Hoofdstuk 8: Het internationale handelsverkeer

advertisement
Hoofdstuk 8: Het internationale handelsverkeer
8.4 De evolutie van het internationale handelsverkeer na de
tweede wereldoorlog.
ITO (International Trade Organisation)
 Bevorderen van de internationale vrijhandel.
 Wegwerken van internationale handelsbelemmeringen .
Deze organisatie is echter nooit van grond gekomen.
GATT (General Agreement on Tariffs and Trade)
 Streefde naar vrijhandel.
 Internationale handelsbelemmeringen werden gesloopt.
WTO (World Trade Organization, wereldhandelsorganisatie)
Trad in werking op 1 januari 1995.
146 aangesloten landen
NGO’s (Niet-gouvernementele organisaties)
Verzet tegen blinde liberalisering en aandacht voor milieu, arbeidsnormen,
volksgezondheid en democratische controle op de WTO-werkzaamheden.
Globalisering:
verschijnsel waarbij de onderlinge verwevenheid van de nationale economieën toeneemt.
Voorbeelden:
Wereldwijde groei van in en uitvoer van goederen en diensten.
Explosieve groei van internationale kapitaalbewegingen.
Groei van multinationale ondernemingen.
Antiglobalisten:
stellen zich vragen over:
de toenemende welvaart.
Toenemende kloof tussen rijke en armde landen.
Onwaardige arbeidsomstandigheden in ontwikkelingslanden.
De afkaveling van de sociale welvaartsstaat in de industrielanden.
Wereldwijde milieuverloedering.
Toenemende financiële speculatie en instabiliteit.
…
andersglobalisten of democratisch globalissten:
komen op voor rechtvaardige arbeidsvoorwaarden, mensenrechten, milieuwetten, sociale
rechten,…
UNCTAD (United Nations Conference on Trade and Development)
Permanente organisatie van de Verenigde Naties waarin handelsnoden van de
ontwikkelingslanden meer aan bod komen.
OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling)
OEES (Organisatie voor Europese Economische Samenwerking)
OECD (Organisation for Economic Cooperation and Development)
 Bestuderen de internationale situatie.
 Adviserende functie met betrekking tot de te voeren economische politiek en
ontwikkelingshulp.
IBRD (International Bank for Reconstruction and Development, wereldbank)
 Financieringsmiddelen verschaffen.
 Gericht naar ontwikkelingslanden.
 Verstrekt langetermijnkredieten aan ontwikkelingslanden
Economische integratie: als verschillende landen op economisch en sociaal gebied
samenwerken, met het doel tot een grotere economische eenheid te komen.
Vrijhandelszone: De deelnemende landen komen overeen de onderlinge
handelsbelemmeringen af te schaffen, terwijl elke deelnemer zijn eigen
handelsbelemmeringen tegenover derde landen blijft behouden.
EVA (Europese Vrijhandelsassociatie)
EFTA (European Free Trade Association)
NAFTA (North American Free Trade Area)
FTAA (Free Trade Area of the America’s)
EER (Europese Economische Ruimte)
Douane-unie
Is een verdergaande vorm van economische integratie dan de vrijhandelszone. Dan is er
niet alleen onderling vrijhandel, maar tevens tegenover niet-aangesloten landen een
gemeenschappelijke handelspolitiek. Dat komt o.m. tot uiting in een gemeenschappelijk
buitentarief.
Gemeenschappelijke markt:
We spreken over een gemeenschappelijke markt als men in een douane-unie ook een vrij
verkeer van de productiefactoren toestaat. Binnen de Benelux kwam reeds vanaf 1
januari 1948 een gemeenschappelijke markt met vrij verkeer van goederen, diensten en
kapitalen tot stand.
Economische unie
Naast gemeenschappelijke markt coördineert en harmoniseert een economische unie het
economische en sociale beleid in de landen.
Download