LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Laboratoriumgeneeskunde Wat is CRP en wat kan je eruit leren? Wat doet het? Waarom wordt het in het labo gebruikt? o Snelle en sensitieve merker voor inflammatie o Helpt bij het opruimen van beschadigde cellen (innate immunity) o bindt vreemde structuren (exo- en endogeen) polysachariden van micro-organismen C polysacharide van celwand van S. pneumoniae fosfatidylcholine (vb membranen) polyanionen (vb DNA) potentieel toxische substanties vrijgezet uit beschadigd weefsel o initïeert adhesie aan fagocyterende cellen o activeert het complement systeem (opsonizatie, fagocytose en lysis) o acute fase eiwit met snelle en sterke toename o kort half-leven, 1 dag (snelle daling na verdwijnen inflammatie) o enkele indicaties: detectie (subklinische) inflammatie opvolgen activiteit van inflammatoire aandoeningen (RA) detectie (wanneer microbiologische diagnose moeilijk of te traag is) en opvolgen van bacteriële infectie nadeel: niet specifiek normale waarden: < 5 mg/L opvolging van bindweefselziekten RA, juveniele chronische polyarteritis, polymyalgia reumatica o uitzondering SLE inflammatoire darmziekte onderscheid tussen functionele en inflammatoire ziekte geen duidelijke stijging bij colitis ulcerosa infecties neonatale infecties bij immuunsuppressie infectie na chirurgie ischemie, maligniteit, nierrejectie Geef drie biologische factoren die het ammoniakgehalte in het bloed beïnvloeden o Renale excretie -> verminderde nierfunctie o Endogeen NH3 -> hoge proteïne inname o Leverproductie -> leverfalen Bespreek het syndroom van Gilbert (max. 3 lijnen) o 6 tot 10% van de bevolking o Conjugatie vertraagd, direct billi <30% van totaal o Neemt toe bij vasten en neemt af door barbituraten o Gevaar voor anti-virale middelen of chemotherapie die conjugatie dependent is o Bestaat er een verlaagd cardivasculair en oncologisch risico? (niet duidelijk) o IS GEEN ZIEKTE!! LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Geef de mogelijke oorzaken van eosinofilie, monocytose, basofilie, neutrofilie o Monocytose (>0,8 109/L) Bacteriële infectie, tbc, parasitaire infecties Chronische neutropenie (compensatoir) Hodgkin, maligne proces o Eosinofilie (> 0,4 109/L) < 2 109/l: allergische reacties > 2 109/l: parasitaire infectie Hodgkin, maligne proces o Basofilie (>0,1 109/L) Chronische myeloïde leukemie o Neutrofilie (>7.5 109/L) Bacteriële infectie Meestal matig: 15-20 109/L Soms sterk: > 40 109/L Toxische korreling, Döhle bodies Verhoogde vrijgave uit beenmerg en marginale pool, later verhoogde aanmaak (linksverschuiving) Ook bij andere ontstekingen, trauma, hartinfarct, tumoren, brandwonden Wat bepaalt de pre-test probabiliteit? o Frequentie ziekte Afh van prevalentie (#zieken/moment) Afh van incidentie (#nieuwe/periode) o Individuele patient Symptomen (vb retrosternale pijn uitstralend naar hals en Li arm) Presentatie (Q-wave op ECG) Voorgeschiedenis (vroeger infarct, angor) RF (leeftijd, roken) Welke principes voor celtelling? o Buis in elektrolyten oplossing Als cel door opening -> wordt afgesloten -> effect op elektrolytenstroom = impedantie Dit heeft een groter effect bij een grote cel Door naar de impedantie te kijken, krijg je een idee over de grootte van de cel #impedatiesignalen = #cellen LABO oplossing examenvragen 2013-2014 o N. Poessaert Lichtverstrooiing Bloedcellen passeren één voor één een lichtbron Dit zorgt voor lichtverstrooiing Dit kan loodrecht/hoek/verlengde liggen van de lichtbron Geeft idee over complexiciteit en grootte van de cel Je kan de cellen ook tellen als ze één voor één passeren Wat is het verschil tussen accuraatheid en precisie van een laboratoriumtest? o ACCURAATHEID Juistheid Mate waarin het gemiddelde van herhaalde metingen de juistheid benadert o PRECISIE Mate van reproduceerbaarheid igv herhaalde metingen op eenzelfde monster o Nauwkeurigheid Mate waarin het resultaat van een enkelvoudige meting de juiste waarde benadert Wat is de protrombinetijd? o Plasma wordt gemengd met weefselfactor en gerecalcifieerd. o Tijd tussen recalcificatie en stolsel is maat voor activiteit extrinsieke stolweg o Referentiewaarde is afh. van reagens en apparatuur (ca 12 sec) o Verlengd: tekort van een factor uit de extrinsieke weg o Controle van coumarine therapie o Verlengd door heparine, vit K tekort o International Normalized Ratio INR = (PT patient / PT controle)ISI o ISI: international sensitivity index van gebruikte reagens LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Wat is Geactiveerde partiële tromboplastinetijd (APTT) o Plasma wordt gemengd met cefaline (een fosfolipidenmengsel) en geïncubeerd in een glazen buis (of met kaoline) o Na recalcificatie, stolling via intrinsieke weg. o Ref. waarden: ca 35 sec o Verlengd bij tekort één van de factoren Heparine Fibrinesplitproducten anti-factor VIII o Wordt gebruikt voor opvolgen heparine therapie. Wat zijn mogelijke oorzaken van hypogammaglobulinemie? o fysiologisch bij pasgeborene o immuundeficiëntie Bruton’s agammaglobulinemie common variable immunodeficiency malabsorptie autoimmuunziekten o nefrotisch syndroom, malabsorptie o maligne proliferatie van lymfocyen (CLL, MM) urine eiwitelektroforese Waaraan denk je bij verlengde APTT en verlengde PT? o PT verlengd tekort van een factor uit de extrinsieke weg o APTT verlengd tekort één van de factoren, heparine, fibrinesplitproducten, anti-factor VIII APTT Normaal Verlengd PT PT Normaal Verlengd Normaal Verlengd Geen afwijking FVII tekort Afwijking: HMWK - FVIII:C Afwijking: FX - FG hoe MGUS en polygammopathie uit elkaar halen? concentratie M-piek MM/WM MGUS > 20 g/L < 20 g/L concentratie andere immuunglobulines afgenomen normaal aanwezigheid Bence-Jones eiwitten 50 - 70 % < 20 % anemie aanwezig afwezig botletsels, hypercalcemie aanwezig (MM) afwezig (WM) toename afwezig verandering in concn van M-piek geen LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert leg uit alfa 1 antitrypsine deficientie o alfa 1 antitrypsine inhibitor van neutrofiele elastase enzyme maakt deel uit van de “serpins” (serine proteinase inhibitors) normale M-type AAT wordt aangemaakt in parenchymcellen van de lever en uitgescheiden in het bloed abnormaal Z-type AAT wordt weerhouden in ER van levercellen. Dit leidt tot opstapeling in de levercellen en verminderde bloedconcentratie o functie AAT beschermt de longen tegen proteolytische activiteit van elastase bij deficiëntie: onevenwicht tussen protease en anti-protease activiteit is verantwoordelijk voor longemfyseem intracellulaire opstapeling van Z-AAT leidt tot leveraandoening neonatale cholestase levercirrose en primaire leverkanker hoe worden WBC in urine gevonden, leg principe uit en waar moet je op letten? o Via een teststrook Ester – (esterase, zit in WBC) alcohol Alcohol + diazoniumzout geeft kleur o Op juiste tijdstip aflezen!! Na 20 seconden, niet na 120 o positief indien >10-20 WBC/mm³ Wijst op infectie (prostaat, cervix, vagina, sigmoid) of infectie/inflammatie (blaas of nier) o Vals -: bij proteïnurie, glucosurie, hyperbilirubinemie, aminoglycosiden en ascorbinezuur welke labowaarden zijn afwijkend bij hemolytische anemie? Hemolytische anemie komt door verhoogde afbraak o Oorzaken: Auto-immuunhemolytische anemie Allo-immuunhemolytische anemie Mechanische oorzaken Kunstmatige hartkleppen Fragmentocyten Intravasale stolling (fibrinenetwerk) Fragmentocyten Marshemoglobinurie (lange afstandlopers) Geen fragmentocyten o Labowaarden: Reticulocyten ↑ MCV ↑ Bilirubine ↑ Haptoglobine ↓ LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Zet in goede volgorde van afnemen: buis zonder toevoeging, hemocultuur, EDTA, heparine, citraat – of dmv kleuren: rood, geel, blauw, groen en paars, waarom in deze volgorde? a. Cultuurafname Bijbesmetting voorkomen b. serumtube, droog (rood) contaminatie met een anticoagulantia te voorkomen c. serumtube, met gelseparator (okergeel) contaminatie met een anticoagulantia te voorkomen d. citraat-tube (blauw) (tube volledig vullen!!) i. cheleert calcium reversibel contaminatie met heparine of EDTA vermijden nooit als eerste afnemen -> door te prikken is bloed gecontamineerd met weefselvocht -> dit activeert stolling e. Heparine-tube (groen) i. Inhibeert trombine (omzetting fibrinogeen naar fibrine geblokkeerd) f. EDTA-tube (paars) i. Cheleert calcium irreversibel (stollingscascade geblokkeerd) g. Oxalaat-tube (grijs) i. Cheleert calcium irreversibel Wat zijn de 2 voordelen van gehepariniseerd plasma tov serum in het labo-onderzoek in het ziekenhuis? o Voordelen van heparinebuizen in het ziekenhuis: Je moet niet wachten tot bloed stolt Bij heel wat patienten is er contaminatie van het staal met heparine owv openhouden van catheters met heparine De stolling is ook vertraagd bij patienten met leverinsufficientie door een tekort aan stollingsfactoren - - Deze kleine hoeveelheden heparine in het bloed, samen met verminderde stollingsfactoren vertragen het stollingsproces in belangrijke mate. Er moet veel langer gecentrifugeerd worden In huisartsenpraktijk zijn deze problemen niet relevant, daar kan je dus zonder problemen met serum ipv heparine werken Welke scheikundige onderzoeken kunnen gestoord zijn indien heparine verwisselt wordt met K-EDTA? LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Eiwit testen bij gezonde mensen? o Totaal EW is nl <150mg/24u o Dipstick Meet ALBUMINE (géén Bence-Jones EW) Vals + bij alkalische pH Waardeloos voor micro-albuminerie Oorzaken: Beninge: orthostatische, inspanning, stress Nt-renaal: hart insuff, infectie of koorts Renaal: alle vormen o 24uur urinecollectie Noodzakelijk voor Bence-Jones EW bij monoclonale gammapathieën Wat is de definitie van PPV? o = positief predictieve waarde o Kans dat patient de ziekte heeft als hij positief test o Is afhankelijk van de prevalentie (wordt berekend in ganse groep) o = TP/(TP+FP) Hoe kan haptoglobine dalen? o acute fase eiwit o normaalwaarden (1 g/L - 3 g/L) verschillen naargelang fenotype lage concn bij kinderen o bindt vrij hemoglobine (voorkomt ijzerverlies in urine) o hemoglobine-haptoglobine complex wordt verwijderd door reticulo-endotheliaal systeem o verlaagde waarden steeds bij - hemolyse (extravasculair of intravasculair) - inefficiënte erythropoïese (B12 en FZ def.) mogelijk bij: megaloblastische anemie, hepatocellulaire pathologie, mononucleosis o verhoogde waarden acute fase reactie Welk recipient moet de huisarts gebruiken om de glucose te meten? Verklaar o Urine Teststrook Enkel glucose, geen andere suikers Indien bloedsuiker > 160-180 mg/dl => glucosurie !! Bij DM o Oxalaat-tube (grijs) Cheleert calcium irreversibel Het fluoride inhibeert enolase (=enzyme in glycolyse) Afbraak glucose vertraagd LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Hoe hemoglobine bepalen in labo? o Internat. ref. methode Lyse van RBC (detergent) Oxidatie tot metHb Cyanide binding aan ijzer: methemoglobinecyanide met hoge molaire absorptiecöëfficient (540 nm) Nu minder toxische stoffen dan cyanide Vb? Natriumlaurylsulfaat-complex-Fe3+ o referentiewaarden 14-18 g/dL mannen 12-16 g/dL vrouwen Hoe ziet serumeiwit elektroforese eruit bij nefrotisch syndroom? o Alfa-2-macroglobuline: verhoogd selectieve retentie veranderingen in plasma volume o gamma-globulines: verlaagd malabsorpte o hypoalbuminerie EW verlies via urine Wat is osmolaliteit? Wat is de eenheid daarvan? Pathogenese veneuze thrombose + welke labo tests? 3 oorzaken van biologische variatie? o Intra-individueel (controleerbaar: belang pre-analytische fase) Dag/nachtritme Seizoen Houding, immobilisatie (chronisch neerliggen -> lagere hematocriet) Inspanning, voeding o Inter-individueel (niet-controleerbaar: belang goede referentiewaarde) Leeftijd Geslacht Ras Geven de aandoeningen hyper of hypo osmolair plasma volume? o Diabetes insipidus o Diabetes mellitus o (tono)manie (=overdreven water inname) LABO oplossing examenvragen 2013-2014 Welke laboratoriumtests zijn afwijkend bij ijzergebreksanemie? o Labo: ↓heme Hb ↓ MCHC ↓ Microcytair, hypochroom Verlaagd ferritine (tenzij tevens acute fase reactie) Verlaagd serum ijzer Verhoogd transferrine verhoogde ijzerbindingscapaciteit verlaagde verzadiging Geen ijzer aantoonbaar in beenmerg o Ontstaat meestal door bloedverlies Maag-darm bloeding Menstruatie Verhoogde behoefte Zwangerschap Malabsorptie o Behandeling Ijzerpreparaten Transfusie (let wel dimorfe populatie erytrocyten) Welke laboratoriumtests zijn afwijkend bij hemofilie? o Vormen van hemofilie Hemofilie A: tekort factor VIII Hemofilie B: factor IX deficiëntie X-gebonden o Labo APTT verlengd PT normaal Factor VIII / IX stollingsactiviteit Factor VIII / IX antigeen Welke functies vervult albumine? o colloïd osmotische druk o transport medicamenten (penicilline, cefalosporine) hormonen (thyroxine, steroïdhormonen) metabolieten (bilirubine) Cu++, Ni++, Ca++ o Bron van aminozuren o Buffercapaciteit N. Poessaert LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Wanneer kan je een hypoalbuminemie vinden? o verminderde eiwitopname malnutritie, malabsorptie syndromen o verminderde synthese leverpathologie, intoxicatie o verhoogd katabolisme weefselbeschadiging, inflammatie o eiwitverlies urine (nefrotisch syndroom, glomerulonefritis) faeces (protein-losing enteropathy) huid (brandwonden) o gewijzigde distributie (in ascites) o hyperalbuminemie? dehydratie albumineperfusie Wat is HbCO? o Hemoglobuline waaraan CO is gebonden o CO heeft veel hogere affiniteit dan O2 o Oorzaken: Rokers, uitlaatgassen, geiser Bespreek reticulocyten = onrijpe mature RBC o bevat veel RNA, maar geen kern o perifeer verlies RBC (b.v. bloeding, hemolyse) toename aantal reticulocyten gestoorde RBC aanmaak o bekijk het absolute aantal, niet het percentage Welke afwijkingen kan je in bloedbeeld vinden bij loodintoxicatie? o Lood inactiveert verschillende enzymen in de heemsynthese (stapeling van porfyrines) o Lood remt enzymen betrokken bij afbraak van RNA neerslag van gedenatureerd RNA in erytrocyten: basofiele stippeling o Hypochroom beeld o Basofiele stippeling Neergeslagen resten ribosomen, mitochondriën Acute loodvergiftiging, verschillende vormen van anemie Wat is toxische korreling, Döhle bodies? o Bij neutrofilie o Toxische korreling Activatie lysosomen Bacteriële infectie – sepsis o Lichaampjes van Döhle Lichtblauwe insluitsels Bacteriële infecties o LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Vrouw van 21 jaar klaagt over dysurie en heeft een lichte temperatuursstijging tot 37.5°C Teststrook screening pH WBC esterasen 7.5 positief 3+ positief Nitriet Eiwit spoor Glucose negatief Ketonen negatief Heem positief 1+ Bilirubine => Blaasinfectie (geen hoge koorts, dysurie) negatief Mogelijke oorzaken - pH o licht alkalisch (7-8): urineweginfectie - WBC o Infectie/inflammatie blaas of niet o Infectie prostaat, cervix, vagina, sigmoid - Nitriet o Bacteriën met nitraatreductase (mens kan zelf geen nitriet maken) - Heem o Menes! o Glomerulonefritis o Pyelonefritis, UWI (urineweg infectie) LABO oplossing examenvragen 2013-2014 Vrouw van 21 jaar komt op jaarlijkse controle bij IDEWE, klachtenvrij Teststrook screening pH N. Poessaert 6.0 WBC esterasen negatief Nitriet negatief Eiwit spoor Glucose negatief Ketonen negatief Heem positief 2+ Bilirubine => menses, te controleren buiten menses Oorzaken - Heem o Menes !!! negatief LABO oplossing examenvragen 2013-2014 Man van 21 jaar komt op jaarlijkse controle bij IDEWE, klachtenvrij Teststrook screening pH - 6 WBC esterasen negatief Nitriet negatief Eiwit positief 1+ Glucose negatief Ketonen negatief Heem positief 2+ Bilirubine => Glomerulonefritis dient te worden uitgesloten Oorzaken - Eiwit o o o N. Poessaert negatief Beingne: orthostatisch, inspanning, stress Niet renaal: hartinsufficiëntie, infectie, koorts Renaal: alle vormen van nieraantasting Bij nierschade: EW (albumine) in urine omdat ze dan kunnen doorfilteren Heem o Glomerulonefritis o Pyelonefritis, UWI o Eventueel mechanisch wrijven: marathon gelopen? LABO oplossing examenvragen 2013-2014 Man van 61 jaar komt klaagt over nycturie, polyurie en deshydratatie. Teststrook screening pH N. Poessaert 6 WBC esterasen negatief Nitriet negatief Eiwit negatief Glucose positief 3+ Ketonen positief 1+ Heem negatief Bilirubine => Diabetes mellitus Oorzaken: - Glucose o Diabetes mellitus - Ketonen o Ontregelde diabetes en uithongering negatief LABO oplossing examenvragen 2013-2014 Vrouw van 61 jaar presenteert zich met pijnloze icterus. Teststrook screening pH N. Poessaert 6 WBC esterasen negatief Nitriet negatief Eiwit negatief Glucose negatief Ketonen negatief Heem negatief Bilirubine => Stijging geconjugeerd bilirubine in bloed Oorzaken: - Bilirubine o Gestegen bij lever en galwegenziekten o hemolyse positief 3+ LABO oplossing examenvragen 2013-2014 Vrouw van 61 jaar presenteert zich met pijnloze icterus. Teststrook screening pH N. Poessaert 6 WBC esterasen negatief Nitriet negatief Eiwit negatief Glucose negatief Ketonen negatief Heem negatief Bilirubine => Stijging niet-geconjugeerd bilirubine in bloed Oorzaken: - urine is normaal - enkel geconjugeerd bilirubine wordt gefilterd - hier dus stijging van niet-geconjugeerd bilirubine negatief LABO oplossing examenvragen 2013-2014 Baby van 18 maand heeft hoge koorts (40°C) zonder duidelijke focus Teststrook screening pH 8.0 WBC esterasen Nitriet N. Poessaert positief 3+ positief Eiwit positief 3+ Glucose negatief Ketonen negatief Heem positief 3+ Bilirubine => pyelonefritis (hoge koorts) Oorzaken: - pH - - o WBC o o Nitriet o EW o Heem o o urineweginfectie Infectie/inflammatie blaas-nier Infectie prostaat, cervix, vagina, sigmoid bacteriën Renaal: alle vormen van nieraantasting Glomerulonefritis Pyelonefritis, UWI Baby met koorts van ongekende oorsprong -> denk altijd aan pyelonefritis! + WBC en +nitriet = urineweginfectie + heem en + koorts = pyelonefritis negatief LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Jongen van 15 jaar gaat op 2-jaarlijks medisch onderzoek met de school. Hij is klachtenvrij. Teststrook screening pH 5.0 WBC esterasen negatief Nitriet negatief Eiwit positief 1+ Glucose negatief Ketonen negatief Heem negatief Bilirubine => Vermoedelijk orthostatisch, te controleren bij huisarts negatief Oorzaken - pH - o o normaal tussen 4,5 en 8 zure urine: metabole acidose o Beingne Orthostatisch Inspanning Stress EW Proteïnurie kan ook nierprobleem zijn, maar hier geen heel, dus waarschijnlijk niets ernstig. Toch controleren! LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Vrouw van 21 jaar klaagt over dysurie en heeft een lichte temperatuursstijging tot 37.5°C Teststrook screening pH 7.5 WBC esterasen positief 3+ Nitriet negatief Eiwit spoor Glucose negatief Ketonen negatief Heem positief 1+ Bilirubine => Blaasinfectie (met nitraat-reductase neg kiem) Oorzaken: - WBC o Infectie/inflammatie - Heem o Glomerulonefritis o Pyelonefritis, UWI Infectie kan nitraat toch nog negatief zijn Er zijn bacteriën zonder nitraat reductase (vb E.coli) Of als urine niet lang in blaas heeft gezeten negatief LABO oplossing examenvragen 2013-2014 N. Poessaert Een marathonloper valt neer tijdens een wedstrijd en wordt bij u gebracht. Teststrook screening pH 5.0 WBC esterasen negatief Nitriet negatief Eiwit positief 2+ Glucose negatief Ketonen negatief Heem positief 2+ Bilirubine negatief Microscopie geen afwijkingen Inspanningsgebonden proteïnurie Oorzaken - EW - o Beninge: inspanning, stress Heem o Mechanisch wrijven: marathon