f y t o t h e r ap i e casus Doseringen Oogdiagnostiek Druppels verdund in water innemen, tabletten opzuigen. Acorus calamus past bij de lymfatische constitutie. Dit wil zeggen dat Volwassenen: 3 maal daags 15-20 druppels of 2-4 tabletten een half uur klachten zich graag manifesteren in het lymfatische systeem, klie- vóór of na de maaltijd. renstelsel en slijmvliezen. Bij een hoge aanvoer van afvalstoffen (uit Kinderen van 5 - 12 jaar: 3 maal daags 5-10 druppels of 1-2 tabletten. een zwakke spijsvertering) zal het lymfesysteem hier als eerste mee Kinderen onder de 5 jaar: zeer laag doseren, bijvoorbeeld 3 maal daags belast worden en klachten geven als tonsillitis, recidiverende luchtweg- 1 à 2 druppels. klachten of huidklachten. Door opname/uitscheiding te versterken, Casus Het kind met overgewicht Een gebrekkige fosforylering als mogelijke oorzaak wordt de afweer verhoogd en zijn veel van deze klachten te voorkomen. Mogelijkheden tot synergetische toepassingen Mentaal/emotioneel heeft de lymfaticus van nature onzekerheid en Bij vatbaarheid voor griep, verkoudheid, tonsillitis, aanleg voor angst met betrekking tot de buitenwereld (hoe kom ik over). Hij/zij allergische aandoeningen, opgezette en verharde lymfeklieren: probeert dit te verbloemen door sterk, stoer en solide over te komen. • Echinacea purpurea, Anne Marie, dertien jaar, komt op consult met Dit wordt ook wel ‘deep learning’ genoemd. In probleem in haar weefsel. Ook is het homocyste- Dit kan een energienemend proces zijn dat de basisenergie aantast. • Calendula officinalis, haar moeder. Ze heeft sinds haar twaalfde jaar dit geval betekent dat uitleg over het effect van ïnegehalte licht verhoogd, is de insulinewaarde • Scrophularia nodosa, last van overgewicht, daarvoor was ze erg mager. voeding op de glucosehuishouding belangrijk nuchter te hoog en ligt de T3-schildklierwaarde • Achillae millefolium. Daarnaast is ze vermoeid en heeft ze nergens zin is. Een voeding met veel koolhydraten is voor op de ondergrens. Het ontlastingsonderzoek Contra-indicaties/toxicologie Acorus calamus heeft een licht ‘emmenagoog’ (menstruatiebevorde- in. Ze krijgt spierpijn na beweging. Ze heeft een Anne Marie (en haar moeder) niet verstandig. laat zien dat haar darmflora uit balans is en dat rend) effect (etherische oliën) en dient niet bij zwangerschap te worden Bij opgeblazenheid, flatulentie, darmkrampen bij kinderen: bleek gezicht met donkere kringen onder de ogen Daarbij hoort een uitgebreid bewegingsadvies. ze last heeft van een overmatige Candida albi- ingenomen. Er zijn geen interacties met reguliere geneesmiddelen • Foeniculli vulgaris, en ze is verslaafd aan zoetigheid. Ze moet op tijd Ik raad Anne Marie aan om dagelijks twee tot cans in haar darmen. bekend. Hoge doseringen kunnen braakopwekkend werken. • Chamomilla recutita. eten. Al sinds ze zich kan herinneren, heeft ze drie keer voor het eten een half uurtje rustig te hypermobiele gewrichten. bewegen, niet al te intensief, zodat ze er geen De behandeling De etherische oliën bevatten o.a. het bestanddeel bèta-asaron, een Bij een zwakke eetlust, vermoeidheid, kouwelijkheid, nervositeit spierpijn van krijgt. Om de diagnose van Anne De behandeling van Anne Marie ziet er als inhoudsstof waarvan in geïsoleerde vorm de kankerverwekkende en wisselende bloedsuikerspiegel: Anne Marie deed voorheen veel aan turnen Marie volledig te maken, volgt ook een bloed- volgt uit: eigenschappen worden onderzocht. De meeste preparaten die van de • Erythrea centaurium, en ballet, maar door het overgewicht lukt dat bepaling en een ontlastingsonderzoek. • Acorus calamus bereid worden (thee, tinctuur, tabletten), zijn ontdaan • Rosmarinus officinalis. niet meer. De menstruatie begon toen ze twaalf was. De cyclus is nu nog erg onregel- Na drie weken verschijnt er al een ander meisje • van deze stof en dus sowieso veilig in gebruik. Alertheid is uitsluitend Probiotica, afgestemd op haar individuele situatie Pau d’arco, om de Candida aan te pakken geboden bij het inwendig gebruik van de etherische oliën en zeer hoge Bij chronische aandoeningen van de luchtwegen: matig en de menstruatie gaat gepaard met veel op consult. De dieetadviezen heeft ze redelijk (bijvoorbeeld 3x daags 360 mg, 1% lapa- doseringen. • Plantago lanceolata, buikpijn. Gerelateerd aan haar cyclus heeft opgevolgd, al blijft het moeilijk om niet met de chol) • Thymus vulgaris, ze een onrustige huid. Haar nagels zitten vol klasgenootjes mee te doen. Vooral het eten op • Pulmonaria officinalis, met witte vlekjes, en ze is constant verkouden. school is lastig als je geen brood wilt eten. Ze • Salvia officinalis. De ontlasting is meestal te dun. Sinds een heeft dit opgelost door wat noten, worteltjes en • Solidago virgo aurea om de afvoer van ‘toxinen’ bij ontstekings- jaar heeft de moeder diabetes type 2 en flink komkommer mee te nemen. In het boek “Wat last van overgewicht. Dat is begonnen na de je eet ben je zelf” (zie pagina 55) staat een aan- doxaal-5-fosfaat (25 mg per dag), folium- geboorte van haar twee kinderen. Zij heeft al tal leuke ideeën voor een lunchtrommeltje [1]. zuur (600 mcg per dag) en vitamine B12 Bij bloedarmoede, bleekheid, diabetes type 2: jaren last van hypoglycaemie, en kan niet van Anne Marie is sinds het vorige consult twee • Trigonella foenum graecum, suikers afblijven. Moeder is ook al jaren chro- kilo afgevallen. Bij haar moeder lukt het nog • Rosmarinus officinalis, nisch moe. niet zo, zij doet wel met Anne Marie mee, maar magnesium aminozuurgebonden (175 mg • Verbena officinalis. het gaat bij haar veel moeilijker. Ze is net een per dag), een multivitaminen en -minera- processen (bijvoorbeeld tonsillitis) via de nieren te versterken. marianus (bijvoorbeeld 3x daags 300 mg). • Vitamine B6 in de geactiveerde vorm Pyri- als dibencozide (1000 mcg per dag) • Riboflavine-5-fosfaat (20 mg per dag), kilo kwijt. Mijn vermoeden is een anaërobe stof- lenpreparaat, zinkorotaat (50 mg per dag), gewicht van Anne Marie (van onder- naar over- wisseling waardoor het afvallen wordt bemoei- mangaan aminozuur gebonden (5 mg per • Angelica archangelica, gewicht) baart moeder zorgen. Bij de voedings- lijkt. Zij moet dus eerst zorgen weer in een dag). • Melisse officinalis, anamnese valt de hoge koolhydraatinname aërobe stofwisseling te komen. Dat kan door • Pimpinella anisum. << op. Het gezin let erg op vetten en is in plaats middel van langdurige, langzame beweging. • Groot Handboek Geneeskrachtige planten. Dr. Geert Verhelst. ISBN 90-8077-8427 • Dodoens Cruydtboek 1554. Jubileumuitgave uitgeverij De Driehoek. • Hellemond v.J. Fytotherapeutisch compendium. Uitgave Bohn, Scheltema en Holkema. ISBN 90-3130905-2 Als Anne Marie na zes weken weer terugkomt, is er een enorme vooruitgang te zien. Zij is vraagt zich af wat ze nu nog aan het voedings- Uitslag bloedonderzoek niet langer verkouden, de witte vlekjes op de patroon kan doen om haar dochter te helpen. De uitslag van het bloedonderzoek laat de nagels groeien er langzaam uit. Ze is vrolijk volgende problemen zien: en blij, een stuk levenslustiger, en wel vier kilo Om werkelijk gedragsverandering te creëren is Anne Marie heeft een verhoogde hoeveelheid afgevallen. De spierpijn is weg, haar cyclus goede informatie aan de cliënt essentieel. Hij/ vitamine B6 en foliumzuur in haar bloed. begint zich te normaliseren en ze is helemaal Aangezien zij geen supplementen slikt, is er niet meer moe. >> vermoedelijk een opname- en omzettings- • http://plantaardigheden.nl/plant/beschr/gonnve/kalmoes.htm zij moet de kennis krijgen om uiteindelijk zelf • Lehrbuch der Phytotherapie, R.F.Weiss. V. Fintelmann. Hippocrates Verlag. 1999 een verandering van leefstijl te bewerkstelligen. ISBN 3-7773-1380-7. Van Nature nr. 6 - 2007 Een leverondersteuning, in dit geval een vloeibaar Artisjokconcentraat met Silybum Met name de plotselinge verandering in het Literatuur Acorus calamus • Bij opgeblazenheid, gasvorming, flatulentie: daarvan meer koolhydraten gaan eten. Moeder 32 Yvonne van Stigt het dossier Van Nature nr. 6 - 2007 33 casus De biochemische verklaring, wat is er aan de hand? Bij Anne Marie en haar moeder speelt er waarschijnlijk een storing in Polypeptide hormoon Riboflavine Foliumzuur Fosforylering de fosforylering een grote rol. Problemen met de methylering zijn overRiboflavine-5-fosfaat bekend, problemen met de fosforylering komen daarentegen weinig Receptor tyrosine kinase (RTK) aan bod. “De fosforylering is één van de biochemische basisprocessen van ons lichaam” 5-Methyltetrahydrofolaat Methylcobalamine Methylering S-Adenosylmethionine actief Raf Ras ADP ATP Tyrosine kinase Ras GTP GDP p GRB2 Raf p MAPKK actief MAPKK 2 ATP Tyr Tyr SOS MAPK kinase 2 ADP actief MAPK MAPK Thr p Tyr p Mitogen-Activated Proteïne Kinase ATF-2 koppeld, wordt er bij fosforylering een fosfaatgroep aangekoppeld. De Gentranscriptie Proteïnesynthese Afbeelding 1. De werking van een second messenger tyrosine kinase receptor (Bioche- metabolisme, de actie van diverse hormonen, de energieproductie, de aantasten, waardoor enzymatische stofwisselingsprocessen niet meer activatie van diverse vitaminen en beweeglijkheid. Op de membranen optimaal verlopen. Soms leidt een polymorfisme ertoe dat een enzym en in het cytoplasma van onze cellen komen vele receptoren voor die zich slechter kan binden aan zijn cofactor (MK, Michaelis Konstante). een rol spelen in het activeren of remmen van biochemische processen. Voor een goede werking van het enzym zijn dan tientallen malen meer Om actief te worden, moeten deze eiwitten eerst gefosforyleerd worden. co-enzym of cofactor (zoals een B-vitamine of een mineraal) nodig dan 1. Dr. Gillian McKeith, Wat je eet ben je zelf, kookboek. ISBN 90-215-8413-1 (pagina 130) Als bijvoorbeeld insuline zich bindt aan de insulinereceptor, fosfory- normaal [4,5,6]. Overigens kunnen ook diverse geneesmiddelen en 2. Gondim FJ, Zoppi CC, Pereira-da-Silva L, et al. Determination of the anaerobic leren tyrosinekinasen. Dit zijn enzymen, die een subunit van de insu- (bacteriële) toxinen fosforyleringsprocessen verstoren. linereceptor zijn (aan cytosolkant membraan). Hierdoor komen allerlei Referenties threshold and maximal lactate steady state speed in equines using the lactate minimum speed protocol. Comp Biochem Physiol A Mol Integr Physiol. 2007 Mar;146(3):375-80. Epub 2006 Nov 22. PMID: 17234441 3. Gentil P, Oliveira E, Bottaro M. Time under tension and blood lactate response during four different resistance training methods. J Physiol Anthropol. 2006 Sep;25(5):33944. PMID: 17016010 4. Campalani E, Arenas M, Marinaki AM, et al. Polymorphisms in Folate, Pyrimidine, and Purine Metabolism Are Associated with Efficacy and Toxicity of Methotrexate in Psoriasis. J Invest Dermatol. 2007 Apr 5; [Epub ahead of print]. PMID: 17410198 Heel veel enzymen worden gefosforyleerd, het gaat te ver om in dit aan methylering. Dit is natuurlijk geheel correct, maar als er ook sprake artikel alle foforyleringspaden uit de doeken te doen. Er zijn verschrik- is van een verhoogde waarde vitamine B6 en/of foliumzuur kun je nog tions are linked to folate intakes and methylenetetrahydrofolate reductase polymor- kelijk veel fosforyleringsprocessen, alle processen zijn afhankelijk van verder kijken. Vitamine B6 en B2 zijn vitamines die gefosforyleerd phism in obese adolescent girls. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2006 Aug;43(2):234-9. kinasen (fosforylerende enzymen). Polymorfismen voor één van de moeten worden voordat ze actief kunnen werken. Vitamine B6 wordt kinasen kan de werking verstoren. Een polymorfisme zorgt voor de omgezet in pyridoxaal-5-fosfaat en riboflavine in riboflavine-5-fosfaat. verwisseling van de nucleotiden (een C wordt bijvoorbeeld een T). Daar- De fosforylering van riboflavine vindt plaats in het darmslijmvlies, en door wordt er een ander eiwit geproduceerd dan eigenlijk de bedoeling is een belangrijke factor voor de opname van vitaminen [7]. Folium- was. Een polymorfisme kan de ruimtelijke eiwitstructuur van enzymen zuur heeft vitamine B2 nodig om in 5-methyltetrahydrofolaat gesynthe- 5. Frelut ML, Emery-Fillon N, Guilland JC, et al. Alanine amino transferase concentra- PMID: 16877991 6. Kalita J, Srivastava R, Bansal V, et al. Methylenetetrahydrofolate reductase gene polymorphism in Indian stroke patients. Neurol India. 2006 Sep;54(3):260-3. PMID: 16936384 7. Löffler G, Petrides PE. Biochemie und Pathobiochemie pp 1045; 740, ISBN 3-54042295-1 Springer- Verlag 2003 tiseerd te kunnen worden in ons lichaam. Als deze vitaminen verhoogd in het bloed worden aangetroffen, kan het ook heel goed zijn dat ze niet Overige Literatuur volledig geactiveerd kunnen worden. Aangezien 5-methyltetrahydrofo- • Berg JM, Tymoczko JL, Stryer L. Biochemistry,pp 200-205 ; 277-278, ISBN • Depeint F, Bruce WR, Shangari N, et al. Mitochondrial function and toxicity: role of Anaërobe versus aërobe stofwisseling laat noodzakelijk is voor de synthese van methylcobalamine en S-adeno- • Aërobe stofwisseling: Bij voldoende zuurstof is een lichaam in staat vet als brandstof te sylmethionine en aan de basis staat van vele methyleringsprocessen, gebruiken. Dit noem je bètaoxidatie. Bètaoxidatie kan alleen plaatsvinden bij lactaatwaarden van kunnen we concluderen dat de fosforylering (van riboflavine) een onder de 2 mmol lactaat. voorwaarde is voor een goede methylering. Zoals bekend is een goede Tussen 2 en 4 mmol lactaat heeft het lichaam een gemengde stofwisseling. methylering essentieel voor onder andere onze leverontgifting, opbouw • Anaërobe stofwisseling: Bij intensieve training, en zuurstofschuld (hijgen), gaat het systeem van neurotransmitters, homocysteïne-afbraak en stabilisering van ons over van bètaoxidatie naar het verbranden van glucose. Bij een gebrek aan glucose zal het lichaam genoom. Denkend aan een verstoorde methylering, lijkt de behandeling in dit geval eiwitten gaan verbranden. Als restproduct van die verbranding ontstaat melkzuur van patiëntjes zoals Anne Marie in eerste instantie eenvoudig. Toch Van Nature nr. 6 - 2007 “Vitamine B6 en B2 zijn vitamines die gefosforyleerd moeten worden voordat ze actief kunnen werken” mangaan, magnesium, vanadium en zink. mistry 2nd Ed. by Garrett & Grisham) 34 in Gerona (Spanje). Bij een verhoogd homocysteïnegehalte in het bloed denken we allereerst Jun volgt momenteel de Master of Science PNI misch proces dat onder andere betrokken is bij groei, differentiatie, van de insulinereceptor wordt onder meer gereguleerd door chroom, Myc geneeskundig PNI-therapeut te Houten. Ze Afbeelding 2. De fosforylering van riboflavine is uiteindelijk onontbeerlijk voor een goede methylering. fosforylering van specifieke proteïnen is een heel belangrijk bioche- is het ‘second messenger’ effect. De fosforylering en de-fosforylering Transcription factor phosphorylation Yvonne van Stigt is werkzaam als natuur- lichaam. Net zoals er bij methylering een methylgroep wordt aange- biochemische processen op gang, waardoor insuline gaat werken. Dit Nucleus Fos De fosforylering is één van de biochemische basisprocessen van ons (lactaat). Boven 4 mmol lactaat is er sprake van een anaërobe stofwisseling. blijkt in de praktijk dat een standaardbehandeling met gewone vitamine Bij training onder de 2 mmol lactaat, dus met een lage hartslag, vergroot je de mitochondriale B6 en foliumzuur soms niet werkt. Zoals uit dit artikel blijkt zijn de capaciteit, in de mitochondriën worden dan vetten verbrand. Na een lange periode van laag inten- actieve substanties dan de oplossing in combinatie met aanpassing van sieve training zoals wandelen, kan dan langzaam de intensiteit worden verhoogd [2,3]. de voeding (koolhydraatbeperking) en beweging op maat. << 0-7167-4684-0 W.H. Freeman and company 2002 the B vitamin family on mitochondrial energy metabolism. Chem Biol Interact. 2006 Oct 27;163(1-2):94-112. Epub 2006 May 1. Review. PMID: 16765926 • fosforyleringsoverzicht van Sigma-Aldrich via http://www.sigmaaldrich.com/sigma/ • Morrison EY, Ragoobirsingh D, Peter SA. The Unitarian Hypothesis for the aetiology general%20information/sg_ls_cs_phosphorylation.pdf of diabetes mellitus. Med Hypotheses. 2006;67(5):1115-20. Epub 2006 Jun 27. PMID: 16806731 • Wood RJ. Calcium and Phosphorus. In: Biochemical and Physiological Aspects of Human Nutrition, pp. 643-670. Martha H. Stipanuk, editor. ISBN 0-7216-4452-X, W.B. Saunders Company, 2000. het dossier Van Nature nr. 6 - 2007 35