Magnetische nanostippen v magneetveld-geïnduceerde Reeds één jaar na zijn ontdekking van de supergeleidende toestand in 1911 merkte Heike Kamerlingh Onnes dat deze bijzondere toestand onderdrukt kan worden door magneetvelden. We hebben een idee ontwikkeld waarbij dit nadeel voor toepassingen verholpen kan worden door ‘vuur met vuur’ te bestrijden, namelijk door gebruik te maken van ferromagnetische nanostippen die de supergeleider beschermen tegen externe magneetvelden. Martin Lange, Margriet Van Bael en Victor Moshchalkov [email protected] 12 Martin Lange studeerde Natuurkunde (1994– 1999) aan de rwth Aachen (Duitsland). Daarna was hij als doctoraatsbursaal verbonden aan het Laboratorium voor Vaste-Stoffysica en Magnetisme aan de K.U.Leuven (België). Hier promoveerde hij in mei 2003 tot Doctor in de Wetenschappen op het proefschrift ‘Vortexmaterie in hybride supergeleider/ferromagneet-nanosystemen’. Vanaf oktober 2003 is hij Postdoctoraal Onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen. Margriet Van Bael studeerde Natuurkunde aan het L.U.C. (Diepenbeek, België) en aan de K.U.Leuven. Van 1994 tot 1998 was ze Aspirant van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (fwo-Vlaanderen) en promoveerde in 1998 tot Doctor in de Wetenschappen aan de K.U.Leuven voor werk verricht op roosters van magnetische stippen en hun fluxverankeringseigenschappen. Sinds 1998 is ze Postdoctoraal Onderzoeker van het fwo-Vlaanderen aan de K.U.Leuven in het Laboratorium voor Vaste-Stoffysica en Magnetisme. Victor Moshchalkov studeerde Natuurkunde aan de Lomonosov Moscow State University (Rusland). In 1978 promoveerde hij aan dezelfde universiteit, waar hij habiliteerde in 1985 en van 1988 tot 1991 hoofd was van het Laboratory of High Temperature Superconductivity. Sinds 1991 is hij Gewoon Hoogleraar aan de K.U.Leuven (België). Hij is voorzitter van het European Science Foundationprogramma vortex (19992003), en co-editor van Europhysics Letters. Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde september 2003 Supergeleiders kunnen elektrische stroom transporteren zonder dat er verlies van energie optreedt. Het is deze eigenschap die perspectieven biedt voor toepassingen in ondermeer micro-elektronica, stroomkabels en krachtige magneetspoelen. Helaas treedt de supergeleidende toestand alleen maar op bij relatief lage temperaturen en bovendien verdwijnt de supergeleiding onder invloed van een sterk extern magneetveld. Als men een elektrische stroom door een supergeleider stuurt, dan genereert deze stroom zelf ook een magneetveld, dat tot het verlies van de supergeleidende eigenschappen kan leiden. Echter, het kritische magneetveld (dat wil zeggen het maximale magneetveld waarin de supergeleider geen weerstand heeft) kan effectief worden gecontroleerd door het gebruik van een nanogestructureerde magneetveldcompensator – meer bepaald door een rooster van ferromagnetische stippen in contact te brengen met een supergeleidende film [1]. Veld-geïnduceerde supergeleiding Magneetveld-geïnduceerde supergeleiding werd tot op heden slechts in drie bulkmaterialen waargenomen [2,3,4]. Deze drie systemen hebben gemeen dat ze in nul-magneetveld niet supergeleidend zijn, maar de supergeleidende toestand wordt opgewekt door het aanleggen van een magneetveld van bepaalde sterkte. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van interne velden in deze materialen. Het ‘exchange-veld’ tussen de geleidingselektronen en de spin-gepolariseerde ionen in deze materialen zal onder bepaalde omstandigheden het aangelegde veld kunnen compenseren, een effect dat voor het eerst voorspeld werd door Jaccarino en Peter [5]. Een soortgelijk veldcompensatie-effect treedt eveneens op in onze hybride supergeleider/ferromagneet-nanostructuren, waarbij in dit geval niet het exchangeveld, maar de dipoolvelden van de magnetische stippen het aangelegde magneetveld tussen de stippen compenseren, hetgeen resulteert in veldgeïnduceerde supergeleiding. Het monster werd vervaardigd met behulp van technieken die ook voor het fabriceren van moderne microchips worden gebruikt, namelijk moleculaire-bundel-epitaxie en elektronenbundellithografie. Een schematische tekening van de experimentele configuratie wordt getoond in figuur 1. Eerst werd een dunne loodfilm (circa 85 nanometer dik) op een siliciumsubstraat aangebracht. Zonder magnetische stippen is deze film in nulveld supergeleidend bij temperaturen beneden 7,23 Kelvin, maar door het aanleggen van relatief kleine magneetvelden kan de Pb-film normaal-geleidend worden. Dit is het gedrag dat gewoonlijk in supergeleiders wordt waargenomen. Vervolgens werden magnetische stippen met een diameter van ongeveer 800 nanometer en bestaande uit een multilaag van kobalt en palladium (Pd (3,5nm) / 10x [Co (0,4nm) / Pd (1,4nm)]) op dit Pb-laagje aangebracht. Deze nanostippen hebben de bijzondere eigenschap dat de voor- veroorzaken supergeleiding Figuur 1 Schematische weergave van de nanogestructureerde magneetveldcompensator: bovenop een type-ii supergeleider (Pb) bevindt zich een rooster van Co/Pd-stippen met alle magnetische momenten naar boven gericht, loodrecht op het filmvlak. Onder de stippen zal het aangelegde magneetveld het strooiveld van de stippen (dunne witte pijlen) versterken waardoor het Pb normaalgeleidend wordt. In de gebieden tussen de stippen wordt het aangelegde magneetveld echter gecompenseerd door het strooiveld van de stippen, waardoor de supergeleidende toestand zal optreden. Magneetveld type-ii-supergeleider veld van de stippen (∼2 mT) zal het effectieve veld tussen de stippen ongeveer nul worden. De Pb-film kan dan als het ware vergeleken worden met een ‘kaas met gaatjes’: onder de stippen is het Pb normaalgeleidend (gaatjes), maar de supergeleidende toestand overleeft in de gebieden tussen de magnetische stippen (kaas), zodat de supergeleidende elektronen zonder weerstand door het Pb-laagje kunnen vloeien. Deze hybridestructuur is dus alleen supergeleidend indien een extern magneetveld wordt aangelegd en men kan daarom spreken van magneetveld-geïnduceerde supergeleiding. Supergeleidende gatenkaas Centraal in figuur 2 is de weerstand van de Pb-film weergegeven als functie Het veldbereik controleren van het aangelegde magneetveld H bij Het veldbereik waarbij de veldgeïndueen temperatuur van 7,20 Kelvin. In ceerde supergeleiding optreedt, kan nulveld heeft de Pb-film een eindige weerstand en is dus niet supergeleidend. Dit kan worden verklaard door Figuur 2 de aanwezigheid van de magnetische Demonstratie van magneetveld-geïnduceerde strooivelden van de Co/Pd-stippen, die supergeleiding: de centrale grafiek toont de de supergeleiding zowel tussen als ook weerstand van de Pb-film (genormeerd naar de weerstand bij 7,30 Kelvin ρn) als functie van het onder de stippen onderdrukken. Indien nu een magneetveld wordt aan- aangelegde magneetveld H bij een temperatuur van 7,20 Kelvin. In nulveld is het Pb normaalgeleigelegd parallel met de loodrecht uitge- dend omdat het strooiveld van de Co/Pd-stippen lijnde momenten van de stippen (zie de supergeleidende toestand onderdrukt zoals tekening onderaan figuur 2), dan zal schematisch weergegeven in de grafiek bovenaan. Een aangelegd magneetveld van ongeveer het magneetveld afkomstig van de +2mT verhoogt het effectieve veld direct onder stippen het aangelegde magneetveld de stippen, maar anderzijds wordt het effectieve tussen de stippen gedeeltelijk comveld tussen de stippen verlaagd (zie grafiek penseren. Bij een aangelegde-velonderaan). Hierdoor kan de Pb-film tussen de dwaarde vergelijkbaar met het strooistippen supergeleidend worden. op verschillende manieren gecontroleerd en verhoogd worden. Een eerste manier is het verkleinen van de afstand d tussen de stippen: het veldbereik van de supergeleidende toestand zal naar grotere magneetvelden opschuiven naargelang de afstand tus- H= 0 z B m Co/Pd Ge Pb Ge Si/SiO 2 1,0 weerstand (ρn) keursrichting van de magnetisatie loodrecht is ten opzichte van het filmoppervlak, zodat de magnetisatie in alle stippen loodrecht op het substraatvlak kan worden uitgelijnd (zie figuur 1). Het magnetische dipoolveld dat uitgaat van elk van deze stippen kan worden vergeleken met het veld van een staafmagneet: direct onder de stippen heeft het veld een positieve waarde terwijl het veld tussen de stippen negatief is, zoals aangegeven bovenaan in figuur 2. Deze magnetische stippen kunnen de eigenschappen van de supergeleider volledig veranderen. 0,8 13 N 0,6 S 0,4 0,2 0 –4 –2 0 2 4 aangelegd magneetveld (mT) µ 0H = 2 mT september 2003 Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde sen de stippen afneemt. De verschuiving is evenredig met de dichtheid (1/d2) van de magnetische stippen. Door de stippen op een afstand van ongeveer 100 nm van elkaar te plaatsen zou de supergeleidende toestand bij magneetvelden van ongeveer 0,5 Tesla kunnen optreden. Een tweede manier om het supergeleidend veldgebied naar hogere velden op te schuiven is door het magnetische moment van de stippen te verhogen, bijvoorbeeld door het aandeel aan magnetisch materiaal waaruit elke stip bestaat te vergroten. Behalve het beschermen van de supergeleiding tegen externe magneetvelden zou dit hybridesysteem interessant kunnen zijn voor andere toepassingen. Controleerbare magnetoweerstandseffecten zoals getoond in figuur 2 kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om op een gevoelige manier magneetvelden te detecteren, of om logische schakelaars in opslagmedia te bouwen. Samenvattend kan worden gesteld dat magnetische nanostructuren met een doordacht ontwerp uitermate nuttig kunnen zijn om de kritische parameters van supergeleiders te controleren. 14 Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde september 2003 Referenties 1 M. Lange, M.J. Van Bael, Y. Bruynseraede en V.V. Moshchalkov, Phys. Rev. Lett. 90 (2003), 197006. 2 H.W. Meul, C. Rossel, M. Decroux, Ø. Fischer, G. Remenyi en A. Briggs, Phys. Rev. Lett. 53 (1984), 497. 3 S. Uji, H. Shinagawa, T. Terashima, T. Yakabe, Y. Terai, M. Tokumoto, A. Kobayashi, H. Tanaka en H. Kobayashi, Nature 410 (2001), 908. 4 M. Giroud, O. Pena, R. Horyn en M. Sergent, J. Low Temp. Phys. 69 (1987), 419. 5 V. Jaccarino en M. Peter, Phys. Rev. Lett. 9 (1962), 290.