Respons Hans van den Brandhof De Koude Oorlog of een koude oorlog N.a.v. Manuel Duran, ‘De Koude Oorlog is afgelopen’, in: Internationale Spectator, oktober 2007, blz. 485-488. In Manuel Durans artikel in de Internationale Spectator van oktober 2007 wordt het begrip ‘koude oorlog’ op verschillende manieren gebruikt. Hierdoor kan gemakkelijk verwarring ontstaan over de vraag wat met ‘koude oorlog’ is bedoeld. Hieronder wil ik enkele opmerkingen maken om het begrip ‘koude oorlog’ te verhelderen. Bij de uitdrukking ‘koude oorlog’ moeten we onderscheid maken tussen de koude oorlog als soortaanduiding voor een vijandige situatie, in beginsel zonder gewapende conflicten, tussen twee of meer staten; en de Koude Oorlog als periode van vijandig optreden van de Verenigde Staten en de Sovjetunie en hun respectievelijke bondgenoten. Deze periode begon na de Tweede Wereldoorlog en eindigde in 1991. Als soortaanduiding vinden we het begrip ‘koude oorlog’ sinds enkele decennia in Van Dale’s Groot Woordenboek der Nederlandse taal. Hierin wordt het omschreven als ‘toestand van vijandigheid zonder gevechtshandelingen’. In de editie van 1948 was de uitdrukking nog niet opgenomen. Het begrip is echter al oud en moet reeds in de veertiende eeuw gebruikt zijn door de Spanjaard Juan Manuel, regent van Castilië en León. Deze stelde in een kroniek over de strijd tussen de christenen en de Moren de gewone oorlog tegenover de koude oorlog (guerra fría). Dit was volgens hem een strijd die voor degene die hem begon, eer noch vrede bracht.1 Enkele eeuwen later, in 1893, heeft de Duitse schrijver en politicus Eduard Bernstein (1850-1932) de uitdrukking ook gebruikt. 2 Zij was echter toen niet gangbaar. Pas na 1945 is zij populair geworden, toen George Orwell haar in dat jaar in een artikel over de oorlog in het Verre Oosten gebruikte. Korte tijd daarna heeft de Amerikaanse politicus Bernard B­aruch gesproken van een ‘cold war’ tussen de toenmalige supermogendheden, maar pas in 1947 heeft de uitdrukking door een boek van Walter Lippmann algemeen ingang gevonden. De Groningse polemoloog Röling heeft het begrip ‘koude oorlog’ later omschreven als ‘de constante situatie van vijandJaargang 61 nr. 11 g November 2007 schap tussen staten, die leidt tot heftige competitie in machtspositie en tot onvriendelijke uitlatingen en daden behalve militaire vijandelijkheden’. 3 Na het verschijnen van het boek van Lippmann is de uitdrukking populair geworden en in het maatschappelijk spraakgebruik ingeburgerd. Als soortaanduiding is zij in Nederland wellicht voor het eerst in het Algemeen Handelsblad van 2 januari 1953 gebruikt. Hierin werd toen gesproken van een ‘koude oorlog’ tussen Italië en San Marino in verband met de aanwezigheid in San Marino van een in Italië verboden casino, alsmede de in het dwergstaatje bestaande (en in Italië afwezige) mogelijkheid tot echtscheiding. Het geschil is in de loop van 1953 bijgelegd.4 Het meest gangbaar is de uitdrukking echter geworden om de vijandige situatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie in de periode 1945-1991 aan te duiden. Opmerkelijk is dat zij na de beëindiging niet is verdwenen, maar dat zij met een schijnbaar toenemende frequentie in de media wordt gebruikt. Noten 1 André Fontaine, Het rode gevaar, Amsterdam, 2007, blz. 84. 2 Ibid., blz. 86. 3 B.V.A. Röling, Vredeswetenschap, Utrecht/Antwerpen, 1981, blz. 63. 4 Jorri Duursma, Self-determination, statehood and international relations of micro-states, Leiden, 1994, blz. 235. Hans van den Brandhof is oud-beleidsmedewerker internationale betrekkingen bij het ministerie van Defensie. Internationale Spectator 567