De rol van het geheugen bij trauma Geheugenmechanismes spelen een cruciale rol bij het ontstaan van trauma. Hoe sterker de emotie die iemand ondervindt bij een bepaalde gebeurtenis, hoe dieper de indruk daarvan wordt opgeslagen in het geheugen. Je weet vast nog wel waar je was, toen je hoorde van de aanval op de Twin Towers in New York op 11 september 2001. Bij geheugenfuncties wordt onderscheid gemaakt tussen het Declaratieve ofwel Expliciete Geheugen en het non-Declaratieve ofwel Impliciete geheugen. Bij het Expliciete Geheugen gaat het om feiten, gebeurtenissen, informatie en onderwijs. Dit type geheugen is instabiel: als de herinneringen niet met enige regelmatig weer wordt opgehaald, wordt de kwaliteit ervan steeds minder. Als emoties bij de opgeslagen situatie een rol hebben gespeeld, is de kans groter dat door interpretatie de herinnering niet volledig overeenkomt met de feiten. Op deze manier kan een bepaalde feitellijke gebeurtenis door verschillende mensen op een andere manier worden geïnterpreteerd. Bij het Impliciete Geheugen betreft het aangeleerde vaardigheden, geconditioneerd gedrag (bijv. militairen die voor hun overleving geleerd hebben zich bij een harde knal ogenblikkelijk te laten vallen) en gebeurtenissen waar emoties bij zijn betrokken. Het is automatisch en instinctief gedrag. Het is ook onbewust gedrag dat veel van onze dagelijkse activiteiten regelt (ons expliciete geheugen weet dat we gisteren zijn gaan autorijden, maar het autorijden zelf, met een veelvoud aan verschillende handelingen, is grotendeels onbewust gebeurd en is daarmee deel van het impliciete geheugen). Geconditioneerd gedrag en geconditioneerde herinneringen ontstaan als een reactie wordt uitgelokt door een bepaalde prikkel te geven (bijv. speekselvorming bij een hond bij het tonen van een mals stuk vlees) en tegelijkertijd ook nog een andere prikkel te presenteren (bijv. een belgeluid). Als dit maar vaak genoeg gebeurt, zal de hond speeksel produceren als alleen maar de bel wordt geluid. Zulk geconditioneerd gedrag is onbewust en kan leiden tot verschillende reacties: fysiologisch (bijv. speeksel), emotioneel (bijv. angst) en/of lichamelijk (bijv. vluchten). Waar aangeleerde vaardigheden voor altijd in het geheugen blijven opgeslagen, is dat niet het geval bij geconditioneerd gedrag. Als maar genoeg keren de bel wordt geluid zonder dat de hond daarbij vlees krijgt te zien, zal hij uiteindelijk geen speeksel meer gaan produceren. De geconditioneerde reactie kan dus ook weer worden uitgedoofd. Als echter een van de prikkels een levensbedreigende situatie is, kan het zijn dat de geconditioneerde reactie al na een keer optreedt en nooit meer via de methode van uitdoving kan worden uitgewist. Geconditioneerde reacties kunnen dus zeer ernstige consequenties hebben voor het onbewuste, op overleven gerichte gedrag van het individu. De geconditioneerde reactie is direct gerelateerd aan de traumatische gebeurtenis en de manier waarop het lichaam die gebeurtenis heeft beleefd en dan vooral de manier waarop het onbewust geprobeerd heeft de levensbedreigende situatie af te weren. 1 Voorbeeld: een vrouw die van de weg was afgeraakt, gleed met haar auto van een berghelling af en zag tot haar afgrijzen aan de rechterkant een ravijn dichterbij komen. Vlak voordat ze in het ravijn zou storten, werd haar auto door een boom gestopt. Na dit ongeluk verslechterde het zicht van haar rechteroog en zag ze alleen nog maar wazig. Dat kon weliswaar m.b.v. een lens weer worden gecorrigeerd, maar met die lens werd ze telkens binnen een paar minuten misselijk, herbeleefde ze het ongeluk en kreeg ze een paniekaanval. Haar lichaam reageerde dus, voor haar onbewust, met een ongepaste overlevingstactiek door haar wazig te laten zien met haar rechteroog, zodat ze niet nog een keer scherp zicht zou hoeven te hebben op een levensbedreigende situatie). Bij het ervaren van een traumatische gebeurtenis zijn vooral de systemen actief die verantwoordelijk zijn voor het vecht-/vlucht-/verstargedrag en voor het geheugen. Afwijkingen in het geheugen na een traumatische ervaring betreffen zowel het expliciete als het impliciete geheugen. In veel gevallen missen traumaslachtoffers herinneringen aan bepaalde gebeurtenissen die rond het trauma speelden. En de herinneringen aan het trauma zelf zijn vaak vervormd en onnauwkeurig. Veel volwassenen die als kind werden misbruikt, hebben geen specifieke herinneringen aan dit trauma en hebben slechts een vaag gevoel dat ze zoiets hebben meegemaakt. Dr. Scaer (The Body bears the Burden1) veronderstelt dat hoe sterker de staat van verstarring is geweest, hoe sterker de onderdrukking of vervorming van het geheugen zal zijn. Daar staat tegenover dat het ook mogelijk is dat bepaalde herinneringen rond het trauma juist versterkt worden. In bepaalde situaties kan iemand zich die herinneringen dan, zonder dat te willen, weer bewust worden en dat kan leiden tot allerlei heftige emotionele gevoelens. Op dat moment werd het traumaslachtoffer wellicht (onbewust) geprikkeld door iets wat hij zag of wat iemand anders zei. Op zich misschien onbelangrijke dingen, maar voor het traumaslachtoffer wel de prikkel waardoor hij zich (onbewust) aan zijn traumatische ervaring herinnerde en de daaraan verbonden emoties opnieuw werden gevoeld. Dit proces kan met de tijd zelfs zo versterkt worden dat het een automatisch proces wordt: dat er geen prikkel meer van buitenaf nodig is. Dan is een prikkel van binnenuit al voldoende om traumatische herinneringen en negatieve emoties op te roepen. Dit zich langzaam versterkende proces zou kunnen verklaren waarom bij PTSS de symptomen soms pas na een hele tijd versterkt zichtbaar worden en er steeds meer andere symptomen bij komen. Hier nog even een herhaling van het speciale thema: Vecht-, Vlucht- en Verstargedrag. Als iemand in een levensbedreigende situatie tot de conclusie komt dat er met vecht- of vluchtgedrag geen uitweg meer mogelijk is en zich dan volkomen hulpeloos voelt, zal het in een staat van verstarring komen (bij mensen bijv. verdoofdheid, verdwaasdheid of verwarring). Anders dan bij dieren, volgt er bij mensen geen periode van ontlading (door schudden, beven, zweten) van de energie 1 The Body Bears the Burden, Robert C. Scaer, ISBN10 0789033356, ISBN13 9780789033352 2 die zich tijdens het vecht-/vluchtgedrag in het lichaam heeft opgehoopt. Dr. Scaer veronderstelt dat door het niet weg (kunnen) laten vloeien van die energie, alle autonome en lichamelijke ervaringen/reacties rond de levensbedreigende situatie vast ingeprent blijven in het impliciete geheugen, alsof de traumatische gebeurtenis nog steeds voortduurt en niet een gebeurtenis is uit het verleden. Met deze verwarring van het tijdsbesef in de herinnering aan het trauma, zouden heel goed de steeds weer terugkerende traumatische herinneringen met bijbehorende heftige negatieve emoties verklaard kunnen worden. 3