Lieveheersbeestjes Wat doet u als u ineens een kever over uw stoelleuning ziet lopen? Gillen, stoffer en blik pakken, ‘m doodtrappen? Ik denk dat er weinig mensen zijn die deze zeer veel voorkomende diertjes op de hand dragen. Behalve…als ’t een lieveheersbeestje is. Ook dat is een kever en als je hem door een loep bekijkt, is ’t een vreselijk monster. Vanwaar die liefde voor dat rode beestje met zijn zwarte stippen? Vanwege zijn naam misschien? Ik ken mensen die hem zelfs Onze Lieveheersbeestje noemen.. Of zou het door de stippen komen? Vroeger telde ik ze om er achter te komen hoe oud het beestje was. Jammer genoeg weet ik nu dat het aantal stippen niets over de leeftijd zegt. Het zegt wel iets over de soort, hoewel hier weer veel variaties op mogelijk zijn. In Nederland komen zo’n zestig soorten voor, soms met 2, soms met wel 24 stippen. Het Zevenstippelig Lieveheersbeestje (Coccinella septempunctata) is het meest bekend. Een heilig getal! Ook door de vrolijke kleuren vallen de lieveheersbeestjes op. Hoewel ze in verschillende kleuren voorkomen (geel, zwart, bruin), zijn de meeste oranjerood met zwarte stippen. Die kleuren zijn waarschuwingskleuren. Als een lieveheersbeestje bijvoorbeeld door een vogel gepakt wordt, scheidt hij uit de kniegewrichten gele, onsmakelijke bloeddruppels af. Als de vogel weer zo’n gekleurd beestje ziet, zal hij er wel afblijven! Hoe het ook zij, onze voorliefde voor de Coccinellidae-familie wordt niet gedeeld door de bladluizen. Voor hen zijn ze de grootste vijanden. Het vrouwtje van het lieveheersbeestje legt haar eieren op een plant die dichtbezet is met bladluizen. De larven die uit de eitjes komen, eten nog meer luizen dan de volwassen insecten zelf. Zij moeten er nog van groeien en reservevoedsel vormen voor in het popstadium. Als u dus geen bladluizen wilt, laat dan deze lieve beestjes heersen in uw tuin! De larven lijken totaal niet op de volwassen insecten. Ze zijn grijs met behaarde wratten en oranjerode vlekken. Na een aantal vervellingen zet de larve zich met de achterlijfspunt ergens aan vast om zich te verpoppen. Als het lieveheersbeestje ‘geboren’ wordt, is het geel en heeft geen stippen. Ook kan het nog niet vliegen, omdat de achtervleugels nog nat zijn. Langzaamaan krijgt het beestje zijn rode kleur en verschijnen de stippen. Om weg te vliegen, gaan de dekschilden zijwaarts en schuin omhoog, zodat hij de achtervleugels kan ontvouwen. Als de dagen korter worden, zoeken de lieveheersbeestjes gaten en kieren in bomen of muren om er vaak met tientallen te overwinteren. U kunt ze ook wel tegenkomen in uw schuur, op zolder of in een hoekje van het raam. Op de eerste warme lentedag worden we dan weer verrast door onze lieveheerbeestjes. En op de vraag waar komen die toch allemaal ineens allemaal vandaan weet u nu het antwoord. juli 1987 Anny Alferink