Ardisia crenata Algemeen Ardisia crenata is een klein, wintergroen boompje, afkomstig uit Oost- en Zuid-Azië. Daar wordt de plant wel 2 meter hoog, in Nederland als kamerof kuipplant wordt hij vaak niet hoger dan 60 cm. De witte bloemetjes verschijnen eind juli, waarna zich de bessen ontwikkelen: eerst als groene erwtjes, later, in oktober tot purperrode bessen. De bessen blijven lang aan de struik, soms tot aan de volgende bloei, en vormen de voornaamste sierwaarde van de plant. Wie de plant wil aanschaffen kan dan ook het beste in de periode oktober november op zoek gaan, in de hoek met de kerstplanten. Verzorging De Ardisia wil graag een lichte standplaats, zonder direct zonlicht. In de winter is een temperatuur van 12 tot 16 graden Celsius ideaal. Staat hij warmer, of is de lucht te droog, dan gaan de bessen sneller rimpelen, en kunnen ze zelfs voortijdig afvallen. In de zomer kan hij in de schaduw buiten gezet worden. Zodra het buiten kouder wordt dan 8 graden Celsius moet hij weer naar binnen. De plant staat bij voorkeur in een luchtige, wat humeuze potgrond (beslist zonder klei). De kluit mag niet uitdrogen zolang de plant bessen draagt of bloeit. Dat betekent dat er regelmatig matig gegoten moet worden, en in de wintermaanden zelfs spaarzaam. De kluit mag niet uitdrogen, maar er mag ook geen water in de pot of schotel blijven staan. Verder tijdens het groeiseizoen om de 2 weken wat bijmesten met kamerplantenmest. Na de bloei regelmatig sproeien met lauwwarm, onthard water helpt om de luchtvochtigheid op peil te houden. In principe zijn de planten zelfbestuivend, maar als ze binnen staan tijdens de bloei verloopt de bestuiving niet altijd even vlot. Eventueel kunnen de bloemen met een penseeltje bestreken worden om te proberen de bestuiving een handje te helpen. De plant ontwikkelt ieder jaar een nieuwe bladetage, die het daarop volgende jaar dan voor het eerst weer zal gaan bloeien. Omdat de groeiomstandigheden minder optimaal zijn dan in de natuur kunnen daarbij ook uitschietende of sprieterige takken ontstaan. Deze kunnen wat bijgeknipt worden. Ziekten en plagen De plant reageert vaak moeizaam op veranderingen van standplaats of in het verzorgingspatroon. Bij een net aangekocht exemplaar kan dit tot wat bladval leiden. Dit hoort na enige tijd vanzelf te stoppen. Houdt het aan, dan krijgt de plant te veel of te weinig water. Wordt tijdens de besontwikkeling onregelmatig gegoten dan zal de plant zowel kleine als grote bessen geven. Langs de bladrand kunnen knopvormige verdikkingen optreden, zogenaamde bacterieknobbels. De bacteriën die hierin huizen spelen een rol bij stofwisseling van de plant en mogen niet weggehaald worden. Op tochtige plaatsen of als de kluit te droog geweest is kan de plant gevoelig zijn voor aantasting door trips. Hiertegen zijn verschillende middelen verkrijgbaar bij tuincentra en bloemisten. Vermeerdering Ardisia kan vermeerderd worden door zaaien. Het zaad ontkiemt echter onregelmatig en ook het opkweken van de zaailingen is vaak lastig. © De Tuinen van Appeltern