Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Je hebt wilde ganzen en tamme ganzen. De wilde ganzen vliegen, als het de tijd van de trek is naar verre streken om daar te overleven en goed voedsel te vinden. Ze schuwen het gevaar niet, maar nemen wel risico’s – hun leven hangt ervan af. De tamme ganzen vinden het allemaal wel goed; ze zijn geleidelijk aan zelfs te zwaarlijvig om te kunnen vliegen. Zolang de boer die hen vetmest hun te eten geeft gaat het goed, hun leven is lui en gerieflijk, maar voor hoe lang? De 19eeeuwse Deense filosoof Søren Kierkegaard leefde in een tijd waarin de kerk in Denemarken meer en meer aan het verwateren was. Veel mensen hoorden er bij uit gewoonte, maar het vuur was er uit. ‘Jullie zijn net als tamme ganzen’, zei Kierkegaard: ‘je ziet een koppel wilde ganzen vliegen en dan zeg je: wat geweldig, zoals die broers en zusters van ons daar hoog in de lucht vliegen, zo zouden eigenlijk alle ganzen moeten zijn – en daarna waggelen jullie gewoon verder.’ Ik denk dat Kierkegaard ook ons daarmee een spiegel voorhoudt: ben je echt vol van wat je gelooft, of zijn geloof en kerk een stukje tijdverdrijf, een onschuldige hobby? Het is dus de heel persoonlijke vraag aan ons: hoe radicaal ben je eigenlijk. Niet: hoe fanatiek – want fanatisme doet alleen maar afbreuk - maar: hoe radicaal. ‘Radicaal’ komt van het Latijnse ‘radix’, wat ‘wortel’ betekent. Dus wie radicaal is, is verbonden met de wortel en gaat door tot de wortel. En de wortel van de kerk is Jezus: wat hij verkondigde en voorleefde, het vaste geloof en vertrouwen, zijn grote mildheid, maar ook zijn scherpte. Het gaat er dus om: willen we echt verbonden zijn met het krachtige, soms onthutsende van wat Jezus voor ogen stond? Vanmorgen worden we voor die vraag gesteld doordat Jezus ons wijst op de kracht van het zout en de straling van het licht. Die prikkeling en die gloed kunnen van je uitgaan. Ja, sterker nog: Jezus zegt niet: je moet je best doen om als zout te zijn, of: je zou als licht voor de mensen om je heen moeten stralen. Nee, hij zegt: je bent zout, je bent het zout van de aarde. Je bent licht, je bent het licht van de wereld. Zo maakt hij duidelijk: jullie, die mij willen navolgen, zijn geworteld in mij. Daarom draag je al de kracht en het vuur dat in mij is. Het kan niet anders. In het beeld van Kierkegaard: je bent al die vliegende gans. Je hoeft niet krampachtig te fladderen – je bent het al. Maar nu gaat het er om: wees dan ook wie je al bent. Het is je al gegeven om zout te zijn, maar laat dan de kracht van wat je in wezen bent niet verminderen. Want als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt.(Mattheus 5:13). Zout dat zijn kracht verliest – voor ons misschien een vreemde gedachte Maar daarbij moeten we bedenken dat vroeger het ruwe zout, dat bij de maaltijd gebruikt werd, bijmengsels bevatte die het een krachtige smaak konden geven. Het diende daardoor ook min of meer als specerij. Maar onder invloed van vocht of zon, kon het zout deze bijmengsels verliezen. Dan werd het waardeloos. Zo verlies je, ook als leerling van Jezus je waarde als je niet het vuur en het vertrouwen bewaart, zoals Jezus die voorleefde. Zout mag dus niet de eigenschappen verliezen die het zo waardevol maakt. Maar zijn nu die kernmerkend die zout zo belangrijk maken? Ik wil drie dingen noemen die karakteristiek zijn: Zout heeft een conserverende werking, het is een smaakmaker voor het voedsel en het is een scherpe, bijtende stof. Allereerst de conserverende werking. Zout behoudt en bewaart. Het behoudt de eetbaarheid en bewaart de versheid. Wie Jezus wil navolgen heeft ook de opdracht om te bewaren en koesteren wat overgeleverd is. Dat is geen oproep tot conservatisme of behoudzucht. Maar het wil wel zeggen: je hebt een schat aan verhalen meegekregen uit een traditie van eeuwen. Behoed die als iets kostbaars. Vertel ze door, praat erover met je kinderen. Laat ze voor jezelf een bron zijn als je nadenkt over je eigen leven. Je hebt ook leefregels meegekregen, die deel je met de Israel. Ze herinneren je er voortdurend aan hoe belangrijk het is om niet te buigen voor allerlei goden: Niet van de economie, niet van de politiek, niet van de zelfzucht. Ze zeggen je ook hoe vrijheid en eerlijkheid steeds gezocht moeten worden: respect voor ouders en ouderen, geen moord, wees trouw aan je partner, bedrieg en benijd elkaar niet. En vooral: heb oog voor de zwakkeren in de samenleving. Dat alles is de Thora van de Eeuwige. Bewaar het voor jezelf en je kinderen. En bedenk steeds opnieuw hoe Jezus geleefd heeft - en velen in zijn lijn. Hij veroordeelde niet, maar gaf steeds nieuwe kansen, hij liet zien hoe betrokkenheid, meeleven, een open houding de kracht zijn om weer samen verder te kunnen. Vergeet het niet. Bewaar dat als iets waardevols. Dat is de conserverende werking. De tweede en meest bekende eigenschap van zout is dat het smaak geeft. Je kruidt er het eten mee en versterkt de smaak die groente en vlees al hebben. Er is maar weinig zout nodig in eten, maar het is wel heel bepalend. Zo is het ook bij wat Jezus bedoelt te zeggen met dit beeld. Je hoeft niet op opzichtig te koop te lopen met wat je gelooft. De kracht van je geloof kan beter op een heel subtiele manier naar voren komen: in wat je doet of laat, in één woord soms, in een klein gebaar. Zo werkt ook die ene zoutkorrel. Tenslotte is zout een bijtend middel. Maar ook dat kan van waarde zijn. Zout reinigt en ontsmet. Het bestrijdt dus bacteriën en weert af wat het leven bedreigt. Dat is ook de kracht van geloven: dat je de strijd aangaat, scherp en kritisch bent. Sommige dingen zouden we juist vanuit onze geloofsovertuiging af moeten wijzen, met kracht en scherpte. De sterkte van wat je gelooft kan zichtbaar worden in verzet tegen oppervlakkigheid, egoïsme en schraapzucht, laksheid. Je moet elkaar toch aan durven spreken op basiswaarden in de samenleving? Je bent zout, zegt Jezus. Laat het dan ook zien. Laat het zien is vooral: laat je zelf zien, zoals je echt bent, zoals je helemaal wilt zijn. Dan mag je je optrekken aan de woorden van Jezus: je bent zout en je bent licht. Jezus spreekt je moed in: als je oprecht bent, heb dan ook vertrouwen. Het zal zichtbaar worden, dat je licht bent. Net zoals een stad op een berg zichtbaar is, je kunt er niet omheen. Nu gaat het allemaal natuurlijk niet vanzelf. Jezus kan dan wel zeggen: je bent het zout en het licht. Maar voor ons zal toch steeds de vraag blijven: laat je het licht en de kracht die in je is ook doorwerken, zichtbaar worden? Een aangestoken lamp geeft al licht. Daar hoef je niets aan te doen. Maar je moet hem wel op een standaard zetten om het licht ook te laten schijnen. Je moet er geen korenmaatemmertje overheen zetten. Laat zo jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. (Mattheüs 5:16). Dat is dus geen klemmende opdracht, maar vooral een uitnodiging om open en transparant te zijn. Je hoeft geen uitzonderlijke ervaringen naar voren te brengen of bijzondere woorden te spreken. Waar het om gaat, is dat je zichtbaar laat zijn wat je raakt in je geloof en hoe je vandaar uit met je medemens om wilt gaan. Dat mag je doen opje eigen manier. Ieder mag zijn of haar eigen licht laten schijnen. Als je ‘echt’ bent en je openstelt, straalt er al licht uit je. Je bent als een krachtig zout als je de oude woorden uit de bijbel en de aanwijzingen voor een goed leven met elkaar serieus neemt. Je verspreidt al licht voor een ander als je probeert een stap naar die ander te maken, verbonden te blijven, als je begaan met wat hem of haar overkomt. Meer is niet nodig. En als je dan dat zout en dat licht bent dat zijn kracht en schijnsel niet verliest, dan heeft dat effect. Verrassend effect. Jezus zegt: dan zullen mensen die dat opmerken je Vader in de hemel ‘eer betonen’ (doxazoo). ‘Verheerlijken’, zegt een andere vertaling. Het woord kan ook betkenen: maken dat de waardigheid en waarde van God openbaar wordt en erkend wordt. Daar gaat het tenslotte om in ons leven: dat we erkennen dat God ons het leven gegeven heeft als een waardevol geschenk en dat we ons meer en meer bewust worden dat wij een zout en een licht zijn om van dat leven iets te maken voor onszelf en voor de mensen om ons heen. Dan kunnen we de woorden van een oude joodse bede nazeggen: Zegen ons, onze Vader, ons allen als één, in het licht van uw aangezicht, want in het licht van uw aangezicht hebt U ons gegeven, Heer onze God, de Tora van het leven en de liefde van de verbondenheid, gerechtigheid en zegen, erbarmen en leven en vrede. (uit: Achttiengebed slotbede)