nectar biologie par. 12.2 hoe ontstaat zwangerschap?

NECTAR BIOLOGIE PAR. 12.2
HOE ONTSTAAT ZWANGERSCHAP?
 Wanneer een man klaarkomt, komt er ±3 ml sperma, vlak bij de
baarmoedermond
 De zaadcellen zwemmen via de baarmoeder de eileiders binnen. Dit is
een tocht van ± 15 cm
 Als een vrouw een eisprong heeft gehad, kan een zaadcel de eicel
bevruchten. Er ontstaat dan een baby
 Als een zaadcel de eicel bereikt heeft, dringt hij met zijn kop binnen, de
celkernen versmelten met elkaar: de bevruchting.
 Nadat de zaadcel de eicel is binnengedrongen, wordt de eicel
ondoordringbaar voor andere zaadcellen.
 Hieronder zie je wat er met een eicel gebeurt:
1. Eisprong
2. Bevruchting
3. De eicel deelt zich
4. Na enige uren is er een bolletje cellen gevormd
5. De cellen in het bolletje blijven zich delen (na vijf dagen)
6. Innesteling: de cellen zetten zich vast in het
baarmoederslijmvlies. Dit bolletje noem je een embryo
 Na ongeveer vijf dagen na de bevruchting ontstaat er een holte in het
bolletje cellen. Binnenin zit een groepje cellen: de kiemschijf, dit is
waar het embryo uit ontstaat
 De buitenste cellen vormen de vlokken. Deze groeien tijdens de
innesteling het baarmoederslijmvlies binnen. Ze nemen
voedingsstoffen en zuurstof uit de bloedvaten en geven afvalstoffen
weer terug.
 Later worden deze vlokken de placenta: hierin zitten bloedvaten van
het kindje en de moeder.
 De vlokken maken het zwangerschapshormoon HCG, dit hormoon
voorkomt dat er een nieuwe eicel gaat rijpen. Ook zorgt HCG ervoor
dat het embryo wordt afgesloten en dat het verdikte
baarmoederslijmvlies in stand blijft.
 Tussen de vlokken en de kiemschijf groeit een steel, dit wordt de
navelstreng.
 Een zwangerschapstest toont aan dat je zwanger bent, door te kijken
of het hormoon HCG in je urine aanwezig is
HOE VOORKOM JE EEN ZWANGERSCHAP?
 Al bij de eerste keer vrijen, kan een meisje zwanger worden. Ook als de
jongen niet is klaargekomen, maar wel zijn penis in de vagina heeft
gehad, kan het meisje zwanger worden.
 Voor de zaadlozing komt er namelijk voorvocht uit de penis. Hierin
kunnen zaadcellen zitten.
 Een goedvoorbehoedmiddel kan de zwangerschap voorkomen, en
voldoet aan drie eisen:
1. Het voorkomt zwangerschap
2. Het is makkelijk in gebruik
3. Het is niet schadelijk voor de gezondheid
 Condooms voorkomen dat de zaadcellen bij de eicel komen. Ook
beschermt een condoom tegen soa’s.
 De Pil bevat de hormonen oestrogeen en progesteron. Deze hormonen
voorkomen dat de eisprong plaats vindt. Ook maken ze het
baarmoederslijmvlies dikker, zo komen de zaadcellen moeilijker in de
baarmoeder.
 Het spiraaltje is van plastic en om het steeltje zit koperdraad gedraaid
of er zitten hormonen in. Een arts plaatst het spiraaltje. Door een
spiraaltje kan de bevruchte eicel niet innestelen.
 Een man of een vrouw die een definitieve oplossing willen, kunnen
kiezen voor sterilisatie. Bij de man worden de zaadleiders
onderbroken. Bij de vrouw worden de eileiders onderbroken.
WAT KUN JE DOEN BIJ EEN NOODGEVAL?
 Als een vrouw seks heeft gehad zonder voorbehoedsmiddel, en ze
bang is dat ze zwanger wordt, kan ze een morning-afterpil halen (bij de
apotheek). In deze pil zit een hoge hoeveelheid hormonen, die de
innesteling voorkomen.
 Als het te laat is voor een morning-afterpil, kun je abortus plegen. Je
laat dan het embryo weghalen. Dit kan in een abortus kliniek. Abortus
mag alleen 24 weken na de laatste menstuatie.