Entamoeba histolytica-infecties

advertisement
DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB
E. HISTOLYTICA-INFECTIES
Entamoeba histolytica-infecties
Ziektebeeld
Het ziektebeeld veroorzaakt door E. histolytica is zeer uiteenlopend. Een infectie kan
asymptomatisch verlopen of kan leiden tot intestinale of extra-intestinale ziekte. Een infectie
die initieel asymptomatisch was, kan onder bepaalde omstandigheden symptomatisch worden.
Intestinale ziekte varieert van milde abdominale last met eventueel diarree tot fulminante
dysenterie . De ziekte begint vaak geleidelijk met steeds erger worden van de klachten over
enkele weken. De klachten kunnen chronisch worden en het beeld nabootsen van een
inflammatoire darmziekte. Zeldzame, maar zeer ernstige verwikkelingen door verdere
uitbreiding zijn toxisch megacolon, ulceratie van het colon of de perianale regio en acute
necrotiserende colitis.
Een ameboma kan onstaan bij langdurige infectie in de darmen. Een ameboma is een
granuloom dat gevormd wordt ter hoogte van de colonwand en kan verward worden met een
coloncarcinoom of een extrahepatische massa, zoals een pyogeen abces.
Bij een beperkt deel van de patiënten komen extra-intestinale afwijkingen voor die zeer
ernstig kunnen verlopen. Via hematogene uitzaaiing kunnen abcessen ontstaan in
verschillende organen, waaronder vaak de lever. Een amoebisch leverabces is zeldzaam bij
kinderen.
De kans op een ernstig verloop is het grootst bij zeer jonge kinderen, ouderen en patiënten
die, ten onrechte, behandeld werden met corticosteroïden of motiliteitsremmers (loperamide).
Incubatieperiode
Deze kan variëren van enkele dagen tot maanden of jaren, maar bedraagt meestal 2 tot 4
weken.
Ziekteverwekker
Genus Entamoeba is een parasiet met 6 verschillende species die in de darmen van mensen
leven. E. histolytica is de belangrijkste pathogeen. Niet alle Entamoeba spp. zijn pathogeen.
Zo is E. dispar een onschuldige variant die microscopisch niet te onderscheiden is van E.
histolytica.
De parasiet kent een vegetatief stadium (trofozoïeten) en een cystestadium. Trofozoïeten
worden gevormd in de gastheer en kunnen pathogeen zijn. Cysten zijn de overlevingsvorm en
zorgen voor transmissie.
Naast het genus Entamoeba bestaan er nog vele andere amoeben, die vaak onschuldig zijn.
juli 2010 – versie 0.1
69
70
E. HISTOLYTICA-INFECTIES
DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB
Voorkomen
Deze parasiet komt wereldwijd voor. De prevalentie is het hoogst in ontwikkelingslanden.
Vooral in endemische gebieden zijn er veel asymptomatische dragers. Amoebiase is zeldzaam
bij kinderen jonger dan 5 jaar en zeker onder de 2 jaar.
In België bedroeg de incidentie 2,3/105 inwoners in 2007 (opgemeten door peillaboratoria).
Het betroffen in hoofdzaak reizigers uit Afrika.
Reservoir
De mens is het enige reservoir.
Transmissie
De overdracht gebeurt feco-oraal, voornamelijk via besmet voedsel of water. Vaak is er
overdracht via asymptomatische dragers. Seksuele overdracht is beschreven. Verspreiding
wordt bevorderd door slechte hygiëne (slechte sanitaire voorzieningen, onzuiver drinkwater,
ed.).
Besmettelijke periode
De besmettelijke periode start bij infectie en kan, onbehandeld, jaren blijven duren. Een
patiënt met acute dysenterie is meestal weinig besmettelijk omdat er dan geen cysten in de
stoelgang aanwezig zijn (enkel trofozoïeten en deze zijn te fragiel om infectie te kunnen
veroorzaken).
Vatbaarheid
In principe is iedereen vatbaar. Volgende personen hebben een verhoogde kans op
besmetting:
 personen uit lagere socio-economische klasse in ontwikkelingslanden;
 immigranten uit en reizigers naar risicogebieden;
 personen in een instelling;
 mannen die seksueel contact hebben met mannen.
Immuniteit
Enkele studies hebben aangetoond dat bij sommige kinderen immuniteit wordt opgebouwd na
infectie. Deze is mogelijk niet blijvend.
juli 2010 – versie 0.1
DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB
E. HISTOLYTICA-INFECTIES
Diagnose
De diagnose wordt in de eerste plaats gesteld via microscopisch onderzoek van feces:
identificatie van cysten en/of trofozoïeten. Het onderscheid met niet-pathogene amoeben kan
moeilijk zijn. Er bestaan meerdere andere diagnostische technieken, zoals PCR of
antigeendetectietesten.
Behandeling
Behandeling is aangewezen zowel bij symptomatische patiënten als bij asymptomatische
dragers (met bewezen E. histolytica-infectie) om de evolutie naar symptomen te voorkomen.
Symptomatische patiënten: behandeling met metronidazol of tinidazol, gevolgd door
paromomycine.
Soms is heelkundige aspiratie van een leverabces nodig bij een onvoldoende antwoord op
medicatie.
Preventie
Er is geen vaccin beschikbaar.
Algemene hygiënemaatregelen ter preventie van feco-orale overdracht van ziekten en ter
preventie van overdracht van ziekten via voedsel moeten altijd nageleefd worden. (Zie fiche
Gastro-enteritis)
Maatregelen naar aanleiding van een geval
Melding:
Bij 2 of meer gevallen (binnen een week) in een (klas)groep moet gastroenteritis/voedselinfectie zo snel mogelijk gemeld worden aan de dienst
Infectieziektebestrijding van de afdeling Toezicht Volksgezondheid.
Gevalsopsporing:
Contactonderzoek: fecesonderzoek is
gelijkgestelde contacten.
aangeraden bij
gezinscontacten en
daarmee
Maatregelen te nemen door de CLB-arts bij 1 geval:

Wering van school: Geen. Het kind mag naar school komen van zodra het voldoende
hersteld is.
juli 2010 – versie 0.1
71
72
E. HISTOLYTICA-INFECTIES
DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB
Maatregelen te nemen door de CLB-arts bij een cluster (≥ 2 gevallen):





Zie ook algemene fiche Gastro-enteritis
Wering van school: Geen. Het kind mag naar school komen van zodra het voldoende
hersteld is.
Bij 2 of meer gevallen (binnen een week) in een (klas)groep is gastro-enteritis
meldingsplichtig. In overleg met de dienst Infectieziektebestrijding van de afdeling
Toezicht Volksgezondheid kan beslist worden dat het noodzakelijk is ouders,
medeleerlingen en personeel van de school informatie en advies te geven. (Zie fiche
Gastro-enteritis met bijhorende voorbeeldbrief)
Er moet dan geadviseerd worden een arts te raadplegen in geval van ernstige of
aanhoudende symptomen. Het gebruik van motiliteitsremmers moet afgeraden worden.
Het belang van algemene hygiënemaatregelen ter preventie van feco-orale overdracht
van ziekten en ter preventie van overdracht van ziekten via voedsel moet benadrukt
worden.
Informeren van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk van de
school.
Chemoprofylaxe:
Geen
Bijkomende hygiënemaatregelen:
Eventueel op advies van de dienst Infectieziektebestrijding.
Extra literatuur:
Haque R, Huston CD, Hughes M, Houpt E, Petri WA. Amebiasis. N Engl J Med
2003;348:1565-73.
Stanley SL. Protective immunity to amebiasis: new insights and new challenges. J Infect Dis
2001;184:504–6.
juli 2010 – versie 0.1
Download