)
[ 3200K ] Halogeenlamp
(312 mired)
 K = Kelvin
 Mired = Hiermee kun je bepalen welke (correctie)
kleurfilters je kunt gebruiken. Tegenwoordig kun je dit ook
met de witbalans aanpassen van je digitale camera.
 TL- lampen en Led lampen zijn er in alle kleuren te krijgen.
[ 3400K ] Filmzon
(294 mired)
[ 3500K ] Eén uur na zonsopkomst
(288 mired)
[ 4000K ] TL-lamp ”/840” (kleurweergave 80 en
kleurtemperatuur 4000K
(250 mired)
[ 4200- 4700K ] Mengsel van kunst en daglicht
(238 – 213 mired)
[ 5000K ] Flitser op fotocamera/ ‘daglicht 5000’
(200 mired)
[ 5400K ] Standaardwaarde televisie (185 mired)
[ 5600K ] Standaard daglicht (185 mired)
[ 6000K ] Middagzon
(167 mired)
(
[ 6500K ] Wit/neutraal. Standaardwaarde voor monitor
(154 mired)
[ 7000 – 10000K ] Zware bewolking of schaduw aan de
noordzijde/ zonder direct zonlicht
(141-100 mired)
Intensiteit van het licht
 Heeft directe werking op je instellingen van je diafragma en sluitertijd
Natuurlijk licht
de zon als belangrijkste lichtbron
 Soort licht
 De hoeveelheid licht
Zonlicht zonder bewolking
Zonlicht met wolkendek
Soorten flitsers
 Pop-up flits
 Opzetflits (systeemflitser of reportageflitser)
 Studioflits set
Pop-up flits
Opzetflits
Studio licht
 Sfeer bepalen (welk ‘verhaal’ wil je overbrengen?)
 Werken met meerdere lichtbronnen (vaak met hoofdlicht en
invullicht)
 Hoofdlicht
 Invullicht
 Haarlicht
Sfeer bepalen
 ‘Het verhaal’ van de foto is leidend voor de plaatsing en sfeer van het
licht
‘Rembrandt licht’
‘Bewust overbelicht’
‘Goddelijk licht’
Werken met meerdere lichtbronnen
 Gebeurt stapsgewijs zodat er beter te zien is wat het effect is en wat
er nog nodig is om het object beter uit te balanceren.
Hoofdlicht
Het hoofdlicht wordt als eerste
opgesteld om de juiste kwaliteit van het
licht te kunnen bepalen.
Invullicht
Het invullicht kan vaak ook met één
reflectiescherm voldoende licht bieden
om de harde schaduwwerking op te
heffen. Dit hoeft dus niet altijd met een
andere studiolamp gedaan te worden.
Zorgt voor meer diepte door schaduwen
een beetje op te helderen.
Haarlicht
Het haarlicht wordt ook wel ‘backlight’ of
‘kicker’ genoemd. Het is een kleine, gerichte
lichtbron met weinig licht die de contouren
(hoofd en schouders) accentueert en het
onderwerp scheidt van de achtergrond. Zo
krijgt het beeld meer diepte. Omdat vooral de
haren oplichten heet dit dus het haarlicht.
Hulpmiddelen studiolampen
 Reflectiescherm
 Honingraat
 Conical snoot
 Paraplu
 Softbox
 Softbox met grid
 ‘Beautydish’
 ‘Kleppenset’
 Lichtmeter
Reflectiescherm
Honingraat
Conical snoot
Paraplu
Hard licht: met de binnenkant gericht
naar het object
Zacht (diffuus) licht: door de paraplu
heen belichten
Softbox
Softbox met grid
Beautydish
Kleppenset
Lichtmeter
 Nauwkeurig opmeten van de
lichtomstandigheden
 Bepalen instellingen van je camera
 Sfeer van de foto
Gereflecteerd
licht
Achtergrond (schermen) of omgeving
 Zwart
 Wit
 Grijs
 Kleuren
 Gemêleerd/patronen
 Chromakey
 Opnametafel
Zwart
 Absorbeert licht, er is dus
minder reflectie van licht
 Associeert vaak met ‘donker’,
‘sjiek’, ‘duur’, ‘mysterieus’,
etc.
Wit
 Reflecteert licht, er is dus
sneller sprake van
‘overbelichting’
 Wordt veel toegepast bij
productfotografie vanwege
een neutrale uitstraling
 Associeert ook met
‘zuiverheid’, ‘maagdelijkheid’,
‘dromerig’, ‘zakelijk’, ‘steriel’,
etc.
Grijs
 Iedere grijstoon heeft zijn
eigen ‘reflectiewaarde’. Is
deze meer met wit
aangemaakt zal de grijstoon
meer licht reflecteren, is
deze meer aangemaakt met
zwart, zal de grijstoon meer
licht absorberen
Kleuren
 Iedere kleur heeft zijn eigen
‘reflectiewaarde’. Daarbij
speelt de zuiverheid van een
kleur een grote rol. Is deze
meer met wit aangemaakt
zal de kleur meer licht
reflecteren, is de kleur meer
aangemaakt met zwart, zal
de kleur meer licht
absorberen
Gemêleerd/patronen
 Iedere kleur of patroon heeft
zijn eigen ‘reflectiewaarde’.
Daarbij speelt de zuiverheid
van een kleur een grote rol.
Is deze meer met wit
aangemaakt zal de kleur
meer licht reflecteren, is de
kleur meer aangemaakt met
zwart, zal de kleur meer licht
absorberen
Chromakey
 ‘Blue- of greenscreen’
genoemd
 De licht reflectie wordt
volledig bepaald door het
‘object’ voor het scherm
Opnametafel
 Productfotografie
 Kan ook vanuit onder
worden belicht waardoor er
een soort diffuus licht
ontstaat. Hierdoor ontstaan
er nog minder schaduwen
waardoor het product
optimaal tot zijn recht komt.