Vraag en Antwoord: Terugwerkende kracht

advertisement
Vraag en Antwoord: Terugwerkende kracht kostendelersnorm voor gehuwden waarvan
één partner jonger is dan 21 jaar met ten last komend(e) kind(eren) en meetellende
medebewoners
In de Verzamelbrief zijn gemeenten opgeroepen om te anticiperen op een wetswijziging van de
kostendelersnorm in de Participatiewet die geldt voor een specifieke groep bijstandsgerechtigden
met medebewoners. Hierbij wordt verzocht de bijstandsnorm met terugwerkende kracht hoger vast
te stellen. Hierover is op 5 juni jl. een brief naar gemeenten gestuurd (onderwerp 30 en bijlage, zie
deze link). Hieronder zijn enkele vragen en antwoorden over dit onderwerp te vinden.
1. Voor wie gelden de verbeterde normen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015?
Antwoord:
Voor gehuwden die in 2015 recht hebben op algemene bijstand op grond van de Participatiewet en
voldoen aan alle volgende criteria:
 Eén partner is 18, 19 of 20 jaar
 Eén partner is 21 jaar of ouder
 Met een of meer ten laste komende kinderen
 Met een of meer meetellende medebewoners (die dus niet zijn uitgezonderd van de
kostendelersnorm)
Voor gehuwden die voldoen aan bovenstaande criteria maar die tot 1 juli 2015 onder het
overgangsrecht van de kostendelersnorm vallen, hebben deze verbeterde normen pas effect vanaf
1 juli 2015. Dan is immers het overgangsrecht van de kostendelersnorm afgelopen en zouden zij
vanaf dat moment de onjuiste lagere norm ontvangen. Vanaf 1 juli 2015 dient aan hen de juiste
norm, zoals opgenomen in de Verzamelbrief, te worden uitgekeerd.
2. Hoeveel huishoudens hebben te maken met deze verbeterde norm?
Antwoord:
Naar verwachting betreft het totaal enkele tientallen tot maximaal tweehonderd huishoudens. Het
merendeel betreft het ‘zittend bestand’ dat per 1 juli 2015 overgaat naar de nieuwe
kostendelersnormsystematiek en vanaf dat moment de norm dient te ontvangen conform de
Verzamelbrief. Voor een fractie van de totale groep, gehuwden die vanaf 1 januari 2015 nieuw zijn
ingestroomd in de Participatiewet, dient de norm met terugwerkende kracht te worden vastgesteld.
3. Wat voor gevolgen heeft de terugwerkende kracht van de verbeterde normen?
Antwoord:
Voor gehuwden die in 2015 recht hebben op algemene bijstand en voldoen aan de criteria
genoemd onder vraag 1 moet worden berekend hoeveel zij reeds hebben ontvangen en hoeveel zij
nog dienen te krijgen. Hierbij is het onder meer van belang dat rekening wordt gehouden met
eventuele inkomsten of opgelegde maatregelen. Tevens dient een nieuwe beschikking te worden
vastgesteld. Voor het zittend bestand hebben de verbeterde normen pas effect vanaf 1 juli 2015.
4. Hoe moet je omgaan met personen die tussen 1 januari 2015 tot 1 juli 2015 (nieuwe instroom)
voldeden aan alle criteria genoemd onder vraag 1 maar op dit moment geen algemene
bijstandsuitkering meer ontvangen omdat ze uit de Participatiewet zijn gestroomd. Dient
daarvoor ook de hoge normen met terugwerkende kracht te worden toegepast?
Antwoord:
Ja. Ook voor deze groep zijn de verbeterde normen met terugwerkende kracht van toepassing,
zoals beschreven onder vraag 3.
5. Geldt ook terugwerkende kracht voor gehuwden die vanaf 1 januari 2015 zijn ingestroomd in de
Participatiewet en waarbij de jongere partner sinds dien 21 jaar is geworden?
Antwoord:
Ja, ook voor deze groep zijn de verbeterde normen met terugwerkende kracht van toepassing,
voor zolang zij aan de genoemde criteria voldeden.
6. Wat zijn de gevolgen van anticiperen op voorgenomen wetswijziging t.a.v. de gemeentelijke
accountantscontrole?
Antwoord:
De wijziging is opgenomen in de Verzamelwet SZW 2016 en voor specifiek deze wijziging wordt via
het inwerkingtredingbesluit van de Verzamelwet SZW 2016 terugwerkende kracht tot 1 januari
2015 toegekend. Hiermee wordt afgedekt dat het anticiperen in 2015 op legale wijze heeft
plaatsgevonden.
7. Wanneer is het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2016 openbaar?
Antwoord:
Het wetsvoorstel zal naar verwachting dit najaar naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
Download