Hoofdstuk 7 – Preventie en Repressie Samenvatting Preventie en

advertisement
Hoofdstuk 7 – Preventie en Repressie
Samenvatting
Preventie en repressie
Het werk van een beveiliger, wel of niet ondersteund met allerlei hulpmiddelen, is vooral gericht op
het voorkomen van ongewenste gebeurtenissen. We houden ons bezig met preventie.
Ongewenste gebeurtenissen worden ook vaak onregelmatigheden of incidenten genoemd. Ernstige
onregelmatigheden noemen we ook wel calamiteiten. Niet altijd heeft preventie de gewenste
gevolgen. Er kan toch sprake zijn van derving, schade of een ongeval.
We moeten dan handelen nadat er een ongewenste gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Die
handelingen noemen we repressie.
Repressief handelen heeft als doel:
 Een einde maken aan de ongewenste gebeurtenis
 Schade of nadeel zoveel mogelijk beperken
 Voorkomen dat een ongewenste gebeurtenis opnieuw plaatsvindt.
Overtredingen bedrijfsreglement
Bij overtredingen van het bedrijfsreglement, nemen we de volgende repressieve maatregelen:
1. Beëindig de overtreding.
2. Waarschuw de overtreder:
 Bij een lichte overtreding
 Als de overtreder de overtreding op uw verzoek beëindigt
 Bij een overtreding van een nieuw ingevoerde maatregel
 Als het tijdstip van de overtreding niet storend is
 Als de plaats van de overtreding niet storend is.
3. Rapporteer in het dienstrapport:
 Na een waarschuwing
4. Rapporteer met behulp van een specifiek rapport:
 Bij zware overtredingen
 Bij herhaling van een lichte overtreding
 Als de overtreder de overtreding niet wil beëindigen.
Onveilige situaties
Onveilige situaties zijn ongezonde situaties of situaties waardoor derving of schade kan optreden.
Bij onveilige situaties nemen we de volgende repressieve maatregelen:
1. Beëindig de onveilige situatie (preventie)
2. Voorkom herhaling
3. Waarschuw:
 Bij een niet zo ernstige onveilige situatie
 Als iemand de onveilige situatie op uw verzoek beëindigt.
4. Rapporteer in het dienst rapport:
 Na een waarschuwing
5. Rapporteer met behulp van een specifiek rapport:
 Bij zeer gevaarlijke situaties
 Als iemand bij herhaling onveilige situaties veroorzaakt
 Als iemand de onveilige situatie niet wil beëindigen.
Handelen bij calamiteiten
Bij calamiteiten zijn er drie handelingen die we altijd moeten uitvoeren:
1. Alarmeren
2. Maatregelen nemen
3. rapporteren
Vernieling
Vernieling is niet zo gemakkelijk te voorkomen. Veel surveillance op onregelmatige tijden kan echter
veel voorkomen. Schade moet door de dader worden vergoed. De beveiliger moet de schade melden
zodat het hersteld kan worden.
De drie te ondernemen stappen zijn:
1. alarmeren/melden
2. maatregelen nemen
3. rapporteren
Diefstal
Diefstal komt voor in alle lagen van de bevolking.
Daders van diefstal kunnen we in twee groepen verdelen:
 De gelegenheidsdief
 De professionele dief
Vooraf
Gedrag
Gestolen
artikelen
De gelegenheidsdief
Geen voornemen tot crimineel gedrag
Observeert de omgeving nauwelijks of niet
Handelt impulsief en vaak opvallend
Relatief klein
Weinig waarde
Voor eigen gebruik
Motieven Geen weerstand kunnen bieden aan verleiding
‘Stoer doen’
Gedwongen worden
Geringe pakkans
Spanning zoeken
De professionele dief
Wel voornemen tot crimineel gedrag
Observeert de omgeving
Handelt doordacht, gepland, snel en
onopvallend
Relatief groot
Veel waarde
Moet snel te verhandelen zijn
Inkomen aanvullen
Verslaving bekostigen
Schulden afbetalen
De drie stappen die ondernomen moet worden zijn:
1. Alarmeren
2. Maatregelen nemen
3. Rapporteren
Inbraak
Bij inbraak preventie is controle op plaatsen waar men binnen kan komen van groot belang. Ook bij
inbraak zijn de drie stappen weer noodzakelijk.
1. Alarmeren
2. Maatregelen nemen
3. Rapporteren
Een bommelding
Bij een bomdreiging dreigt men met het plaatsen en vervolgens met het laten exploderen van
explosieven. Naast de bomdreiging kennen we de bommelding. Een bommelding is een mondelinge of
schriftelijke mededeling waarin wordt gemeld dat er een explosief is geplaatst.
De bommelding kan echt of vals zijn. Bij een echte melding wordt de bom gevonden. Bij een valse (of
loze) melding blijkt er geen te zijn geplaatst. Of de bommelding echt of vals, kan niet altijd vooraf
worden vastgesteld. Daarom moet een bommelding altijd serieus worden genomen.
Na het ontvangen van een bomdreiging kunnen preventieve maatregelen worden genomen om te
voorkomen dat een bom daadwerkelijk wordt geplaatst,
Zoals:
 Een verscherpte controle op in en uitgaande personen en goederen
 Extra toezicht op personeel van derden en bezoekers
 Surveillance door het bedrijf en over de terreinen, waarbij in het bijzonder gelet wordt op
verkeerd geparkeerde auto’s en voorwerpen die daar niet thuishoren.
Als we een bommelding ontvangen of we worden er na de melding mee geconfronteerd, dan is het
volgende direct van belang:
 Blijf kalm
 Verzamel gegevens
 Alarmeer volgens de afgesproken procedures
 Neem de melding altijd serieus
Ongevallen
We onderscheiden drie soorten ongevallen:
1. Bedrijfsongevallen (arbeidsongevallen)
Dit zijn ongevallen die plaatsvinden tijdens de uitvoering van werkzaamheden.
2. Verkeersongevallen
Een verkeersongeval is een ongeval waarbij verkeer in botsing is gekomen met ander verkeer,
met personen, dieren of goederen en waarbij schade en/of letsel is ontstaan.
3. Overige ongevallen
Ongevallen die geen bedrijfsongeval en geen verkeersongeval zijn, rekenen we tot de groep
overige ongevallen.
De politie zal niet bij alle verkeersongevallen op een particulier terrein komen. Zij komen wel als er
sprake is van een misdrijf dat ook op particuliere terreinen strafbaar is.
Deze misdrijven zijn:
 Dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld
 Verlaten plaats ongeval
 Een voertuig besturen onder invloed
We zijn verplicht de politie te alarmeren na verkeersongevallen:
 Waarbij sprake is van een misdrijf dat ook op particulier terrein strafbaar is
 Waarbij de bedrijfsleiding het noodzakelijk vindt politie te alarmeren
Na een ongeval handelen we als volgt:
1. Alarmeren
2. Maatregelen nemen
3. Rapporteren
Aanhouden en in beslag nemen
Aanhouden
Wat is aanhouden?
Wat is het doel van aanhouden?
Wie mag worden aangehouden?
Wie mag aanhouden?
In beslag nemen
Een verdachte van een strafbaar feit rechtens zijn vrijheid
ontnemen.
De verdachte voor te (laten) geleiden aan de (hulp)officier van
justitie.
Een verdachte van een strafbaar feit.
Op heterdaad:
Iedereen
Buiten heterdaad:
1. Officier van justitie of een
2. hulpofficier van justitie
3. overige opsporingsambtenaren
Heterdaad
Er zijn twee vormen van heterdaad:
Ontdekking van het strafbare feit ‘terwijl het begaan wordt’.
Ontdekking van het strafbare feit ‘terstond nadat het begaan is’.
Inbeslagneming
Inbeslagneming is het onder zich nemen of gaan houden van enig voorwerp ten behoeve van de
strafvordering.
Er zijn twee manieren om iets in beslag te nemen:
 Bij ‘nemen’ pakken we iemand iets af
 Bij ‘gaan houden’ hebben we het in beslag te nemen goed al onder ons. We hebben het al.
Iedereen is bevoegd om in beslag te nemen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
 De verdachte is op heterdaad aangehouden.
 De voorwerpen zijn vatbaar voor inbeslagneming.
 De verdachte heeft het voorwerp zichtbaar bij zich.
Volgens artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering zijn de volgende voorwerpen vatbaar voor
inbeslagneming:
 Voorwerpen die kunnen helpen om te bewijzen dat een verdachte een strafbaar feit heeft
gepleegd.
 Voorwerpen die door de rechter ‘verbeurdverklaard’ kunnen worden.
 Voorwerpen die door de rechter aan ‘het maatschappelijk verkeer kunnen worden ontrokken’.
 Voorwerpen die verkregen zijn uit ‘wederrechtelijk verkregen voordeel’.
Een belangrijke voorwaarde is dat de in beslag genomen voorwerpen zo snel mogelijk worden
overgedragen aan een opsporingsambtenaar.
Opnemen van een signalement
Een signalement is een beschrijving van de (uiterlijke) kenmerken van een persoon.
We onderscheiden een volledig signalement en een verkort signalement.
1. Het volledig signalement
Om een volledig signalement te geven, moeten we op drie groepen kenmerken letten.
 Primaire kenmerken
Dit zijn de belangrijkste onveranderlijke kenmerken zoals:
 Ras/huiskleur (blank, licht getint, donker getint, negroïde of Aziatisch)
 Geslacht (bijvoorbeeld: man of vrouw)
 Leeftijd (bijvoorbeeld: tussen 20 en 30 jaar)(marge 10 jaar)
 Lengte (bijvoorbeeld: tussen 1.80m en 1.90m)(marge 10 cm)
 Postuur (bijvoorbeeld: slank, normaal, fors gebouwd, dik)
 Secundaire kenmerken
Dit zijn kenmerken die soms veranderen zoals haardracht, haarkleur, kleding, hoed
of pet, kleur ogen (gekleurde lenzen), bril, snor of baard.
 Bijzondere kenmerken
Dit zijn opvallende kenmerken zoals sieraden (kettingen, horloges), dialect, accent,
tatoeëringen, opvallende moedervlekken/wijnvlekken, wratten, littekens, opvallende
gewoontes (bijvoorbeeld: manier van lopen), met zich gevoerde voorwerpen
(bijvoorbeeld tas of gestolen goederen)
2. Het verkorte signalement
het verkorte signalement gebruiken we alleen om de kenmerken door te geven die een
snelle herkenning mogelijk maken. Dit zijn voornamelijk primaire en secundaire kenmerken.
Kenmerken zijn: ras/huidskleur, geslacht, leeftijd, kleding en opvallende kenmerken zoals een
baard, niet veel voorkomende haarkleur, bijzondere kleding, piercings of een opvallend
postuur (bijvoorbeeld: heel mager of zeer gespierd)
Belangrijke begrippen
Bedrijfsongevallen
Ongevallen die plaatsvinden tijdens de uitvoering van werkzaamheden, ook wel arbeidsongevallen
genoemd.
Bomdreiging
Een dreiging met het plaatsen en vervolgens met het laten exploderen van explosieven.
Bommelding
Een mondelinge of schriftelijke mededeling waarin wordt gemeld dat er een explosief is geplaatst.
Calamiteit
Ernstige ongewenste gebeurtenis.
Clean desk
Opgeruimde werkplek.
Ongewenste gebeurtenissen (Incidenten, Onregelmatigheden)
Alle gebeurtenissen met derving, schade, letsel of de dood tot gevolg.
Overige ongevallen
Ongevallen die geen bedrijfsongeval of verkeersongeval zijn.
Postale bom
Een voorwerp met het uiterlijk van een gewoon poststuk (brief, pakket), maar dat springstof en een
ontsteker bevat die bij opening van het poststuk een explosie veroorzaken.
Preventie
Alle maatregelen en handelingen die derving, schade of een ongeval moeten voorkomen.
Repressie
Alle maatregelen en handelingen die na derving, schade of een ongeval plaatsvinden.
Signalement
Een beschrijving van de (uiterlijke) kenmerken van een persoon.
Signaleren
Het ontdekken van een ongewenste gebeurtenis door eigen waarneming.
Stille getuigen
Een voorwerp of een spoor dat aanwijzingen kan geven over de toedracht en de oorzaak van een
ongeval.
Verkeersongevallen
Ongevallen waarbij verkeer in botsing is gekomen met ander verkeer, met personen, dieren of
goederen en waarbij schade en/of letsel is ontstaan.
Download