European Commission

advertisement
EUROPESE COMMISSIE
PERSBERICHT
Brussel, 18 september 2014
Werkgelegenheid: volgens verslag is mobiliteit van
werknemers cruciaal om de demografische uitdaging en
het vaardighedenprobleem van de EU aan te pakken
Om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen, moet de EU de kloof tussen mannen en
vrouwen dichten en de participatie van jonge en oudere werknemers op de arbeidsmarkt
vergroten, maar ook voor mobiliteit en migratie is een belangrijke rol weggelegd. Dat is de
belangrijkste conclusie van het vandaag gepubliceerde gezamenlijke verslag van de
Commissie en de OESO Matching Economic Migration with Labour Market Needs
(Afstemming van economische migratie op de arbeidsmarktbehoeften).
László Andor, commissaris voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie, merkte op:
"Dit gezamenlijke verslag van de Commissie en de OESO biedt waardevolle aanwijzingen
over de ernstige demografische uitdagingen die zich aandienen. Het zorgen voor een
billijke arbeidsmobiliteit in de EU, het verbeteren van opleidingen om de vaardigheidskloof
te dichten, het garanderen van fatsoenlijke arbeidsomstandigheden voor werknemers en
van een betere integratie van werknemers uit derde landen kan een gedeeltelijk antwoord
vormen op de vergrijzing van de bevolking en de toekomstige tekorten aan vaardigheden
op de Europese arbeidsmarkt”.
Cecilia Malmström, commissaris voor Binnenlandse Zaken, zei: "Vandaag de dag volstaan
binnenlandse arbeidskrachten alleen niet om in de behoeften van de arbeidsmarkt van
vele EU-landen te voorzien. De vraag is niet of we migranten nodig hebben, maar hoe we
optimaal van migratie gebruik kunnen maken. Om de vruchten van migratie te kunnen
plukken, hebben we open, transparante, realistische beleidsmaatregelen op het gebied
van integratie nodig, en sterk politiek leiderschap".
Stefano Scarpetta, directeur Werkgelegenheid, Arbeid en Sociale Zaken van de OESO, zei:
"Het kan verbazing wekken dat wij het in een tijd waarin vele Europese landen worden
geconfronteerd met blijvende werkloosheid en groeiend verzet tegen migratie hebben over
de afstemming van economische migratie op de behoeften van de arbeidsmarkt. Europa
zou er echter al beter aan toe zijn als het de vaardigheden van migranten efficiënter zou
gebruiken. Een geslaagde integratie van migranten en hun kinderen, en efficiëntere
systemen voor het beheer van arbeidsmigratie die aan reële behoeften beantwoorden, zijn
net zo noodzakelijk om de sociale samenhang te versterken als om het
concurrentievermogen van Europa te vergroten".
Bevolkingsafname en tekorten aan vaardigheden
In Europa zal het aantal mensen in de beroepsgeschikte leeftijd (15-64) tussen 2013 en
2020 naar verwachting dalen met 7,5 miljoen (-2,2 %), terwijl het in de OESO-landen als
geheel met hetzelfde percentage zal stijgen. Uitgaande van een scenario zonder netto
migratie zal het aantal mensen in de beroepsgeschikte leeftijd in de 28 EU-landen naar
verwachting nog meer dalen, namelijk met 11,7 miljoen (-3,5 %) tegen 2020.
IP/14/1016
De gevolgen daarvan laten zich niet alleen voelen op demografisch vlak: doordat de
arbeidsmarkt dynamisch is en beroepen veranderen, zullen tekorten aan vaardigheden en
discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden in de EU cruciale thema's
worden. Volgens de Europese bedrijvenenquête 2013 van Eurofound heeft 40 % van de
ondernemingen in de EU het ondanks de slapte op de arbeidsmarkt moeilijk om
werknemers met de juiste vaardigheden te vinden. De beschikbare gegevens wijzen erop
dat in de meeste OESO-landen in het volgende decennium vooral behoefte zal zijn aan
arbeidskrachten in specifieke beroepen die vooral hoge vaardigheden vereisen, maar ook
vaardigheden op gemiddeld niveau.
Tegen deze achtergrond stelt het gemeenschappelijke verslag van de EU en de OESO drie
elkaar aanvullende beleidsmaatregelen voor:
1.
bevordering van arbeidsmobiliteit binnen de EU, om te zorgen voor een betere
benutting van vaardigheden;
2.
betere integratie van migranten uit derde landen, om slimmer gebruik te
maken van hun vaardigheden;
3.
aantrekken van de gekwalificeerde migranten die de Europese arbeidsmarkt
nodig heeft.
Bevordering van arbeidsmobiliteit binnen de EU
De bijdrage van de mobiele werknemers in de EU aan de totale groei van de
werkgelegenheid is duidelijk: mensen die in een ander EU-land gaan werken, hebben een
hogere arbeidsparticipatie (68 %) dan niet-mobiele werknemers (64,5 %). Door
arbeidskrachten en vaardigheden te verplaatsen van regio’s en landen waar er minder
vraag is, naar die waar ze nodig zijn, zorgt mobiliteit binnen de EU bovendien voor een
efficiëntere inzet van het menselijk potentieel.
Volgens het rapport zijn beleidsmaatregelen nodig om de nog resterende belemmeringen
voor mobiliteit weg te werken. De bevordering van arbeidsmobiliteit binnen de EU zal ook
betere instrumenten voor de afstemming van vaardigheden en meer nadruk op het leren
van talen vereisen.
Betere integratie van migranten uit derde landen
In 2013 was de arbeidsparticipatie van derdelanders die in de EU wonen 12 procentpunt
lager dan die van EU-burgers (52,6 % tegenover 64,5 %); het verschil was zelfs nog
groter bij degenen die hoger onderwijs hebben genoten.
In het verslag wordt benadrukt dat deze aanzienlijke verspilling van menselijk kapitaal
met name kan worden aangepakt door de erkenning van buitenlandse kwalificaties te
vergemakkelijken, ervoor te zorgen dat migranten toegang hebben tot de meest efficiënte
actieve arbeidsmarktprogramma’s en in de landen van bestemming taalonderricht te
verstrekken dat toegesneden is op de vaardigheden van migranten.
Aantrekken van de vaardigheden die de Europese arbeidsmarkt
nodig heeft
Hoewel verschillende landen hun migratieregels geliberaliseerd hebben, migreren
momenteel slechts weinig gekwalificeerde arbeidskrachten uit derde landen naar de
meeste EU-lidstaten. Volgens het verslag is dat met name toe te schrijven aan het stelsel
van legale toelating en aan het feit dat werkgevers in de meeste landen terughoudend zijn
om vanuit het buitenland in dienst te nemen. Het verslag legt de klemtoon op
verschillende opties voor toekomstige acties, zoals het bereiken van een beter evenwicht
tussen het vertrouwen op de vraag van werkgevers en vrijwaringsmechanismen en het
2
verbeteren van de afstemmingsinstrumenten om werkgevers in staat te stellen potentiële
migrerende werknemers, inclusief buitenlandse studenten, te vinden.
Achtergrond
Het gezamenlijke onderzoeksproject Afstemming van economische migratie op de
arbeidsmarktbehoeften is door de Europese Commissie en de OESO verricht over een
periode van drie jaar. In 2012 verscheen een eerste publicatie: Free Movement and
Workers and Labour Market Adjustment - Recent Experiences from OECD Countries and
the European Union. Vandaag verschijnt het eindverslag, Matching Economic Migration
with Labour Market Needs, samen met een korte beleidsnota.
Sinds in het Werkgelegenheidspakket 2012 een visie van een echte EU-arbeidsmarkt werd
geschetst, zijn verschillende initiatieven genomen om mobiliteitsbelemmeringen weg te
werken, zoals de recentelijk goedgekeurde richtlijnen inzake de vergemakkelijking van de
uitoefening van het recht van vrij verkeer (IP/14/421) en inzake de verwerving en het
behoud van aanvullende pensioenrechten (IP/14/445). Andere initiatieven zijn onder meer
het voorstel tot verdere verbetering van het Europese netwerk voor werkzoekenden
EURES (IP/14/26) en de handhavingsrichtlijn inzake de detachering van werknemers
(IP/14/542).
De Commissie heeft ook maatregelen genomen om de integratie van onderdanen van
derde landen te bevorderen, met name door het Integratiefonds. Zij heeft voor de
integratie van migranten op de arbeidsmarkt ook richtsnoeren verstrekt in haar
landenspecifieke aanbevelingen aan de lidstaten waar de kloof op het gebied van
werkgelegenheid tussen migranten en eigen burgers het grootst is.
Verdere informatie:
Gezamenlijk verslag van de EU en de OESO "Matching economic migration with labour
market needs"
Gezamenlijke beleidsnota van de EU en de OESO
Website van László Andor
Volg @László AndorEU op Twitter
Abonneer u op de gratis e-nieuwsbrief van de Europese Commissie over werkgelegenheid,
sociale zaken en inclusie
Contact:
Jonathan Todd (+32 229-94107)
Cécile Dubois (+32 229-51883)
Spencer Wilson (OESO, +33 145248118)
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 6 7 8 9 10 11 of e-mail
3
Download