Mijn collectief geheugen Ons knapste orgaan zijn de hersenen. Steeds opnieuw verbaas ik mij over deze gigantische zoekfunctie. Op deze harde schijf zijn miljarden gegevens in miljoenen verbanden opgeslagen. Beelden, klankfragmenten, geuren, smaken en ook gedachten en gevoelens. Ik ben straks 60 maar kan mij zonder moeite herinneren dat ik smoorverliefd werd op mijn achtste. Dat zij de zus was van een klasgenoot uit het vierde studiejaar en dat zij op donderdagnamiddag naar de Melkerij in het park kwam. Die eerste complexe sociale herinneringen spelen zich ook af rond het Sint-Lievenscollege. Ik ruik nog steeds de flauwe koffie met veel bitterpeeën in de ondergrondse refter. De klank van de porseleinen koppen op de te harde, makkelijk te onderhouden, loodzware tafels. De studiemeesters of surveillanten die ons overal observeren en de ondraaglijke geur door de gaatjes van de eerste biecht, een mengeling van tabak en vuile soutane. Miljoenen Europeanen hebben een geheugen, een precies geheugen voor dat kleine persoonlijke en een vaag geheugen voor dat grote publieke. Ik ben geboren in 1949. Vanaf 1955 luister ik naar verhalen. Mensen praten veel over de oorlog. Bij elk verhaal verneem ik iets over een andere oorlog. Tien jaar na 1945 is het belangrijk om erover te praten. Praten om te vergeten of om beter te kunnen rangschikken, schikken in rangorde. Ik hoor verhalen over zwarten en witten, over ‘den’ Duits en over een Koning die niet erg professioneel was. Mevrouw Batavier, een Joodse vriendin van mijn grootmoeder, vertelt over de kampen. Vermits ik thuis eerder Belgicistisch word opgevoed met een franskiljonse ondertoon en ik twaalf jaar op een college zit waar je fout bekeken wordt als je ouders niet hadden gecollaboreerd, slaat verwarring toe. Wie vertelt hier de waarheid, bestaat de waarheid. Mijn twijfels over de oorlogsverhalen die zeer tegenstrijdige informatie bevatten worden nog groter na het ervaren van godsdienstonderricht. Ik probeer te geloven dat God bestaat maar ik kan de leraar godsdienst niet geloven. De onbevlekte ontvangenis wil ik niet kunnen begrijpen. Toen ik deze week paus Ratsinger zag twijfelen, dacht ik aan die vreselijke onfeilbaarheid. Die man mag zelfs niet toegeven dat hij zich vergist heeft want hij en zijn voorgangers deden ons geloven dat hij onfeilbaar was. Het Vlaams-Nederlands Huis deBuren heeft een ‘Europese dimensie’. Europa is een thema. Vlaanderen is waarschijnlijk ‘pro’ en Nederland heeft ‘contra’ de Europese Grondwet gestemd. Sinds ik vier jaar geleden ben begonnen heb ik talrijke discussies meegemaakt over Europa. De zoektocht naar een antwoord op de vraag naar een sluitende omschrijving van de Europese Identiteit is lang en complex. Vermits ik zelf niet goed weet of ik mijn identiteit aan Antwerpen, Vlaanderen of België moet linken weet ik ook niet of de Europese identiteit de mijne is. Als ik in Japan of Peru was kon ik mij best inbeelden dat ik daar had kunnen leven, minnen, werken, kinderen hebben en genieten van een familie, een dorp, een stad, een land. Dat ik mij nu niet echt verbonden voel met Sumo worstelaars of met Stierenvechters heeft alles te maken met toeval en geheugen. Of Europese identiteit bestaat, weet ik niet. Vandaag leven 300 miljoen mensen in één land en zij hebben samen één president Obama. Tussen Alaska en Californië zijn er enorme verschillen maar er zijn ook voldoende gemeenschappelijke eigenschappen om te spreken van een Amerikaanse identiteit. Of dat automatisch betekent dat Amerika ook een duidelijker collectief geheugen heeft, is zeer de vraag. Dit als lange inleiding om te zeggen dat het collectief geheugen een constructie is die bestaat uit de som van de geheugeninhoud van alle mensen. Een aantal gegevens zijn meetbaar, kwantificeerbaar. Wij weten hoeveel slachtoffers de Wereldoorlogen maakten, hoeveel het BNP bedraagt maar we kunnen de pijn en het verdriet dat Stalin of Hitler hebben ontworpen en georganiseerd niet tellen. Het collectief geheugen is de som van telbare en niet-telbare elementen. Vandaar dat de geschiedenis een constructie is die bestaat uit feiten en fictie. Het collectief geheugen is een interpretatie van de de synthese oefening die elk voor zich maakt, constant blijft maken. Het collectief geheugen is onderdeel van onze verwondering, onze poging om te begrijpen en onze vaststelling dat we het nooit helemaal zullen begrijpen. Leven is vaststellen dat we het geheel niet helemaal vatten maar dat het de moeite waard is te blijven twijfelen. Mijn geheugen en mijn collectief geheugen zijn daarom, gelukkig maar, zeer feilbaar. Dorian van der Brempt | directeur Vlaams-Nederlands Huis deBuren