Motie vreemd aan de agenda inzake Onderwerp: subsidieverstrekking stichting Voedselhulp er is Geloof, Hoop en Liefde De raad van de gemeente Langedijk, bijeen in vergadering op dinsdag 8 november 2016 Constaterend dat: een mogelijk structureel tekort op de begroting van de genoemde stichting een motief van het college is om de subsidie af te wijzen; de Bezwarencommissie heeft aangegeven dat dit geen motief kan zijn; de genoemde stichting één activiteit heeft het verstrekken van voedselpakketten, maar waaronder ook activiteiten vallen die onder het vigerend subsidiebeleid vallen; de stichting na navraag geen afzonderlijke begroting voor het sociale aspect van hun activiteiten heeft aangeleverd; de genoemde stichting aan het college heeft aangegeven dat het praktisch moeilijk is om de sociale aspecten apart te kunnen begroten (bij mail van 26 juli 2016); de stichting aan deze vraag niet kan voldoen, omdat deze activiteiten pro deo en in natura gesponsord worden; Overwegend dat: het college de activiteit van de genoemde stichting bestempeld als een voorziening van faciliterende aard, maar dat er wel degelijk effecten zijn die verder reiken dan faciliterende zaken en dat die effecten binnen het huidige subsidiebeleid vallen: de stichting budgetadvies geeft wat een flinke bijdrage levert aan de eigen kracht gedachte; de activiteit van de genoemde stichting overeenkomsten vertoont met de activiteiten van andere stichtingen die wel subsidie ontvangen; het college in de beantwoording de Bezwarencommissie gelijk geeft mbt dat een structureel tekort geen motief mag zijn om subsidie af te wijzen; het werk van de stichting aan sluit bij het WMO-beleid van onze gemeente op het gebied van inzet van vrijwilligers; binnen het huidige subsidiebeleid de mogelijkheid ontbreekt om in het geval van de stichting voedselhulp GHL een aanvraag voor subsidie te honoreren; door het dilemma die voor de stichting en college is ontstaan sprake kan zijn van beroep op artikel 19, lid 1 van subsidiebeleidsregels: er ontstaat voor de aanvrager een situatie ‘die leidt tot onbillijkheid van overwegende aard’. Het ontstane dilemma opgelost kan worden door aanpassing van de Subsidiebeleidsregels; Verzoekt het college van B. en W. op: 1. op basis van artikel 19, lid 1 van de nu geldende Subsidiebeleidsregels een heroverweging te doen op de aanvraag van de stichting Voedselhulp er is Geloof, Hoop en Liefde; 2. om op basis van deze casus de Subsidiebeleidsregels te evalueren en deze aan te passen om gelijke gevallen zoals die zich nu voordoen in de toekomst te voorkomen, en gaat over tot de orde van de dag. Fractie ChristenUnie ………………………………………………… Fractie GroenLinks ………………………………………………… Fractie Dorpsbelang Langedijk ………………………………………………… Fractie CDA ………………………………………………… 1 Fractie HvL/D’66 ………………………………………………… Fractie Kleurrijk Langedijk ………………………………………………… Fractie Pv/dA ………………………………………………. Fractie VVD ………………………………………………. Toelichting De Stichting Voedselhulp er is Geloof, Hoop en Liefde (GHL) heeft tot nu toe zonder succes subsidie aangevraagd. De vorige aanvraag werd afgewezen. Ook nadat de Bezwarencommissie de stichting in het gelijk had gesteld. De uiteindelijke reden tot afwijzing was het bereiken van het subsidieplafond. Onder het nieuwe subsidiebeleid werd opnieuw een aanvraag ingediend. Deze werd afgewezen op een aantal gronden. De stichting heeft bezwaar aangetekend. De bezwarencommissie stelde de stichting in het gelijk wat betreft het bezwaar. Het college was slordig in de conclusies en had de afwijzing niet goed gemotiveerd. De Bezwarencommissie heeft de het college gevraagd een heroverweging te maken. Daar heeft het college in bewilligd en heeft opnieuw besloten het verzoek af te wijzen. Daarop heeft de ChristenUnie schriftelijke vragen gesteld. De beantwoording van deze vragen leidt ertoe dat de ChristenUnie een motie indient om op basis van de Hardheidsclausule opnieuw een heroverweging te maken. Motivatie. Stichting voedselhulp GHL biedt voedselpakketten aan inwoners die niet in staat zijn om voeding te bekostigen. Het aanbieden van voedselpakketten gaat hand in hand met de koffietafel, het beantwoorden van vragen op sociaal gebied en het geven van budgetadviezen. Tevens wordt er eens per maand een warme maaltijdtafel georganiseerd. Wat de stichting biedt en het effect daarvan vallen binnen het sociaal beleid van de gemeente en ook binnen de beleidskaders van de het huidige subsidiebeleid: Gezonde voeding, mee kunnen doen, sociale contacten opbouwen. En dat bij een groep inwoners die via deze stichting in één van de eerste levensbehoeften worden voorzien. Budgetadvies is ook een wezenlijk onderdeel van het bieden van voedselpakketten. Het beoogt de mensen strikt en correct om te laten gaan met hun financiële huishouding. Het werk wordt volledig door vrijwilligers gedaan. De activiteiten sluiten dan ook volledig aan op ons WMO-beleid (kunnen participeren door iedereen, inzet van vrijwilligers, volksgezondheidbeleid) en met de millenniumdoelen die wie als gemeente nastreven (minder armoede, geen honger en door het gebruiken van goed voedsel dat anders vernietigd zou worden met als gevolg stijging van de broeikasgassen). Er zijn twee stichtingen die een subsidie ontvangen waarbij de activiteit een voorziening van faciliterende aard is of hetzelfde is wat de stichting GHL doet. Echter bij de voedselhulp wordt het verzoek afgewezen. Bij de twee andere stichtingen wordt de activiteit benoemd als ‘Onderdak bieden’ en de andere ‘Samen eten’. Onderdak bieden is een faciliteit, Samen eten biedt de stichting GHL ook aan. Het verschil zit volgens het college er in dat de beide stichtingen dit apart begroten en het daardoor zichtbaar wordt voor het college. De stichting voedselhulp GHL heeft dit niet gedaan. Ook nadat door het college hiertoe een verzoek heeft gedaan. De stichting heeft per e-mail aangegeven dat dit voor de stichting moeilijk is. En daar zit het grote knelpunt. De uitsplitsing is moeilijk te maken, omdat die onderdelen van het product wat de stichting voedselhulp GHL biedt in natura of Pro Deo aangeboden wordt. Geen 2 voedselpakketten meer verstrekken houdt ook in dat de andere onderdelen ook wegvallen. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De ChristenUnie is van mening dat hier een ongelijkheid ontstaat die tot een onbillijke situatie leidt: door het strikt interpreteren van de subsidiebeleidsregels ontvangt de genoemde stichting geen subsidie. Kijkt men echter naar de effecten van wat de stichting teweeg brengt dan zou men wel subsidie moeten ontvangen. Het college erkent dit in feite ook met het verzoek om de begroting te splitsen, wat echter voor de stichting ondoenlijk lijkt te zijn, mede door gevolg van de aard van de activiteiten. Het huidige besluit is zowel vervelend voor de stichting als het college. Het college wil eventueel wel, maar voelt zich het meest gebonden aan starre regels. Een heroverweging op basis van de hardheidsclausule geeft het college de creatieve ruimte om tot en ander besluit te komen. Daarom is een beroep op heroverweging op basis van artikel 19, lid 1 van de subsidie beleidsregels in de ogen van de ChristenUnie gerechtvaardigd. Om in de toekomst dergelijke situaties te voorkomen zou het college de huidige Subsidiebeleidsregels moeten evalueren en deze beleidsregels aanpassen. Hoogte van de gevraagde subsidie Uiteraard kan er gediscussieerd worden of de hoogte van de gevraagde subsidie overeenkomt met de effecten die de stichting teweeg brengt. Door de stichting wordt ongeveer 10,5% van de begroting gevraagd, terwijl particulieren en het bedrijfsleven 75% bijdragen. In onze ogen is het effect op sociaal terrein hoger dan de financiële bijdrage die de stichting aan de gemeente vraagt. 3