wederkerigheid en tegenprestatie en implementatieplan

advertisement
Samenleving
kM
Gemeente Delft
Retouradres : Strategisch advies, Postbus 78,2600 ME Delfl
aan de gemeenteraad
Datum
De Torenhove
Martinus Nijhoñiaan 2
2624 ES Delft
BankrekeningBNG 28.50.01.787
IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87
t.n.v. gemeente Deiñ
Behandeld door
Sibyile van der Lem
Telefoon 2195333
[email protected]
Internet www.delft.nl
Telefoon 14015
Ondewerp
Wederkerigheid en tegenprestatie en implementatieplan
Ons kenmerk
1346496
Uw brief van
Uw kenmerk
Bijlage 3
Geachte leden van de raad,
Graag bieden wij u een drietal documenten ter kennisgeving aan.
Zij hebben betrekking op de re-integratieactiviteitenen -initiatieven die de
gemeente biedt voor mensen die ondersteuning nodig hebben bij het vinden
van (betaald) werk. We geven kaders aan voor hoe we in de Delftse
participatiesamenleving vorm geven aan wederkerigheid en tegenprestatie.
Daarbij brengen we ook de mogelijkheden en beperkingen volgens de wet
in beeld. En we geven in een implementatieplan aan hoe we uitvoering
willen geven aan 'De Delftse tegenprestatie'. Nog dit jaar willen we u ook
een kadernotitie "vrijwilligerswerken burgerinitiatieven" aanbieden.
Hierbij treft u aan:
In de kaderstelling 'Wederkerigheid en tegenprestatie, een win-winwin situatie' worden de sociale visie en wederkerigheid &
tegenprestatie aan elkaar verbonden. We benoemen uitgangspunten
en succesfactoren, en werken wederkerigheid & tegenprestatie uit in
relatie met de decentralisaties- WMO, Jeugdzorg, en in het
bijzonder de WWB. We geven de mogelijkheden en beperkingen uit
wetgeving hierbij weer, maar tekenen aan dat de wetgeving ivm de
decentralisaties nog niet is vastgesteld - met uitzondering van de
wet jeugdzorg.
'Meedoen door tegenprestatie' is het implementatieplan voor een
sluitende aanpak in de WWB. Hierin gaan we in op:
- aantallen WWB-ers, die we aanvullend willen bereiken voor een
sluitende aanpak.
- de participatieladderen criteria die worden gehanteerd voor
invulling van de tegenprestatie.
- de acquisitie van extra activiteiten.
- de extra uitvoeringskosten en financiering.
Datum
12-07-2013
Overzicht en samenhang tussen re-integratie en werkgelegenheidsinitiatieven, en de samenwerking met lokale maatschappelijke
partners vindt u terug in het magazine 'Delft activeert'.
Hiermee hebben we de motie 'maatschappelijke bijdrage
uitkeringsgerechtigden' van de raad, uit 2012 volledig beantwoord'.
#
'/'
Hoogachtend,
het college van burgemees
n /
thouders van Delft,
' In november 2012 heeft u al een raadsbrief (nr. 1255339) ontvangen over de
invulling van de 'De Delftse tegenprestatie'.
Wederkerigheid en tegenprestatie,
een win-win-win situatie
- ~aaerstellingen urrwer~rng/n verDana metde
decentralisaties -
Gemeente Delft, cluster Samenleving
September 2013
Inhoud
1. Voorwoord
2. Inleiding
2.1.
Win-win-win
2.2.
Uitgangspunten van wederkerigheid en tegenprestatie
2.3.
Succesfactoren
3. De participatiesamenleving en de decentralisaties
3.1.
Wederkerigheid & tegenprestatie in de participatiesamenleving
3.2.
De Jeugdzorgwet, de WMO en de WWB
4. Tegenprestatie en de Wet werk en bijstand
4.1.
Hoe ziet het re-integratie en tegenprestatiebeleid van Delft er uit?
4.2.
Hoe werkt 'De Delftse Tegenprestatie'?
4.3. Wat gaan we in de nabije toekomst doen?
4.4.
Re-integratie / werkgelegenheidsprojecten
4.5.
Welke wettelijke kaders gelden er? (WWB)
4.6.
Financiering re-integratie / tegenprestatie
4.7.
Verdringingsaspecten en concurrentievervalsing
Bijlagen
Bijlage 1.Ondersteuningslijnen Werkbedrijf en verschillende groepen kandidaten.
Bijlage 2. Artikel 9. Overeenkomst maatschappelijk nuttige activiteiten (MNA).
Bijlage 3. Eerder vastgesteld beleid als basis.
1. Voorwoord
In de komende 3 hoofdstukken geven we de kaders aan van het Delftse concept van
wederkerigheid en tegenprestatie. En we geven een uitwerking in verband met de
decentralisaties, in het bijzonder de Wet werk en bijstand (WWB).
We hebben dit kader 'Wederkerigheid en tegenprestatie, een win-win-win situatie'
opgesteld in de wetenschap dat er nog veel in het ongewisse is over de invulling van WMO
en WWB, straks Participatiewet, per l januari 2015. De politieke en maatschappelijke
omgeving is turbulent en ook de troonrede heeft ons geen helderheid geboden over
komende wetgeving in het sociale domein.
Tegelijk zetten we ons concept wederkerigheid en tegenprestatie in, als bewust onderdeel
van onze ambitie Participatiesamenleving, direct gekoppeld aan onze sociale visie en sociale
innovatie.
Eerste belangrijke vervolgstap - naast het delen van deze kaderstelling - is in gesprek gaan
met onze partners in het sociaal domein om gezamenlijk vorm en inhoud te geven aan
'wederkerigheid en tegenprestatie, een win-win-win situatie', inclusief de communicatie.
2. Inleiding
'In onze participatiesamenleving doet iedereen naar vermogen mee; mensen versterken
zichzelf, doen iets voor een ander, of voor de stad; ieder doet ertoe.
De gemeente stimuleert en faciliteert initiatieven van burgen
Dit is het centrale uitgangspunt voor de kaders van wederkerigheid en tegenprestatie, zoals
we die in Delft vormgeven. Deze kaders vinden hun basis in de Delftse visie en ambities, die
door het college en in het bijzonder de Stuurgroep ISD in de afgelopen periode zijn
vastgesteld (zie Bijlage 5 voor vastgesteld beleid).
Samen vormen ze het Delftse concept 'Wederkerigheid en tegenprestatie, een win-win-win
situatie': goed voor burgers, goed voor de stad, goed voor de gemeente.
In de hoofdstukken 2 en 3 vindt u vervolgens een uitwerking van de Delftse wederkerigheid
en tegenprestatie tegen het licht van de decentralisaties, in het bijzonder de WWB.
In Delft willen we (bevorderen) dat mensen economisch zelfstandig zijn, regisseur zijn van
hun eigen leven en in hun directe omgeving, vanuit hun eigen kracht en met elkaar, actief
zijn én blijven. De ondersteuning van burgers is daarom ook gericht op het versterken van
die eigen kracht. Wij gaan uit van wat mensen kunnen, en tegelijk ook van de menselijke
maat. We streven ernaar dat burgers, bijvoorbeeld in hun rol als vrijwilliger, mantelzorger of
buurtbewoner, zich inzetten bij het versterken van de samenleving (civil society) en het
bieden van ondersteuning aan elkaar (burgerschap, burgerkracht). De gemeente stimuleert
actieve burgers en faciliteert initiatieven, in wijken of buurten, ook van organisaties en
verenigingen. Het idee is dat deze initiatieven de structuur van samen8evingsvoorzieningen
versterken en bijdragen aan een goed sociaal klimaat in de stad. Tegelijk hebben we oog
voor de kwetsbaarheid van mensen die niet (meer), nooit, aan dit beeld kunnen voldoen" en
die ondersteuning nodig hebben.
1
Andries Baart (Universiteit Tilburg) in artikel 'Kwetsbaarheid mag meer aandacht krijgen ', Trouw, 24 mei
2013.
De uitdaging waar gemeenten voor staan is complex, met minder geld moeten we in een
supersnel ontwikkelende samenleving onze verantwoordelijkheid en rol nemen en onze
toenemende taken in verband met de drie decentralisaties - Participatiewet, AWBZ en
Jeugdzorg - gaan vormgeven. Als overheid die het dichtst bij de burgers staat, hebben we nu
wel de kans om brede ondersteuning voor onze inwoners vraaggericht en in samenhang te
gaan bieden, samen met maatschappelijke partners in de stad en de regio.
Hiermee hebben we in de kern de win-win-win situatie aangegeven: wat willen we bereiken
met het inzetten van wederkerigheid en tegenprestatie:
Zelf doen en samen
Centraal in onze sociale visie staan eigen kracht, eigen regie, om te 'doen, meedoen, ertoe
doen'. De ondersteuning aan burgers - in basis, maatwerk, vangnet van de samenlevingsvoorzieningen - is vraaggericht én gericht op het versterken van de eigen kracht en regie; en
op wat mensen binnen hun mogelijkheden zelf (kunnen) bijdragen; zo werken we samen aan
duurzame oplossingen, waarbij mensen zo kort mogelijk een beroep hoeven doen op
ondersteuning.
Zo maken we de stad
In onze Participatiesamenlevingversterken mensen zichzelf, doen iets voor een ander of
voor de stad. Zo draagt ieder bij aan de samenlevingsvoorzieningen en aan een goed sociaal
klimaat. De gemeente stimuleert en faciliteert initiatieven van burgers.
Meer bereiken met minder
Met onze visie en uitgangspunten treden we de rijks bezuinigingen die gepaard gaan met de
decentralisaties tegemoet. We ontwikkelen effectieve methodieken van versterking van
eigen kracht, samen met onze maatschappelijke partners. Zo maken we het mogelijk om met
de budgetten die ons ter beschikking staan die ondersteuning te bieden, die mensen nodig
hebben.
Uitgangspunten van wederkerigheid en tegenprestatie
2.2.
Met bovenstaande hebben we ons kader van wederkerigheid en tegenprestatie
vormgegeven, met de volgende uitgangspunten:
Wederkerigheid en tegenprestatie maken onderdeel uit van /zijn in lijn met onze
visie op de participatiesamenleving, waarin iedereen iets doet voor een ander, of
voor de stad.
Dilemma's zoals het gelijkheidsbeginsel, stigmatisering voorkomen we hiermee.
Wederkerigheid en tegenprestatie zijn maatwerk en gericht op het versterken van
eigen kracht, op het zelf aan je eigen toekomst/ perspectief werken, of binnen het
eigen perspectief iets doen.
We gebruiken de methodiek van het 'verleiden' tot wederkerigheid en
tegenprestatie als burgers ondersteuning vragen, en we doen dat 'in gesprek met
hen', in plaats van het te presenteren als voorwaarde voor de ondersteuning. Ook
waar wettelijke kaders een verplichting meegeven, passen we daarbinnen de
methodiek van 'het gesprek' en 'verleiden' toe.
Dilemma's zoals gedwongen tewerkstelling voorkomen we hiermee. We spreken
mensen aan op hun kracht in plaats van hun kwetsbaarheid. Zo werken we eraan dat
mensen zo kort mogelijk een beroep hoeven doen op ondersteuning.
Tegelijk zijn wederkerigheid en tegenprestatie zijn niet vrijblijvend, er geldt: afspraak
is afspraak. Als je die niet nakomt, hebben wij een alternatief.
Dilemma's zoals een groter beroep doen op ondersteuning dan nodig is, lossen we
hiermee op.
De wederkerigheid en tegenprestatie waartoe we uitnodigen zijn in lijn met de
voorziening die gevraagd wordt, of ondersteuningsbehoefte.
Dilemma's zoals de redelijke verhouding lossen we hiermee op.
De wet is onze gids - het gaat bij wederkerigheid en tegenprestatie om additionele
werkzaamheden en maatschappelijk nuttige activiteiten.
Dilemma's zoals verdringing en goedkope arbeidskrachten voorkomen we hiermee.
2.3.
Succesfactoren
Er is veel onderzoek gedaan naar en geschreven over actief burgerschap, en naar
randvoorwaardenvoor het welslagen hiervan, van vrijwilligerswerk en van wederkerigheid &
tegenprestatie2.In lijn met onze sociale visie en innovatie geven we hier in een notendop de
2
Onder meer: Evelien Tonkens e.a., als meedoen pijn doet, Uva / platform 31, 2013; Thomas Kampen e.a., de
affectieve burger, UvA / platform 31, 2013; WRR, vertrouwen in burgers, 2012; H.8 uit 'De lokale
Verzorgingsstaat', Alex Corra, De maatschappelijk nuttige tegenprestatie: de magische grens tussen sociale
integratie en repressie, VU, 2012.
belangrijkste succesfactoren weer. Zij verdienen serieuze uitwerking voor de Delftse
uitvoeringspraktijk.
Maatschappelijke initiatieven bloeien dankzij zogenaamde trekkers (ondernemers,
doorzetters) en verbinders (die bruggen kunnen slaan en netwerken weten aan te
boren) die nabijheid verzorgen; belangrijk om te weten bij het stimuleren en
faciliteren van burgerinitiatieven;
Het is belangrijk voor de gemeente om het evenwicht te vinden tussen loslaten en
sturen. Ruimte vinden en ruimte geven om te kiezen / o m mee te doen leidt tot
vertrouwen over en weer. Durf het over te laten aan de ander, maar biedt ook
rugdekking en een ruggensteun (kan in de vorm van tijd, geld, begeleiding,
opleidingsmogelijkheden, groeimogelijkheden);
In het project 'Vliegende brigade' van de Stichting Stunt werken naast
mensen met een uitkering wijkbewoners en woningbouwcorporatieop eigen
initiatief succesvol samen aan een beter leefmilieu in de wijk; de gemeente
vervult een faciliterende rol.
Aandacht hebben voor de erkenning en waardering van burgerinitiatief,
wederkerigheid & tegenprestatie is van groot belang; heb respect voor burgers,
neem ze serieus door te luisteren, reageren, betrekken, in heldere taal en geregeld
communiceren;
Wederkerigheid en tegenprestatie -waaronder ook mantelzorg en vrijwilligerswerk
vallen -winnen aan effectiviteit als we het zo vrijwillig mogelijk maken. Dat kan door
'in Relatie te zijnJ, aan te sluiten bij de intrinsieke motivatie en het eigen perspectief
van mensen en door vertrouwen te geven; de methodiek van het verleiden maken
we hiermee tot een methodiek om de eigen kracht van burgers te versterken;
Binnen het project 'Aan de slag' wordt deze methodiek zoveel mogelijk
toegepast en verder uitontwikkeld. Eerste evaluaties laten zien dat deze
aanpak zijn vruchten afwerpt. Ook binnen zorgorganisaties is al veel ervaring,
omdat ook daar de hierboven genoemde uitgangspunten in de
gespreksmethodieken al worden toegepast.
Maak bij wederkerigheid en tegenprestatie, bij vrijwilligerswerk en mantelzorg
verwachtingen over de taken helder, baken af wat erbij hoort en wat niet. Dit helpt
vrijwillige ondersteuning goed af te bakenen van professionele ondersteuning enerzijds in verband met de privacy van zorgvragers (een voorbeeld: in de zorg is er
de regel 'vrijwilligers rondom iemand en niet aan iemandJzodat we de buurman niet
hoeven douchen), anderzijds in verband met het eigene van vrijwilligerswerk, dat
zich in specifieke deskundigheid/kwalificatie van betaald werk onderscheidt.
Dit voorkomt concurrentie tussen professionals en vrijwilligers.
Het voorkomt ook het overvragen van vrijwilligers, in kwaliteit en kwantiteit;
Bepaal daar een adequate tijdsinvestering bij, die recht doet aan de taak en aan de
draagkracht van degene die de taak verricht.
Binnen de kaders van de WWB stellen we heldere
vrijwiIIigerswerkovereenkomsten op.
3. De participatiesamenleving en de decentralisaties
3.1.
Wederkerigheid & tegenprestatie in de participatiesamenleving
Zeer veel inwoners van onze stad geven al jaren lang heel concreet invulling aan
'wederkerigheid & tegenprestatie in de participatiesamenleving'. Denk aan de talloze
vrijwilligers bij verenigingen en actieve buurtbewoners in de Delftse wijken. Zij ervaren
voldoening, (zelf)waardering, leren ervan of vinden het gewoon leuk om te doen; of ze zelf
ook ondersteuning ontvangen, of niet. Ook zien wij steeds meer mensen zich inzetten als
zorgvrijwilliger, bij mensen thuis of in een van de zorgcentra in onze stad. Mede door deze
brede, vrijwillige inzet bestaat er al een stevig maatschappelijk fundament in onze stad.
Met onze maatschappelijke partners zijn we in volle voorbereiding op de concrete komst van
de drie decentralisaties - de nieuwe Jeugdzorgwet, onderdelen die van de AWBZ naar de
WMO komen, en de Participatiewet waarbinnen de WWB komt te vallen -per 1januari
2015. We vinden nieuwe vormen van ondersteuning in onze basis, maatwerk en vangnet
samenlevingsvoorzieningen. In de sociale teams, in het Werkbedrijf, tijdens het 'Het
keukentafelgesprek' met de burger die ondersteuning vraagt, zal nu ook nadrukkelijk
aandacht zijn voor wat iemand zelf kan en gaat bijdragen aan de oplossing van het eigen
probleem én wat iemand kan doen voor een ander of voor de stad. Daarbij aansluitend op
het uitgangspunt vooral te kijken naar wat iemand (nog) wel kan, naast wat iemand niet
(meer) kan. Zo werken we aan het versterken van de eigen kracht van mensen, in de
Participatiesamenleving.
Ook in situaties van acute, zware, of risicovolle problematiek kunnen we iets met
wederkerigheid &tegenprestatie. Wanneer iemand weer op de rails geholpen is (denk
bijvoorbeeld aan een dreigende huisuitzetting) zou je mogen verwachten, dat betrokkene
zelf, eventueel ondersteund door zijn omgeving of een ander steunsysteem, eraan gaat
werken dat herhaling wordt voorkomen, aan de eigen kracht &regie dus. Daarover kan- en
moet je concrete afspraken maken. De eigen inspanningen kun je zien als wederkerigheid.
Het draagt namelijk niet alleen bij aan eigen kracht (gaat ervan uit dat mensen niet alleen
verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven maar het is ook de erkenning dat ze daartoe in
staat zijn. Dit kan een behoorlijke omslag zijn voor mensen die door de omgeving en door
zichzelf alleen maar als problematisch worden gezien), eigen regie maar het bespaart ook
veel maatschappelijke kosten die gemaakt zouden kunnen worden bij herhaling of verder
afglijden.
De Jeugdzorgwet, de WMO en de WW8
Wat gaat de nieuwe wetgeving de gemeente meegeven op het gebied van eigen kracht,
wederkerigheid en tegenprestatie? Een korte impressie.
Belangrijk doel van de nieuwe Jeugdzorgwet is het versterken van de eigen kracht van de
jongere en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van diens gezin en sociale
omgeving. Bij ondersteuning, hulp en zorg wil de wet uitgaan van eigen
verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden (eigen kracht) van jeugdigen en hun ouders,
met inzet van hun sociale netwerk3.
De begrippen wederkerigheid en tegenprestatie vinden we In de nieuwe Jeugdzorgwet niet
terug.
In de nieuwe WMO zal het uitgangspunt van de eigen regie & verantwoordelijkheid en die
van de sociale omgeving alvorens een beroep te doen op gemeentelijke ondersteuning
explicieter worden vastgelegd dan nu het geval is. Ook de gedachte dat familie, buren of
vrijwilligers de problematiek van een hulpvrager kunnen verlichten zal in de nieuwe WMO
worden verankerd. Niet als verplichtend kader maar aansluitend op gebruikelijke sociale
verhoudingen tussen mensen.
In de concept wettekst van de nieuwe WMO vinden we wederkerigheid en tegenprestatie
niet; wel wordt gesproken over wederkerigheid in de memorie van toelichting.
Paragraaf 3.3
....Een mooie mogelijkheid om de zelfredzaamheid of de maatschappelijke participatie van een burger te
verbeteren, is soms het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten. Indien dit in een individueel
geval mogelijk is, moet die uiteraard ook benut worden. De burger die maatschappelijke ondersteuning
ontvangt, kan 'iets terugdoen' en dat geeft mensen een sterker gevoel van eigenwaarde dan wanneer
men alleen 'ontvangt', hoe noodzakelijk dat ook is.
Eenzaamheid kan mogelijk worden verminderd door bijvoorbeeldouderen te laten voorlezen op de
voorschoolse opvang voor kinderen met een taalachterstand; of de gepensioneerde boekhouder die
rolstoelgebonden is, wordt vrijwilliger in het kader van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Zo kan het
mes 'aan twee kanten snijden': de maatschappelijke participatie van de betrokkene neemt toe en draagt
bij aan het oplossenlbeperken van een maatschappelijk probleem.
De regering wil dit geen dwingend karakter geven; de burger kan niet gedwongen worden om 'in ruil
oor' de ondersteuning zulke activiteiten te verrichten. Het opnemen van een verplichting, zoals
bijvoorbeeld de Wet werk en bijstand bevat, vindt de regering in dit wetsvoorstel minder passend en een
brug te ver vanwege het karakter van de voorziening waarop eventueel recht bestaat. De regering vindt
het echter wel passend dat de gemeente de vraag naar de mogelijkheden in dit verband onderzoekt en
met de burger bespreekt.
De WWB binnen de Participatiewet geeft de meest strikte kaders mee. De wet spreekt van
tegenprestatie. Per 1juli 2014 gaat nog een verscherping van de tegenprestatie in werking
treden, namelijk de 'tegenprestatieplicht voor ieder met een WWB uitkering'. We werken de
tegenprestatie en de WWB en onze Delftse werkwijze verder uit in het volgende hoofdstuk.
3
Zie memorie van toelichting van de nieuwe Jeugdzorgwet.
4. Tegenprestatie en de Wet werk en bijstand
4.1.
Hoe ziet het re-integratie en tegenprestatie beleid van Delft er uit?
Voor werkzoekenden met een WWB-uitkering hebben wij, op basis van de Delftse sociale
visie en de uitgangspunten die we in paragraaf 2.2., de re-integratie dienstverlening zodanig
ingericht dat inzet op 're-integratie' en 'tegenprestatie' in samenhang vorm krijgt. Een
tegenprestatie zien wij daarbij in drie aspecten: werken aan het verkrijgen van betaald werk,
terugkeer naar school of het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten (MNA).
Daarnaast gelden regels omtrent de re-integratieplicht zoals die zijn vastgelegd in de reintegratieverordening en in beleidsregels.
Door het in samenhang hanteren van deze verplichtingen én de koppeling met de Delftse
sociale visie te maken, is 'De Delftse Tegenprestatie' ontstaan. Deze maakt onderdeel uit van
het concept 'wederkerigheid en tegenprestatie, een win win win situatie'.
Uitgangspunten hierbij zijn:
e
Tegenover het recht op een uitkering verwachten wij van uitkeringsgerechtigdendat zij,
naar vermogen, in zichzelf investeren, hun competenties vergroten en een nuttige
maatschappelijke bijdrage leveren waardoor zij snel(ler) inzetbaar zijn op de reguliere
arbeidsmarkt.
e
Voor jongeren zonder startkwalificatie geldt daarbij nog in het bijzonder de inspanningen
gericht op een terugkeer naar school.
e
De verantwoordelijkheid om deze bijdrage te leveren ligt bij uitkeringsgerechtigdenzelf.
Waar nodig faciliteren of stimuleren wij hen.
Dit is echter niet vrijblijvend. Door de koppeling met de re-integratieverplichtingen
gebeurt dat conform de re-integratie- en maatregelen-verordening. Hierbij geldt: de
(vastgelegde) afspraak is afspraak. Mensen die niet meewerken worden gekort op hun
uitkering.
4.2.
Hoe werkt 'De Delftse Tegenprestatie'
nu?
Op dit moment zijn er drie vormen van re-integratieltegenprestatie:
1. Deelname aan activiteiten van Werk-direct: gemiddeld 12 uur per week groepsgewijs
sollicitatietraining (onder begeleiding werken aan sollicitatievaardigheden)en verder
wekelijks actief solliciteren.
2. Deelname aan activiteiten van Werk-traject: gemiddeld 24 uur per week werken op:
- een werkervaringsplaats en werken aan werknemersvaardigheden (zo veel mogelijk
bij werkgevers, anders bij Combiwerk), of
4
Voor inzicht van het aantal klanten en de resultaten van 'De Delftse Tegenprestatie' verwijzen wij u naar de
'Factsheet Re-integratie Delft - juli 2013', die u kort geleden al hebt ontvangen.
een activeringsplaats (denk aan inzet op projecten als: Canal hopper, Vliegende
brigade, Firma van Buiten, etc.).
3. Deelname aan Participatie-inzet en Kerndienstverlening:
- onder begeleiding werken aan het hanteerbaar maken van belemmeringen en
maatschappelijke participeren. Het gaat hierbij om door de gemeente ingekochte
dienstverlening bij o.a. Stunt en GGZIDOEL, of
- het nakomen van afspraken op maat, zoals het volgen van een extern
behandeltraject dat een onafhankelijke artsldeskundige adviseert, of
- deelname aan Maatschappelijk Actief, dat wil zeggen Het verrichten van
vrijwilligerswerk, vanuit eigen kracht verworven of na uitstroom uit een Aan-de-slag
traject.
8 uur per week gedurende 6 maanden laagdrempelige werkzaamheden verrichten
onder begeleiding van maatschappelijke partners. Het gaat om werkzaamheden die
nuttig zijn voor de stad en persoonlijke ontwikkeling opleveren. De resultaten van de
pilot benutten wij voor een bredere toepassing in 2013.
Wat gaan we in de nabije toekomst doen?
Via de ontwikkeling van het Werkbedrijf werkt de gemeente Delft aan een verdere
effectuering van het re-integratie-instrumentarium en de vormgeving van de tegenprestatie.
Uitgangspunt bij deze ontwikkeling is dat de 'De Delftse Tegenprestatie' een sluitende aanpak
wordt voor álle te onderscheiden kandidaten.
Daarvoor zal het dienstverleningsconcept van het Werkbedrijf worden aangescherpt naar
twee ondersteuningslijnen (zie voor gedetailleerde uitwerking bijlage 2.):
de eerste ondersteuningslijn: Werk-direct / Werk-traject
o kandidaten, die op korte termijn kunnen werken, worden ondersteund via edienstverlening en via groepsbijeenkomsten t.b.v. sollicitatietrainingen en
optimaliseren ziekgedrag (Werk-direct).
o kandidaten die op iets langere termijn toe zijn aan werk, worden allen in een
traject gezet van werk-naar-werk (Werk-traject). Dit betekent dat zij gemiddeld
24 uur per week werkzaamheden verrichten (in de markt of bij de
werkleerbedrijven van Combiwerk) en gemiddeld 8 per week coaching, training,
workshops etc. volgen (in totaal 32 uur).
e
de tweede ondersteuningslijn: Participatie-inzet
o kandidaten die (nog) niet toe zijn aan betaald werk gaan een activeringstraject
volgen, maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten of werken aan het
hanteerbaar maken van belemmeringen met als doel (op termijn) benutbare
capaciteiten te ontwikkelen. In het project "aan de slag" hebben wij een
minimale inzet van 8 uur per week als vertrekpunt genomen. Wij denken dat een
hogere ureninzet haalbaar kan zijn en willen 20 uur per week als vertrekpunt
kiezen, in combinatie met het begrip "naar vermogen ". De professionals in het
Werkbedrijf zullen dat, zo nodig in combinatie met deskundigen-advies van
derden, beoordelen.
Hierbij gaat het volgende gelden:
e
'De Delftse Tegenprestatie' is straks een sluitende aanpak voor álle te onderscheiden
kandidaten;
e
De dienstverlening wordt aangepast: ophoging intensiteit in ureninzet en aan het (samen
met onze strategische partners) verder uitbouwen van de inzet van WWB'ers op tijdelijke
korte klussen die nuttig zijn voor de stad;
e
Er wordt een kwaliteitsslaggemaakt in de dienstverlening: werkinstructies, opleiding,
etc.;
e
De ervaringen in het project Aan de Slag benutten we voor een gerichter
"acquisitiebeleid". Daarmee zullen we meer accenten leggen op de terreinen van de
WMO en beheer in de openbare ruimte.
Een streng handhavingsregime wordt toegepast.
Om deze sluitende aanpak in de WWB te implementeren is het actieplan 'Meedoen door
tegenprestatie' opgesteld. Dit actieplan wordt u afzonderlijk aangeboden. In dit plan wordt
ingegaan op het aantal WWB-gerechtigden dat nog bereikt moet worden, hoe er voor
gezorgd wordt dat iedereen naar vermogen meedoet, er voldoende activiteiten beschikbaar
zijn, de benodigde uitvoeringscapaciteit, aanpassingen van werkprocessen, registratie,
monitoring, etc.
Middels dit plan willen we in het vierde kwartaal van 2013 starten met de uitrol van de
sluitende aanpak 'Delftse Tegenprestatie', die eind 2014, begin 2015 gerealiseerd zal zijn.
Met deze beleidslijn wordt ook voorgesorteerd op de intenties van het kabinet en de wet
maatregelen WWB (geplande invoeringsdatum ljuli 2014). In deze wet wordt zowel een
algehele tegenprestatie plicht als een algehele re-integratie en arbeidsplicht worden
geregeld.
Delft loopt met de hierboven beschreven aanpak dan ook vooruit op deze nieuwe
wetgeving.
Veel vormen van re-integratie of maatschappelijk nuttige activiteiten vinden projectmatig
plaats. Voor het creëren van dit soort projecten wordt doorgaans een mix van het
gemeentelijk en wettelijk instrumentarium (en dekkingsmogelijkheden)ingezet afhankelijk
van het type instrument of project.
Zo is bijvoorbeeld met Post.nl een combinatie tussen WWB en WSW gemaakt.
Hierbij werken de WWB'ers eerst met behoud van uitkering om vervolgens in te
stromen in een dienstverband en worden de arbeidsploegen ten behoeve van de
continuïteit gecombineerd met SW1ers. Combiwerk wordt hier ingezet voor de
begeleiding. Bij een bedrijf als Zandvliet Vleeswaren stromen ook WWB'ers met
behoud van uitkering projectgewijs in, maar verzorgd de werkgever zelf de job
coaching op de werkvloer. De gemeente zet hierbij weer scholingstrajecten in.
De regelgeving en beleidskaders bieden ook de mogelijkheid om op maat arrangementen
met een aantal bedrijven of een sector te creëren.
Een voorbeeld hiervan is het regionale arrangement met de tuinbouw 'Westland
Werkt' waar samen met uitzendbureaus, werkgevers en gemeenten instroom van
WWB'ers in de sector is vorm gegeven.
Dit zijn voorbeelden van een gecombineerde inzet van re-integratie instrumenten.
De beschikbare instrumenten voor zo'n inzet zijn hieronder schematisch weergegeven.
Werken met behoud Participatie Tegenprestatie Re-integratie
plaats
traject
van uitkering
WW0 met
afstond
WW0 met
perspectief
WW0
WW0 met
perspectief
Sociale Mciatschoppdjk Loonkosten
Actief
Activering
subsidie
Leer/werk
traject
WWB met
afstand
WW0 met
perspectief
Jongere
WW0 met
afstand
Nug
1-
Nug
uitstmom
re-integmtie
tegenprestatie
re-integrotie
activering
activering
6 mnd
Delft. 0-3 mnd)
2 jaar
verlenging 2 jr.
kortdurend
12-18 mnd
1 -2 jaar
6 mnd
onbepaald
n.teb.
I 24-32 uur I
24-32 uur
l
n.t,b,
uitkering
begeleiding
n
I
12-24 uur
I
uitkering
begeleiding
premie
uitkering
begeleiding
geen
geen
uitkering
uitkering
begeleiding begeleiding
pmjectkosten projectkosten
geen
WW0 met
perspectief
geen
I
8-20 uur
in dienst name uiktmom
scholing
6 - 12 mnd
l - 2 jaar
I 12-32uur I 24-32 uur I
uitkering
begeleiding
max. 6000,-
begeleiding
geen
loonkosten
loonkosten
minus WVA
evt vergoeding
Voorwaarden geen concurentie- geen verdinging geen verdringing perspectief op toeleiding naar maatschappelijk dienstverbond I dag p/w
ontwikkeling
kort
regulier werk re-integmtie,
nuttig
min12 uur
vervalsing
school
premie
naar vennogen
geen verdinging
perspectief
scholingl
perspectief op
op werk
stmc. MA
regulier werk
Een uitgebreid overzicht van de huidige projecten en de diverse mixen die hierbij worden
gebruikt vindt u in het Magazine 'Delft Activeert, een inspiratiegids voor sociale partners',
dat u apart aan deze nota wordt aangeboden.
Op dit moment lopen er ook een tweetal onderzoeksopdrachten waarbinnen de inzet van
WWB'ers aan de hand van het hierboven genoemde instrumentarium bekeken wordt. Dit
zijn: bij de ontwikkeling van het project 'Werk maken van afval' en bij de verdere
ideevorming over 'Het Sportbedrijf'(samen met de TU en de gemeente Rijswijk).
Welke wettelijk kaders gelden er? (WWB)
De WWB verplicht tot re-integratie. De gemeente beschikt dus over verschillende reintegratie instrumenten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen.
De WWB geeft daarnaast de mogelijkheid uitkeringsgerechtigden te laten werken met
behoud van uitkering, te re-integreren op een participatieplaats of een tegenprestatie op te
leggen.
Deze wettelijke kaders zetten we hier op een rij5:
a. Werken met behoud van uitkerinq.
Het kabinet wil dat alle mensen als volwaardige burgers mee kunnen doen aan onze
uit de brief van Jetta Klijnsma, staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid, van 9 april 2013.
samenleving. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door
op een andere manier te participeren in de samenleving.
Gemeenten hebben op basis van de WWB de ruimte om te bepalen welke ondersteuning
mensen nodig hebben. Gemeenten beschikken over verschillende re-integratie
instrumenten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen. Hierbij zijn
ook instrumenten waarbij een bijstandsgerechtigdetijdelijk werkt met behoud van uitkering.
Te denken valt aan een Work First aanpak, een proefplaatsing bij een werkgever of een
leerwerktraject. Het doel van de inzet van deze instrumenten is om een positieve bijdrage te
leveren aan de mogelijkheden op de arbeidsmarkt van de bijstandsgerechtigde. Om dit doel
te realiseren is goede begeleiding van belang en zal steeds getoetst moeten worden of de
activiteiten nog wel bijdragen aan het vergroten van de kansen van de bijstandsgerechtigde
op uitstroom.
Werken met behoud van uitkering is mogelijk voor een beperkte periode. Gedacht kan
worden aan een periode van zes maanden. Bij een langere periode bestaat het risico dat de
rechter vaststelt dat er sprake is van een dienstbetrekking en dat tenminste het
minimumuurloon moet worden betaald.
b. Partici~atiedaatsen.
Uitzondering op de genoemde duur van werken met behoud van uitkering vormen de
participatieplaatsen.Gemeenten kunnen dit instrument inzetten voor mensen met een zeer
grote afstand tot de arbeidsmarkt die wel het perspectief hebben dat zij met langere
begeleiding weer inzetbaar zijn in reguliere arbeid. Mensen op een participatieplaats kunnen
hierbij twee jaar werken met behoud van uitkering. De gemeente kan deze periode onder
voorwaarden met maximaal twee keer een jaar verlengen.
De wet (artikel 10a van de WWB) biedt kaders voor de inzet van participatieplaatsen:
Er moet sprake zijn van re-integratie: de toenadering tot de arbeidsmarkt staat voorop.
De bijstandsgerechtigde moet baat hebben bij het opdoen van werkervaring of tijd nodig
hebben om te wennen aan werk gerelateerde aspecten, zoals regelmaat.
Er moet sprake zijn van een additionelefunctie: een speciaal gecreëerde functie of een al
bestaande functie die een bijstandsgerechtigde alleen met speciale begeleiding kan
verrichten. Het is primair aan het college van burgemeester en wethouders om te
bewaken dat het niet gaat om formele arbeidsplaatsen/regulier werk. Gemeenten
kunnen het begrip additioneel nader uitwerken in beleidsregels. De raad ziet er op toe
dat het college dit zorgvuldig doet.
Uitkeringsgerechtigden zonder startkwalificatie moet na zes maanden op een
participatieplaats scholing of opleiding worden aangeboden, tenzij dit naar het oordeel
van B&W niet bijdraagt aan de arbeidsmarktkansen. Gemeente hebben de ruimte om
inhoud, duur of niveau van de opleiding te bepalen.
Gemeenten moeten uitkeringsgerechtigdenna zes maanden werken op een
participatieplaats - en vervolgens elke zes maanden - een premie geven, tenzij de
uitkeringsgerechtigde naar het oordeel van het college onvoldoende heeft meegewerkt.
Op 5 juli 2012 hebben de toenmalige Minister en Staatssecretaris van SZW de evaluatie
wet Participatieplaatsen aan de Tweede Kamer aangeboden.
c. Tegenprestatie.
Naast instrumenten die gemeenten kunnen inzetten als onderdeel van re-integratie van
bijstandsgerechtigden, beschikken gemeenten sinds 1januari 2012 over het instrument van
de tegenprestatie (artikel 9, eerste lid, onder c, van de WWB). Dit is geen re-integratie
instrument, maar betreft het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten
als tegenprestatie voor het ontvangen van een uitkering. Het is aan gemeenten om te
bepalen wie hiervoor in aanmerking komt en welke maatschappelijk nuttige activiteiten
hiervoor in aanmerking komen. De wet biedt de volgende kaders voor het inzetten van een
tegenprestatie:
De tegenprestatie mag re-integratie naar en het accepteren van betaald werk niet in de
weg staan.
De omvang van de werkzaamheden en de duur in de tijd moeten daarom in de regel
beperkt z ijn.
De tegenprestatie mag niet leiden tot verdringing van regulier werk op de arbeidsmarkt.
Het moet gaan om additioneel werk. Dat betekent dat de onbeloonde maatschappelijk
nuttige werkzaamheden een zodanig karakter moeten hebben dat deze naast of in
aanvulling op regulier werk verricht worden. De maatschappelijk nuttige
werkzaamheden moeten zich onderscheiden van regulier werk. Het is primair aan het
college van burgemeester en wethouders om te bewaken dat het niet gaat om formele
arbeidsplaatsen/regulier werk. Gemeenten kunnen het begrip additioneel nader
uitwerken in beleidsregels. De raad ziet er op toe dat het college dit zorgvuldig doet.
De betrokkene moet in staat zijn de tegenprestatie te leveren. Daarom spreekt de wet
over een tegenprestatie naar vermogen.
In het regeerakkoord is vastgelegd dat de tegenprestatie naar vermogen voor iedereen in de
bijstand gaat gelden. De uitwerking van deze afspraak wordt op dit moment uitgewerkt in
een wetsvoorstel.
Een en ander vindt plaats in een zeer veranderende context. Zo is met het sluiten van het
Sociaal akkoord de invoering van de Participatiewet met een jaar uitgesteld. Mogelijkheden
zoals het werken met loondispensatie zijn van de baan. Nieuwe instrumenten zijn in de
maak.
Het werken met behoud van uitkering, de tegenprestatie en de participatieplaats vinden
echter hun oorsprong in de WWB. De WW6 wordt weliswaar aangepast per 1juli 12014,
maar de eerder beschreven mogelijkheden blijven (vooralsnog) bestaan.
Financiering re-integratie/tegenprestatie.
Voor de financiering van het re-integratiebeleid heeft de gemeente o.a. de beschikking over
een participatiebudget. Het betreft hier een geoormerkt budget dat uitsluitend besteed kan
worden aan kosten van re-integratieactiviteiten gerelateerd aan mensen uit de doelgroep
WWB (dwz mensen met een WWB uitkering en zogenaamde NUGgers, dit zijn de nietuitkeringsgerechtigden).
Dekking van de kosten voor re-integratie/werkgelegenheidsprojecten betreft altijd
"maatwerk" en wordt veelal gevonden in dit budget, aanvullende budgetten (project
gerelateerd bijv. milieu), externe financiering (fondsen, ESF) en bijdragen werkgevers.
Verdringingsaspecten en concurrentievervalsing.
Met het laten verrichten van werkzaamheden door WWB'ers (taken die wellicht eerst
regulier betaald waren, of op de markt werden uitgezet) komen aspecten als verdringing en
concurrentievervalsing naar boven. De volgende punten zijn hierbij aan de orde:
Werken met behoud van uitkering
Werken met behoud van uitkering op een reguliere functie is in principe maximaal zes
maanden toegestaan. Concurrentievervalsing is niet aan de orde, omdat elke organisatie van
deze (in tijd begrensde) mogelijkheid gebruik kan maken. Ten aanzien van het
verdringingsaspect ontstaat de situatie dat bij het toepassen van een langere periode dan de
zes maanden de rechter kan vaststellen dat er sprake is van een dienstbetrekking en dat
tenminste het minimumuurloon moet worden betaald.
In Delft passen we het principe van werken met behoud van uitkering meestal toe voor een
periode van maximaal drie maanden, waarna de baan omgezet moet zijn in een regulier
dienstverband. In de praktijk kunnen we hier flexibel mee om gaan, indien dit in het belang
is van de kandidaat. De Participatiewet biedt ons nieuwe instrumenten, waarbij de
werkgever in de toekomst de werkelijke "loonwaarde" betaalt. Het instrument wordt niet
meer toegepast bij werkgevers die meermalig aan deze omzetting geen gehoor geven.
Verdringing enlof concurrentievervalsing zijn in deze vorm in Delft dus niet aan de orde.
Re-integratietraject
Bij WWB'ers die werkzaamheden verrichten in het kader van een re-integratietraject zijn de
aspecten verdringing enlof concurrentievervalsing niet aan de orde. Het betreft hier
gecreëerde werkzaamheden, waarbij WWB'ers een programma doorlopen gericht op een zo
snel mogelijke uitstroom naar reguliere arbeid.
Maatschappelijk nuttige activiteiten (MNA)
Het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten vinden bijna altijd plaats bij
maatschappelijke organisaties. Het concurrentievervalsingsaspect is hier niet of nauwelijks
aan de orde.
Het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten in de MNA projectstructuur kent een
maximale periode van zes maanden. Na deze periode kunnen (in geval de deelnemer (nog)
niet kan doorstromen naar re-integratieactiviteiten) de werkzaamheden echter structureler
van aard worden. Deelnemers blijven dan maatschappelijk actief op de MNA-plaats, die dan
wordt omgezet in een reguliere vrijwilligersplek.
Voor alle MNA plekken geldt dat met de organisatie waar de werkzaamheden plaats vinden
een overeenkomst wordt aangegaan waarin een verklaring (zie bijlage 4.) is opgenomen dat
de werkzaamheden tot voor een jaar geleden niet door regulier betaalde medewerkers is
uitgevoerd. De organisatie stelt deze verklaring op in samenspraak met de in de organisatie
geldende medezeggenschapsstructuur.
Aanvullend op deze procedure wordt gedacht aan het instellen van een onafhankelijke
commissie die een bindende uitspraak kan doen in die gevallen waarbij over deze verklaring
onenigheid ontstaat.
Bijlage 1. Ondersteuningslijnen Werkbedrijf en verschillende groepen kandidaten.
1.Klantgroepen.
We onderscheiden twee groepen WWB-kandidaten in het Werkbedrijf:
1. kandidaten die direct of op korte termijn aan het werk kunnen = Werk-direct / Werk-traject.
Doelgroep 1:groeipotentieel naar trede 516 op de participatieladder via maximaal 6 maanden
2.
dienstverlening.
Doelgroep 2: groeipotentieel naar trede 516 op de participatieladder via maximaal 12 maanden
dienstverlening (NB. hierna verlenging met 12 maanden mogelijk of bijstellen groeipotentieel).
Kandidaten die niet binnen één jaar aan het werk kunnen = Participatie-inzet.
Doelgroep 3: groeipotentieel naar maximaal trede 4 op de participatieladder tot eerstvolgende
herbeoordeling.
Doelgroep 4: geen groeipotentieel tot eerstvolgende herbeoordeling:
a) maximaal geactiveerd, maar benutbaar potentieellcapaciteiten van de klant;
b) geen benutbaar potentieel/capaciteiten van de klant, werken aan hanteerbaar maken van
belemmeringen en daarmee ontsluiten van groeipotentieel op termijn.
2. Ondersteuningslijn 1
, kandidaten "Werk-dired
/ Werk-traject".
Deze lijn bestaat uit twee stromen:
Doelgroep 1. Werk Direct.
Het concept Werk Direct zorgt er voor dat alle mensen die direct kunnen werken de kortste weg naar werk
vinden. Voor deze groep wordt vooral ingezet op groepsbijeenkomsten en e-dienstverlening. Hiermee wordt
het zoekgedrag en sollicitatievaardigheden getraind en groepsdynamica benut. Wekelijks wordt hun cv
ververst, zodat de marktbenadering permanent over een actueel cv bestand beschikt. Mogelijke verdere reintegratie vindt plaats bij de werkgever. Voor het vasthouden en verstevigen van de kwalificatie 'direct werk'
worden zgn. "ritmeplekken" (werkplekken bij reguliere werkgevers enlof werk-leerbedrijf) ingezet. Kandidaten
zijn maximaal 3 maanden actief binnen Werken Direct hetgeen met maximaal nog eens 3 maanden kan worden
verlengd.
Doelgroep 2. Werken naar Werk.
In deze stroom komt de doelgroep 2 met benutbaar arbeidspotentieel met een tijdelijke
ondersteuningsbehoefte terecht. De toegang gaat via een assessment. In deze stroom wordt aandacht gegeven
aan zelfredzaamheid op alle leefgebieden en binnen één van de werk-leerbedrijven worden de basale
werknemersvaardigheden ontwikkeld. Voor grote werkgevers of specifieke branches kunnen kandidaten
groepsgewijs een beroepsgerichtescholing/training volgen al dan niet in samenwerking met een ROC. Naast de
bestaande interne werk-leerbedrijven zijn er werk-leerplekken bij andere RIB's, bij reguliere werkgevers, bij
betrokken maatschappelijke partijen.
Hiernaast zijn er twee andere typen kandidaten die onder stroom 2 vallen:
m
Kandidaten waarvan een traject met begeleiding is afgerond, maar de kandidaat heeft nog geen baan
gevonden of als de overstap naar een werkervaringsplek bij een reguliere werkgever nog te groot is. Deze
kandidaten gaan maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten om hun werknemersvaardigheden te
behouden.
Kandidaten die structureel het traject traineren c.q. weigeren mee te werken. Deze kandidaten krijgen een
traject dat is gebaseerd op handhaven en doorpakken met als doel meedoen of niet langer recht hebben
op een uitkering.
Kandidaten zijn gemiddeld 24 uur per week werkzaam (in de markt of bij de werk- leerbedrijven van
Combiwerk) en gemiddeld 8 per week bezig met coaching, training, workshops volgen etc. (in totaal 32 uur).
Kandidaten zijn maximaal 12 maanden actief binnen Werken naar Werk hetgeen met maximaal nog eens 12
maanden kan worden verlengd met een lager niveau van dienstverlening/ ondersteuning.
3. Ondersteuningslijn 2, "Participatie-inzet".
In de werkzoekendendienstverleningvoor kandidaten Participatie onderscheiden we verschillende
klantgroepen en bijbehorende dienstverlening:
Doelgroep 3: Werken aan groei.
-
Kandidaten met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt gaan een activeringstraject volgen of
maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten. De kandidaat kan op die manier maximaal in zijnlhaar
eigen kracht komen. De consulent bekijkt periodiek of een vervolgstap naar werk zinvol is.
Uitgangspunt van de ondersteuning is het werken aan het hanteerbaar maken van eventuele
belemmeringen én benutten potentieellcapaciteiten kandidaat.
Doelgroep 4: Werken aan ontwikkelen groeipotentieel.
-
-
Kandidaten zonder groeipotentieel, maar met benutbare capaciteiten gaan maatschappelijk nuttige
activiteiten verrichten. Een kandidaat die al maximaal geactiveerd is, bijvoorbeeld omdat iemand op
medische gronden niet in staat is meer uren te werken, blijft minimaal doen wat hij al doet. De
consulent spreekt kandidaten periodiek om te onderzoeken of vervolgstappen weer mogelijk zijn en
waar nodig te handhaven.
Ook kandidaten die niet aan een traject kunnen deelnemen, vallen onder doelgroep 4. Redenen zijn
vaak: medische/psychische belemmeringen (aangetoond met advies van expert), dakloos, een niet
hanteerbare verslaving, kandidaat volgt specialistische behandeling die niet te combineren is met een
re-integratietraject, etc. Afhankelijk van de situatie van de kandidaat maakt de consulent afspraken op
maat, zoals deelname aan een behandeltraject dat door de medische expert is geadviseerd. De
kandidaat gaat werken aan het hanteerbaar maken van zijn belemmeringen met als doel (op termijn)
groeipotentieel te ontwikkelen. De consulent roept de kandidaat periodiek op om de voortgang te
bespreken en waar nodig te handhaven.
Zodra kandidaten Participatie groeipotentieel hebben naar (meer) werk, gaan zij over naar de
ondersteuningslijn Werken naar Werk.
Bijlage 2. Artikel 8. overeenkomst maatschappelijk nuttige activiteiten (MNA).
Artikel 8. Verdringing
1.
<organisatie> verklaart dat:
a. het medezeggenschapsorgaan instemt met het beschikbaar stellen van de betreffende
maatschappelijk nuttige activiteiten aan uitkeringsgerechtigden;
b. indien binnen <organisatie> geen medezeggenschapsorgaanfunctioneert, de maatschappelijk
nuttige activiteiten aan de volgende voorwaarden voldoen:
- de activiteiten leiden niet tot vervanging of verdringing van reguliere arbeid tegen beloning;
- de deelnemer verricht geen activiteiten die korter dan een jaar vóór de start van het Aan de
slag-traject door een persoon werden gedaan, die van <organisatie> een beloning voor
reguliere arbeid ontving.
Bijlage 3. Eerder vastgesteld beleid als basis.
Sociale visie en uitgangspunten Innovatie Sociaal Domein, november 2011,
geactualiseerd in mei en september 2013
Nota 'Samenvoeging WWB en WIJ', november 2011
Nota 'Samenhang in het sociale domein', sociale visie en uitgangspunten in verband
met de decentralisaties van de Wet werken naar vermogen, de AWBZ en de
Jeugdzorg, cluster Samenleving, februari 2012
WMO beleidsplan 2012 - 2015, april 2012
Memo 'Eigen Kracht en Netwerkversterking binnen het sociaal domein', cluster
Samenleving, mei 2012
Brief aan de raad 'Beantwoording motie Maatschappelijke bijdrage
uitkeringsgerechtigden', november 2012
Nota 'Gezond en wel', juni 2013
Gemeente Delft
MEEDOEN DOOR TEGENPRESTATIE
IMPLEMENTATIEPLAN
VOOR EEN SLUITENDE AANPAK IN DE WWB
.%t.
LA.
!ft
Gemeente Delft
Team Werk
René van der Aa
juli 2013
Inhoud
1.
Inleiding ........................................................................................................................................
3
1.3
Algemeen ...........................................................................................................................................
3
Aanleiding voor actieplan tegenprestatie .............................................................................
4
Relatie met andere beleidsvelden en projecten .............................................................
4
1.4
De Delftse tegenprestatie ...........................................................................................................5
1.1
1.2
2.
De aanpak ..........................................................................................................................................
5
2.3
Doelstellingen ................................................................................................................................ 5
Hoeveel WWB-gerechtigden moeten nog worden bereikt voordat de aanpak
6
sluitend is? .................................................................................................................................
Uitvoering van de tegenprestatie? ...........................................................................................
8
2.4
Wat beschouwen we als voldoende tegenprestatie? ........................................................9
2.5
Zijn er voldoende activiteiten die kunnen dienen als tegenprestatie? .................
2.6
Hoeveel capaciteit is nodig om tot een sluitende aanpak te komen?......................13
2.7
2.8
Kosten en financiering ..............................................................................................................
14
2.1
2.2
11
Overige uitvoeringsaspecten en randvoorwaarden ......................................................1 4
Bijlage 1: Planning van activiteiten ................................................................................................
16
Bijlage 2: Activiteiten Delftse Tegenprestatie naar doelgroep ..............................................17
Meedoen door tegenprestatie
Del'
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
1. Inleiding
1.1Algemeen
Voor u ligt het Implementatieplan Tegenprestatie van de gemeente Delft. In dit
implementatieplan wordt beschreven op welke wijze de gemeente Delft invulling geeft
aan de Tegenprestatie in de Wet werk en bijstand (WWB). Er is voor gekozen dit
implementatieplan uit te voeren in de vorm van een pilot gedurende de periode van één
jaar. Na deze periode zijn ook de nieuwe werkprocessen in het Werkbedrijf (io) beter
ingeregeld. We nemen zo de tijd om efficiencyverbetering in het interne werkproces en
een werkverdeling met samenwerkingspartners te realiseren. Hierdoor moet het
mogelijk zijn om in meerjarig perspectief binnen de bestaande middelen een sluitende
aanpak te realiseren. Gedurende het pilotjaar worden de resultaten gemonitord en na
een jaar worden de resultaten geëvalueerd.
De invulling van het implementatieplan is gebaseerd op het reeds vastgestelde beleid
zoals verwoord in de brief van het college aan de raad d.d.22-11-2012, naar aanleiding
van de raadsmotie "Maatschappelijke bijdrage uitkeringsgerechtigden" 24 mei 2012.
Deze algemene beleidslijn wordt nader geconcretiseerd in de notitie Wederkerigheid en
tegenprestatie, een win-win-win situatie. In die beleidsnotitie is de Delftse kaderstelling
van wederkerigheid en tegenprestatie uitgewerkt voor zowel de WWB, als WMO.
in de huidige Deiftse uitvoeringspraktijk van cle re-integratie verrichten alle WWBgerechtigden, met uitzondering van een deel van de doelgroep Kerndienstverlening, een
tegenprestatie in het kader van het re-integratiebeleid. Het zwaartepunt van dit
implementatieplan ligt daarom op de wijze waarop we in de uitvoering tot een sluitende
aanpak kunnen komen, en ook die bijstandsgerechtigden kunnen bereiken die nu nog
geen re-integratieactiviteit of een tegenprestatie verrichten. Dit is met name de huidige
klantgroep Kerndienstverlening.
Doel van dit implementatieplan is het beantwoorden van de navolgende vragen:
hoeveel WWB-gerechtigden moeten nog worden bereikt voordat de aanpak
sluitend is?
hoe zorgen we ervoor dat iedereen naar vermogen meedoet?
e
wat beschouwen we als voldoende tegenprestatie?
e zijn er voldoende activiteiten beschikbaar die kunnen dienen als tegenprestatie?
e hoeveel personele capaciteit is nodig om tot een sluitende aanpak te komen?
In hoofdstuk 2 worden deze vragen beantwoord.
Meedoen door tegenprestatie
Del'
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
1.2 Aanleiding voor actieplan tegenprestatie
In het hele land zijn gemeenten bezig met het vormgeven van de tegenprestatie in de
WWB. Begrijpelijk, want het belang van de lokale overheid om zoveel mogelijk burgers
mee te laten doen is nog nooit zo groot geweest. Sinds de inwerkingtreding van de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007 is er een ontwikkeling zichtbaar naar
een moderne vorm van de "sociaal bewuste maatschappij" (de "civil society"), waarin
mensen zich weer verantwoordelijk voelen voor elkaar, de overheid een regisserende,
stimulerende en faciliterende rol krijgt en mensen worden aangesproken op hun eigen
kracht. Met de innovatie van het sociaal domein krijgt deze ontwikkeling concreet vorm.
Zo bezien is de tegenprestatie in de WWB een logische ontwikkeling en bovendien een
sterk instrument om mensen met een uitkering te bewegen om (vanuit een uitnodigend,
maar ook dwingend kader) binnen hun mogelijkheden actief te worden (en te blijven)
en zich in te zetten voor de maatschappij. De uitgangspunten die hierbij gelden zijn
beschreven in de notitie "wederkerigheid en tegenprestatie".
De directe aanleiding voor dit Delftse implementatieplan is de eerder genoemde
raadsmotie, waarin de raad het college heeft opgedragen de mogelijkheden tot het
verrichten van (voor de stad) nuttige werkzaamheden door WWB-gerechtigden,waar
mogelijk in samenwerking met maatschappelijke partners.
1.3 Relatie met andere beleidsvelden en projecten
Het thema Tegenprestatie heeft voor Delft tal van verbanden met andere beleidsvelden
en initiatieven. Deze moeten enerzijds helder zijn en anderzijds geen strijdigheid
opleveren met elkaar.
Er is sprake van raakvlakken met de navolgende beleidsvelden / initiatieven:
J
J
J
J
J
Het Welzijnsbeleid in het algemeen (Nota "Vooruit met welzijn 2011 - 2014") en
de uitvoeringsnotitie 2013 "gezond en wel".
Wederkerigheid binnen het sociale domein (Wmo / WWB)
Frontlijnsturing en Sociale wijkteams
In deze aanpak worden multi-problem gezinnen integraal ondersteund (l-gezin,
l-plan, l-budget). Het meewerken aan een hulpverleningstraject kan voor deze
gezinnen onderdeel uitmaken van de tegenprestatie. Dit vraag om afstemming.
Project Aan de slag
Binnen dit project worden WWB-gerechtigden gestimuleerd om vrijwilligerswerk
te verrichten. Dit is de "voorloper" van de invulling van de Tegenprestatie.
Traject naar het nieuw op te richten Werkbedrijf.
De ondersteuning van WWB-gerechtigden gericht op participatie en
re-integratie wordt op termijn een verantwoordelijkheid van het nieuwe
Werkbedrijf. Omdat de Delftse Tegenprestatie wordt vormgegeven onder de
brede vlag van het re-integratiebeleid, zal ook de publieke uitvoering van de
Tegenprestatie worden belegd bij het Werkbedrijf.
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
1.4 De Delftse tegenprestatie
De huidige Delftse tegenprestatie wordt ingevuld door de re-integratieplicht zoals die is
vastgelegd in de re-integratieverordening WWB en in beleidsregels. Er zijn drie vormen
van tegenprestatie1:
1. Deelname aan activiteiten van Werk-direct: gemiddeld 12 uur per week
groepsgewijs sollicitatietraining (onder begeleiding werken aan
sollicitatievaardigheden) en verder wekelijks actief solliciteren.
2. Deelname aan activiteiten van Werk-traject: gemiddeld 24 uur per week werken
op:
een werkervaringsplaats en werken aan werknemersvaardigheden, of
een activeringsplaats (denk aan: Canal hopper, Vliegende brigade, Firma van
Buiten, etc.).
3. Deelname aan Participatie-inzet en Kerndienstverlening:
onder begeleiding werken aan het hanteerbaar maken van belemmeringen en
maatschappelijke participeren. Het gaat hierbij om ingekochte
dienstverlening bij o.a. Stunt en GGZ/DOEL , of
het nakomen van afspraken op maat, zoals het volgen van een extern
behandeltraject dat een onafhankelijke artsldeskundige adviseert, of
deelname aan Aan de slag.
- Begin 2012 is Delft gestart met een project "Aan de slag", waarin WWBers minimaal 8 uur per week gedurende 6 maanden laagdrempelige
werkzaamheden verrichten onder begeleiding van maatschappelijke
partners. Het gaat om werkzaamheden binnen instellingen en nonprofit organisaties die nuttig zijn voor de stad en persoonlijke
ontwikkeling opleveren. De resultaten van de pilot benutten wij voor
een bredere toepassing in 2013.
- Het verrichten van vrijwilligerswerk, vanuit eigen kracht verworven of
na uitstroom uit een Aan de slag traject.
Dit implementatieplan voorziet met name in het bereiken van een sluitende aanpak.
Deze richt zich met name op de klantgroep Kerndienstverlening, omdat een deel van
deze klantgroep op dit moment nog geen tegenprestatie verricht.
2 . De aanpak
2.1 Doelstellingen
De Delftse Tegenprestatie wordt vormgegeven in samenhang met het reintegratiebeleid. Concreet houdt dit in dat de Delftse aanpak erop is gericht om met het
gehele re-integratiebeleid een sluitende aanpak te bewerkstelligen waarin alle WWBgerechtigden naar vermogen participeren. Dit participeren staat in het teken van een
groei naar regulier werk of het zetten van stappen op de Participatieladder of, wanneer
dit niet meer mogelijk is, het voorkomen van sociaal isolement.
1
Bron: Notitie Wederkerigheid en tegenprestatie,een win-win-win situatie.
Meedoen door tegenprestatie
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
Vanwege het financiële belang van het beperken van het aantal uitkeringen zal de
inspanning op de doelgroep met de meeste kans op werk hoofdzakelijk in en rond het
Werkbedrijf en met partners worden uitgevoerd. Gelet op de dalende re-integratie
budgetten zal voor de doelgroepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt gezocht
moeten worden naar creatieve methodieken waarin met een beperkte inzet van reintegratie middelen toch resultaten kunnen worden bereikt. Voor deze doelgroep zullen
zowel de burgers zelf als de partners in de stad een grotere verantwoordelijkheid gaan
krijgen en zal de innovatieve aanpak in het kader van het sociaal domein worden
uitgewerkt. Deelnemers zullen bijvoorbeeld meer groepsgewijs worden benaderd en
aangesproken op de (ontwikkeling) van eigen regie.
Vertaald naar doelstellingen:
elke WWB-gerechtigde doet naar vermogen mee;
e wanneer regulier werk geen reëel perspectief is, staat groei op de participatieladder centraal;
e
mensen zonder direct perspectief op regulier werk verrichten activiteiten die
nuttig zijn voor de stad;
e
een WWB-gerechtigde zonder direct perspectief op werk wordt aangesproken op
zijn verantwoordelijk en krijgt ruimte om zijn eigen tegenprestatie te kiezen
(eigen regie, zelf doen en samen). Pas wanneer dit na enige tijd tot niets leidt kan
de verplichting strakker worden ingezet en volgen zo nodig maatregelen.
Hierna worden per paragraaf de vragen zoals gesteld in paragraaf 1.1behandeld.
2.2 Hoeveel WWB-gerechtigden moeten nog worden bereikt voordat de
aanpak sluitend is?
De totale doelgroep WWB-gerechtigden betreft 3344 personen (juli 2013) . Deze
worden door het Werkbedrijf in oprichting straks ondersteund langs twee lijnen:
1. Werk-direct / Werk-traject
2. Participatie-inzet
In schema met bijbehorende aantallen WWB-gerechtigden?
Dienstverleningsconcept Werkbedrijf i.a.
Ondersteuningsliin 1
Werk-directlwerktraject
712
m
Ondersteunin~sliin2
Participatie-inzet
2632
In het totale bestand bevinden zich 241 jongeren. Van dit aantal bevinden 120 zich in de groep Werkdirect/Werk-traject, en 121 in de groep Participatie-inzet.
2
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
Binnen Werk-direct / Werk-traject worden met 712 WWB-gerechtigden reeds reintegratie-activiteiten ondernomen. In die zin is de aanpak voor dit segment WWBgerechtigden sluitend en vervullen alle klanten in deze groep een tegenprestatie.
De uitbreiding van activiteiten die uiteindelijk moeten leiden tot een sluitende aanpak
van de Delftse tegenprestatie hebben met name consequenties voor de doelgroep
Participatie-inzet.
De doelgroep Participatie-inzet is in de uitvoeringspraktijk als volgt nader gesegmenteerd:
1. Participatiehuis
793
2. Kerndienstverlening
1546
3. Overig (nog in indiceringsproces participatiehuis
293
of kerndienstverlening)
Totaal
De doelgroepen Participatiehuis en Kerndienstverlening worden hieronder nader
uitgewerkt.
1.Participatiehuis
Binnen de doelgroep Participatiehuis worden met alle 793 WWB-gerechtigden
activiteiten ondernomen en is de invulling van de tegenprestatie reeds aan de orde.
Wanneer geen sprake is van concrete activiteiten, dan is de reden hiervan bekend en
vastgelegd. Deze groep is vanwege belemmeringen van tijdelijke aard niet inzetbaar op
de arbeidsmarkt, maar beschikt nog wel over de potentie om de arbeidsmarkt te
bereiken. De groep is volledig in beeld en het palet aan beschikbare reintegratievoorzieningen wordt ingezet. Een deel van deze groep zit al in een reintegratietraject, een ander deel komt in aanmerking voor Maatschappelijk Nuttige
activiteiten (MNA) in het project Aan de slag. Voor deze groep is de aanpak sluitend.
2. Kerndienstverleninn IKDV
Het grootste potentieel voor wat betreft het ontwikkelen van een sluitende aanpak van
de Delftse tegenprestatie ligt in de groep Kerndienstverlening (KDV). Op basis van
beleidskeuzes in het verleden (notitie Re-integratie In Nieuwe Kaders) worden voor een
deel van deze groep geen ondersteuningsactiviteiten meer uit het participatiebudget
beschikbaar gesteld.
In het project KDV dat voorjaar 2013 door szpecialist is uitgevoerd is de groep KDV
doorgelicht en opnieuw beoordeeld. Hieruit blijkt dat binnen de doelgroep KDV voor
maximaal 150 WWB-gerechtigden nog mogelijkheden bestaan tot re-integratie. Deze
groep behoort strikt genomen niet tot de doelgroep KDV maar tot de doelgroep
Participatiehuis of Werk-traject. Voor deze groep van 150 dient de tegenprestatie nog te
worden ingevuld door middel van inzet van de gebruikelijke re-integratievoorzieningen
of inzet in het project Aan de slag. Er zal wellicht in beperkte mate sprake zijn van
uitbreiding van bestaande trajecten of aanbieders. Uitgangspunt is dat de uitbreiding
van het aantal trajecten binnen de bestaande instrumenten/ contracten wordt opgepakt.
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
Dit maakt dat (1546 - 150 =) 1396 WWB-gerechtigden op goede gronden zijn ingedeeld
in de klantgroep KDV. Deze groep van 1396 is de afgelopen jaren ingedeeld naar de
criteria van de participatieladder. Uit deze indeling kan worden geconcludeerd dat van
665 WWB-gerechtigden een groei op de Participatieladder binnen afzienbare termijn
mogelijk is. Deze doelgroep kan, conform de definitie van de notitie "wederkerigheid"
worden omschreven als "werken aan ontwikkelen groeipotentieel".
Voor het resterende aantal van 731 zijn de lichamelijke en psychische belemmeringen
zodanig dat de inspanning vooral in het teken zal staan van het voorkomen van sociaal
isolement. De problematiek in deze klantgroep is divers en varieert van psychiatrische
aandoeningen tot verslaving tot volledige arbeidsongeschiktheid. Deze groep bevindt
zich op trede 1en 2 van de Participatieladder. Voor zover al sprake is van contacten
buitenshuis, is een verdere groei binnen afzienbare termijn ingewikkeld/ niet mogelijk.
Dat neemt niet weg dat mensen in deze groep activiteiten kunnen verrichten die nuttig
zijn voor henzelf. Deze doelgroep wordt omschreven als "behouden eigen regie".
Vertaald naar de aard van de tegenprestatie ziet de klantgroep Kerndienstverlening er in
schema (met aantallen) als volgt uit:
Kerndienstverlening
Werken aan groei
Werken aan ontwikkelen groeipotentieel
Behouden eigen regie
TOTAAL
150
665
731
1546
2.3 Uitvoering van de tegenprestatie?
Maatschappelijke participatie ontstaat niet altijd vanzelf. Natuurlijk is er altijd een deel
van de lokale bevolking dat via bestaande netwerken actief is en zich nuttig maakt voor
hun directe omgeving. Dat kan gaan om vriendendiensten, mantelzorg voor familie of
buren of activiteiten in het verenigingsleven.
Vanuit het WMO-beleid gaat het met name om de bevordering van participatie van
mensen die inactief zijn (of worden) en het contact met de maatschappij dreigen te
verliezen. Voor deze groep is het niet alleen hun eigen belang om te blijven participeren,
maar ligt er ook een maatschappelijk belang. De mensen die vandaag het contact met de
maatschappij verliezen zijn de hulpvragers van morgen. In die zin gaat van participatie
een belangrijk preventief effect uit.
Bij de uitvoering van WWB- participatie kunnen twee functies worden onderscheiden:
1. Individuele regie op de klant (klantmanagement);
2. Regie op partnerorganisaties die plekken beschikbaar stellen (acquisitie).
Bij elk van deze regietaken kan de vraag worden gesteld hoe intensief deze wordt
vormgegeven en of de gemeente c.q. werkbedrijf deze taak zelf uitvoert of overlaat aan
de stad.
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
Individuele regie op de klant fklantmanagement]
De individuele regie op de klant zal worden gepositioneerd binnen het Werkbedrijf als
één van de kerntaken. Hoe intensief deze rol wordt ingevuld hangt af van de mate
waarin:
- de klant zelf in staat is de invulling van de tegenprestatie te organiseren (mate van
stimuleren/faciliteren),
- plekken worden aangeboden en
- hoe strikt het handhavingsregime wordt toegepast.
Dit zal per doelgroep verschillen. De intensiteit van het klantcontact wordt vertaald naar
een werkbelasting (caseload) per volle fte. Dit is in paragraaf 2.6 verder uitgewerkt. Het
gaat hier om een nieuw taakgebied. Reden om ook dit implementatieplan in de vorm van
een pilot op te zetten.
Regie op partnerorganisaties
Deze rol behelst met name het acquireren van plekken binnen organisaties en
projectinitiatieven in de stad. Afhankelijk van de omvang van de doelgroep waarvoor
actief plekken moeten worden aangeboden dient de acquistierol te worden ingekleurd.
Deze kan op dezelfde wijze worden vormgegeven als in het project Aan de slag.
Voor de acquisitierol geldt dat deze binnen de gemeente (Uitvoering Samenleving samen
met het Werkbedrijf) uitgevoerd kan worden of kan worden opgedragen aan een
partnerorganisatie. Wij stellen voor gedurende de pilotperiode het huidige
samenwerkingsverband "aan de slag" en "Werkbedrijf' te continueren, waarbij
uiteraard ook nauwe verbindingen ontstaan met initiatiefnemers van projecten in de
stad.
2.4 Wat beschouwen we als voldoende tegenprestatie?
Het uitgangspunt van dit implementatieplan is dat iedereen naar vermogen meedoet. Dit
meedoen kent enkele gradaties, van re-integratie op de arbeidsmarkt tot het voorkomen
van sociaal isolement. Deze gradaties hebben een relatie met de participatieladder en
worden later in dit actieplan vertaald naar doelgroepen.
De rode draad binnen de aanpak is dat elke WWB-gerechtigde wordt aangesproken op
zijn mogelijkheden. Het credo hier bij is "iedereen kan iets, en niemand staat aan de
kant". Niet de vraag "wat kunt u niet?" maar de vraag "wat kunt u wel?" is hierbij
leidend.
De individuele beoordeling of een WWB-gerechtigde "voldoende tegenprestatie naar
vermogen" verricht is aan de klantmanager. Daartoe wordt een afzonderlijk
opleidingstraject vormgegeven.
Als er sprake is van medische belemmeringen, dan is de algemeen gebruikelijke
handelwijze binnen de re-integratieaanpak het opvragen van een medisch advies. Voor
de klantgroep waarbij regulier werk (al dan niet op termijn) tot de reële mogelijkheden
behoort (klantgroep Werk-direct en Werk-traject), blijft dit zo. Een medisch advies blijft
voor deze groep immers noodzakelijk om de belastbaarheid in relatie tot concrete
functies vast te stellen.
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
Voor de klantgroep die verder van de arbeidsmarkt af staat, zal een tegenprestatie
primair in het teken staan van groei op de participatieladder. Deze beoordeling is niet
strikt medisch, maar breder. Het kader waarbinnen "voldoende tegenprestatie" in dat
geval wordt beoordeeld is de landelijke standaard van criteria van de Participatieladder.
Deze groep bevindt zich grotendeels op trede 1tot en met 3 van de Participatieladder.
Voor die groep is, naast het aantal uren waarin iemand iets onderneemt, de mate waarin
iemand contacten buitenshuis heeft bepalend voor "voldoende" tegenprestatie:
Participatieladder en indelingscriteria in schema:
participatie-instrument, een uitkering, WSW
Vertaald naar de drie doelgroepen kan dit als volgt worden geconcretiseerd.
Doelgroep "werken aan groei" (van trede 3 naar 4 en verder)
Er is sprake van voldoende tegenprestatie als de activiteit:
in georganiseerd verband plaatsvindt, zo mogelijk binnen een organisatie
of instelling;
van wat langere duur is (tenminste een half jaar) en enige structuur en
regelmaat hebben en waarbij sprake is van de ontwikkeling van
werknemersvaardigheden zoals op tijd komen, om kunnen gaan met gezag
en opdrachten en instructies naar tevredenheid kunnen uitvoeren
(vanwege de opstap naar onbetaald of betaald werk);
een omvang hebben van tenminste 24 uur per week (als leidraad).
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
10
Doelgroep "werken aan groeipotentieel" (van trede 2 naar 3 en verder)
Er is sprake van voldoende tegenprestatie als de activiteit:
e
individueel of eventueel in een klein georganiseerd verband plaatsvindt,
bijvoorbeeld binnen het verenigingsleven of in buurt- en wijkactiviteiten;
e
een omvang heeft van tenminste 8 uur per week;
Doelgroep "behouden eigen regie"
Er is sprake van voldoende tegenprestatie als de activiteit:
e
individueel wordt uitgevoerd, waarbij minstens 1x per week sprake is van
contacten buitenshuis (indien dit, gelet op de belemmeringen, mogelijk is);
bestaat uit afspraken, voor zover zij betrekking hebben op het hanteer
maken van belemmeringen, die consequent worden nagekomen.
In bijlage 2 zijn de activiteiten van de Delftse Tegenprestatie per doelgroep schematisch
weergegeven.
2.5 Zijn er voldoende activiteiten die kunnen dienen als tegenprestatie?
Hieronder worden per doelgroep de beschikbare activiteiten omschreven. De conclusie
is dat voor doelgroep I. en 11. uitbreiding van activiteiten enlof ontwikkeling van nieuwe
activiteiten noodzakelijk is. De voorstellen tot uitbreiding van bestaande projecten of de
ontwikkeling van nieuwe initiatieven worden hieronder kort uitgewerkt. De benaming
van de nieuwe initiatieven zijn werktitels die gaandeweg nog kunnen worden aangepast.
I.
Werken aan groei;
Bestaande activiteiten
Het betreft hier de inzet van sociale activering en het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten. Het uiteindelijke doel is om deze groep via het
Participatiehuis te bewegen naar ondersteuningslijn 1.Werk-direct / Werk-traject.
Hier is sprake van een verplichting met een strikt handhavingsbeleid;
Concrete activiteiten als tegenprestatie zijn de re-integratie-instumenten binnen het
Participatiehuis:
e trajectactiviteiten bij DOEL, STUNT, Participe, Firma van Buiten, etc.
e
maatschappelijk nuttige activiteiten bij diverse niet-commerciële instellingen
in de stad (Aan de slag);
e vrijwilligerswerk (op eigen initiatief of als uitvloeisel van Aan de slag);
Voor deze doelgroep is niet alleen een strikt handhavingsbeleid van toepassing, maar
zal ook een aanbod van activiteiten beschikbaar moeten zijn. Omdat het hier gaat om
een groep van 150 die strikt genomen in het Participatiehuis thuis hoort, zal
hiervoor extra capaciteit moeten worden ingezet.
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
Voorstel tot uitbreiding
De doorstroom van deze groep van 150 naar het Participatiehuis zal vorm krijgen
door middel van reeds bestaande re-integratie-instrumenten en het uitbreiden van
het aantal vrijwilligersplekken in Aan de slag. Het gaat in dit geval om tenminste 100
extra plekken. De methodiek van acquisitie is binnen Aan de slag reeds ontwikkeld in
de functie "Makelaar Maatschappelijk Actief'. De werving van extra plekken kan
onder de vlag van Aan de slag worden uitgevoerd.
11.
Werken aan groeipoten tieel,
Voor deze groep gaat het om activiteiten in (klein) georganiseerd verband, met een
vaste regelmaat en structuur. Doel is het ontwikkelen van eigen kracht door middel
van een stimulerende vorm van klantmanagement. Methodisch zal deze groep in
eerste instantie vooral worden geappelleerd aan het eigen initiatief. Ook kan voor
deze doelgroep aansluiting worden gezocht bij bestaande Wmo-initiatieven op
wijkniveau.
Concrete activiteiten als tegenprestatie.
mantelzorg (binnen gezin, familie, vriendenkring of buurt);
vrijwilligerswerk van kleine omvang, zoals chauffeur (voor
ouderenactiviteiten of een maaltijddienst);
begeleiden van kinderen op school of bij buitenschoolse activiteiten;
kleinschalige activiteiten in de buurt of de wijk;
deelname aan maatjes-projecten.
111.
Behouden eigen regie
Deze doelgroep bestaat grotendeels uit mensen die zelf zorgbehoevend zijn. Hierbij
gaat het om individuele afspraken voor het volgen van een medische behandeling,
contact onderhouden met het Werkbedrijf in verband met een WSW-indicatie of het
onderhouden van contacten met hulpverleners. Voornamelijk activiteiten die zijn
gericht op het voorkomen van sociaal isolement, waarbij het nut voor henzelf
voorop staat. Uitgangspunt is behoud en waar nodig herstel van de eigen regie en
het voorkomen van sociaal isolement.
Concrete activiteiten als tegenprestatie zijn:
nakomen van begeleidingsafspraken (in het kader van een zorgtraject bij
o.a. GGZ en DOEL);
het volgen van een (medisch) behandeltraject of hulpverleningstraject;
kleinschalige hand- en spandiensten binnen het verenigingsleven (cultureel,
sportief);
De regierol vanuit de gemeente bestaat voor deze doelgroep uitsluitend uit het
registreren en vastleggen van activiteiten en afspraken, en waar nodig mensen
informeren over mogelijkheden tot het verkrijgen van zorg en ondersteuning.
Handhaving is niet aan de orde.
Voor een schematisch overzicht van activiteiten in het kader van de Delftse
Tegenprestatie wordt verwezen naar bijlage 2.
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
12
2.6 Hoeveel capaciteit is nodig om tot een sluitende aanpak te komen?
Binnen de huidige dienstverlening aan het hele WWB-bestand is voor re-integratie en
tegenprestatie 19,3 fte beschikbaar. In deze paragraaf wordt onderbouwd in welke mate
de capaciteit klantmanagement (individuele klantregie) moet worden uitgebreid om te
komen tot een sluitende aanpak. Dit wordt uitgewerkt per doelgroep.
Doelgroep "Werken aan groei" (150)
Het contact met deze doelgroep is, vergeleken met de overige doelgroepen in
KDV, het meest intensief. Strikt genomen is dit geen doelgroep KDV maar
Participatiehuis. Het uiteindelijke doel is om deze klantgroep te bewegen via het
Participatiehuis naar Werk-direct / Werk-traject. De aanpak in het
klantmanagement is pro-actief met een strikt handhavingsbeleid. De activiteiten
worden nauwgezet geregistreerd en gemonitord en waar nodig worden
maatregelen opgelegd. De benodigde capaciteit is vergelijkbaar met de capaciteit
binnen de doelgroep Aan de slag. Daar wordt op dit moment gewerkt met een
caseload van 120 klanten per fte voor klantmanagement.
Voor deze groep van 150 wordt deels het bestaande re-integratieinstrumentarium ingezet. Voor een ander deel zullen zij worden geplaatst in Aan
de slag. De bestaande capaciteit binnen de doelgroep KDV (van in totaal 1546) is
gebaseerd op een caseload van 480 per fte. In de bestaande capaciteit is voor
deze groep van 150 reeds 150/480 = 0,3 fte beschikbaar. Omdat voor deze groep
een intensieve regie noodzakelijk is, wordt de capaciteit voor de groep van 150
gedurende deze pilotperiode uitgebreid met 1,2 fte.
Voor deze doelgroep worden actief plekken geworven en aangeboden. Dit
betekent dat er tevens capaciteit moet worden ingezet voor acquisitie van 100
extra plekken. De verwachting is dat de acquisitie binnen de bestaande capaciteit
van de Makelaar Maatschappelijk Actief kan worden uitgevoerd.
Doelgroep "Werken aan groeipotentieel" (665)
In de kern is de aanpak in deze doelgroep gebaseerd op het uitgangspunt van
eigen kracht. WWB-gerechtigden worden geïnformeerd, gestimuleerd, en (waar
mogelijk groepsgewijs) uitgenodigd om activiteiten te ondernemen die voor
henzelf, voor hun omgeving of voor de stad nuttig en zinvol zijn.
Omdat wordt uitgegaan van "eigen kracht" ligt de nadruk op informeren en
stimuleren. Wanneer de klant niet in beweging komt wordt een alternatief
geboden en is het maatregelenbeleid van toepassing. Dit is te realiseren met een
caseload van 200 WWB-gerechtigden per fte. Dit betekent een benodigde
capaciteit van (665 / 200 = ) 3,3 fte. Voor deze doelgroep is thans capaciteit
berekend op basis van een caseload van 480 per fte. Omgerekend is voor deze
groep 665 / 480 = 1,4 fte reeds beschikbaar. De tijdelijke uitbreiding voor de
pilotperiode bedraagt 3,3 -1-1,4 = 1,9 fte.
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
Doelgroep "Behouden eigen regie" (731)
Het individuele klantmanagement is hier vooral gericht op het vastleggen van
afspraken en het kort rapporteren van bevindingen. De verwachting is dat dit
binnen de bestaande capaciteit kan worden vormgegeven. Uitbreiding van
ambtelijke capaciteit voor individueel klantmanagement is voor deze doelgroep
niet noodzakelijk.
Uitgangspunt is dat de benodigde extra capaciteit niet structureel is, maar dat het gaat
om een eenmalige impuls voor de pilot periode van maximaal één jaar. In de toekomst
moet de sluitende aanpak budgetneutraal plaatsvinden door efficiencyverbetering in het
werkproces en een efficiëntere verdeling van het werkverdeling met
samenwerkingspartners. Gedurende dit jaar worden de resultaten gemonitord en na
een jaar worden de resultaten geëvalueerd.
2.7 Kosten en financiering
Voor de sluitende aanpak in de Delftse tegenprestatie is gedurende de periode van een
jaar 3,l fte nodig. Het gaat hierbij om een tijdelijke extra impuls van € 176.306,-. Deze
impuls financieren we uit het participatiebudget.
Bij de invoering van de tegenprestatie in de WWB heeft het kabinet als uitgangspunt
gehanteerd dat gemeenten niet worden geconfronteerd met extra uitvoeringskosten.
Het kabinet veronderstelt hierbij onder andere dat het strikt genomen geen nieuwe taak
betreft. Gemeenten worden in staat geacht om de tegenprestatie vorm te geven rondom
de bestaande WWB-uitvoeringstaken. Daarnaast gaat het kabinet er vanuit dat
gemeenten voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod gebruikt maakt van
bestaande netwerken. Om die reden heeft het kabinet voor de invoering van de
tegenprestatie geen extra middelen beschikbaar gesteld.
2.8 Overige uitvoeringsaspecten en randvoorwaarden
De aanpak voor doelgroep I. komt overeen met datgene wat in het project Aan de slag is
ontwikkeld. De methodiek van klantmanagement wordt reeds uitgevoerd en voor het
bereiken van een sluitende aanpak hoeven geen nieuwe producten te worden
ontwikkeld.
Voor de aanpak van doelgroep 11. en 111. is de traditionele methodiek van
klantmanagement niet in alle gevallen toereikend.
Nieuwe elementen in de methodiek voor doelgroep 11. zijn het groepsgewijs werken in
wijkbijeenkomsten en het ontwikkelen van eigen kracht. Voor doelgroep 111. kan vanuit
de bestaande methodiek van individueel klantmanagent worden gewerkt, maar wel
vanuit een methodiek van het versterken van de eigen regie.
Dit vergt een andere aanpak, aangezien het niet de klantmanager is die het probleem op
gaat lossen, maar de klant die in zijn eigen kracht moet worden gezet. Klantmanager
Meedoen door tegenprestatie
Delft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
moeten een coachende gespreksmethodiek kunnen hanteren en een groepsproces
kunnen begeleiden.
Voor de implementatie van de sluitende aanpak dienen nog een aantal activiteiten te
worden uitgevoerd. Deze activiteiten zijn opgenomen in een overzicht wat als
afzonderlijke bijlage bij dit implementatieplan is gevoegd.
Meedoen door tegenprestatie
Derft
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
Bijlage 1: Implementatie activiteiten
p
-
P
NIEUWE ACTIVITEITEN
Opstellen Projectplan "Actief in de wijk, gericht op ontwikkelen nieuwe Makelaarsfunctie
ONTWIKKELEN WIJKGERICHTE GROEPSGEWIJZEBIJEENKOMSTEN
AANPAK
Ontwikkelen draaiboek wijkgerichte groepsgewijze bijeenkomsten
TEKSTPRODUCTEN
Uitnodigingsbrieven (wijkbijeenkomsten)
Standaard rapportages groepsgewijs klantmanagement
Standaard beschikking (vastleggen tegenprestatie n.a.v. groepsbijeenkomst in de wijk)
ICT
Werkproces Groepsgewijze begeleiding in GWS4all
Aanpassen inrichting RIM / Suite4work?
WERKINSTRUCTIES/TOOLS
Opstellen werkinstructie Tegenprestatie en handhaving
OPLEIDING/TRAINING
Ontwikkelen methodiek voor groepsgewijze begeleiding (klantmanagement) "Actief in de
wijk
Trainen klantmanagers in groepsgewijze begeleiding
Trainen klantmanagers in "empowerment-methodiek
COMMUNICATIE
Ontwikkelen brochure (klantinformatie)
OVERIG
Verzekeringspolis voor ongevallen en schade
Helder beleid inzake onkostenvergoeding
opstellen criteria monitor
uitvoeren evaluatie
Meedoen door tegenprestatie
Delfl
Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB
16
Bijlage 2: Activiteiten Delftse Tegenprestatie naar doelgroep
-
Delftse Tegenprestatie
1 ( ~ n c l u s i e f ~ ~11,v -Ontwikkelen
I
doelgroep II Werken aan
Ii groei)
I
Werkervaringsplaats
Sollicitatietraining
(groepsgewijs 12u/wk)
Activeringsplaats (Canal
Hopper / Firma van Buiten /
Vliegende brigade)
Participatieplaats
groeipotentieel
Mantelzorg
Ingekochte trajecten
Vrijwilligerswerk
STUNT/DOEL/BWD/Firma van
van kleine
Buiten/Bieslandhoeve
omvang
Project Aan de slag (MNA)
Vrijwilligerswerk
Deelname aan
maatjesprojecten
Nieuw: Actief in
de wijk
m
111. Behoud eigen
regie
Individuele
(zorg)afspraken
Medisch
behandeltraject
of hulpverleningstraject
Hand- en
spandiensten
verenigingsleven
Werken naar werk
Inspiratiegids voor sociale partners
Juli 2013
Werk direct
Werktraject
Participatie
Kwetsbare jongeren
Sociale innovatie
Voorwoord
14
In deze uitgave ...
4 Dienstverleningsconcept, aanbod aan de klant
Werk direct
6 Kinderverzorgers vervullen behoefte
in de ouderenzorg
8 Overzicht instrumenten
10 ‘Westland heeft werk’ werkt
Werktraject
12 PostNL looft constructie Combiwerk en
gemeente Delft
14 Soms maakt één mens het verschil
16 Overzicht instrumenten
8
Participatie
18 Stunt biedt kansen en verrijkt de stad
20 Overzicht instrumenten
22 Werkzoekenden verhelpen vrijwilligersnood bij sportclubs
24 Overzicht instrumenten
18
Kwetsbare jongeren
28 Geïntegreerde aanpak helpt jongeren aan het werk
30 Overzicht instrumenten
Sociale Innovatie
32 Ziekenhuis biedt mensen graag een nieuwe kans
34 B edrijf & Samenleving inspireert: ‘Niet te veel papier,
handen uit de mouwen!’
35 Pilot max. WW: Schoolvoorbeeld
van regionale samenwerking
32
28
Colofon
Delft Activeert is een eenmalige uitgave van de gemeente Delft.
Coördinatie: Wouter van den Berg
Teksten: gemeente Delft, De TekstGroep
Fotografie: Erwin Dijkgraaf, Charles Borsboom, gemeente Delft,
Shutterstock
Grafische vormgeving: Delta3, Den Haag
Juli 2013
De gemeente zet voluit in op werk voor alle
Delftenaren. We vinden dat alle mensen die dat
kunnen, economisch zelfstandig moeten zijn. Als
werknemer, als ondernemer of actief op weg naar
een van die twee. We willen dat jonge mensen hun
school met een goed diploma afronden, om straks
een goede plek op de arbeidsmarkt te kunnen
vinden. En we willen dat degenen die er niet in
slagen om economisch zelfstandig te zijn, zich op
een andere manier inzetten.Voor een ander.Voor
de stad.
Met grote rijksbezuinigingen en aanpassingen in
onder andere het ontslagrecht, de Wwb en met
de nieuwe Participatiewet voor de boeg, zoekt de
gemeente – samen met werkgevers, gemeenten in
de regio en andere partijen – naar zoveel mogelijk
kansen en oplossingen voor werkgelegenheid en
participatie. Zo helpen we burgers hun weg weer
te vinden naar de arbeidsmarkt en ondersteunen
we de lokale en regionale economie.
Hoe werken onze standpunten, projecten en
programma’s uit in de praktijk? Daarover leest u
meer in deze Inspiratiegids. We brengen in deze
gids de dienstverlening van de gemeente in beeld
door de ogen van de werkgevers, sociale partners
en de burgers die het betreft. Daarbij hebben we
vooral aandacht voor de kansen die werkgevers
en sociale partners willen bieden op gebied van
re-integratie en activering. Anders gezegd: we laten
de mensen uit de praktijk hun eigen verhaal
vertellen.
Ik hoop dat u na het lezen van deze
verhalen, met mij concludeert dat
we in Delft – al valt er zeker
nog winst te boeken – op de
goede weg zijn met onze
directe insteek. Een insteek
waarbij iédereen iets
doet voor een ander of
voor de stad. Een insteek
waarbij we inzetten op
de eigen kracht van burgers. We vragen iets terug
voor de ondersteuning die
we bieden: de actieve inzet
van mensen om zélf hun weg
omhoog te vinden.
Stephan Brandligt
wethouder participatie
Inspiratiegids voor sociale partners
3
Werken naar werk
Dienstverleningsconcept
Aanbod aan de klant
VOLWASSENEN
Activeringsperiode
GEMEENTE
aanvraag
uitkering
Direct werk
GEMEENTE
beoordeling
JONGEREN
Zoekperiode
Klant heeft geen ander inkomen
4
Delft ACTIVEERT
Klant gaat zelf opzoek naar werk
Werktraject
Participatie
Gemeente beoordeelt of klant recht
heeft op een uitkering
Klant is actief, gemeente ondersteunt waar nodig
Inspiratiegids voor sociale partners
5
Interview
Werk direct
Kinderverzorgers
vervullen behoefte
in de ouderenzorg
Zorg is naast handel, leisure/horeca en tuinbouw een
speerpuntsector in de regionale werkgeversbenadering van
de regio Haaglanden en Zuid-Holland Centraal.
De elf gemeenten in dat gebied benaderen werkgevers niet
meer apart, maar gezamenlijk via accountmanagers voor
de hele regio. Delft is binnen dit verband de gemeentelijke
trekker voor de zorgsector en Zorgorganisatie Pieter van
Foreest een van de organisaties die mensen daarin nieuwe
kansen biedt.
“Met de gemeente Delft hebben we al lang geregeld contact en
sinds vorig jaar selecteert het UWV kandidaten uit de doelgroep
‘Werk direct’, die dus geen afstand tot de arbeidsmarkt hebben”,
zegt Helma Nederlof van de afdeling Ontwikkelen & Leren van
Pieter van Foreest. “We zijn nu bijvoorbeeld bezig met een traject
om mensen uit de kinderzorg om te scholen tot verzorgende IG
(Individuele Gezondheidszorg). Nu door de crisis de kinderopvang
onder druk staat, raken steeds meer mensen in die branche werkloos. En wat blijkt? Hun profiel lijkt op dat van de IG’ers die actief
zijn in de ouderenzorg, waar de behoefte aan mensen juist stijgt.”
Sprankelende karakters
Het is volgens haar collega Ellie Ham een absolute win/winsituatie:
“Ook al zijn er naast duidelijke overeenkomsten ook verschillen,
zoals in verpleegkundige vaardigheden. Bovendien heeft de ene
categorie mensen ooit een bewuste keuze gemaakt voor kinderen, terwijl de anderen zich van meet af aan om ouderen wilden
bekommeren. Een competentie die ze met elkaar delen is dat ze
goed met mensen kunnen omgaan en over het algemeen een
sprankelend karakter hebben. Dat maakt de overstap makkelijker,
al zullen er vast wel een paar mensen tussen zitten, die tijdens
de omscholing tot de conclusie komen dat ze toch liever met
kinderen werken.”
6
Delft ACTIVEERT
In juni 2013 zijn al zo’n 75 mensen bezig met het omscholingstraject. Via open sollicitaties en de selecties die het UWV maakt, stelt
Pieter van Foreest groepen kandidaten samen die worden uitgenodigd voor een presentatie over wat het werk met ouderen
precies inhoudt. Wie na afloop nog steeds enthousiast is om een
‘carrièremove’ te maken, is welkom op een zogeheten ‘doedag’ in
een van de locaties van Pieter van Foreest. De bedoeling is dat
vervolgens vier keer per jaar een groep van 25 kandidaten begint
aan een proefplaatsing van drie maanden op basis van een loonkostensubsidie; dit wil zeggen met behoud van uitkering.
dat ze in groepjes binnenkomen op hun nieuwe werkomgeving.
“En daar zijn ze blij met de extra mensen, want de behoefte aan
‘meer handen om het werk te doen’ is groot en groeit, terwijl het
behoorlijk lastig is om gediplomeerde collega’s te vinden”, aldus
Ham.
enthousiasme, dus we worden er allemaal beter van”, besluit Nederlof. “Wij krijgen steeds meer vakbekwame mensen, zij hebben
weer betaald en zeer gewaardeerd werk en de ouderen worden
goed verzorgd. Het is dus meer dan win/win, het is eigenlijk win/
win/win.”
Win/win/win
De eerste opleiding is in december van vorig jaar gestart en
sindsdien zijn er al drie groepen aangenomen. Dus niet alleen de
behoefte, maar ook de belangstelling voor deze manier van begeleiding – “Daar steken we veel tijd in” – is dus groot. “Evenals het
Elly Nerderhof (l) en
Ellie Ham
“De behoefte aan
‘meer handen om het
werk te doen’ is groot
en groeit”
Een pittig traject
Nederlof: “Gedurende dit voortraject gaan ze een dag per
week naar het ROC Mondriaan hier in Delft voor hun
opleiding. En als na drie maanden zowel de kandidaten als wij enthousiast zijn en besluiten met elkaar
door te willen gaan, sluiten we een leerarbeidsovereenkomst en komen ze dus bij ons in
dienst. Uiteraard gaat ook het opleidingstraject dan verder en gaan ze naast hun
werk op een van onze locaties naar
school. Dat is best een pittig traject,
want dat is een opleiding op
mbo-niveau 3 of 4 en dat duurt
anderhalf jaar.”
De nieuwkomers binnen
Pieter van Foreest gaan
aan de slag in een van
de verzorgingshuizen,
verpleeghuizen of
in de thuiszorg in
Delft, Westland of
Oostland. Uiteraard is dat voor
beide partijen
even wennen,
maar voor
de kersverse
IG’ers is het
een voordeel
Inspiratiegids voor sociale partners
7
Sollicitatieclub
Activeringsperiode/
Zoekperiode
Werk Direct | Jongeren
Mensen uit Delft met een uitkering vanuit
de Wet Werk en Bijstand of niet-uitkerings­
gerechtigden (NUG) met een beperkte
afstand tot de arbeidsmarkt nemen deel
aan de sollicitatieclub. Het doel: deelnemers
de benodigde vaardigheden aanleren die
nodig zijn om zelfstandig een betaalde baan
te vinden. Ongeschoold of hoog opgeleid?
Dit maakt niet uit, mits je maar enigszins
computervaardig bent en de Nederlandse
taal voldoende machtig bent! .
Deelnemers aan de sollicitatieclub krijgen zes
weken lang nuttige en praktische adviezen
over slim solliciteren. Uiteraard komen hier
CV en sollicitatiebrieven aan bod. Maar het
gaat veel verder: denk aan trainingen, zoals
het gebruik van social media, presentatieen gespreksvaardigheden, het zoeken van
vacatures en het gebruiken van je netwerk.
Daarnaast worden interne en externe
partners ingezet, zoals collega’s van BBZ en
Werk Direct | Werktraject | Participatie | Jongeren
het Werkgeversservicepunt, uitzendbureaus
en werkgevers. . Insteek is om mensen zoveel
mogelijk zelf hun weg naar werk te vinden,
waarbij maximaal gebruik kan worden gemaakt van het brede instrumentarium waarover de consulenten beschikken. De consulenten coachen en wijzen de deelnemers op
een actieve en open houding. Uiteindelijk zijn
het de deelnemers zelf die een baan moeten
vinden. De groepsdynamiek en de verscheidenheid van niveaus zorgt ook voor een
stimulerende werking waarbij mensen elkaar
helpen en ondersteunen.
De gemeente Delft heeft als uitgangspunt dat
Delftenaren die een uitkering aanvragen zich
eerst zelf inspannen om weer aan het werk
te komen of terug naar school te gaan. Wie
een aanvraag doet voor een uitkering, krijgt
kort daarop een gesprek met een gemeentelijk consulent. De consulent legt uit dat het
belangrijk is om zo snel mogelijk weer aan
het werk te gaan. Gaat het om een jongere
In het gesprek krijgen klanten opdrachten
mee die zij zelfstandig moeten uitvoeren.
Zo moeten zij zich bijvoorbeeld inschrijven
op een vacaturesite of zich melden bij de
Financiële Winkel. In die periode is er nog
geen sprake van een uitkering. De periode
van vier weken noemen we voor personen
jonger dan 27 jaar ‘zoekperiode’, en voor
ouderen ‘activeringsperiode’. Als na vier
weken blijkt dat de klant zich niet voldoende
heeft ingespannen, dan krijgen zij een korting
op de uitkering.
Resultaat: Door de zelfredzaamheid te stimuleren zijn meer Delftenaren zelfstandig in
staat werk te vinden of terug te keren naar school. Hierdoor hoeven minderen Delftenaren
een beroep te doen op een uitkering.
Resultaat: Hoe langer je in een uitkering zit, hoe moeilijker het wordt om weer aan werk te komen.
De sollicitatieclub geeft Delftenaren de mogelijkheid om zo snel mogelijk een baan te vinden.
Doelgroep: Het instrument staat open voor iedere Delftenaar met een WWB-uitkering of niet-uitkeringsgerechtigden die staan ingeschreven als werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf.
Doelgroep: Alle Delftenaren die een WWB-uitkering aanvragen.
Sociale partners/werkgevers: Uitzendbureaus Tempo Team, Randstad,Timing,
Start, Manpower en LUBA,Werkgeversservicepunt.
Arbeidsmarktprojecten
Werk Direct | Werktraject | Participatie
Het Werkgeverservicepunt zet regelmatig
arbeidsmarktprojecten op met werkgevers.
Werkgevers kunnen daarbij gebruik maken
van faciliteiten die de gemeente biedt, zoals
leerwerk-arrangementen, loonkostensubsidie,
no-risk polissen en proefplaatsingen. Twee
voorbeelden van vele arbeidsmarktprojecten
die de gemeente Delft heeft opgezet zijn die
bij Zandvliet Vleeswaren en PLQ.
zonder startkwalificatie, dan wordt uitgelegd
dat een startkwalificatie de kansen aanzienlijk
verhoogt.
Zandvliet Vleeswaren
Zandvliet Vleeswaren is een hypermodern
productiebedrijf uit Delft dat vleeswaren
maakt voor de traditionele slager, de industrie
en de retailmarkt. Bij dit bedrijf heeft de
gemeente mogelijkheden om WWB-kandidaten te plaatsen. Na een proefperiode van zes
weken, waarin de kandidaat met behoud van
uitkering werkt, gaan kandidaten aan de slag
als productiemedewerker op basis van een
half jaarcontract. Jobcoaching gebeurt door
de werkgever zelf.
PLQ
PLQ heeft een kledingsorteercentrum (Hits
Services) geopend in Den Hoorn. Het bedrijf
wil Delftenaren met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans geven op een toekomst
en een eigen inkomen. Via proefplaatsingen
krijgen deelnemers aan het project een kans
om een jaarcontract te verdienen.
Resultaat: Via arbeidsmarktprojecten
krijgen Delftenaren de kans om duurzaam uit
de uitkering te stromen.
Doelgroep: Delftenaren met een WWB-uitkering die gemotiveerd zijn en in staat zijn om
zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan.
Sagènn Directe
Bemiddeling
Werk Direct
Sagènn richt zich op kandidaten met een
korte afstand tot de arbeidsmarkt. Bij deze
doelgroep mag geen sprake zijn van belemmeringen voor deelname aan werk.
Het startpunt is een uitgebreide Darius-diagnose. In sommige gevallen is slechts dat
laatste duwtje in de rug nodig om aan de
slag te gaan op een reguliere werkplek. Een
vaste jobhunter zoekt naar de passende
baan. Sagènn zet ook gericht workshops
in. Daarin staan solliciteren en presenteren,
rollen­spellen en zelfreflectie centraal. Naast
de workshops in groepen werkt iedere deelnemer zelfstandig aan individuele sollicitatie­
doelen.
In de praktijk blijkt dat veel Delftenaren, na
een aanvankelijk succesvolle plaatsing, een
terugval krijgen. Om dit te voorkomen biedt
Sagènn jobcoach-activiteiten aan. Jobcoaching
zorgt ervoor dat de uitstroomresultaten ook
duurzaam zijn. Het is de bedoeling dat direct
bemiddelbare deelnemers binnen zes maanden worden geplaatst op een reguliere baan.
Resultaat: Deelnemers worden via Sagènn weer uitkeringsonafhankelijk
en kunnen weer invulling geven aan hun leven.
Doelgroep: Het instrument is bedoeld voor Delftenaren met een
WWB-uitkering, een goed CV en een startkwalificatie én die geen belemmeringen hebben die regulier werk in de weg staan.
Sociale partners/werkgevers:
Sagènn Re-integratie B.V.
Sociale partners/werkgevers:
Zandvliet Vleeswaren en PLQ
8
Delft ACTIVeert
Inspiratiegids voor sociale partners
9
Interview
Werk direct
‘Westland heeft werk’
werkt
‘Westland heeft werk’ is een vorig jaar gestart samenwerkingsverband van twee uitzendbureaus, gemeentelijke
Werkpleinen, onder meer die van Delft, en de sociale
werkvoorziening Patijnenburg in Naaldwijk. De gemeenten
leveren mensen die (weer) aan het werk kunnen.
Na een lastige start, nu een groeiend succes, want …
‘Westland heeft werk’!
“Raar, zoveel arbeidsmigranten in de glastuinbouw terwijl hier
mensen rondlopen die het werk zouden kunnen doen.” Zo vat
projectleider Desiree Curfs het algemene gevoel samen dat inspireerde tot de oprichting van het samenwerkingsverband ‘Westland heeft werk’. Aanvankelijk was er veel scepsis onder tuinbouwondernemers. “Tja, het is niet voor niets dat we met buiten­landers
werken,” schamperden de kwekers. “Maar wij zeiden: geef ons een
kans om uitkeringsgerechtigden in te zetten, want wij dragen als
gemeenschap alle lasten”, zegt Curfs. “Jullie hebben de banen, wij
de mensen.”
‘Niks doen is geen optie’
Samen met EG Personeelsdiensten en GJ Personeelsdiensten
werd twee jaar geleden de project-BV ‘Westland heeft werk’
opgericht. Omliggende gemeenten, zoals Delft, Den Haag, Rotterdam en Rijswijk, moesten goede kandidaten selecteren, vervoers­
belemmeringen oplossen, een sanctiebeleid afstemmen en
handhaven als de werknemers er met de pet naar zouden gooien.
Het sociale werkplaatsbedrijf Patijnenburg kende de werkgevers
en van hieruit wordt het project geleid.
Maar bij alle partijen bestonden vooroordelen. Remmert Keizer
van GJ Personeelsdiensten: “Werkgevers vonden dat gemeenten
de ondernemerswereld niet kenden. Ook hadden ze geen hoge
pet op van mensen met een uitkering. Die hadden op hun beurt
een negatief beeld van het werk in kassen. Maar als je elkaar niet
opzoekt, verandert er niks. En: niks doen, is geen optie.”
10
Delft ACTIVEERT
Ook hoger opgeleiden met een uitkering werden ingezet. “Die
moesten gewoon in een productieomgeving beginnen, maar hadden wel zicht op doorstroming naar hogere functies. Bovendien, in
de tuinbouw begint iedereen op de werkvloer, ook de directeur.
Een mooie testcase of iemand wel van het tuinbouwbedrijf en de
-producten houdt,” vindt Curfs.
helpen. Iedereen is doordrongen van het belang om samen aan
dit sociaal-maatschappelijke vraagstuk te werken. Consulenten van
gemeenten maken het ook duidelijk aan mensen die voor een
uitkering komen: tegenover rechten staan ook plichten. Er wordt
gehandhaafd en beleid uitgevoerd. Dat zorgt ook voor een stimulans. Mensen gaan dan serieuzer op een baan uit.”
Succes dankzij samenwerking
Volgens intermediair Keizer is het succes van het initiatief te
danken aan de samenwerking tussen gemeenten, werkzoekenden en ondernemers. “Samen optrekken en transparant zijn naar
elkaar, dát is de formule. Maar de werkgever staat bij ons centraal.
Die zien wij als opdrachtgever. Dat is de klant die aangeeft wat
hij zoekt. Dus hebben we eerst eens een toertje gemaakt met de
accountmanagers. Die hadden het steeds over ‘tomatenfabrieken’
en moesten nog ervaren wat het werk inhoudt.”
Politieke hobbels
Toch zijn er ook nog politieke hobbels te nemen. Keizer: “Er moet
een duidelijk verschil zijn tussen een uitkering krijgen en voor salaris werken.” Curfs weet dat het in sommige wijken heel normaal
Remmert Keizer (l) en Desiree Curfs zien samenwerking als
sleutel tot succes: de kwekers hebben de banen, wij de mensen.
wordt gevonden om van een uitkering te leven. “We moeten dus
ook aan de mentaliteit werken,”vindt ze. “Een afgestudeerde die
geen tomaten wil gaan plukken? Tegen zo iemand zeg ik: waarom
zou ik jouw uitkering betalen?”
“Wij kennen de
ondernemers en
de gemeenten maken
daar goed gebruik van”
Werkgevers bleken aangenaam verrast door de inzet. Curfs:
“Bovendien kregen ze meer inzicht in wat het is om gedwongen
in een uitkeringssituatie te zitten. Want er zijn ook mensen die
het vreselijk vinden om hun hand op te houden. We krijgen zelfs
vanuit Groningen smeekbedes om hier te mogen komen werken.
Ondernemers waren bijvoorbeeld onder de indruk van een reactie van een vader die nu zijn kinderen weer eens op een uitje naar
McDonalds kon trakteren.”
Traject voor 50-plussers
Curfs erkent dat de situatie in Nederland door de jaren heen is
scheefgegroeid. “In de grote steden zijn hele wijken waar niemand
werkt. Kinderen krijgen daar geen voorbeeld van gezinsleden die
’s morgens naar hun werk gaan, die verantwoordelijk zijn voor een
taak. Tja, waar is het misgegaan? Iedereen die daarover wat zegt,
krijgt van mij gelijk. Maar we moeten er in elk geval iets aan doen.
Dus hebben wij met elkaar het initiatief genomen. En met succes.
We gaan nu ook een project in het Oostland starten. Daar liggen
vooral voor Rotterdammers kansen. Daarnaast zijn we bezig een
nieuw traject op te zetten voor 50-plussers.”
Keizer merkt dat de gemeenten enthousiast zijn: “Wij kennen de
ondernemers en de gemeenten maken daar goed gebruik van.
We worden steeds vaker benaderd om mensen aan het werk te
Inspiratiegids voor sociale partners
11
Interview
Werktraject
PostNL looft constructie
Combiwerk en
gemeente Delft
PostNL Pakketten realiseert achttien nieuwe sorteercentra
in Nederland waarin zij werkgelegenheid aan bijstands­
gerechtigden bieden. Elf daarvan waren al operationeel,
de twaalfde werd op 15 juli in Delft geopend. Dat lang­durig
werkzoekenden daar weer een arbeidsplek vinden,
is onder meer te danken aan de professionele constructie
die de gemeente Delft en Combiwerk samen met het
bedrijf hebben opgezet.
“Een aantal jaar geleden zijn we begonnen met de gedeeltelijke uitbesteding van onze personele bezetting”, vertelt Wietske
Kamsma, projectleider Uitbesteding Arbeid bij PostNL Pakketten.
“In eerste instantie alleen aan commerciële partijen. Toen we
kansen zagen om een maatschappelijke bijdrage te leveren via een
re-integratieproces én tegelijkertijd onszelf te versterken, zijn we
daarmee gestart in onze nieuwe sorteer- en distributiecentra. Op
die locaties is onze personele bezetting gedeeltelijk uitbesteed
aan SW-bedrijven en gemeenten. Er werken nu gemiddeld veertig
WSW’ers en evenveel WWB’ers per centrum.”
Maatschappelijke re-integratietaak
Het contact met de gemeente Delft kwam voort uit gesprekken met de gemeente Den Haag. “De gemeenten in de regio
werken goed samen op het terrein van re-integratie. Daardoor
werd ook Delft snel betrokken bij dit initiatief. Vanaf dat moment
was het voor alle partijen snel geregeld. De re-integratielijnen
die Delft in de stad heeft uitgezet, passen bij onze plannen en
de constructie met Combiwerk is ideaal voor bedrijven die
willen participeren in re-integratieprojecten voor de arbeidsmarkt. Combiwerk draagt de werknemers aan – kandidaten uit
gemeente en SW-bedrijven in Delft en Den Haag – en begeleidt
hen op de werkvloer. Het is een professionele en krachtige
organisatie”, constateert Kamsma. “En cruciaal: Combiwerk krijgt
12
Delft ACTIVEERT
Elkaar helpen
De projectleider staat geregeld in contact met medewerkers uit
de sorteer-en distributiecentra en ziet wat de arbeidkansen met
langdurig werklozen kan doen. “Ze komen vaak wat onwennig
binnen en in het begin verlopen de uitvoerende werkzaamheden
– voornamelijk sorteren – wat stroef. Dat is begrijpelijk, want de
meesten hebben lange tijd thuis gezeten. Maar na een week
herken je ze nauwelijks meer terug. Als zij hun werkpatroon
eenmaal hebben gevonden en ‘de knop is om’, dan maken ze
een enorme groeispurt. Het feit dat ze weer een dagbesteding
hebben en nuttig bezig zijn, geeft een enorme boost aan hun zelfvertrouwen. Daarom ontstaan er geregeld hechte relaties tussen
hen en ons. We helpen elkaar.”
van de gemeente de ruimte die nodig is om de belangrijke
maatschappelijke re-integratietaak in te vullen.”
Toch is het jammer, aldus Kamsma dat gemeenten zo verschillend
werken. “De samenwerking in Delft kwam relatief makkelijk tot
stand, maar dat is niet overal zo. We moeten elke keer naar de
lokale mogelijkheden kijken, omdat de constructie tussen
gemeenten en SW-bedrijven overal anders is. Op dat gebied
kunnen zeker nog flinke efficiëntieslagen worden gemaakt.”
Van driehoek naar vierkant
Over de werknemers die via PostNL weer de arbeidsmarkt
betreden, is het bedrijf tevreden. “We steken veel tijd en energie
in de opzet van re-integratiekansen en de mensen zelf. De
eerste twee maanden behouden ze hun uitkering, daarna
komen ze bij Combiwerk onder contract te staan. De
grote winst is dat ze weer een dagbesteding hebben. Dat is schadebeperkend voor de gemeente en een vooruitgang voor de voormalige
werklozen”, aldus Kamsma. “Het doel is
om langdurig werklozen via deze weg
zoveel mogelijk uit te laten stromen
naar regulier werk. Daarom zoekt
PostNL naar mogelijkheden om
de driehoek tussen gemeente,
SW-bedrijf en commercieel
bedrijf om te zetten naar
een vierkant door er
uitzendbureaus bij te
betrekken. Kamsma:
“Zij hebben de benodigde kennis en een
veel groter netwerk
in de arbeidsmarkt
dan wij met z’n allen. Ik weet zeker
dat zij kunnen
bijdragen aan dit
soort trajecten.”
“We steken veel tijd en
energie in de opzet van
re-integratiekansen en de
mensen zelf.”
Via het re-integratieproces
kan PostNL een maatschappelijke bijdrage leveren én
zichzelf versterken, stelt
Wietske Kamsma.
Inspiratiegids voor sociale partners
13
Interview
Werktraject
Soms maakt één mens
het verschil
De samenwerking tussen Combiwerk en ondernemers
levert niet alleen werkzoekenden voordelen op in de
vorm van een tijdelijke of permanente baan, maar kan ook
gunstig uitpakken voor bedrijven. Dit ondervond schoonmaakbedrijf Workmate uit Amsterdam.
Eén ding kan Abdul Ahad Jamie niet worden ontzegd: initiatief.
Als werkzoekende wist hij precies wat hij wilde, namelijk werken
voor Workmate. Toen een vriend van hem daar een baan had
gevonden, wist hij ‘dat wil ik ook’. Op een dag trok hij dan ook
de stoute schoenen aan en klopte onverwacht bij Workmate aan
met de mededeling dat hij graag een baan als schoonmaker wilde.
Eigenaar Waseem Ikram was verrast door deze doortastende
actie. Maar hij nam het verzoek van Jamie wel serieus.
Netwerker van de maand
“Naar aanleiding van zijn verhaal ben ik contact gekomen met
Combiwerk in Delft”, vertelt hij. Hij vernam dat Jamie een assessment had gehad. Daaruit bleek dat hij gevoel voor verantwoordelijkheid heeft en zijn afspraken op tijd nakomt. Weliswaar heeft
Jamie geen beroepsopleiding voltooid, maar een goed stel hersens
heeft hij zeker wel. Zijn belangrijkste beperking is zijn gebrekkige
kennis van de Nederlandse taal. Dat compenseert hij zoveel
mogelijk door zijn doorzettingsvermogen en door zijn talent om
te netwerken. Reden voor Combiwerk om hem als allereerste tot
‘Netwerker van de Maand’ uit te roepen.
Het gesprek tussen Workmate en Combiwerk heeft ertoe geleid
dat Jamie nu alweer een paar maanden als schoonmaker aan de
slag is bij een grote fast food keten in Rotterdam. Dit betekent
om twee uur ’s nachts beginnen en ’s morgens naar huis wanneer
anderen net zijn begonnen of nog onderweg zijn. Die uren vallen
Jamie best zwaar, maar verzuimen doet hij niet. “Bovendien ging ik
twee keer per week ’s avonds van 19.15 tot 22.00 uur naar school
om Nederlands te leren”, zegt hij. “Dat werd me echt te veel, dus
gelukkig is dat nu met hulp van Combiwerk veranderd en volg ik
die taallessen ’s middags.”
14
Delft ACTIVEERT
“Samen bereiken
we heel wat”
Mes snijdt aan twee kanten
Ikram is in elk geval tevreden. “Hij doet het uitstekend en daar
ben ik vanzelfsprekend blij mee. En zonder dat hij zich er precies
van bewust is, heeft hij heel wat teweeggebracht; een sneeuw­
baleffect. Want doordat het werken met Jamie me zo beviel
en het contact met Combiwerk zo goed is geworden, ben ik
opnieuw met Combiwerk gaan praten om te kijken hoe we onze
samenwerking konden uitbreiden. Via hen heb ik nu meer mensen
aan werk kunnen helpen.”
“En het mes snijdt aan twee kanten, want als een opdrachtgever
ineens een grote klus heeft of ik krijg een nieuwe grote klant in
deze omgeving, dan kan ik er zó op rekenen dat Combiwerk daar
mensen voor kan leveren. Dus als ondernemer ben ik dankzij de
goede band met Combiwerk slagvaardiger en flexibeler. Daar
staat natuurlijk wel wat tegenover, want niet iedereen is zoals
Jamie. Het gaat niet altijd zonder slag of stoot. Mensen die een
tijd uit de roulatie zijn geweest of zelfs afstand hebben tot de
arbeidsmarkt, moeten meestal echt weer even wennen aan het
arbeidsritme. Net als Combiwerk steek ook ik tijd en energie in
het begeleiden, motiveren en stimuleren van de mensen die zij
aandragen. Samen bereiken we heel wat.”
Van Amsterdam tot Maastricht
Het initiatief van Jamie en de goede samenwerking met het Delftse Combiwerk hebben Ikram als ondernemer aan het denken
gezet en op nieuwe ideeën gebracht: “Workmate is door het hele
land actief ”, vertelt hij. “Dus op een gegeven moment dacht ik:
waarom zou ik in andere steden ook niet eens gaan praten met
SW-bedrijven? Ik ben begonnen in Amsterdam, maar ondertussen
heb ik ook al gesprekken gehad in Eindhoven en Maastricht. Dan
kunnen we straks overal snel schakelen!”
Het contact tussen Abdul Ahad Jamie (l) en
Waseem Ikram heeft geleid tot een nauwe
samenwerking tussen Combiwerk en Workmate.
Inspiratiegids voor sociale partners
15
Trajecten bij Werkplan
Arbeidsintegratie
Werk Direct | Werktraject | Jongeren
Werkplan is al jaren een strategische partner
van de gemeente Delft. Werkplan heeft
twee soorten instrumenten: ritmeplekken
en bemiddelingstrajecten.
Ritmeplekken
Als je werkloos raakt, is het belangrijk dat je
het dag-nachtritme vasthoudt. Dit vergroot
de kans op een nieuwe baan aanzienlijk.
De gemeente speelt daar samen met
Werkplan op in via werkritmeplekken.
Uiteraard ligt de focus van de klant op het
vinden van een nieuwe baan. Om in het ritme te blijven, werkt de deelnemer daarnaast
drie dagdelen in een productieomgeving.
Bemiddelingstrajecten
De bemiddelingstrajecten kunnen maximaal
een jaar duren. In een dergelijk traject is een
deelnemer 32 uur per week actief bezig met
werk, sport, trainingen, coaching en workshops. Het werkgedeelte vindt de eerste
drie maanden plaats bij Werkplan Productie.
Elke deelnemer krijgt een consulent en een
accountmanager. Samen met de deelnemer
gaan ze actief aan de slag om werk
te vinden.
Resultaat: Delftenaren die gebruik maken van een werkritmeplek stromen in principe binnen
vier maanden weer uit naar regulier werk. Bij bemiddelingstrajecten stromen deelnemers binnen
een jaar uit naar regulier werk.
Doelgroep: De ritmeplekken zijn er voor Delftenaren met een WWB-uitkering die snel weer
kunnen doorstromen naar regulier werk. Bij bemiddelingstrajecten ligt regulier werk ook weer in het
verschiet, maar is er eerst enige begeleiding en coaching noodzakelijk.
het mogelijk om een aanvullende BBZ-lening
te ontvangen, als aanvulling op de inkomsten
uit de onderneming. Die lening is renteloos
en duurt maximaal drie jaar.
Resultaat:
• Een onderneming die economisch levensvatbaar is en een ondernemer die
uitkeringsonafhankelijk is.
• Een ondernemer op leeftijd die niet volledig afhankelijk wordt van de bijstand.
• Een ondernemer die een doorstart kan maken met zijn onderneming.
• Een ondernemer die op een goede manier zijn bedrijf kan beëindigen en aansluitend
aanspraak kan maken op een uitkering.
Doelgroep:
• Delftenaren die ondernemerszin en doorzettingsvermogen hebben en over voldoende
taalniveau beschikken.
• Ondernemers vanaf 55 jaar.
• Ondernemers die willen doorstarten.
• Ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen
Van Deel naar Heel
Werk Direct | Werktraject
Die Buytenweye. In twaalf bijeenkomsten van
2,5 uur leert het ROC Mondriaan de deel­
nemers over werken en de mogelijkheden
in de zorg. Het programma is heel praktijkgericht. Naast de 2,5 uur les, doen de
deelnemers namelijk twaalf uur per week
vrijwilligerswerk in Die Buytenweye.
Resultaat: De deelnemers vergaren kennis
over het werken in de zorg en leren hun eigen
vaardigheden aan te scherpen. De cursus
biedt inzicht in de mogelijkheden in de zorg.
Soms levert de cursus zelf een baan op in de
zorg (Leerwerktraject).Verschillende deelnemers zijn inmiddels aan de slag bij Pieter
van Foreest, Careyn en het Reinier de Graaf
Gasthuis.
Doelgroep: Iedereen die gezond is en
graag in de zorg aan de slag wil of wil ondervinden of werken in de zorg een reële optie is.
Sociale partners/werkgevers:
Pieter van Foreest (Die Buytenweye), Careyn,
Reinier de Graaf Gasthuis en ROC Mondriaan
Delft ACTIVeert
De consulenten BBZ helpen met advies,
begeleiding en soms een uitkering of het
verstrekken van bedrijfskapitaal in de vorm
van lening.
Er zijn verschillende mogelijkheden van
financiële ondersteuning. De gemeente kan
een bedrijfskrediet verstrekken in de vorm
van een rentedragende lening om de nodige
bedrijfsinvesteringen te doen. Daarnaast is
Sociale partners/werkgevers:
Kamer van Koophandel, Ondernemersklankbord, Ondernemersplein, andere gemeenten
Werktraject
16
Het BBZ (Besluit bijstandverlening zelfstandigen) is er voor diverse doelgroepen:
• mensen met een WW- of bijstandsuit­
kering die als startend ondernemer aan
de slag willen gaan;
• gevestigde ondernemers van 55 jaar
die op jaarbasis een lager inkomen
hebben dan de bijstandsnorm;
• gevestigde ondernemers met financiële
problemen
• ondernemers die willen stoppen omdat
de onderneming niet meer levensvatbaar
is.
Sociale partners/werkgevers:
Werkplan Arbeidsintegratie
Trajecten in de zorg
De behoefte aan personeel in de zorg gaat
altijd in golfbewegingen. Het is echter zeker
dat er op een gegeven moment altijd weer
behoefte ontstaat aan ‘handen aan het bed’.
Trajecten in de Zorg is een cursus, verzorgd
door ROC Mondriaan. De bijeenkomsten
vinden plaats in het woonzorgcentrum
BBZ-trajectenArbeidsinWerktraject
tegratie
De gemeente wil Delftenaren met een
aanvullende bijstandsuitkering helpen om
rond te komen zonder die extra ondersteuning. Daarom stimuleert de gemeente deze
parttimers in hun ontwikkeling en groei,
zodat zij in staat zijn hun werk uit te bouwen
tot een fulltime baan, of een andere betaalde
fulltime baan aan te gaan. Soms lukt het om
flexibel werk te vinden, naast de bestaande
parttime baan.
Resultaat:
Parttimers die gedeeltelijk afhankelijk waren van
een uitkering zijn helemaal onafhankelijk van een
uitkering.
Doelgroep:
Parttimers die een aanvullende WWB-uitkering
hebben en over voldoende potentieel beschikking
om geheel uitkeringsonafhankelijk te worden.
Parttimers kunnen gebruik maken van de
contacten die de gemeente heeft in de regio
om extra of ander werk te vinden. De gemeente geeft ook begeleiding bij sollicitaties.
De contacten en begeleiding lopen via een
accountmanager. In ruil voor de hulp van de
accountmanager verwacht de gemeente dat
deelnemers zich maximaal inspannen om zo
min mogelijk gebruik te hoeven maken van
een uitkering.
Inspiratiegids voor sociale partners
17
Interview
Participatie
Stunt biedt kansen
en verrijkt de stad
Hij vervolgt: “Wij doen belangrijk werk voor de stad, dat anders niet zou gebeuren of waar commerciële bedrijven niet op
inspelen. Bovendien versterken we het imago van de stad Delft.
De deelnemers behouden hun uitkering met dit werk, doen
weer werkervaring op, krijgen structuur in hun leven, vergroten
hun sociale kring en worden geholpen met praktische zaken in
het dagelijks leven. En niet minder belangrijk: dit traject bouwt
zelfvertrouwen op.”
‘Ik tel weer mee’
Het mes snijdt zelfs aan nog meer kanten. Stunt heeft namelijk ook commerciële bedrijven betrokken bij het werk van de
stichting. “Zodra deelnemers er klaar voor zijn, proberen we ze
Langdurig werklozen krijgen door Stichting Stunt via diverse stadsverrijkende
projecten een kans om interessante en nuttige werkzaamheden uit te voeren.
stage te laten lopen bij een van de aangesloten bedrijven. We
hebben goede partners in de stad; bedrijven die ook graag met
ons samenwerken.”
Joost heeft daar de vruchten van geplukt. “Ik loop sinds kort stage
bij onderhoudsbedrijf De Vries Bouw. Naast mijn werkzaamheden
voor PlusKlus. Ik weet dat ik daar niet meteen een betaalde baan
aan overhoud, maar kijk welke grote stappen ik in zo’n korte periode heb kunnen maken dankzij de gemeente Delft, Stunt en hun
partners. Minder dan zes maanden geleden stond ik nog op straat.
Zonder perspectief. Een paar maanden later loop ik stage, mag ik
een bedrijf vertegenwoordigen en als klap op de vuurpijl heb ik
sinds kort ook weer een woonruimte. Ik tel weer mee.”
Zo worden onder de bezielende leiding van directeur Dick Holt uitzichtloze
situaties omgebogen naar kansrijke toekomstperspectieven.
“Wij doen
belangrijk werk voor
de stad, dat anders niet
zou gebeuren of waar
commerciële bedrijven
niet op inspelen”
Om dat te bereiken doorloopt Stunt drie stappen met elke
deelnemer. De eerste stap heet de verlengde intake en bestaat uit
een kennismaking en assessment. Zo onderzoekt Stunt waar de
mogelijkheden van de deelnemers liggen, maar vooral ook waar
zij enthousiast van worden. Tijdens de ‘Individuele begeleiding’
worden ze geholpen met persoonlijke problemen die het normaal
functioneren in de maatschappij belemmeren. En bij ‘Werkplaatsen
en leerwerkbedrijven’ gaan de deelnemers weer aan de slag.
Vakman Joost
Een van die deelnemers is Joost van Veen (48). Joost is een
vakman op het gebied van stucwerk voor ornamenten. Een
nichemarkt die onder druk van de economische malaise ver is
weggezakt. Net als Joost zelf, die door allerlei omstandigheden
dakloos werd. Hij doorbrak de negatieve spiraal nadat hij iets over
Stichting Stunt las. “Het feit dat ik dakloos werd, betekende niet
dat ik geen levenswil en -lust meer had. Ik wilde echt wel wat van
mijn leven maken. Maar hoe kun je dat nog doen als je op straat
leeft? Voordat ik toevallig ergens over Stichting Stunt las, wist ik
niet waar ik moest starten. Dat heb ik trouwens meer lotgenoten
horen zeggen.”
Slim inspelen op gemeente
Inmiddels werkt Joost bij het door Stunt opgezette PlusKlus, een
onderhoud- en renovatiebedrijf dat aanpassingen uitvoert in
woningen van ouderen. “We proberen altijd de interesses van
een deelnemer te vinden. Daar zoeken we vervolgens uitdagende
werkzaamheden bij”, vertelt Dick Holt. “Met al onze projecten –
PlusKlus, de Canal Hopper Delft, SPOT, De Vliegende Brigade, De
Werkplaats en Bike Recycle – spelen we bovendien in op doelstellingen van de gemeente Delft. De PlusKlus draagt bijvoorbeeld
bij aan de doelstelling om situaties te creëren waarin ouderen
langer thuis kunnen blijven wonen.”
18
Delft ACTIVEERT
Voormalig dakloze Joost van Veen
(l) heeft weer een toekomst dankzij
Stichting Stunt van Dick Holt.
Inspiratiegids voor sociale partners
19
Bedrijf in Beeld
Taal op
eigen kracht
Werk Direct | Werktraject | Participatie | Jongeren
Werktraject | Participatie
Er zijn Delftenaren die nog niet voldoende Nederlands spreken, lezen of schrijven.
Actief meedoen in de Delftse samenleving
is daarom lastig. Het beheersen van de Nederlandse taal bepaalt een groot deel van de
zelfredzaamheid van mensen.
Taal op eigen kracht is een programma
dat direct aansluit op wat mensen in hun
dagelijks leven tegenkomen. Het is praktisch
taalonderwijs, dat uitgaat van de taalbehoefte
van de deelnemers. Het unieke van Taal op
eigen kracht is dat het cursusprogramma
wordt opgezet door niet-commerciële
partijen uit Delft. Dit kunnen bijvoorbeeld
maatschappelijke organisaties, zelforganisaties
De gemeente is halverwege 2011 gestart
met het project Bedrijf in Beeld. Via dit project stimuleert de gemeente, in samenwerking met werkgevers, de werkgelegenheid
en bedrijvigheid in de wijk Buitenhof. Bedrijf
in Beeld creëert kansen voor de bewoners
van Buitenhof in de vorm van banen en
activiteiten.
en scholen zijn. Deze partijen verzorgen
samen met een professionele docent een
volwaardig lesprogramma van 24 weken.
bedrijven, maatschappelijke instellingen, werkzoekenden en de gemeente ondersteunt,
faciliteert en bij elkaar brengt. Het project
is bijzonder, omdat het plaatsvindt binnen
de context van de wijk. Bewoners uit de
wijk vinden werkplekken en werkervarings­
plaatsen bij bedrijven en organisaties in de
eigen wijk.
Resultaat: Het taalniveau van de deelnemers wordt aan het begin en aan het einde van
de cursus gemeten. Deelnemers aan Taal op eigen kracht blijken hun taalniveau zichtbaar te
verhogen. Een belangrijk bijeffect is dat het eigen kracht van individuen en organiserende
partijen verhoogt. De lessen worden namelijk niet pasklaar aangeleverd, zoals bij inburgering,
maar worden vanuit de Delftse samenleving zelf opgezet.
Resultaat: Bedrijf in Beeld levert bedrijvigheid en werkgelegenheid
op in de wijk Buitenhof. Jongeren zijn bovendien in staat om een
startkwalificatie te halen.
Doelgroep: Delftenaren van 18 jaar en ouder die beter willen worden in de
Nederlandse taal.
Sociale partners/werkgevers: Werkgevers,Werkgevers­
servicepunt,Woonbron,Vestia,Vidomes, Combiwerk, Ondernemersplein, Ondernemersfonds Buitenhof, Breed Welzijn Delft, Ardemia.
Doelgroep: Bewoners van de wijk Buitenhof.
Sociale partners/werkgevers: Maatschappelijke organisaties, zelforganisaties,
(basis)scholen en individuen die, in samenwerking met de gemeente, een taalprogramma
willen opzetten.
De Speelgoedgarage
Participatie | Jongeren
De speelgoedgarage is een meubelmakerij
voor en door vrijwilligers. Uitkeringsgerechtigde Delftenaren zonder professionele
achtergrond leren houten producten te
maken, Denk aan meubels, speeltoestellen en
speelgoed.
Samen met bedrijven zoekt de gemeente
naar mogelijkheden om werkplekken en
leer-/werkervaringsplaatsen te creëren en
op te vullen. Binnen de projectstructuur van
Bedrijf in Beeld komen ondernemers uit de
wijk bij elkaar en vindt er een match plaats
van vraag en aanbod. De spil binnen deze
projectstructuur is de medewerker die
Het Leerwerkloket
Participatie
Tientallen mensen, jong en oud, hebben de
afgelopen jaren voor korte of langere tijd een
plek gevonden in de meubelmakerij. Het zijn
mensen die al langere tijd werkzoekend zijn
en voor wie het lastig is een baan te vinden
of te behouden. Soms hebben ze psychische
problemen. De deelnemers krijgen op de
werkvloer begeleiding van een leermeester
op het gebied van houtbewerking. Er is ook
een coach die de deelnemers begeleidt bij
problemen die het vinden van werk in de
weg staan.
Resultaat: In de veilige omgeving van de Speelgoedgarage doen deelnemers weer zelfvertrouwen en ritme
op. Door actief bezig te zijn en weer onder de mensen te
komen, vergroten deelnemers hun kans op de arbeidsmarkt.Voor sommige jongeren is het een opstap richting
een reguliere opleiding.
Doelgroep: Delftenaren met een WWB-uitkering die
veel aandacht en begeleiding nodig hebben, maar nog
wel perspectief hebben op een actieve terugkeer in de
maatschappij.
Het Leerwerkloket adviseert over leerwerkbanen, educatie, cursussen, trainingen en EVC
(Erkennen van Verworven Competenties).
Het loket is er voor iedereen met vragen
over scholing en opleiding. Er zijn erg veel
scholen en opleidingen. Het is niet altijd
even eenvoudig om tussen al die scholen en
opleidingen te kiezen. Daarom helpt het leerwerkloket bij het maken van de juiste keuze.
Resultaat: Het Leerwerkloket helpt Delftenaren een keuze
te maken voor de juiste opleiding. Het volgen van een opleiding
vergroot de kansen op de arbeidsmarkt.
Doelgroep: Werkzoekenden vanaf 27 jaar, met of zonder
uitkering, kunnen bij het Leerwerkloket terecht.
Sociale partners/werkgevers: Leerwerkloket
Delftenaren die bij het Leerwerkloket komen
zijn ouder dan 27 jaar. Voltijd naar school
gaan is voor hen vaak geen optie meer. De
meeste volwassenen zijn vooral geïnteresseerd in een combinatie van leren en werken
via een beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
Het Leerwerkloket helpt ook met informatie
over erkende leerbedrijven, leerbanen, stagemogelijkheden en beroepen. Uitgangspunt
van het Leerwerkloket is dat iemand nooit te
oud is om te leren.
Sociale partners/werkgevers: Speelgoedgarage
20
Delft ACTIVeert
Inspiratiegids voor sociale partners
21
Interview
Participatie
‘Aan de Slag’ bij sportclubs
“Werkloos betekent
absoluut niet dat iemand
incapabel is”
Werkzoekenden verhelpen vrijwilligersnood
bij sportclubs
Sportverenigingen kampen met een tekort aan onbetaalde
krachten. Nu het aantal tweeverdieners onder druk van
de economische crisis stijgt en werklozen zich volledig
focussen op betaald werk, is met name de bezetting overdag nijpend. Het re-integratietraject ‘Aan de slag’ speelt hier
slim op in: langdurig werkzoekenden die op korte termijn
geen uitzicht hebben op betaald werk, gaan bij sportclubs
aan de slag en behouden daarmee hun uitkering zes
maanden langer.
SV Wippolder is na een gesprek op initiatief van de gemeente
Delft de eerste Delftse sportvereniging die in dit traject participeert. Ria Garden (44) stond al een tijdje te springen om weer
aan het werk te gaan, maar kreeg mede door haar medische
conditie (ziekte van Crohn) geen kans. De alleenstaande moeder
wil per se een goed voorbeeld voor haar zoontje zijn, dus greep
zij het aanbod om aan de slag te gaan bij SV Wippolder met
beide handen aan. “Je hoeft niet per se langdurig werkloos te zijn
om ergens aan de slag te gaan”, zegt zij. “Ik vind thuiszitten maar
niks en als ik dan geen betaald werk kan krijgen, doe ik liever iets
nuttigs voor de stad. Daar ben ik zelf actief naar op zoek gegaan.”
Gemeente belangrijke spil
In de totstandkoming van de samenwerking tussen Ria en de
sportvereniging speelde de gemeente Delft een belangrijke rol.
“Ik reageerde in eerste instantie op de vacature van verenigingsmanager bij SV Wippolder”, vertelt Ria. “Maar die functie werd
aan de ervaren Peter Bos toegewezen. In diezelfde periode leerde
ik Bruun van der Steuijt van de gemeente Delft kennen. Die zag
potentie in mij, gaf mij vertrouwen en heeft mij uiteindelijk bij de
sportvereniging aanbevolen als ledenadministrateur. SV Wippolder
gaf mij bovendien de mogelijkheid om een opleiding ledenadmini­
stratie te volgen; een mooie kans om mezelf te ontwikkelen. Dat
heeft mij veel voldoening gegeven.”
22
Delft ACTIVEERT
Ria Garden, de eerste
participant van ‘Aan de slag’,
versterkt de financiële positie
van SV Wippolder weer.
Kans om te stralen
“En het heeft resultaat opgeleverd”, vult verenigingsmanager Peter
Bos aan. “SV Wippolder had al een jaar geen contributiegelden
ontvangen. Hierdoor was een penibele situatie ontstaan. Dankzij Ria zijn alle contributiegelden van vorig jaar inmiddels geïnd.
Ze heeft bovendien een nieuwe structuur voor de inning van
contributiegelden bedacht. Nu kent ieder lid de exacte datum van
afschrijving én ze is nu bezig om het mogelijk te maken om via
iDEAL te betalen.”
Het toont waar Ria met haar tomeloze inzet toe in staat is. “Ze
wordt zeer gewaardeerd binnen de vereniging”, zegt Bos. “Werkloos betekent absoluut niet dat iemand incapabel is. Alleen krijg je
in zo’n situatie geen kans om te laten zien wat je in je mars hebt.”
Naast Ria kan SV Wippolder nog wel meer mensen gebruiken.
“We hebben daarover met de gemeente overlegd en inmiddels
de tweede langdurig werkloze bij onze club verwelkomd. Nu nog
een beheerder voor de sporthal en ons team is compleet”, aldus
Bos.
Vergoeding of baan
Ria is de gemeente Delft en SV Wippolder zeer dankbaar. “Ik
heb weer een dagbesteding en begeleid hier nu samen met
Peter andere werkzoekenden”, zegt ze. “Bovendien wordt het
gat in mijn CV niet groter. De actuele werkervaring kan mij in de
toekomst helpen een betaalde baan te krijgen.” Peter Bos beaamt
dit en verzekert dat dit soort activeringstrajecten op drie fronten
stimuleert. “De stad, de verenigingen en de werkloze burgers zijn
hier allemaal bij gebaat. Bij SV Wippolder was de behoefte aan
onbetaalde arbeidskrachten écht hoog. Zonder dit soort initiatieven wordt het heel moeilijk voor kleine sportverenigingen om
overeind te blijven.”
“Ik vind trouwens wel dat er wat tegenover de werkzaamheden
van Ria mag staan”, vervolgt hij. “Ze heeft dan ook een kleine extra vergoeding van de club ontvangen. “Het liefst bieden wij haar
een betaalde baan aan”, vervolgt Bos. “Daar hebben we het ook
met de gemeente Delft over gehad, maar daar is simpelweg geen
geld voor. Aan de andere kant ontwikkelt Ria zich nu en wordt
de kans dat zij naar een betaalde baan doorstroomt groter. Dat is
niet meteen in geld uit te drukken, maar wel heel waardevol.”
Inspiratiegids voor sociale partners
23
Financiële Winkel
van Delft
DOEL
Participatie | Jongeren
DOEL biedt een integraal traject. Zorgverlening en participatie worden gecombineerd
in het traject DOEL werkt met cliënten aan
het versterken van de zelfredzaamheid op
verschillende leefgebieden. Problemen op de
leefgebieden worden in kaart gebracht en
samen met de klant opgelost.
Vanuit de visie dat participatie het zorgtraject
ondersteunt en versterkt, motiveert DOEL
vanaf de start klanten om te participeren.
Dat kan in de eigen werkplaatsen van DOEL,
maar wanneer de klant het aan kan en gemotiveerd is ook daarbuiten.
DOEL heeft verschillende werkplaatsen tot
haar beschikking, van een beautysalon tot een
houtwerkplaats en een vervoersdienst.
Deze werkplaatsen hebben een ‘beschermd’
en veilig karakter, dit stimuleert klanten om in
kleine stappen, weer vertrouwen en grip op
hun leven te krijgen.
Werk Direct | Werktraject | Participatie | Jongeren
Resultaat:
Het resultaat van het traject wordt gemeten door de zelfredzaamheid op de verschillende leefgebieden te meten bij aanvang en
afronding van het traject. Op de verschillende leefgebieden worden
doelstellingen geformuleerd, aan het eind van het traject wordt gemeten of deze zijn gerealiseerd. Bij deelnemers is de zelfredzaamheid
aan het eind van het traject vergroot en de mate van participatie
versterkt.
Doelgroep:
De trajecten van DOEL zijn geschikt voor Delftenaren met een
WWB-uitkering met problemen op 2 of meer leefgebieden en een
grote tot zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat veelal om
mensen met psychische/psychiatrische problematiek die geïsoleerd
leven of zeer weinig contacten hebben, maar nog niet aan activiteiten,
vrijwilligerswerk of werk kunnen deelnemen.
Een belangrijke taak van de adviseurs van de
Financiële Winkel van Delft is het geven van
voorlichting aan organisaties en instellingen.
Zo komen zij bijvoorbeeld bij buurthuizen,
allochtone verenigingen en bejaardencentra.
Op basisscholen en in het voortgezet onderwijs geven ze gastlessen.
Resultaat:
Delftenaren weten hoe ze hun zaken financieel op orde krijgen en
houden.
Doelgroep:
Alle Delftenaren die schulden hebben of schulden willen voorkomen.
Sociale partners/werkgevers:
Financiële Winkel van Delft
Sociale partners/werkgevers:
DOEL
Maatschappelijke
begeleiding
PARTICIPE DELFT
Vrijwilligerswerk
Participatie
Participatie | Jongeren
Participe Delft helpt Delftenaren met een
grote afstand tot de arbeidsmarkt bij het vinden en doen van vrijwilligerswerk. Participe
informeert, enthousiasmeert en zoekt samen
met de deelnemer naar vrijwilligerswerk of
participatieplek die past bij de mogelijkheden
De Financiële Winkel van Delft geeft informatie en advies aan Delftenaren om zaken
financieel op orde te krijgen. Daarnaast
begeleidt de Financiële Winkel bij eventuele
schuldhulptrajecten. Of verwijst door naar
andere instanties, wanneer die beter kunnen
helpen. Ook organisaties kunnen bij de Financiële Winkel terecht. Meerdere keren per
jaar verzorgen de adviseurs van de Financiële
Winkel budgettrainingen voor klanten die in
een schuldregeling zitten.
van de klant. Participe houdt daarbij rekening
met de persoonlijke situatie van de deelnemer, omdat er vaak beperkingen zijn. Het
vrijwilligerswerk is bedoeld om de afstand
tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Na een
voorbereiding van maximaal drie maanden
begint de deelnemer met vrijwilligers-werkzaamheden. Om een terugval te voorkomen,
krijgt de deelnemer nazorg in de vorm van
coaching.
Resultaat:
Uitvoeren maatschappelijk nuttig werk en het maken
van een eerste stap richting betaald werk.
Doelgroep:
Delftenaren met een WWB-uitkering en een grote afstand tot de arbeidsmarkt voor wie betaald werk op dit
moment nog geen optie is.
Sociale partners/werkgevers:
Participe Delft (voorheen Breed Welzijn Delft)
Het is een wettelijke taak van de gemeente om jaarlijks een aantal asielgerechtigde
nieuwkomers te huisvesten in Delft. Voor
asielgerechtigden is alles nieuw in Nederland
en Delft. In het land van herkomst kent men
vaak heel andere gewoonten en gebruiken.
ding. Daarbij leert Participe Delft hen hoe zij
de meest elementaire zaken kunnen regelen
in Nederland, zoals het regelen van een
huisarts, het openen van een bankrekening
en het aanmelden voor gas, water en licht.
Zaken die voor een Nederlander allemaal
voor de hand liggen, maar voor iemand uit
bijvoorbeeld Somalië, lastig kunnen zijn.
Om de nieuwkomers in Delft wegwijs te
maken, bestaat er maatschappelijke begelei-
Resultaat:
Een start in de Delftse samenleving.
Doelgroep:
Asielgerechtigde nieuwkomers, nadat zij
gehuisvest zijn.
Sociale partners/werkgevers:
Participe Delft
24
Delft ACTIVEERT
Inspiratiegids voor sociale partners
25
Hoeve Biesland
Groene werkgelegenheid | Participatie
Hoeve Biesland kent het principe ’van grond
tot mond’. Op een biologische manier
produceren ze onder andere zuivel, vlees,
groente en meststoffen. Landbouw, veeteelt,
recreatie en re-integratie komen bij Hoeve
Biesland samen. Delftenaren kunnen er
in een re-integratietraject aan de slag als
hulpboer. De hulpboeren verrichten werkzaamheden die het beste aansluiten bij hun
ervaring, competenties of ontwikkelvraag. Dit
zijn werkzaamheden in onderhoud in de natuurgebieden (zoals Delftse Hout en Arboretum Heempark), houden van vee, verzorgen
van de moestuin, werken in de slagerij en
helpen bij het maken van streekproducten.
Hoeve Biesland is een schoolvoorbeeld van
groene werkgelegenheid, waarbij de doelstellingen op het terrein van duurzaamheid en
werkgelegenheid hand in hand gaan.
sociaal-medische omstandigheden. Na de
periode als hulpboer - drie tot twaalf maanden – is het de bedoeling dat een deelnemer
doorstroomt naar het voor de deelnemer
hoogst haalbare.
Hulpboeren kunnen zich op de hoeve
ontwikkelen. Zij krijgen daarbij begeleiding
om praktische knelpunten in hun persoonlijke situatie op te lossen. Die knelpunten
kunnen te maken hebben met sollicitatie,
carrièrerichting, schulden, huisvesting en/ of
Resultaat:
Doorstroom naar vrijwilligerswerk, werktraject, regulier betaalde baan. of regulier onderwijs (jongeren)
Doelgroep:
Delftenaren met een WWB-uitkering en een afstand tot de arbeidsmarkt.
Sociale partners/werkgevers:
Hoeve Biesland
Firma van Buiten
Groene werkgelegenheid | Participatie
Firma van Buiten is een cateringbedrijf dat
voornamelijk met producten uit de streek
werkt. Arbeidsre-integratie staat in het werk
voorop. Het personeel bestaat vooral uit
mensen in een uitkering, mensen met een
persoonsgebonden budget, schoolstagiairs,
vrijwilligers, maatschappelijke stagiairs en
mensen met een taakstraf.
Door verschillende activiteiten groeien de
deelnemers in eigen kwaliteiten en creativiteit. Hen laten ervaren hoe zij zelf groenten
kunnen laten groeien en kweken, en vervolgens verwerken tot gezonde en lekkere
producten, geeft een meerwaarde aan het
traject. De deelnemer krijgt weer geloof
in zichzelf. Daarnaast zijn er verschillende
cateringactiviteiten waar deelnemers kunnen
laten zien welke kwaliteiten zij in de keuken
van Firma van Buiten hebben ontwikkeld.
Er is aandacht voor de ontwikkeling van de
deelnemers op elk gebied. Firma van Buiten
streeft naar duurzaam empowerment.
Resultaat: Het resultaat is gericht op doorstroom en ontwikkeling. Het resultaat kan een
reguliere baan zijn of, als dat op de korte termijn nog niet mogelijk is, vrijwilligerswerk, zinnige
dagbesteding of doorstroom naar de Werkacademie .Voor jongeren kan deelname leiden tot
doorstroom naar een reguliere opleiding.
Doelgroep: Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit kan voor alle varianten:
stage, traject, vrijwilligersplek, taakstraf, dagbesteding.
Sociale partners/werkgevers: Hoeve Biesland, Stichting Stunt, Combiwerk,
Werkplan, DOEL, Bakkerij Holtkamp, Chocolaterie De Lelie, Stads-Koffyhuis.
26
Delft ACTIVeert
Inspiratiegids voor sociale partners
27
Interview
Kwetsbare jongeren
Geïntegreerde aanpak
helpt jongeren aan
het werk
Delft verzorgt als een van de weinige gemeenten in
Nederland vanuit één gespecialiseerd loket ketendienst­
verlening aan werkloze jongeren. Die hoeven niet meer van
het kastje naar de muur. Eén organisatie helpt ze (weer) op
weg, met succes.
“Het is onze taak om jongeren in beeld te brengen die voortijdig
van school zijn gegaan en die vaak moeilijk vindbaar of onbereikbaar zijn. Jongeren zonder startkwalificatie en die een uitkering
krijgen. Alle jongeren tot 27 jaar worden door ons begeleid. Soms
melden ze zich zelf bij ons, omdat ze een uitkering nodig hebben.
Of ze worden aangemeld via buurthuizen, jeugd- en jongerenwerk, hulpverleners of politie. Schoolverlaters die geen diploma
hebben, worden door ons aangemoedigd én begeleid om toch
vooral hun opleiding af te maken. Als ze naar school kúnnen,
móeten ze naar school. Maar als dat door omstandigheden niet
kan, krijgen ze van ons een intensieve begeleiding richting werk
of zorg,” vat senior consulent Mira Tzetkov van het Jongerenloket
Samenleving samen.
Nieuw perspectief
De intensieve, geïntegreerde aanpak werpt zijn
vruchten af, want veel jongeren in problematische
sociale omstandigheden zijn aan werk of school
geholpen. “Jongeren melden zich geregeld op
ons spreekuur. Vaak in de veronderstelling dat ze
makkelijk in aanmerking komen voor een uitkering.
Maar de wet is zo: als je een opleiding kunt volgen,
gaat dit voor. Pas als dat écht niet lukt, kun je een
aanvraag doen. Er zitten moeilijke situaties tussen.
We treffen jongeren die geen gezinssituatie kennen.
Of die ongewenst zwanger zijn geraakt. Anderen hebben grote schulden, geen dak boven hun hoofd of zijn
met de politie in aanraking gekomen,” legt Tzvetkov uit.
Jongeren die voor een uitkering komen, worden eerst met
een huiswerkopdracht ‘weggestuurd’. Tzvetkov: “Die krijgen
een zoekperiode van vier weken. Veel jongeren lukt het om
zich dan in te schrijven voor een opleiding of aan werk te komen.
Jongeren die zich na de zoekperiode toch nog melden, gaan via
ons naar de Jongerenacademie – dat is een samenwerkingsverband met Combiwerk. Daar gaan ze aan het werk en krijgen ze
trainingen en workshops op de leefdomeinen waar jongeren
vaak problemen in hebben, zoals financiën, wonen, welzijn, werk
en school. Wie dus echt niet meer naar school kan, proberen we
meestal met succes in een werksituatie te plaatsen. De groep die
niet meer naar school kan én niet kan werken, is verkleind de
afgelopen jaren, maar de problematiek van de jongeren in deze
tijd is erg complex. Dit wordt meegenomen in het één integraal
plan van aanpak, waar werk en school altijd de belangrijkste
doelstelling is.”
Werk
“Veel dingen moeten jongeren nog leren, zoals punctueel op
een afspraak komen. We proberen een zinvolle dagbesteding te
organiseren, want we willen niet dat ze thuis gaan zitten of gaan
zwerven,” benadrukt Tzvetkov. “We brengen ze het besef bij dat
werken goed voor je is en positief voor de hele gemeenschap.
We zijn er om ze te helpen, maar we leren ze ook dat ze hun eigen verantwoordelijkheid hebben. We merken dat ze dat snel oppakken. Op een enkeling na willen ze gewoon een huis, een leuke
28
Delft ACTIVEERT
baan en een goede opleiding. Er zit veel potentie bij jongeren,
maar sommigen moet je wel goed achter de broek aan zitten.”
Tzvetkovs collega Katy Bennett is de schakel tussen de consulenten van het Jongerenloket en het Werkgeversservicepunt. Ze
begeleidt de jongeren extra met het maken van een CV en zorgt
dat ze goed aangemeld worden voor de juiste vacatures. Waar
nodig spreekt ze de jongeren voorafgaand aan een sollicitatie
en bereidt ze zaken met hen voor. “Verder heb ik heb frequent
overleg met het Werkgeversservicepunt”, aldus Bennett. “Daarmee regel ik ‘matches’. Accountmanagers van het Werkgeversservicepunt kennen de markt en halen vacatures binnen. Dat zijn
niet altijd de droombanen van jongeren. Niet alle jongeren staan
te trappelen om lager gekwalificeerd werk aan te nemen. Toch
wordt een hoger opgeleide jongere geplaatst als kamermeisje of
gaat een schoolverlater tijdelijk ander assemblagewerk doen tot
hij start met een nieuwe opleiding.”
“Er zit veel potentie
bij jongeren, maar
sommigen moet je wel
goed achter de broek
aan zitten”
met zowel de zorgpartijen, veiligheid, school en werkgevers werpt
zijn vruchten af. We zorgen voor een structuur waarin jonge
mensen goed terecht komen zonder afhankelijk te zijn van een
uitkering.”
Respect voor werkgevers
Ten slotte maakt het tweetal duidelijk dat het succes voortkomt
uit de brede aanpak. Bennet: “De integrale aanpak door te werken
Inspiratiegids voor sociale partners
29
Ouder-kindtraject
Jongerencoach
Jongeren
Jongeren
Traditioneel hebben jongeren die zich bij de
gemeente komen melden voor een uitkering,
meerdere problemen: op het vlak van huisvesting, schulden of zijn er problemen van
sociaal-medische aard. Ook deze jongeren
moeten weer naar school en/of op zoek naar
een (bij)baan.
Het alleenstaande ouderschap is voor velen
een zware taak. Veel ouders lukt het moeilijk
om de zorgtaken en het huishouden goed te
combineren met re-integratie naar werk of
scholing. Het is voor hen lastig om het kind
los te laten.
De gemeente Delft vindt het belangrijk dat
alleenstaande ouders ook weer aan het werk
gaan. Niet alleen in het belang van hunzelf,
maar ook in het belang van het kind. Het ouder-kindprogramma van het ROC Mondriaan
bereidt de deelnemer voor op een situatie
waarin de ouder zorg draagt voor het kind,
maar ook werkt.
Deze jongeren hebben extra begeleiding
nodig in het zoeken naar werk, bijvoorbeeld
bij het maken van een goed cv, een goede
motivatiebrief en het voorbereiden van een
sollicitatiegesprek . De gemeente heeft voor
deze extra begeleiding een speciale jongerencoach. Zij is de schakel tussen de consulenten
van het Jongerenloket en het werkgeversservicepunt van de gemeente en bereidt de
jongeren beter voor op de arbeidsmarkt.
Resultaat: Betaald werk voor jongeren.
Doelgroep: Jongeren die op zoek zijn naar werk.
Sociale partners/werkgevers: Jongerenloket
Resultaat: De ouder is klaar voor een vervolgtraject, gericht op scholing of activering.
Doelgroep: Alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar.
Sociale partners/werkgevers: ROC Mondriaan
Jongerenacademie
Jongeren
In de Jongerenacademie krijgt de deelnemer
een programma dat aandacht besteedt aan
alle leefgebieden die van belang zijn. Denk
aan budgetteren, huisvesting en werknemersvaardigheden. Ook krijgen de persoonlijke
omstandigheden van de jongere aandacht.
Daarvoor maakt de gemeente Delft gebruik
van haar sociale partners, zoals Kwadraad
en Breider. Na vier weken krijgt de jongere
een plan van aanpak voor een vervolgtraject
naar werk (als dat nog niet gevonden is) of
terug naar school. Het traject kan ook leiden
Delft ACTIVeert
(Arbeidsmarktprojecten)
Jongeren
Het is voor jongeren belangrijk om actief
te blijven. Een jongere die een uitkering
aanvraagt, moet wettelijk eerst vier weken
zelf aan de slag om werk te vinden of terug
te keren naar school. Iedere jongere die een
uitkering krijgt, gaat in de eerste vier weken
naar de Jongerenacademie.
30
Glazenwassersproject
naar hulpverlening, als de jongere nog niet in
staat is tot school en/of werk. Aangezien elke
jongere naar de Jongerenacademie gaat, is
er dus geen jongere in de gemeente die niet
geactiveerd wordt.
Resultaat: Plan van aanpak voor jongeren.
Doelgroep: Iedere jongere tot 27 jaar die een
WWB-uitkering aanvraagt en toegekend krijgt.
Sociale partners/werkgevers: Jongerenloket
Kwadraad, Breider
Het Jongerenloket zet geregeld arbeidsmarktprojecten op met het werkgeversservicepunt
van de gemeente Delft en werkgevers. Eén
van die arbeidsmarktprojecten is opgezet
met de stichting Nelis, een glazenwassersbedrijf. De stichting Nelis is een Haags bedrijf.
De eigenaar heeft speciale interesse in het
opleiden van jongeren die een grote afstand
tot de arbeidsmarkt hebben.
Jongeren krijgen via de Stichting Nelis de
kans om, binnen vijf maanden, de benodigde certificaten te halen voor het vak van
glazenwasser. De eerste drie maanden gaan
de deelnemers iedere week naar school om
een veiligheidscertificaat (VCA), een hoogwerkercertificaat (Ipaf) en een algemeen
schoonmaakcertificaat te halen. Tegelijkertijd
lopen de jongeren een maand stage, waarna
het wordt omgezet in een contract.
Resultaat: Een afgeronde opleiding en
werk in een vrij beroep dat de jongeren echt
leuk vinden.
Doelgroep: Jongeren met WWB-uitkering
en een grote afstand tot de arbeidsmarkt die
nog geen startkwalificatie hebben.
Sociale partners/werkgevers:
Stichting Nelis
Inspiratiegids voor sociale partners
31
Interview
Sociale innovatie
Ziekenhuis biedt mensen
graag een nieuwe
kans
Volgens Cees van der Zanden wil het RdGG graag mogelijkheden
bieden waar iedereen beter van wordt.Timmerman Louis van den
Bos (l) greep die kans met beide handen aan.
Een eerste baan vanuit een uitkeringssituatie moet de
opstap vormen naar een volgende baan. En Social Return vormt het vliegwiel naar die eerste baan. Dat is het
uitgangspunt bij het Social Return On Investment (SROI)
project, dat onderdeel uitmaakt van het gemeentelijke
MVO-beleid.
“De gemeente en de werkgevers in de stad en regio overleggen geregeld om goede oplossingen te vinden voor mensen die
werkloos raken of die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt”,
zegt Jörg Bauer, teamleider Integrale Dienstverlening bij de
gemeente Delft. “Eens per maand bespreken we wat er speelt en
welke behoeften of problemen er zijn. Zo kom je met elkaar soms
tot verrassende oplossingen en blijken groepen mensen uit een
sector waar sprake is van krimp, met wat bijscholing heel goed
aan de slag te kunnen in een andere sector waar ze om mensen
zitten te springen.”
Mensen kansen bieden
De gemeente richt zich op dit moment vooral op de grotere
werkgevers in de stad. Bijvoorbeeld het Reinier de Graaf Gasthuis,
(RdGG) waar eind 2011 een van de wethouders aanklopte bij de
raad van bestuur om de mogelijkheden te bespreken om mensen
via het SROI project aan werk te helpen bij het ziekenhuis. “En daar
werken we graag aan mee”, zegt directeur Bouw Cees van der
Zande van het RdGG, die zeer tevreden is over de samenwerking
met de gemeente.
“Want het is toch mooi dat je als ziekenhuis in staat bent om sociale verantwoordelijkheid te nemen en mensen dicht bij huis nieuwe
kansen te bieden? Het gaat in dit soort trajecten om het bieden
van mogelijkheden, waar uiteindelijk iedereen beter van wordt.
In eerste instantie hadden we alleen facilitaire taken die moesten
worden uitgevoerd, maar we stonden toen al de vooravond van de
nieuwbouw, dus konden we ook daarvoor vakmensen inplannen. In
het bestek is daarom al rekening gehouden met de SROI-regeling.”
32
Delft ACTIVEERT
“Verplicht thuis zitten is
niets voor mij.
Daar word ik
langzaam gek van”
Direct naar werk
Bauer: “We hebben het hele bouwtraject in kaart gebracht en
gekeken naar wat voor mensen er op welk moment nodig zouden zijn. In dit geval moesten dat mensen zijn die direct naar werk
konden worden begeleid en dus geen afstand tot de arbeidsmarkt
hadden. Die konden we vanuit de instroom in de uitkeringen
vinden en ‘leveren’ via de werkcoaches en het Werkgeversservicepunt (WGSP). En met succes, want inmiddels hebben zo’n veertien mensen via dit kanaal regulier werk gevonden en verrichten
vijf anderen maatschappelijk nuttige activiteiten met behoud van
uitkering. Waar het om gaat, is dat ze weer actief bezig zijn en de
waardering voelen van het werk dat ze doen. Bovendien is het
veel makkelijker om vanuit een werksituatie te solliciteren naar
een volgende baan dan wanneer je thuis achter de geraniums zit.”
Timmerman Louis van den Bos (53) beaamt dat volmondig. Hij
werkte als zelfstandig vakman, maar zag het werk onder druk van
de crisis steeds minder worden. Tot de schulden te hoog werden
en het uiteindelijk ophield. In oktober vorig jaar ging hij de bijstand
in, in april dit jaar kon hij bij het RdGG weer aan het werk. “En
daar ben ik heel blij mee”, zegt hij volmondig. “Want verplicht
thuis zitten is niets voor mij. Daar word ik langzaam gek van. Gelukkig heeft het in mijn geval niet zo lang geduurd.”
Weer een toekomst
De eerste maand werkte hij met behoud van uitkering, nu weet
hij zich tot eind volgend jaar via uitzendbureau Workfactory
verzekerd van werk.. Van het salaris dat hij nu verdient, houdt hij
niet veel over, want hij zit in de schuldsanering. “Mijn vrouw en
ik hebben nu per week vijftig euro te besteden. Dat is bepaald
geen vetpot, maar toch ben ik er wel blij mee. Want zo kom je
wel van je schulden af. En misschien kan ik vanuit dit werk een
andere baan vinden. Ik heb niet alleen werk, ik heb ook weer een
toekomst. Dat is belangrijk!”
Inspiratiegids voor sociale partners
33
Interview
Sociale innovatie
Bedrijf & Samenleving inspireert
‘Niet te veel papier,
handen uit de mouwen!’
Pilot max. WW
Schoolvoorbeeld van regionale samenwerking
Voorkomen dat WW’ers in de bijstand raken: dat is het doel van de pilot max.
WW. De gemeente Delft werkt hierin samen met de gemeenten Rijswijk, Westland, Midden-Delfland en het UWV.
De directeur van Bedrijf & Samenleving
was prettig verrast door constructieve
houding van de gemeente. “Delft heeft
echt de bereidheid om die dienstverlening
aan te passen. Waar je andere gemeenten
heel nieuwe netwerken ziet optuigen, wil
Delft aansluiten bij bestaande initiatieven
van werkgevers. De gesprekken verliepen
zelfs zo voorspoedig dat zij intussen lid
zijn geworden van ons partnernetwerk:
een netwerk van grote Delftse bedrijven
en instellingen die, door samen te werken,
Delftsbrede maatschappelijke vraagstukken
willen oppakken.”
Brenda Kooy (l) en Vera Pijl
Bedrijf & Samenleving Delft verbindt Delftse bedrijven en maatschappelijke organisaties die iets willen betekenen voor de samenleving. Via het netwerk Bedrijf &
Samenleving geven bedrijven en organisaties inhoud aan die doelstelling. Bedrijf
& Samenleving stimuleert en ondersteunt bedrijven, instellingen en bewoners bij
hun initiatieven. Brenda Kooy, directeur van de stichting, is één van de aanjagers.
De gemeente Delft heeft zich laten
inspireren door Bedrijf & Samenleving en
klopte aan bij Brenda Kooy. “De gemeente
heeft de ambitie om haar dienstverlening
aan werkgevers verder te optimaliseren.
Die dienstverlening kan je alleen maar ver-
34
Delft ACTIVEERT
beteren als je met werkgevers in gesprek
gaat. Door in gesprek te gaan met werkgevers en een relatie op te bouwen, kom je
er achter waar werkgevers daadwerkelijk
behoefte aan hebben. Gelukkig realiseert
de gemeente zich dat.”
Inspirerende ideeën
Ook haar collega Vera Pijl is enthousiast
over de deelname van de gemeente. “Hoe
serieus de gemeente het partnerschap
neemt, bleek wel uit het feit dat ze, kort
geleden, tijdens een bijeenkomst het creëren van werkgelegenheid als onderwerp
inbrachten”, zegt ze. “Tijdens die bijeenkomst is de gemeente in gesprek gegaan
met werkgevers hoe zij samen kunnen
Werken aan Werk. Daarbij heeft de gemeente goed geluisterd naar werkgevers.
Zo hadden de Gamma en het Nederlands
Normalisatie-instituut bijvoorbeeld heel
inspirerende ideeën waar de gemeente
iets mee kan.”
“Er ontstond een leuk moment, waarbij de
gemeente de werkgevers vroeg of het niet
handig zou zijn om een convenant af te
sluiten. Hierop zeiden de werkgevers: ‘Niet
te veel papier, gewoon de handen uit de
mouwen steken!’. Kijk, dat is nu precies wat
de gemeente kan leren van werkgevers.”
Wie een WW-uitkering had die afliep,
moest tot voor kort zelf zijn weg vinden
naar de gemeente om een uitkering
aan te vragen. Bij de gemeente kreeg hij
vervolgens te horen dat er andere rechten
en plichten gelden voor een WWB-uitkering (Wet Werk en Bijstand) als voor een
WW-uitkering. De pilot max. WW maakt
het een stuk eenvoudiger. “Eigenlijk ligt het
allemaal zo voor de hand”, zegt Remco
Herfst, directeur van het RPA. “Waarom
werkzoekenden niet in een vroegtijdig
stadium voorlichten over rechten en
plichten onder de WWB? Als zij horen dat
het echt geen pretje is om in de WWB te
zitten, motiveert hen dat nog eens extra
om aan de slag te gaan. Bovendien biedt
het ons, het UWV, de gemeenten en de
uitzendbureaus, de kans om werkzoekenden te ondersteunen bij het vinden van
vacatures.”
Geslaagd
De regionale samenwerking is tot stand
gekomen binnen het Regionaal Platform
Arbeidsmarktsbeleid Haaglanden (RPA
Haaglanden): een platform waarin sociale
diensten van gemeenten op bestuurlijk en
ambtelijk niveau met elkaar samenwerken. Sinds kort maken de uitzendbureaus
Tempo Team, Manpower en GJ Personeelsdiensten ook deel uit van de pilot
max. WW. Daarmee is de pilot max. WW
een schoolvoorbeeld voor samenwerking
in de regio.
De directeur van het RPA is best trots
op de pilot max. WW. “De definitieve resultaten van de pilot kunnen elk moment
binnen komen, maar ik kan nu al zeggen
dat de pilot geslaagd is als oefening van
samenwerking tussen gemeenten, het
UWV en uitzendorganisaties. Sinds kort
doen uitzendorganisaties ook mee aan de
pilot. Als ik hoor hoe enthousiast de deelnemers met een WW-uitkering reageren,
dan weet ik dat we samen op de goede
weg zijn.”
Vraaggericht
De uitzendbureaus verzorgen, sinds juni
2013, workshops waarin zij werkzoekenden helpen met het maken van een CV.
Vervolgens bemiddelen zij werkzoekenden, waar mogelijk, naar een baan. Remco
Herfst juicht dit van harte toe. “Uiteraard
beschikken de gemeenten en het UWV
over een uitgebreid netwerk van werkgevers. Met het netwerk van de uitzendorganisaties wordt dit nog verder vergroot.
Daarnaast kunnen de gemeenten nog wel
iets leren van de vraaggerichte benadering
van uitzendbureaus, waarbij zij de werkgever centraal stellen”
De workshops van de uitzendbureaus
worden goed ontvangen, ook door
WW’ers. Een aantal deelnemers heeft
laten weten dat ze die workshop veel
eerder hadden willen hebben. “Voor mij is
dit het beste bewijs dat de samenwerking
tussen het UWV, de gemeenten en de
uitzendbureaus iets oplevert. We bieden
werkzoekenden kennelijk iets waar ze behoefte aan hebben.“ Remco Herfst weet
dat de gemeente Delft nu ook lokaal meer
gaat samenwerken met uitzendbureaus en
moedigt dit aan. “Publiek-private samenwerking tussen gemeenten, het UWV
en uitzendbureaus vindt wat mij betreft
plaats op alle niveaus. Hoe meer samenwerking, hoe beter. De som blijkt bij deze
pilot maar weer eens meer te zijn dat het
geheel der delen.”
“Uiteraard
beschikken de
gemeenten en
het UWV over een
uitgebreid netwerk
van werkgevers.”
RPA-directeur Remco Herfst ziet dat de pilot
max.WW succesvol is in het extra stimuleren
van werkzoekenden om aan de slag te gaan.
Inspiratiegids voor sociale partners
35
Download