Stage werkplan-Stage reflectie G.Krijbolder 2014-2015

advertisement
Stage reflectie
G.Krijbolder
Praktijkschool Breda 2015
FHK 4DT
Stage werkplan 2014-2015
C niveau 3
Ik kan een sociaal veilig klimaat in een groep creëren en hou rekening met verschillen tussen
leerlingen in cultureel, sociaal en emotioneel opzicht.
D niveau 3
Ik verantwoord mijn didactische opvattingen; stimuleer leerlingen om zelf hun leerproces vorm en
richting te geven. Stel zelfstandig lessen samen , die worden gekenmerkt door samenhang en
doelgerichtheid, voer deze lessen uit en evalueert ze.
Ik verricht kritisch onderzoek in de praktijk en kunt daarop aansluitende adviezen geven.
E niveau 3
Ik bevorder effectieve communicatie door bv te luisteren, samen te vatten, en door te vragen; ik
bevorder zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid door een balans te vinden tussen leiden en
begeleiden.
F niveau 3
Ik ben in staat om in afstemming met andere doelen te realiseren.
Extra stage eigen initiatief
Ik wilde dit jaar mentoraat en leerlingenzorg van dichterbij gaan bekijken. Binnen de opleiding wordt
hier niet veel aandacht aan besteed en ik vind dit een van de belangrijkste competenties van een
docent. Omgang met leerlingen en ouders is een van de kerntaken van een docent. Daarnaast door
het passend onderwijs komen er steeds meer zorg leerlingen in het regulier onderwijs. Ik werk
natuurlijk in het speciaal onderwijs waar de zorg leerling oververtegenwoordigd is. Als ik eventueel
op een andere school ga werken dat ben ik al op de hoogte van de zorgstructuur. Naast de zaken die
rond de zorg voor leerlingen binnen de school spelen zijn er ook nog externe factoren van belang. Je
moet als docent ouder kunnen informeren en eventueel adviseren over mogelijkheden bij
problematiek die rondom een leerling kan spelen. Ik ben mezelf er wel van bewust dat ik niet alle
zaken geheel kan doorgronden maar ik kan wel proberen om zo veel mogelijk informatie op te doen
bij mijn collega’s.
Stage reflectie
G.Krijbolder
Praktijkschool Breda 2015
FHK 4DT
C niveau 3
Ik kan een sociaal veilig klimaat in een groep creëren en hou rekening met verschillen tussen
leerlingen in cultureel, sociaal en emotioneel opzicht.
Een veilige leeromgeving waarin iedereen de mogelijkheid krijgt zich te ontwikkelen en te uiten is
een basisvoorwaarde voor het onderwijs. Een goed klimaat in de klas met wederzijds respect voor
elkaar is iets dat ik goed in de gaten hou. Op onze school zitten veel leerlingen uit een andere cultuur
en ook met een verschillende sociale achtergrond. Ik praat regelmatig met leerlingen over hun
cultuur en/of geloof. Dit doe ik vaak naar aanleiding van een feestdag zoals bv het Suikerfeest of
carnaval. Ik vind ook dat je er bij ons op school niet aan ontkomt om over dat soort dingen te praten
om zo meer over elkaar te weten te komen en daarnaast vind ik het zelf interessant om te weten
waar iemand vandaan komt en wat zijn of haar geloof is. Ik merk soms wel dat er hier en daar
wrijving bestaat tussen meningen van leerlingen met betrekking tot het geloof of bijvoorbeeld
seksualiteit. Ik ga dan als dat mogelijk is het gesprek aan met de groep of eventueel na de les met de
leerling individueel. Ik merk dat leerlingen het fijn vinden om over hun land van herkomst te praten
en ik vraag ook altijd waar ze geboren zijn of waar hun ouder vandaan komen, ze vinden het ook leuk
om samen op te zoeken op google maps waar ze vandaan komen. Door mijn interesse in de cultuur
en het geloof van leerlingen en ook waar ze vandaan komen of ze nou Nederlands, Turks,
Marokkaans of een ander achtergrond hebben draagt bij aan een veilig klimaat. Op deze manier
leren leerlingen elkaar kennen en snappen soms ook beter waarom iemand een bepaalde mening
heeft. Ik maak ook altijd duidelijk dat je best een andere mening mag hebben zolang je daar maar
niemand mee kwetst.
Het komt ook regelmatig voor dat leerlingen problemen van emotionele aard hebben en dat ze dat
komen vertellen. Dit vind ik soms best lastig, maar ik maak altijd tijd om ernaar te luisteren. Ik laat
zo’n leerling zijn of haar verhaal doen en ik probeer eventueel wat advies te geven als dat op zijn
plaats is. Als de problemen te groot zijn of van bepaalde aard, dan verwijs ik ze wel door naar hun
mentor of naar onze zorgcoördinator.
Ik ben van mening dat je op onze school ruimte moet laten voor de verschillen tussen leerlingen op
sociaal, cultureel en emotioneel gebied omdat je altijd een veilig aanspreekpunt moet zijn voor
leerlingen als ze ergens me zitten. Ik vind ook dat je niet altijd maar je eigen persoonlijke mening
over alles moet ventileren omdat dit niet relevant is en ook soms voor verwarring zorgt. Ik vind wel
dat je als docent de leerlingen een redelijke algemeen aanvaarde norm moet meegeven die in ons
land wordt geaccepteerd. Daarnaast moet je jezelf realiseren dat vooral jonge puberende leerlingen
er nogal eens een uitgesproken mening op nahouden en dit ook moet kunnen omdat zij zichzelf ook
hierin nog moeten ontwikkelen. Het relativeren, en zaken van meerdere kanten bekijken zoals je dat
als volwassene doet kun je nog niet van jonge leerlingen verwachten.
D niveau 3
Ik verantwoord mijn didactische opvattingen; stimuleer leerlingen om zelf hun leerproces vorm en
richting te geven. Stel zelfstandig lessen samen , die worden gekenmerkt door samenhang en
doelgerichtheid, voer deze lessen uit en evalueert ze.
Ik verricht kritisch onderzoek in de praktijk en kunt daarop aansluitende adviezen geven.
Hiervoor verwijs ik naar mijn scriptie voor onderwijskunde.
Stage reflectie
G.Krijbolder
Praktijkschool Breda 2015
FHK 4DT
E niveau 3
Ik bevorder effectieve communicatie door bv te luisteren, samen te vatten, en door te vragen; ik
bevorder zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid door een balans te vinden tussen leiden en
begeleiden.
Communiceren doe ik als onderwijsondersteuner de hele dag door, zowel met collega’s als met
leerlingen. De communicatie met collega’s probeer ik op een informele manier te doen en zo min
mogelijk via de mail. Communicatie met collega’s heeft over het algemeen te maken met de inhoud
van een les en het functioneren van leerlingen. Gaande weg het jaar heb je vaak wat meer informatie
nodig over bepaalde leerlingen omdat het nogal eens voorkomt dat er zaken spelen waardoor een
leerling negatief gedrag vertoont, niet goed met de les mee doet of vaak afwezig is. Dan wil ik weten
wat er aan de hand is zodat ik zo’n leerling beter kan begeleiden. Dit houdt in de praktijk vaak in dat
je met de mentor van probleem leerlingen even een gesprekje aanknoopt. Ik kan wel in het dossier
kijken maar ik vind het prettiger om met een mentor over een leerling te praten dan in een exel
bestand te lezen. Een groot deel van de communicatie met collega’s vindt plaats in wandelgangen en
daarnaast in vergaderingen. Ik zelf ben meer iemand van de wandelgangen dan van vergaderingen
omdat ik van ad hoc communicatie hou. Ik snap wel dat er in vergaderingen allerlei belangrijke zaken
de revue passeren, maar er gaat wel eens wat langs mij heen of zijn er zaken die pas veel later spelen
en mijn lange termijn planning is niet zo goed. Dit zijn overigens aandachtspunten waar ik aan wil
werken. Ik zou wat meer mijn agenda moeten gebruiken en bij vergaderingen notities maken.
Het grootste deel van het communiceren dat ik doe is met leerlingen. Dit jaar in mijn rol als mentor
van twee leerlingen heb ik wat meer 1 op 1 communicatie met leerlingen. (hiervoor verwijs ik naar
mijn extra stage verslag mentor)
Het bevorderen van zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid is een van de belangrijkste taken
binnen onze school. In mijn lessen wat overwegend praktijklessen zijn probeer ik leerlingen te sturen
naar zelfstandig werken en ook verantwoording nemen voor wat ze doen. Ik moet eerlijk zeggen dat
het zelfstandig werken in de loop van de onderbouw redelijk lukt maar het verantwoording nemen
voor wat leerlingen doen dat laat nogal eens te wensen over. Dit betekent dat hier extra aandacht
aan gegeven moet worden om ervoor te zorgen dat leerlingen verantwoording nemen voor hun werk
en daarnaast ook hun gedrag. Eigenlijk bij alle lessen herhaal ik ieder keer wat ik het belangrijkst vind
dat ze in die les kunnen leren: zelfstandig werken en zo netje mogelijk werken ( lees verantwoording
nemen voor je werk)
In eerste instantie ga ik uit van een begeleidende rol en wat minder van een leidende rol. Voor mij
werkt het beter om vanuit een begeleidende rol te werken omdat dat beter bij mijn persoon past. Ik
moet ook eerlijk zeggen dat ik de leidende rol op mijn huidige school wel heb moeten leren, en
tegenwoordig gaat dit mijn ook beter af als een tijdje geleden. Soms voelt het wat onnatuurlijk om
een bepaalde rol aan te nemen maar als je het een tijdje doet dan wordt het makkelijker en voel je
jezelf er meer vertrouwd mee. Het is soms best lastig om een balans in mijn rol als begeleider/leider.
Het vinden van de juiste hoeveelheid begeleiding en waar nodig leiding, is iets dat bij iedere leerling
anders is, en dit kun je volgens mij alleen leren door jaren ervaring.
F niveau 3
Ik ben in staat om in afstemming met andere doelen te realiseren.
Aangezien we dit jaar een nieuw gebouw hebben betrokken waren er nog veel zaken die geregeld
moesten worden. Een aantal zaken waren al voorbereid maar een deel is in de loop van het jaar
gerealiseerd. Ik heb samen met twee collega’s voor het vak wioh (werken in en om het huis) tot doel
gesteld om het lokaal en de opdrachten voor het vak technisch onderhoud in de loop van het
schooljaar voor elkaar te krijgen.
Stage reflectie
G.Krijbolder
Praktijkschool Breda 2015
FHK 4DT
Het schooljaar is op dit moment driekwart voorbij en het grootste deel van de doelen zijn
gerealiseerd. Ik moet er wel bij vermelden dat de organisatorische kant van dit vak vooral door onze
kernteamvoorzitter gedaan is en ik meer een uitvoerende rol heb gehad. Dit betekend in de praktijk
dat ik van een aantal werkstukjes gemaakt heb om te kijken hoe ze gemaakt moeten worden omdat
een aantal opdrachten nieuw waren. Hiervan zijn mallen gemaakt voor leerlingen zodat ze de
opdrachten makkelijker kunnen maken. Ik ben er op deze manier ook achter gekomen dat een paar
van de nieuw aangeschafte opdrachten te moeilijk waren voor de meeste leerlingen. Naast het
maken van de opdrachten heb ik samen met een collega al het gereedschap gesorteerd en op een
zelfgemaakt gereedschap bord gehangen zodat het overzichtelijk is voor de leerlingen. Verder
hebben we wat geschoven met het meubilair in de loop van het schooljaar zodat we beter gebruik
kunnen maken van de ruimte die er beschikbaar is. Als laatste heb ik nog een extra stroomaansluiting
gemaakt ten behoeve van een boormachine. Het vak technisch onderhoud is nog niet helemaal af, er
liggen nog een paar werkstukken die gemaakt moeten worden en er moet voor volgend jaar gekeken
worden naar andere werkstukjes die iets minder moeilijkzijn.
Wat ik voor mijzelf kan zeggen is dat ik een man een man een woord een woord ben. Als ik zeg dat ik
iets doe dan doe ik het ook, alleen bij hoge uitzondering komt het wel een voor dat iets niet lukt.
Daarnaast zal ik ook niet zo snel een opdracht op me nemen als ik denk dat ik het niet uitgevoerd
krijg. Ik denk dat je moet kijken naar de tijd die beschikbaar is, en in deze tijd de werkzaamheden die
gedaan moeten worden uitvoeren. In de tijd die je eventueel over hebt kunnen extra taken gedaan
worden maar het moet niet zo zijn dat je omkomt in het werk want dat is niet goed voor de
productiviteit. Je kan beter op het werk vooruit lopen dan erachter aan hobbelen.
Extra stage eigen initiatief
Hiervoor verwijs ik naar mijn extra stageverslag mentor.
Download