Engagementsverklaring Verkiezingen 09

advertisement
Verkiezingen 7 juni 2009
Engagementsverklaring
naam & voornaam
partij, plaats op de lijst, kieskring
contactgegevens
Vlaanderen kiest voor duurzame en eerlijke
internationale handel
Ondernemen betekent door de globalisering
van de economie steeds vaker internationaal
ondernemen. Begrippen als duurzaam
internationaal ondernemen of
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
(MVO) verwijzen naar de
verantwoordelijkheid die bedrijven in hun
streven naar een duurzamere samenleving
kunnen opnemen binnen internationale
handel.
Vlaanderen is erg actief in het ondersteunen
en promoten van de export van Vlaamse
bedrijven. ‘Duurzaam ethisch en
internationaal ondernemen’ één van de vier
strategische doelstellingen in de
beheersovereenkomst van Flanders
Investment & Trade (FIT) met de Vlaamse
regering. Tegelijk is er de visie dat
internationale handel een hefboom kan zijn
voor ontwikkeling en armoedereductie.
Daartoe zijn een aantal concrete initiatieven
genomen, zoals de oprichting van de
Helpdesk Import Vlaanderen, de uitbouw van
het Digitaal Kenniscentrum MVO Vlaanderen,
de ontwikkeling van de gids ‘Duurzaam
Internationaal Ondernemen’ en de
ondersteuning van het International Trade
Centre en de vzw Ex-change.
Afrika neemt op dit moment geen 3% van de
internationale handel voor zijn rekening –
het is nodig om dit percentage op te vijzelen
om de ontwikkeling van het continent te
versnellen. Vlaanderen kan dus nog veel meer
doen om de principes van Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen in de praktijk om
te zetten.
Vlaamse bedrijven zijn zich niet steeds
bewust van de impact van hun aankoopbeleid
op producenten uit het Zuiden. Nochtans
maken langdurige handelsrelaties het
leveranciers mogelijk om hun arbeiders goed
te behandelen en om te investeren in de
lokale gemeenschap. Of nog: de aankoopprijs
van goederen zou zowel de leverancier als de
aankoper voordeel kunnen bieden.
Ik zal in het Vlaams Parlement ijveren
voor een coherent kader voor Vlaamse
bedrijven dat duurzaam internationaal
ondernemen bevordert:
Vlaamse bedrijven worden
aangemoedigd om duurzaamheid in
hun activiteiten met
ontwikkelingslanden na te streven.
Hierbij gaat aandacht naar de drie
aspecten van maatschappelijk
verantwoord ondernemen:
economische, ecologische, maar ook
sociale aspecten.
Vlaanderen ondersteunt bedrijven met
subsidies van Flanders Investment &
Trade (FIT) voor studies naar en
promotie van duurzame internationale
handel.
De Vlaamse overheid zorgt ervoor dat
bij de onderhandeling van bilaterale
investeringsakkoorden die de federale
overheid afsluit, duurzaamheidscriteria
op bindende wijze worden opgenomen.
Producenten uit het Zuiden – en dan
vooral coöperatieven en achtergestelde
producenten – worden meer
ondersteund om te exporteren naar
Vlaanderen of Europa. Daarom wordt
project ‘Go North’ geografisch
uitgebreid van Zuid-Afrika, Malawi en
Mozambique naar heel Afrika. Ook qua
focus wordt het project verruimd en er
gaat speciale aandacht naar
coöperatieven, achtergestelde
producenten en sociale economie.
Vul hier (eventueel) aan met andere
concrete actiepunten.
Vlaanderen zegt ja aan fair trade
Eerlijke handel of fair trade bevordert het
volgen van sociale, economische en
ecologische criteria bij internationale handel,
in het bijzonder bij de export van arme
landen naar het geïndustrialiseerde westen.
Een belangrijk onderdeel hiervan is het
bieden van een eerlijke prijs voor een
product, waarmee een prijs bedoeld wordt
die in verhouding staat tot de
productiekosten, en niet een prijs die bepaald
wordt door de verhoudingen op de
internationale markt.
Steeds meer overheden zien het belang van
fair trade, en bouwen fairtradecriteria in in
hun aankoopbeleid.
De Nederlandse overheid wil tegen 2011 alle
overheidsaankopen verduurzamen, en kiest
waar mogelijk voor fair trade.
Op 6 juni 2008 schreef de regio Wales
geschiedenis en werd de eerste
fairtraderegio. De aankondiging werd
gevolgd door een campagne van de
organisatie Fair Trade Wales, gefinancierd
door de Welshe regering. Die heeft tot doel
fairtradeproducten zichtbaarder te maken,
en scholen, bedrijven en andere organisaties
aan te moedigen om over te schakelen op fair
trade.
In 18 landen loopt ondertussen de ‘Fair Trade
Towns’ campagne, ook in Vlaanderen.
Ik zal in het Vlaams Parlement
maatregelen ondersteunen opdat
Vlaanderen zich fairtraderegio kan
noemen:
Vlaanderen engageert zich om –naar
Nederlands voorbeeld- tegen het einde
van de legislatuur 100% duurzaam aan
te kopen, en daar waar mogelijk
fairtradecriteria in te bouwen in de
openbare aanbestedingen
Vlaanderen ondersteunt actief de
campagne FairTradeGemeenten,
FairTradeProvincie en FairTradeSchool
De Vlaamse regering, het Vlaams
parlement en de Vlaamse administratie
nuttigen fairtradekoffie, -thee, -suiker, koekjes. In alle kantines, restaurants en
automaten in de gebouwen van de
Vlaamse regering, het Vlaams
parlement en de Vlaamse administratie
zijn fairtradeproducten beschikbaar.
Vlaanderen promoot actief
Internationale Dag van de Fair Trade
(mei) en de Week van de Fair Trade
(oktober).
Vlaanderen ondersteunt de lokale
besturen die kiezen voor een fair
aankoopbeleid, onder meer op juridisch
vlak. Een kenniscentrum -of minstens
coördinatie van verschillende
kenniscentra- inzake fair & duurzaam
inkopen vormt een goede
ondersteuning voor gemeenten die
kiezen voor fair trade in hun
aankoopbeleid.
Vul hier (eventueel) aan met andere
concrete actiepunten.
Vlaanderen zegt neen tegen kindslavernij
Het inkomen van de cacaoboer hangt af van
de schommeling van de internationale
marktprijs. Zijn positie in de cacaoketen is
zwak. Die keten is lang en ingewikkeld en het
geld passeert vele handen die elk hun deel
van de koek willen. Aan het eind van de keten
blijft de producent over met de kruimels.
Om te overleven worden kinderen aan het
werk gezet in de arbeidsintensieve
cacaoproductie. De tijd die ze op school
zouden moeten doorbrengen, spenderen ze
op het land en ze verrichten uitputtend en
gevaarlijk werk. Maar het gaat nog verder.
Kinderen uit buurlanden wordt een mooie
toekomst beloofd in de cacaosector in
Ivoorkust. Rauw is de werkelijkheid als ze op
de markt worden verhandeld en als slaven op
de Ivoriaanse cacaovelden moeten werken.
Cacaoproducerende landen, zoals Ivoorkust,
ondertekenden allen het Internationaal
Arbeidsverdrag. Daarmee onderschrijven ze
Conventie 182, een verbod op en oproep tot
onmiddellijke actie voor de eliminatie van de
‘Ergste Vormen van Kinderarbeid’.
Daaronder vallen (1) slavernij, waaronder de
kinderhandel, lijfeigenschap en dwangarbeid,
(2) kinderprostitutie, (3) kinderen die
worden ingezet voor illegale activiteiten,
zoals de productie of handel in drugs en (4)
werk dat de gezondheid, veiligheid of moraal
van kinderen kan schaden.
Ook alle Europese landen, waaronder België,
ondertekenden dit akkoord. Het gevolg zou
moeten zijn dat chocoladeconsumerende
landen maatregelen nemen waardoor
producten die worden ingevoerd aan de
bovenstaande criteria voldoen. Helaas is dat
niet het geval. De consument krijgt enkel bij
de fairtradechocoladereep de garantie dat er
geen kinderarbeid aan te pas komt. Bij alle
andere chocolade is de kans zeer groot dat
die door kinderhanden zijn verwerkt.
Ik zal erop toezien dat het beleid van de
Vlaamse regering op elk vlak rekening
houdt met de normen van de
International Labour Organization (ILO),
en in dit kader specifieke aandacht
besteedt aan kinderarbeid in de
producerende landen:
Het aankoopbeleid van de Vlaamse
regering en alle instellingen die worden
gesubsidieerd door de Vlaamse
overheid (onderwijs, welzijnssector),
brengen de ILO-normen inzake
kinderarbeid in rekening.
Vlaamse kinderen spelen met
speelgoed of eten chocolade waar
kinderen elders ter wereld aan gewerkt
hebben; kinderen die geen onderwijs
hebben en niet weten wat spelen is.
Daarom wordt het actieterrein van het
Kinderrechtencommissariaat verbreed
naar de internationale kinderrechten.
Producten die worden verkocht op de
Belgische markt en geconsumeerd door
kinderen (zoals chocolade of
speelgoed) voldoen aan de ILO-normen
inzake kinderarbeid.
Vlaanderen organiseert een
overleggroep tussen de verschillende
administraties, industrie & civil society
die problemen behandelen die met de
cacaosector verband houden. Deze
groep bouwt expertise op rond de
cacaoproblematiek en stelt een
actieplan op om tot een duurzamere
cacaoketen te komen. Vlaanderen
neemt een voortrekkersrol op binnen
België voor het vastleggen en uitvoeren
van dat actieplan.
Vul hier (eventueel) aan met andere
concrete actiepunten.
Vlaanderen weegt op de Europese standpunten
De voedselcrisis en de situatie van
achtergestelde landbouwers in het Zuiden
zorgen voor enkele nieuwe uitdagingen.
Enkele factoren die hierin een belangrijke rol
spelen:
- De verdergaande liberalisering van de
handel in landbouwproducten zonder
aandacht voor sociale en ecologische
normen.
- Het biobrandstofbeleid dat nauwelijks
rekening houdt met de impact op
landgebruik en voedselzekerheid.
- De groeiende impact van de
klimaatverandering op de
landbouwproductie van
ontwikkelingslanden.
Handel, landbouw en klimaat zijn
beleidsdomeinen waar Vlaanderen een
belangrijke inbreng kan hebben in de
Belgische standpuntbepaling voor Europa.
Vlaanderen neemt deel aan de voorbereiding
en formulering van de Belgische standpunten
voor de Raad van de Europese Unie.
Maar de informatie over de rol van
Vlaanderen in de Europese besluitvorming is
vaak zeer beperkt. Zeker rond dossiers die
impact hebben op de zgn. “externe dimensie”
van Europa, zoals de implicaties van het
beleid voor de ontwikkeling van het Zuiden.
Het is bovendien niet altijd duidelijk of het
Vlaamse beleid hierover een coherente visie
heeft.
Vlaanderen moet werk maken van een
coherente visie rond deze beleidsdossiers,
zodat maatregelen in één domein (bv.
biobrandstoffenbeleid) de realisatie van
doelstellingen in een ander domein
(duurzame landbouw, eerlijke handel) niet
tegenwerken.
Als Vlaams parlementslid zal ik ijveren
voor meer aandacht, transparantie en
controle in het parlement rond de inbreng
van de Vlaamse regering in de Europese
besluitvorming:
Bij handelsonderhandelingen ijvert
Vlaanderen ervoor dat de EU de
ontwikkelingslanden de nodige
beleidsruimte laat om hun landbouwen voedselbeleid te ontwikkelen als
antwoord op de voedselcrisis. Er
komen maatregelen die de
internationale markten in
landbouwgrondstoffen stabiliseren.
Binnen de WTO is meer aandacht voor
sociale en ecologische criteria.
In alle bilaterale handelsakkoorden die
de EU sluit met derde landen moet
Vlaanderen erop toezien dat rekening
gehouden wordt met
duurzaamheidcriteria en dit in alle
fases in het onderhandelingsproces.
Hierbij wordt werkelijke participatie
van de civiele maatschappij
gegarandeerd.
In het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid wordt systematisch
rekening gehouden met de impact
ervan op de landbouwers en kwetsbare
bevolkingsgroepen in het Zuiden. Er
komen handelsregels die een sociaal en
ecologisch verantwoorde
landbouwproductie waarborgen.
De Europese doelstelling om tegen
2020 10% van de
transportbrandstoffen uit
hernieuwbare energiebronnen te halen,
mag niet ten koste gaan van
voedselzekerheid, landrechten,
arbeidsomstandigheden en
biodiversiteit in het Zuiden.
Er gaat aandacht naar adaptatie van de
landbouwsector aan de
klimaatverandering. Hiervoor worden
binnen het adaptatiefonds de nodige
financieringsmiddelen voor
ontwikkelingslanden vrijgemaakt. De
financiering komt ten goede aan de
lokale bevolking.
Vul hier (eventueel) aan met andere
concrete actiepunten.
Download