Amarant: een reus met rode oortjes

advertisement
Amarant: een reus met rode oortjes
Amarant was ooit één van de belangrijkste
teelten van het relatief dichtbevolkte
Centraal-America. Het werd samen met
maïs en pompoen veredeld sinds het
begin
van
de
MesoAmerikaanse
tijdsrekening (3112 voor Christus).
Mogelijks
bepaalde
de
perfecte
eiwitsamenstelling, of de hoge gehaltes
van squaleen mee de voorname rol die dit
gewas kreeg in vruchtbaarheidsrituelen.
Was het omdat het zaad, gemengd met
honing, ritueel gedeeld werd en het in
concurrentie kwam met de Christelijke
hostie, of omdat er schunnige beeldjes van
gemaakt werden dat de missionarissen de
teelt verboden? De geschiedenis blijft ons
het antwoord schuldig.
Zowel Azteekse krijgers als NASA
astronauten kregen amarant als
krachtvoer. Maar bovenal is het
voedsel van de gewone mens, zelfs
van de armen. In Mexico en India
wordt amarantzaad nog steeds tot
‘allegria’ verwerkt. Ook het blad wordt
gebruikt als spinazie.
Amarant met spinazie-championsaus
1 kop amarantzaad
2,5 kopjes water
1 eetlepel olijfolie
1 bussel spinazie (of jonge amarantbladeren)
2 tomaten
250 g champions
1 theelepel oregaan
1 eetlepel verse basilicum
1 teentje knoflook
1 kleine ui
Breng het water aan de kook. Voeg het amarantzaad toe en laat 18 min sudderen.
Kuis intussen de spinazie en stoof hem gaar.
Dompel de tomaten in heet water, pel ze en snijd in stukken.
Verwarm de olie en bak de ui en look glazig. Voeg de tomaat, champions, en
kruiden toe alsook een lepel water. Laat de spinazie uitlekken en snijd hem fijn. Voeg
toe aan het tomatenmensel. Laat nog 10 minuten koken.
Serveer de saus op de gekookte amarant.
Het zaad van Amarantus cruentus bevat 16 tot 17% proteïne. De
aminozuursamenstelling van dit proteïne is bovendien zeer volwaardig.
Vergelijking in essentiële aminozuren tussen soja en amaranth:
soja
amaranth (in %)
valine
1.45
3.85
tryptofaan 0.38
1.82
threonine 1.1
3.25
methionine 0.38
0.64
phenalaine 1.38
4.7
isoleucine 1.51
2.71
leucine
2.75
4.2
lisine
1.76
5.95
(FAO standaard 5.5%)
Lisine is de eiwitbouwsteen die volgens sommigen alleen in vlees en
zuivel voldoende aanwezig is voor de mens. Amaranth bevat echter
vergelijkbare hoeveelheden lisine als vlees.
Verder bevat het zaad veel vezel.
Amarantzaad bevat 5-9% olie. 77% hiervan zijn onverzadigde vetzuren.
5 tot 8% is squaleen, een belangrijk antioxidant dat momenteel uit
haaienvinnen gewonnen wordt.
Er
bestaat
wetenschappelijk
bewijs
dat
amarantolie
cholesterolverlagend werkt.
Het blad van amarant wordt traditioneel gegeten als spinazie en
bevat naast veel caroteen en eiwitten (15 tot 25%), calcium, ijzer en
fosfor.
Amarantzaad ligt in België in de winkelrekken verwerkt in müsli en
granenrepen.
De Plant
Amaranthus spp. omvat een
60tal variëteiten. De meest
geteelde
zijn
de
A.
hypochondriacus, A. cruentus,
en A. caudatus.
Het is net als maïs een C4 plant,
wat wil zeggen dat hij ook ‘s
nachts of bij droogte CO2 kan
vastleggen. De plant wordt 1
tot 3m hoog afhankelijk van de
variëteit en cultivar. De plant
heeft
een
grote
rode
pluimvormige
bloem.
De
minuscule zaadjes (1000 tot
3000 per gram) zijn wit of zwart
van kleur.
Ook voor het zuiden is amarant
een interessante teelt omwille
van
de
hoge
productie,
eenvoudige teelt en hoge
voedingswaarde. Amarant kan in zeer uiteenlopende klimaten geteeld
worden. In India en China is de teelt al sterk verspreid.
Teelttechniek
1. Zaaibed voorbereiding:
Een mooi vlak zaaibed is nodig om de uiterst kleine zaadjes te kunnen
zaaien. Bij het zaaien aandrukken met rol. Zaaidiepte niet meer dan 1
cm.
2. Zaaitijdstip:
Amarant is vorstgevoelig, maar komt zeer traag op. Daarom moet er
half mei gezaaid worden, of eerder indien er geen risico op nachtvorst
meer is.
3. Zaaimethode:
In monocultuur is 1,2 tot 3,5 kg/ha voldoende. Er zitten immers 1 tot
2.000.000 zaadjes in een kilo. Zaaidiepte: 1,3 cm.
Om het kleine zaad te zaaien kan een zaaimachine gebruikt worden
voor wortelen of selder. Ook een bietenplantmachine kan aangepast
worden.
Indien de amarant gemend wordt met gemalen maïs (1 op 10), kan
ook een graanzaaimachine gebruikt worden.
De aarde moet aangedrukt worden met een rol na het zaaien.
4. Bodem en bemesting:
Amarant gedijt goed op een bodem met pH 6,5 tot 7,5.
Bemestingsvereisten zijn gelijkaardig aan die van zonnebloem.
Er is 112 tot 135 kg/ha beschikbare N nodig, met 15 tot 30 ppm P en 80
tot 120 ppm K.
5. Variëteiten:
Er zit veel variatie op eiwitgehalte en opbrengst tussen de variëteiten
en cultivars. Op de Hogeschool van Gent werden verschillende
variëteiten uitgetest.
6. Teelttechniek:
Amarant kent ongeveer dezelfde groei en afrijping als maïs. Het wordt
ook traditioneel veel in mengteelt met maïs gecultiveerd. Waarschijnlijk
kan het samen ingezaaid worden, maar meer onderzoek is nodig naar
deze mengteelt.
De trage initiële groei vereist mechanische onkruidbestrijding in het
begin. Vanaf een hoogte van ongeveer 30 cm begint de plant zeer
snel te groeien en onderdrukt hij andere kruiden. Door rijen van 18 cm
of minder te gebruiken, kan onkruid onderdrukt worden.
Er zijn geen herbiciden erkend voor gebruik in amarant.
7. Oogst:
Als groenvoeder kan het samen met maïs deegrijp worden afgereden
en ingekuild. Amarant laat zich makkelijk hakselen.
Het zaad van amarant valt niet zo makkelijk uit als koolzaad en kemp.
De gezamenlijke afrijping met korrelmaïs is zeer waarschijnlijk mogelijk.
Amarantzaad kan twee keer geoogst worden. Bij deze werkwijze kan
tot 4 ton/ha geoogst worden. 1 In geïrrigeerde velden werd zelfs tot 5
ton/ha geoogst.
Oogst met de maaidorser kan problematisch zijn als de toppen niet
goed droog zijn. Het zaad blijft dan makkelijk kleven aan de trommel
en het stro. De nodige voorzorg moet worden genomen om het zaad
1
Bressani R. González JM, Elías LG. INCAP program on amaranth grain. In: Proceedings Third Amaranth Conference. Grain
amaranth: expanding consumption through improved cropping, marketing and crop development. Emmaus, Pa, USA: Rodale
Press, 1984;148166.
niet te verliezen, als bij de oogst van koolzaad. De trommelsnelheid
moet laag genoeg zijn, net als bij de teelt van kemp.
Bij hevige regenval kan amarant legeren als hij niet dicht genoeg
gezaaid is.
8. Drogen en bewaren:
Het kan nodig zijn om na het dorsen het zaad nog verder te zuiveren
met een aangepaste zeef en wanmolen. Het maximale vochtgehalte
voor bewaring is 11%.
Toepassing als veevoeder:
Amarant kan op zich soja niet vervangen. Daarvoor is het
proteïnegehalte te laag. Maar amarant kan wel in mengteelt met maïs
bijvoorbeeld, een volwaardig kuilvoeder opleveren. In de biosector
moeten alle veevoeders biologisch van oorsprong zijn en het
synthetische lysine is hier één van de struikelblokken. Een maïs-amarant
mengsel zou die lysine wel kunnen aanleveren. Het limiterend
aminozuur in amarant is treonine.
In China werd amarant in 1986 geïntroduceerd. Ondertussen worden
er zo’n 100.000 ha aangeplant. De oogst gaat voornamelijk naar het
veevoeder.
Gehakselde amarant levert zo’n 7-12 ton DS per ha op en bevat tot 14
tot 20% proteïne. Bij voederproeven met schapen, was het
amarantvoeder gelijkaardig aan luzerne.
Amarantzaad bevat geen antinutritionele stoffen. Het blad bevat wel
ongeveer evenveel oxalaten als spinazie.
Voedertechnische gegevens van de gehele plant:
ruw eiwit
140 - 210
VC-OS (%)
60 - 70
VEM
670 - 800
DVE
30 - 45
OEB
7 - 50
Andere toepassingen:
Uit de bloem kan een rode kleurstof worden gewonnen. De rode
kunstmatige kleurstoffen zijn de meest omstreden in de
voedingsindustrie. Verschillende keren is men moeten afstappen van
de gebruikte stof omwille van de toxische effecten. Eén van de
synthetische rode kleurstoffen noemt ‘amarant red’.
Amarant wordt traditioneel gebruikt in Centraal America om voedsel
te kleuren, maar verder onderzoek is nodig om de natuurlijke extracten
van amarant te evalueren op voedselveiligheid.
Wetenschappelijke literatuur:
Amaranth Grain Production Guide" produced by the Rodale Research
Center (RD 1, Box 323, Kutztown, PA 19530) and the American
Amaranth Institute (Box 216 Bricelyn, MN 56097)
Amaranth - Modern Prospects for Ancient Crop". 1984. National
Academy Press, Washington, D.C.
Amaranth, Quinoa, Ragi Tef, and Niger: Tiny Seeds of Ancient History
and Modern Interest" (1986) Minnesota Experiment Station Bulletin ADSB-2949, St. Paul, MN.
Growing Grain Amaranth As A Specialty Crop" by Robert L. Meyers and
Daniel H. Putnam, Center for Alternative Crops & Products, Minnesota
Extension Service, AG-FS-3458, 1988. University of Minnesota, St. Paul,
MN.
Download