Hoofdstuk over geheugen

advertisement
Psychologie
Hoofdstuk 4
Contactpersoon: [email protected]
Hoofdstuk 4: Hoofdstuk over geheugen
Polygrafietest = leugentest
Alle informatie doorloopt drie stadia voor permanente opname
Zintuigelijk geheugen: beelden, geluiden, geuren of sensorische indrukken worden verwerkt door
zintuigen
--> bewaard in sensorisch geheugen
= elk zintuig heeft afzonderlijk sensorisch geheugen
Werkgeheugen: filteren van belangrijke informatie uit sensorisch geheugen en verbinden met reeds
opgeslagen kennis en verbinding met informatie uit langeduurgeheugen
= beperkte capaciteit, iets langer als sensorisch geheugen
Langeduurgeheugen: gegevens uit werkgeheugen verdwijnen (vergeten) of worden opgeslagen in
langeduurgeheugen
= term die we in dagelijks leven omschrijven als "geheugen"
= veel langere temporele capaciteit
= onbeperkte capaciteit
Langeduurgeheugen
Bestaat ui twee takken
Impliciet of procedureel geheugen
= bevat informatie over HOE we iets moeten doen
Voorbeelden: hoe fietsen, welke pedaal indrukken als hond straat oversteekt, ...
Expliciet of declaratief geheugen
= bevat informatie dat "intentioneel" kan opgeroepen worden
- SEMANTISCH GEHEUGEN: opslag van geaccumuleerde kennis v/d wereld
Voorbeeld: rekenregels, alfabet, ...
- EPISODISCH GEHEUGEN: herinneringen van specifieke, autobiografische gebeurtenissen
Episodisch geheugen
Doorloopt alsook drie stadia
- inprenten van informatie bij waarneming
- bewaren van informatie (meestal lange tijd)
- (her)oproepen van de informatie
= bij een fout in het proces kan de informatie vertekend zijn
= falend geheugen
Kwaliteit ooggetuigenverklaring is vaak niet zo goed, onbetrouwbaar
--> vaak foute verklaringen, ondanks erg grote zekerheid, dit door foutief opslaan
Besluit: indificatie door lineup of fotocollage niet waterdicht
= DNA-tests helpen voor bepalen onschuld
Ooggetuigen worden nochtans vaak erg serieus genomen
= mensen overschatten kwaliteit v/h geheugen
--> zaken werden niet gefilmd opgeslagen en zijn niet altijd volledig juist herafspeelbaar
Laboexperimenten via manipulatie kunnen dit aantonen
MAAR: vaak moeilijker in natuurlijke omstandigheden
Ecologische validiteit van studies in realiteit is groter dan die van laboratoriumexperimenten
= resultaten wel vertekend door storende variabelen (hebben we niet onder controle)
Voorbeeld: in winkel iets kopen, paar minuten later foto's voorleggen, vragen wie klant was
= kan verstoort worden door aandachtsniveau van de winkelier op moment van verkoop
Vertekening van suboptimale waarnemingen
- eigenschap v/d geobserveerde gebeurtenis gevolgen voor de kwaliteit v/d herinnering
- karakteristieken v/d observerende persoon ook invloed
! Vooral zijn "verwachtingen" hebben invloed op de herinnering
Test:
Ondervraging laten zien, gevolgd door gemeenschappelijke scène
Ene groep ziet gewelddadige ondervraging, andere normale ondervraging
= herinneringen over laatste scène zijn beperkter bij zij die gewelddadige ondervraging zagen
Geweldconditie heeft invloed op herinnering
= waarschijnlijk door stresverhoging
Conclusie: ooggetuigverklaringen over gewelddadige zaken zijn minder betrouwbaar
Objectiviteit ook heel belangrijk
= vooroordelen en verwachtingen mogen geen invloed hebben
Voorbeeld:beoordeling van voetbalwedstrijd
Voorbeeld: 12 azen tonen, maar in verschillende kleuren (voorbeeld schoppen in het rood)
= ze verwachten schoppen aas in het zwart te zien, daarom lagere herinnering en minder schoppen
gezien
Beïnvloeding van bewaring
Tijd zorgt ervoor dat we bepaalde zaken vergeten
Voorbeeld: ontbijt van vorige week
Komt door wat gebeurt tijdens het tijdsverloop
- we krijgen nieuwe informatie over bepaalde gebeurtenis
Voorbeeld: na overval krantartikel lezen, kan eigen herinnering van overval veranderen
Bij het vermelden van iets in de vraagstelling, onthouden we langer
Zie voorbeeld pagina 82
Voorbeeld:
Fragment met 12 demonstranten, twee vragen:
- Was de leider van de vier demonstranten een man?
- Was de leider van de twaalf demonstranten een man?
Week later zal personen met tweede vraag beter kunnen antwoorden op de vraag
- Hoeveel demonstranten waren er?
Bij proeven moet de cruciale vraag goed verborgen
= bootst reële leven zo goed als mogelijk na
(aandacht mag niet op de manipulatie vallen)
Ook geen verwijzingen naar informatie verkregen tussen observatie en bevraging
Proefpersonen maken compromis tussen werkelijk geobserveerde informatie en wat ze nadien
waarnemen
Misleidende informatie kan geheugen aanpassen
! Zelf creatie van onbestaande voorwerpen is mogelijk
Wanneer mensen, ter goeder trouw, ervan overtuigd zijn dat ze iets "hadden kunnen zien", gaan ze
zich een herinnering vormen die niets met de realiteit te maken heeft
Geheugen is niet zo passief als camera die beelden vast legt
Herinnering bijgevolg beïnvloedbaar door:
- tijd tussen gebeuren en bevraging
- informatie tussen gebeuren en bevraging
Conclusie: ondervragingen beter zo snel mogelijk na voorval
Oproepen van herinneringen
Omstandigheden van het oproepen zijn belangrijk
Als je op strand iets hoort, kan je meer heroproepen op strand dan in water
= beter ophalen van informatie in zelfde omstandigheden dan opslaan
Vraagstelling is van belang
Voorbeeld:
- Heeft u VAAK hoofdpijn op schaal 1/10 zal beantwoord worden met +- 2.2
- Heeft u SOMS hoofdpijn op schaal 1/10 zal beantwoord worden met +- 1
Probleem: welk woord lokt het meest accurate antwoord uit?
= suggestieve vragen zijn bijgevolg niet toegelaten in rechtbanken
(moeilijk te controleren, onderscheiden van andere vragen)
Weten we wat we weten
Menselijk geheugen verschilt van andere geheugens (bibliotheek, computer) door metakennis
metakennis: we hebben een tamelijk goed idee van wat we weten en niet weten
LEES PAGINA 88 ONDER en 89 BOVEN
Inplanten van herinneringen (INCEPTION)
Wanneer je iets hoort over je eigen leven, maak je er soms een visuele herinnering van
Bij kinderen is inplanten mogelijk, maar ook bij volwassenen?
= ja
Mensen die zich levendige voorstelling maken v/e mogelijke gebeurtenis nadien de dat deze
gebeurtenis zich echter zal voordien hoger inschatten dan anderen
! Ook mogelijk voor emotioneel sterke situaties om die in te planten
Iemand die beter mentale beelden kan voorstellen, is meer gevoelig voor inplanting
Iemand met dissociatieve tendens ook
(stoornissen in normale integratie van bewustzijn, denken, geheugen en persoonlijkheid)
Verdrongen herinneringen
Verdrongen herinneringen
= herinneringen die we lang niet voor de geest kunnen halen, maar ineens wel terug
Voorbeeld:
Na 20 jaar een bepaalde situatie kunnen inbeelden als "verklaring" voor iets
= zijn deze herinneringen wel correct?
Therapeuten hebben als argument verdringing
= men wil zich het niet herinneren tot bepaald moment
Retractors: verdrongen herinneringen bovenhalen maar later ontkennen
= zijn verdrongen herinneringen allemaal inplanten?
PAGINA 95 - 96
Download