Italië 1850 – 1914: De onafhankelijkheidsstrijd en de eerste decenia

advertisement
Storia d’Italia
1850-1945
Sectie
Geschiedenis
Copyright E. van Hoecke
HOOFDSTUK 1:
ITALIË 1850 – 1918: DE ONAFHANKELIJKHEIDSSTRIJD EN DE EERSTE
DECENNIA ALS ZELFSTANDIGE STAAT
De Italiaanse vereniging was een langdurig proces. Na een lange strijd tegen Oostenrijk was
de eenheid in 1861 grotendeels voltooid. De katholieke kerk had zich tegen het
zelfstandigheidsstreven van de Italianen verzet, zelfs gewapend. De Italianen namen de
katholieke kerk als wraak al haar bezittingen af. De katholieke kerk pikte dit niet en
probeerde via vakbonden en politieke partijen haar macht te heroveren. Italië werd een
koninkrijk met een tweekamerstelsel met een door de koning benoemde Senaat en een
gekozen Kamer. Gedurende de eerste decennia werd het gezag van de regering ondermijnd
door de twisten tussen de politieke partijen: de conservatieven, de liberalen en de radicalen.
Conservatieven:
Dit waren mensen die alles wilden houden zoals het was. In Italië was er een diepe kloof
tussen rijke grootgrondbezitters en arme landarbeiders. De grootgrondbezitters wilden hun
macht en invloed graag behouden. Ze onderdrukten het verzet van de arbeiders tegen hun
achtergestelde positie met geweld en censuur(geen vrijheid van meningsuiting)
De liberalen:
Dit waren mensen die voor vrijheid waren op elk gebied. Ze dachten dat deze vrijheid alle
problemen vanzelf zou oplossen. Maar vooral in de economie bleek dit niet zo te zijn. Daarom
vielen de liberalen uiteen in twee verschillen groepen:
A: De conservatieve Liberalen:
ze wilden geen bemoeienis van de regering in de economie, ondanks het feit dat de lonen zo
laag waren door de bevolkingsgroei dat de arbeiders amper genoeg verdienden om in leven te
blijven. Ze wilden de macht en invloed van grootgrondbezitters en later de industriëlen
behouden. Wel stonden ze op ander gebieden vrijheid toe(vrijheid van meningsuiting,
vergadering, enz) zolang dit niet gepaard ging met geweld.
B: De progressieve liberalen:
Zij zagen in dat de regering moest ingrijpen in de economie om de positie van de
landarbeiders en later de industriearbeiders te verbeteren.
1
De Radicalen:
Hiertoe behoorden zeer verschillende groepen:
A: De socialisten:
Zij wilden de achtergestelde positie van de arbeiders opheffen door met geweld de macht te
grijpen. Ze wilden met een revolutie aan de macht komen. De arbeiders kregen het
vervolgens voor het zeggen. Later, na 1900, zouden de socialisten uiteenvallen in
communisten(macht aan het volk, alle bezit in handen van de staat, nog steeds strevend naar
een revolutie met geweld) en de socialisten(zij probeerden de omstandigheden van arbeiders
te verbeteren via de politieke weg).
B: De republikeinen:
Zij wilden een gekozen staatshoofd, de koning moest dus verdwijnen. Ook zij wilden
arbeiders meer invloed geven in het bestuur van het land.
Voor 1900 had Italië een regering van liberalen waarin de conservatieve liberalen het voor
het zeggen hadden. Alle opstanden van de arbeiders werden met grof geweld door leger en
politie onderdrukt. Dit zorgde voor steeds grotere spanningen in het land. Deze spanningen
bereikten hun hoogtepunt in 1900, toen koning Umberto I werd vermoord door de radicalen.
Italië 1900 - 1914: Italië komt in rustiger vaarwater: Het tijdperk Giolitti
l
2
Giolitti zag in dat de eisen van de arbeiders niet langer genegeerd konden worden en begon
met maatschappelijke veranderingen. De staat nam maatregelen om de positie van de
arbeiders te verbeteren:
A: In 1911 werd het (lager( onderwijs verplicht en iedereen(dus ook de arbeiders) kon het
volgen.
B: Er kwamen sociale voorzieningen(kinderbijslag, uitkeringen, enz)
C: Vanaf 1912 mochten alle mannen van 18 en ouder stemmen(kiesrecht)
Ondertussen ontstond er ook een steeds grotere kloof tussen het Noorden van Italië, waar
industrie was ontstaan waardoor het gebied steeds rijker werd, en het Zuiden van Italië, waar
men nog steeds leefde van de landbouw. De landarbeiders werkten nog steeds voor
grootgrondbezitters en hadden het slecht.
Giolitti probeerde iets aan deze kloof te doen door de aanleg van spoorwegen om het zuiden
beter bereikbaar te maken. Dit zorgde voor werk en er ontstond wat industrie(te weinig).
Ook werden er grote publieke werken uitgevoerd(aanleg wegen, drooglegging van moerassen)
om de mensen in het zuiden aan ander werk te helpen. Door het kappen van bossen en het
droogleggen van moerassen kreeg een aantal landarbeiders nu eigen grond. De Italiaanse
economie groeide sterk en de welvaart steeg. Donkere oorlogswolken pakten zich echter
samen boven Europa.
In 1911 besloot Italië dat de koloniën in Afrika uitgebreid moesten worden. Het kwam tot een
oorlog met het Turkse rijk. De Italianen hadden gedacht deze oorlog gemakkelijk te kunnen
winnen, maar dit viel tegen. De steun van de Italiaanse bevolking voor de oorlog nam af.
Giolitti moest een akkoord sluiten met de katholieke Volkspartij die door de invoering van het
mannenkiesrecht in 1912 veel stemmen kreeg van de streng katholieke Italiaanse bevolking.
De socialisten waren boos en stapten uit de regering. De regering viel.
Italië 1914 - 1918: De Eerste Wereldoorlog
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak had Italië een bondgenootschap met Duitsland en
Oostenrijk-Hongarije. Dit bondgenootschap was bij de bevolking niet erg populair omdat
Oostenrijk nog steeds enkele gebieden bezette die volgens de Italianen bij Italië hoorden.
Italië verklaarde zich in eerste instantie neutraal. Het ging onderhandelen met beide
oorlogvoerende partijen om te kijken welke partij Italië het meeste te bieden had. Op 26 april
1915 tekende Italië een (geheim) verdrag met Frankrijk, Engeland en Rusland. Deze landen
beloofden de Italianen de volgende gebieden in ruil voor de deelname aan de oorlog:
A: Istrië en Dalmatië(de kuststrook van het huidige Kroatië)
B: Triëst(= een stad)
C: Zuid-Tirol(Oostenrijks gebied)
De Italiaanse bevolking was ondertussen sterk verdeeld over de vraag of Italië wel of niet
moest deelnemen aan de Eerste Wereldoorlog:
3
De katholieke en socialistische leiders wilden neutraal blijven. Sommige socialisten waren het
hiermee niet eens. De bekendste was Benito Mussolini. Hij was voor de oorlog. Hij richtte
zijn eigen krant op, Popolo di Italia(het volk van Italië). Later richtte hij ook een eigen
politieke beweging op. Ook veel progressieve liberalen waren voor deelname aan de oorlog.
Zij zagen Duitsland en Oostenrijk als de belichaming van het conservatisme. Ook de
republikeinen waren voor deelname aan de oorlog omdat men dan eindelijk de gebieden kon
bevrijden die nog in handen waren van de Oostenrijkers. Uiteindelijk besloot de regering de
strijd in te gaan aan de kant van de Engelsen, Fransen en Russen.
Was Italië voorbereid op een oorlog?
Italië was niet voorbereid op een oorlog. Het land bezat industrie maar geen eigen ijzererts.
Dit moest geïmporteerd worden vanuit het buitenland. Italië had wel kolen, maar de kwaliteit
hiervan was zo slecht dat ze enkel gebruikt konden worden voor verwarming van huizen, niet
voor het smelten van ijzer. Ook de steenkool moest dus geïmporteerd worden en dit was lastig
in oorlogstijd, omdat elk land zijn grondstoffen eigenlijk zelf nodig had. Ook de
voedselproductie(vooral graan) liet te wensen over. Italië kon zichzelf niet voedden en moest
graan importeren vanuit het buitenland.
Het militaire verloop van de Eerste Wereldoorlog voor Italië, 1915-1918
Poster:
Hiernaast zie je een poster die de Italiaanse
Bevolking oproept de regering geld te lenen
Zodat deze de oorlogsinspanningen kan betalen.
Tekst op de poster:
“Jullie moeten alles doen”(om ons aan het front
te helpen)
4
Het Italiaanse leger was groot. Het telde bij het begin van de oorlog ongeveer 850.000 man.
Ze waren slecht voorzien van kanonnen, de munitie was schaars en het aantal
machinegeweren was klein. De officieren waren slecht opgeleid. Het terrein was in het
voordeel van Oostenrijkers en de Duitsers. Zij zaten op de bergtoppen en de Italianen in de
dalen. Ondanks hun moed wisten de Italianen in 1915 geen enkel succes te boeken. Vier
offensieven kostten al in het eerste jaar meer dan 100.000 Italianen het leven.
Begin 1916 gingen de Oostenrijkers in de tegenaanval in Zuid-Tirol. Na aanvankelijke
terreinwinst wisten de Italianen hun opmars te stoppen.
De Italiaanse bevelhebber Cardona zag zijn kans. Hij verplaatste zijn troepen vliegensvlug per
trein van Zuid-Tirol naar de Isonzo(= grensrivier met het tegenwoordige Slovenië) om de
Oostenrijkers te verrassen. De aanval begon op 4 augustus 1916. De Oostenrijkers werden
compleet verrast, maar de Italiaanse aanvallers traden te aarzelend op. Hierdoor konden de
verdedigers zich herstellen. De gevechten aan de Isonzo werden een uitputtingsslag met weer
tienduizenden doden aan beide kanten.
In 1917 waren de Italiaanse soldaten de zinloze aanvallen van hun commandant Cardona beu.
Er werd geen enkele terreinwinst geboekt en er vielen honderdduizenden doden. Cardona
wilde gewoon doorgaan met aanvallen en liet weigeraars doodschieten. Het Italiaanse
moreel(motivatie) van de soldaten daalde sterk.
In de herfst van 1917 leden de Italianen een afschuwelijke nederlaag bij Caporetto omdat de
Oostenrijkers hulp kregen van Duitse troepen.
foto: Italiaanse gevangenen worden afgevoerd
De Italiaanse regering greep in en verbeterde de leefomstandigheden van de soldaten. De vele
landarbeiders onder de soldaten werd een beter leven na de oorlog beloofd. Ze zouden eigen
land krijgen. Ook de voeding van de soldaten werd sterk verbeterd. Ze kregen vanaf nu elke
dag vlees(iets wat de landarbeiders thuis niet konden betalen, het enige wat ze daar aten was
polenta, een soort maispap) en mochten af en toe met verlof naar huis.
5
De Italiaanse industrie deed er alles aan het verloren materiaal te vervangen. Men koos voor
kwaliteit in plaats van kwantiteit. De troepen werden beter getraind en kregen meer en betere
wapens. Ook werden binnen het leger elite-eenheden gevormd ,de zogenaamde Arditi.
Poster:
“Arditi tijdens de oorlog”
Arditi betekent in het Italiaans “de dapperen”. De Aditi droegen een zwart hemd en een dolk.
Ze waren uitstekend voorzien van machinegeweren en andere wapens en werden alleen
ingezet als er aangevallen moest worden.
In de tijd dat er niet werd aangevallen zaten ze achter het front. Ze werden vertroeteld en
hadden niets tekort. Als er echter aangevallen moest worden waren zij de klos.
Na de verpletterende nederlaag bij Caporetto trokken de Italianen zich terug op de rivier de
Piave. Cardona werd ontslagen en opgevolgd door generaal Diaz(zie foto hieronder).
Diaz stopte de zinloze aanvallen en liet sterke stellingen aanleggen aan de Piave. Vooral het
Monte Grappa massief werd voorzien van bunkers met machinegeweren en snelvuurkanonnen.
6
De Italianen wisten dat ze bij de Piave moesten standhouden om Venetië en de Adriatische
zee te behouden.
Poster:
Op de poster kun je zien dat het
nu erop of eronder is. Een
Italiaanse soldaat met een bijl
maakt zich klaar de vijandelijke
hand af te hakken op het moment
dat deze probeert de Piave over
te steken.
weer gaat het om een poster die
de Italianen moet aanzetten geld
te lenen aan de staat voor de
oorlogvoering.
Tekst op de poster:
“voor de bevrijding --- teken in”
De Italianen brachten 20 van hun nieuwe divisies(= per divisie ongeveer 15.000 man)
waaronder de Arditi naar het Piave-front. De strijd begon slecht. De Oostenrijkers wisten de
rivier ondanks heftige Italiaanse tegenstand over te komen.
Op 19 juni 1918 deden de Italianen een heftige tegenaanval. Vooral in het Monte Grappa
massief werd zwaar gevochten. De Italianen maaiden vanaf de Monte Grappa de Oostenrijkse
troepen weg. De Oostenrijkers verloren tweemaal zoveel manschappen als de Italianen. De
Oostenrijkers moesten zich terugtrekken.
Op 24 oktober 1918 gingen de Italianen in de aanval. Ze veroverden Vittorio Veneto(de
noordrand van het Gardameer). De Oostenrijkse tegenstand stortte volledig in. Op 3
november vielen Udine en Trente in handen van de Italianen….. De Oostenrijkers wilden
onderhandelen over vrede.
7
Italië overwint (tegen (een te hoge) prijs)
Italië had de strijd tegen de Oostenrijkse en de Duitse troepen uiteindelijk weten te winnen.
Dit had echter wel enorm veel moeite gekost. 600.000 Italianen waren gesneuveld en nog
eens 1,5 miljoen soldaten waren gewond geraakt. Ook waren 600.000 soldaten door de vijand
krijgsgevangen gemaakt.
Door de oorlogskosten had Italië nu een staatsschuld van 60 miljard lire. Het land was als het
ware bankroet. En het ergste moest nog komen: de beloofde gebiedsuitbreiding voor Italië zou
er voor het grootste gedeelte niet komen. Ook kon de Italiaanse regering haar beloftes aan de
arbeiders niet waar maken. De landarbeiders kregen geen eigen land. De honderdduizenden
soldaten die terugkeerden konden voor het grootste gedeelte geen werk vinden. Dit zorgde
voor extra onrust.
HOOFDSTUK 2: ITALIË 1919-1922: JAREN VAN CHAOS, GEWELD EN
ECONOMISCHE CRISIS
Italië 1919: jaar van teleurstelling, woede en chaos
In 1919 werd er in het Franse Versailles onderhandelt met de verliezers van de oorlog,
Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Uiteindelijk werd het verdrag van Versailles gesloten.
Oostenrijk-Hongarije werd opgedeeld in een aantal zelfstandige landen(Bulgarije,
Tsjechoslowakije, Yoegoslavië, Albanië). Ook Duitsland raakte veel gebied kwijt en mocht
geen groot leger meer hebben. De Italianen kregen te horen dat ze niet alle beloofde gebieden
zouden krijgen.Ze kregen slechts Zuid-Tirol en Istrië. De rest van de irrendenta(Italiaanse
gebieden buiten Italië) bleven in vreemde handen.
Economisch gezien betekende het uiteenvallen van Oostenrijk-Hongarije een economische
ramp voor Italië. Voor de oorlog was dit namelijk de voornaamste exportmarkt. De nieuwe
staten hadden veel opstartproblemen en kochten minder Italiaanse producten.
Ook bij de verdeling van de Duitse koloniën in Afrika bleef Italië met lege handen achter.
Italië bleef achter met een kater, tot haar oren in de schulden. De lire verloor de helft van haar
waarde. De uitgaven van de staat waren in 1919 driemaal zo hoog als in de inkomsten. De
situatie zag er hulpeloos uit.
De landarbeiders waren de beloftes van regering tijdens de oorlog niet vergeten. Ze eisten
land. Toen dat niet kwam sloten veel arbeiders zich aan bij de socialistische vakbonden.
Andere ex-soldaten, met name de Arditi konden niet meer wennen in de saaie
burgermaatschappij. Tijdens de oorlog hadden ze status, goede voeding en kameraadschap
leren kennen. Zij sloten zich aan bij de nieuwe beweging van Mussolini, de fascio di
combattimento(= strijdbroeders) waarover later meer.
8
In 1919 was het aantal leden van communistische en socialistische vakbonden gestegen tot
boven de 2 miljoen. De socialisten radicaliseerden en wilden net zoals de communisten een
staat naar Sovjetmodel waarbij alle bezit in handen zou komen van de staat. Om dit te kunnen
bereiken legden ze het land plat door een eindeloze reeks stakingen en betogingen. Fabrieken
werden bezet om hoger loon af te dwingen. De productie kwam volledig stil te liggen.
De bourgeoisie van fabrikanten en grootbezitters zocht wanhopig naar iemand of iets die de
onrust kon stoppen. Ook de middenklasse(=de winkeliers) was de onrust zat. De Italiaanse
regering die bestond uit katholieken en socialisten(die sympathie hadden voor de stakers) was
verdeeld en deed niks om de fabrikanten, grootgrondbezitters en middenstand te helpen. Het
land was stuurloos.
Italiaanse nationalistische (= houden en opkomen voor je land) ex-soldaten onder leiding van
de schrijver, dichter en soldaat Gabriele D’Annunzio hadden na de Eerste Wereldoorlog hun
wapens behouden. Toen ze hoorden dat Italië de stad Fiume ondanks de beloftes niet zou
krijgen besloten ze deze stad, die aan Joegoslavië toegewezen was, maar zelf te bezetten.
Foto: Gabriele D’Annunzio.
Hij had tijdens de Eerste wereldoorlog gevochten als soldaat.
Tijdens de oorlog heeft hij de eerste bombardementen
met vliegtuigen op Oostenrijk uitgevoerd.
Mocht je ooit aan het Gardameer je vakantie doorbrengen,
bezoek dan eens het huis van D’Annunzio in Salò waar omheen
allerlei dingen zijn opgesteld die D”Annunzio ooit heeft
gebruikt waaronder een slagkruiser, auto’s kanonnen, enz..
De Italianen eren hem nog steeds als een held.
Zo gezegd, zo gedaan. D’Annunzio bezette de stad met zijn troepen die veelal hun zwarte
Arditi hemd nog droegen en bewapend waren met vuurwapens en een dolk. Elke dag hield hij
toespraken in de stad vanaf een balkon en elke dag waren er militaire parades.
D’Annunzio daagde de Italiaanse regering uit. Steeds meer nationalistische Italianen trokken
naar Fiume om zich aan te sluiten bij D’Annunzio.
In de stad werden raden opgericht waarin zowel industriëlen als vakbondsleiders zaten.
Samen moesten ze sturing geven aan de economie. D’Annunzio regeerde de stad iets meer
dan een jaar. Toen was de Italiaanse regering iets sterker geworden en stuurde ze slagschepen
om de vrijwilligers van D’Annunzio te verjagen.
9
Ondertussen waren de fascio di combattimento(= strijdbroeders) oftewel fascisten van
Mussolini, een soort knokploegen van ex-soldaten, enorm uitgebreid. Een politiek programma
had Mussolini niet. Hij wilde allereerst een einde maken aan de chaos in het land waar hij de
socialisten voor verantwoordelijk achtte. Het woord fascist is afkomstig van het woord fasces:
Dit waren takkenbundels met bijlen erin die voor bestuurders van het Romeinse Rijk uit
gedragen werden als teken van hun macht.
Afbeelding:
Hier zie je fasces op een pamflet wat als reclame diende
Voor een fascistische opera-voorstelling .
Italië 1920-1921: de economie komt bijna tot stilstand, de socialisten falen en de fascisten
krijgen steeds meer macht en invloed.
De socialistische regering van Italië had haar macht gebruikt om de grootgrondbezitters te
dwingen de landarbeiders een heel jaar in dienst te houden, dus ook in de winter wanneer er
geen werk voor hen was. Ook was hun loon bij wet verhoogd en hun werkomstandigheden
verbeterd. De grootgrondbezitters die voor de oorlog veel geld hadden gestoken in het
droogleggen van moerassen werden op deze manier financieel uitgekleed. Ook werd er vaak
door de loonarbeiders gestaakt. De regering trad hier niet tegen op. De grootgrondbezitters
waren wanhopig en riepen de hulp in van de fascio di combattimento van Mussolini.
Afbeelding:
Hiernaast zie je één van de
vele Fascio’s die het
opnamen tegen de socialisten.
De in zwarte hemden geklede fascio di combattimento(ook wel zwarthemden genoemd)
organiseerden nachtelijke krijgstochten om de arbeidsbureau’s en kantoren van de
socialistische partij in brand te steken. Socialisten werden in elkaar geslagen en moesten een
grote hoeveelheid wonderolie opdrinken. Sommige socialisten overleefden dit niet.
10
Maar de fascisten gebruikten op het platteland niet alleen maar geweld. Ze gaven een deel van
de landarbeiders wat ze het liefst wilden: land. De grond werd beschikbaar gesteld door
enkele vooruitziende grootgrondbezitters. Hierdoor konden de fascisten veel landarbeiders
overhalen om uit de socialistische vakbonden te stappen. Ze hoopten namelijk eigen grond te
krijgen door zich aan te sluiten bij de fascisten.
Ook de fabrieken in Noord-Italië werden door bezettingsacties en stakingen van de socialisten
volledig lamgelegd. Ook de fabrieksdirecteuren zochten steun bij de fascisten. Door de
landurige stakingen stegen de prijzen met 600%. De acties veroorzaakten dus eigenlijk alleen
maar meer ellende. Een gedeelte van de fabrieksarbeiders besefte dat het zo niet langer kon
doorgaan en sloot zich aan bij de fascisten.
Langzaam maar zeker namen de fascisten in sommige plattelandsgebieden en steden steeds
meer de rol over van de regering. Ze regelden de economie, zorgden voor werk door publieke
werken(aanleg wegen, droogleggen moerassen, enz), en handhaafden de orde door het
gebruik van geweld. De plaatselijke politie en legercommandanten sloten zich vaak aan bij de
fascisten omdat ze de wanorde die door de socialisten veroorzaakt werd, meer dan zat waren.
Door het succes van de fascio’s di combattimento werd het fascisme in december 1920 een
politieke stroming door de oprichting van de PNF: Partito Nazionale Fascista(Nationale
Fascistische Partij).
Een echt programma had de PNF toen nog niet. De partij was extreem nationalistisch en
verheerlijkte het gebruik van geweld om problemen op te lossen. Ook was ze
antidemocratisch. Volgens de fascisten werkte de democratie niet. Er werd alleen maar
gepraat over problemen. Er gebeurde weinig om de problemen op te lossen. Hierdoor voelde
vooral de jeugd zich sterkt aangetrokken tot het fascisme. Ook vonden de fascisten dat de
democratie teveel de belangen van de heersende klasse verdedigde.
Ook was de PNF tegen de klassenstrijd(de strijd tussen werkgevers en werknemers die
volgens de communisten en radicale socialisten moest lijden tot een revolutie). Zij vonden
dat de staat moest optreden als een scheidsrechter die boven deze twee groepen stond. Ook
waren ze tegen de internationalisering. Ze wilden eigen producten beschermen tegen
goedkopere buitenlandse producten door hoge invoerrechten in te stellen.
Wel lieten ze privé-bezit toe. Ze wilden niet dat alle bedrijven in handen zouden komen van
de staat. Vanwege deze redenen en hun sterke anti-internationalisering houding kregen ze veel
steun van fabrikanten en grootgrondbezitters.
11
Italië 1922: De Mars naar Rome, de fascisten nemen de macht over
In de loop van 1922 liep het optreden van de fascio di combattimento, zoals het plunderen en
in brand steken van plaatselijke socialistische hoofdbureaus, krantenkantoren, arbeidsbureaus
en huizen van socialistische voormannen, uit op de gewelddadige bezetting van hele steden.
De Italiaanse regering trad niet op. Op 3 maart 1922 namen de fascisten Fiume over, in mei
Ferrara en Bologna. In de steden waar de fascisten aan de macht waren, begonnen ze met een
eigen programma van openbare werken om de werkeloosheid op te lossen. In juli 1922
veroverden de fascisten de meeste steden in Noord-Italië. De opmars ging zo snel dat de
hoofdstad Rome bijna wel moest volgen.
In oktober 1922 besloot de leiding van de fascistische partij om een mars op Rome te
organiseren om zo de macht over te nemen. Mussolini zelf was er niet gerust op dat de
Italiaanse regering zich zou laten afzetten zonder geweld, maar de andere fascistische leiders
wisten hem te overtuigen. Het plan was om Rome onder leiding van vier fascistische leiders
uit vier richtingen te naderen:
1. Een groep onder leiding van Italo Balbo:
Italo Balbo stond symbool voor het jonge, energieke, radicale
fascisme. Hij was zeer geliefd bij de Italiaanse jeugd als
voorbeeldfiguur. Hij bezat een universitaire opleiding.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog had hij gevochten bij de
Alpenjagers(Alpinisti). Door zijn dapperheid
kreeg hij verschillende medailles. Hij werd tijdens de oorlog
bevorderd tot kapitein. Na de oorlog sloot hij zich aan bij de
Fascisten van Ferrara. Hij werd hier leider en gebruikte grof
Geweld om de socialistische partij te vernietigen. Na de
machtsovername van de fascisten werd Italo Balbo
verantwoordelijk voor de luchtvaart. Hij boekte grote sucessen.
In de jaren ’20 vlogen zijn vliegers voor het eerst non-stop naar
New York.
2. Een groep onder leiding van generaal Emilio de Bono:
Emilio di Bono had zijn land gediend in verschillende
oorlogen waaronder de Eerste Wereldoorlog. In 1915 werd hij
commandant van het 15de regiment 'Bersaglieri' en in 1918
werd hij commandant van het 9de legerkorps. Aan het einde
van de Eerste Wereldoorlog werd De Bono bevorderd tot
luitenant-generaal Na de oorlog werd hij commandant van de
Arditi. Hij moest alle oud-strijders aan de fascistische partij
binden. Na de machtsovername van de fascisten werd hij
senator en politiechef.
12
3. Een groep onder leiding van Michele Bianchi:
Michele Bianchi had rechten gestudeerd aan de universiteit
van rome. Net als Mussolini was hij voor de Eerste
wereldoorlog een vurig socialist. Hij werd vakbondsleider.
Ook hij wilde dat Italië zou meedoen met de Eerste
wereldoorlog.
Na de oorlog sloot hij zich aan bij de fascisten toen bleek
dat de socialisten alleen maar bleven staken en geen enkel
plan hadden voor een toekomstig Italië wat wel zou kunnen
functioneren. Hij moest vooral de arbeiders winnen voor de
PNF. Na de machtsovername werd hij secretaris van
buitenlandse zaken.
4. Een groep onder leiding van Cesare de Vecchi:
Cesare de Vecchi was familie van de Italiaanse koning
Victor Emanuel III. Hij moest de koningsgezinden en de
adel winnen voor de PNF.
Mussolini gebruikte de Vecchi om de koning onder druk te
zetten. Deze was namelijk doodsbang dat Mussolini de
Vecchi op de troon van Italië zou zetten als hij niet genoeg
meewerkte met de fascisten.
Mussolini zelf deed niet mee aan de mars. Hij bleef achter in het veilige Milaan in NoordItalië. Van hieruit probeerde hij tot een politieke deal te komen met de koning en de Italiaanse
regering.
De regering van katholieken en socialisten was sterk verdeeld. Toch deed premier Facta een
poging om de fascisten tegen te houden.Hij had extra troepen naar Rome laten brengen en het
spoorwegpersoneel en de politie had de opdracht gekregen om de fascisten buiten Rome tegen
te houden. Het enige wat hij nu nog nodig had was een handtekening van de koning om de
staat van beleg af te kunnen kondigen.
13
Op het allerlaatste moment haakte koning Victor Emanuel III af. Hij besloot de het document
voor de staat van beleg niet te tekenen. Hij weigerde de gereedstaande troepen in te zetten
tegen de duizenden fascisten buiten de stad. De koning was bang(terecht) dat een gedeelte van
de troepen zou overlopen naar de fascisten en dat het tot een burgeroorlog zou komen. Ook
was hij bang zijn troon te verliezen.
Op 30 oktober 1922 kreeg Mussolini van de koning het premierschap aangeboden.
Op 31 oktober 1922 marcheerden duizenden fascisten door de straten van Rome waar ze
enige bloedige conflicten uitlokten met de socialisten.
Foto mars naar Rome
Deze foto is na de mars in
scène gezet omdat Mussolini
zelf niet meegelopen heeft.
Hij zat in Milaan af te
wachten wat er zou gebeuren.
Nog dezelfde avond liet Mussolini zijn zwarthemden met 50 speciale treinen de stad uitvoeren
om ze zo kwijt te raken en de rust te herstellen. De machtsovername van de fascisten, de
fascistische revolutie, was vrij vredig verlopen, uitgezonderd de uitgelokte incidenten. Geen
enkele fascist was bij de inname van Rome gesneuveld.
Het feit dat er geen strijd geleverd was voor de inname van Rome zat de fascisten, die veel
nadruk legden op actief optreden en het gebruik van geweld, dwars. In de jaren die volgden
deed de fascistische regering er alles aan om de geschiedenis te vervalsen. Elk jaar werd de
machtsovername gevierd met een feest wat vier dagen duurde. Zelfs de jaartelling werd
aangepast. In de fascistische jaartelling werd het jaar 1922 jaar 1, 1923 jaar 2, enz.
14
HOOFDSTUK 3: DE BEGINJAREN VAN DE FASCISTISCHE
HEERSCHAPPIJ(1922-1924)
Mussolini was in de beginjaren van zijn bewind erg gematigd. Hij wist dat hij en de
fascistische partij eerst nog verder moesten doordringen in de bureaucratie(de ambtenaren), de
politie en het leger om er zeker van te zijn dat er geen opstand zou plaatsvinden tegen zijn
regering. Hij wist dat hij de conservatieven, met wie hij samen regeerde, te vriend moest
houden omdat zij nog steeds veel invloed hadden in bureaucratie, politie en leger. Mussolini
wilde rust en orde in het land en zat eigenlijk met de radicale fascio di combattimento in zijn
maag. Zij bleven bloedige aanvallen plegen op tegenstanders en ze dreigden met een “tweede
revolutie”. Ze vonden het bewind van Mussolini veel te gematigd. Mussolini deed er alles aan
om de fascio’s in bedwang te houden. Al snel bleek dat hij in deze beginjaren een kundig
staatsman was.
Het eerste wat hij deed was het invoeren van de achturige werkdag. Dit was uniek in Europa.
Met deze maatregel nam hij de socialisten de wind uit de zeilen.
De ingeslapen ambtenaren kregen de schrik van hun leven: Mussolini zorgde ervoor dat ze
aan het werk gingen door een systeem van controleurs in te voeren die de werkzaamheden van
de ambtenaren controleerden.
Foto: Mussolini als premier
Het zwarte hemd was vervangen door een keurig pak. Mussolini
bestuurde in de beginjaren van zijn bewind Italië kundig.
Hij stak gunstig af tegen de leiders van andere Europese landen
door zijn dynamische beleid. Hij reisde veel door het land, bekeek
problemen en nam de tijd om met gewone burgers te praten. Dat
was in die tijd uniek.
Het grootste en meest zichtbare succes was zijn aanpak van de grootste ergernis van de
Italianen: de nationale spoorwegmaatschappij, Trenno d’Italia. Deze maatschappij presteerde
het ervoor te zorgen dat er bijna geen enkele trein op tijd reed. Vaak kwamen treinen meer
dan een uur te laat binnen omdat het personeel op de trein dronken was, geen zin had, enz.
Mussolini heeft persoonlijk een dronken machinist uit een trein laten halen en zorgde ervoor
dat er op elke trein fascisten meereden die ervoor zorgden dat het personeel zijn werk goed
deed. Vanaf toen reden alle treinen op tijd.
Ook de tekorten op de staatsbegroting verdwenen grotendeels door goed economisch beleid.
Zelfs zijn politieke tegenstanders werden nu met rust gelaten. Ze konden zeggen wat ze
wilden, kranten uitbrengen, enz. De sociale onrust in Italië verdween als sneeuw voor de zon.
15
Ondertussen was de sluwe Mussolini echter achter de schermen druk in de weer met de
volledige fascistisering van Italië. Hij deed dit heel geleidelijk om onrust te voorkomen:
1:
In december 1922 was “De grote Raad van het fascisme” opgericht. In de loop van de
jaren die volgden zou deze raad de regering steeds meer gaan vervangen.
2:
In 1923 werd er een eigen partijleger opgericht, de Milizia. Mussolini deed dit om twee
redenen:
A: Mocht er ooit een conflict ontstaan met het leger dan had hij een eigen gewapende macht
tot zijn beschikking om in te zetten tegen het leger.
B: Mussolini liet de Fasio di combattimento opnemen in de Milizia. Hier kwamen ze onder
streng partijtoezicht te staan waardoor de kans op een opstand van binnenuit zou afnemen.
Ook verloren de plaatselijke leiders van de fascio’s op deze manier hun macht.
3:
Er werd een fascistische jeugdbeweging opgericht, de Balilla. Balilla was een kleine jongen
die in 1746 te Genua met het werpen van een steen het signaal had gegeven tot een opstand
tegen de Oostenrijkse bezetters.
Foto Balilla:
Leden van de Balilla oefenen militaire
vaardigheden. Ze kregen vaak luchtbuksen
in plaats van echte geweren om ongelukken
te voorkomen.
In deze jeugdbeweging leerde de jeugd dat het belangrijk was om van je land te
houden(nationalisme). Ook kregen ze een soort militaire dril. Ze leerden marcheren, schieten,
enz.
4:
Eind 1923 kwam er een nieuwe kieswet en nieuwe verkiezingen. Tijdens deze verkiezingen
werden kiezers zoals vanouds door de fascisten geïntimideerd. De fascisten kregen ¾ van de
zetels in het parlement in handen. Mussolini kon nu eigenlijk alleen regeren. Om de
democratische schijn op te houden nam hij twee socialisten, waaronder de socialist Matteotti,
op in zijn nieuwe regering. Hier zou hij nog spijt van krijgen………..
16
Matteotti viel de fascisten in het parlement rechtstreeks aan. Hij stelde dat de verkiezingen
niet geldig waren omdat de fascisten ze met geweld hadden beïnvloed. Ook beschuldigde hij
de fascistische militie die volgens hem als enige taak had de zittende regering met geweld te
steunen.
Foto Giacomo Matteoti
De moedige socialist Giacomo Matteoti stelde de misstanden
van het fascistische systeem aan de kaak.
Dit kostte hem zijn leven…..
Tien dagen na zijn rede werd Matteotti door 5 mannen ontvoerd en vermoord. Omstanders
konden het nummerbord opschrijven en doorgeven aan de politie. De politie arresteerde 5
fascisten.
Er ontstond heftige verontwaardiging over de moord in Italië. Men wees met de
beschuldigende vinger naar Mussolini. Tot op de dag van vandaag weten we niet zeker of hij
van tevoren van deze moordpoging afwist of hiertoe opdracht heeft gegeven.
De oppositie weigerde nog langer deel te nemen aan het parlement. Eerst moesten de
schuldigen van de moord gestraft worden. Ook de meeste kranten schreven ineens felle
artikelen tegen de fascisten. Elke dag werd Mussolini buiten het parlementsgebouw
opgewacht door honderden zwijgende mensen. Mussolini dacht aan aftreden…..
In november 1924 herstelde Mussolini zich. De radicale vleugel van zijn partij drong er bij
hem op aan om handelend op te treden om de tegenstanders van de fascisten uit te schakelen.
Ook de Italiaanse koning en de conservatieven bleven hem ondanks alles steunen. Ze waren
bang dat Italië anders in handen zou komen van de socialisten.
Ook de kerk, die in het streng katholieke Italië veel gezag had, bleef hem steunen omdat veel
socialisten tegen godsdienst waren en het geloof wilden afschaffen.
17
HOOFDSTUK 4: ITALIË WORDT EEN DICTATUUR EN LANGZAAM MAAR
ZEKER EEN TOTALITAIRE STAAT(1925-1929)
Op 3 januari 1925 schafte Mussolini de democratie af. Italië moest een totale dictatuur
worden. De radicale fascist Farinacci kreeg opdracht om hiervoor te zorgen. Hij nam meteen
een aantal vergaande maatregelen:
1. De oppositie werd ontbonden
2. Vrije verkiezingen werden afgeschaft
3. Er werd een stakingsverbod ingevoerd
4. Alle kranten kwamen in fascistische handen.
5. Het fascistische lied Giovinezza verving vanaf nu het volkslied
6: Mussolini werd de “duce”(=leider) die onvoorwaardelijk gehoorzaamd moest worden
De fascistische minister van justitie, Alfredo Rocco, was één van de “denkers” van het
fascisme. Hij probeerde het fascisme en haar doelen te omschrijven.
Foto: Alfredo Rocco
Rocco zette de fascistische denkbeelden op papier en
voorzag ze van een wetenschappelijke onderbouwing. Zijn
boeken werden over heel de wereld verspreid.
Volgens hem was het fascisme een definitieve breuk met de democratie, het liberalisme en het
socialisme.Volgens het fascisme staat het individu in dienst van de samenleving, en niet
omgekeerd. De staat moet zeer krachtig en machtig zijn, er is geen plaats voor oppositie. Zijn
bekendste uitspraak over dit thema is: “alles door de staat, niets buiten de staat, niets tegen de
staat”. Volgens de fascisten moest de staat geleid worden door “de beste der volksgenoten”.
Rocco kwam ook met een plan om de economie anders aan te sturen. Hij wilde een
korporatisch stelsel: de economie werd verdeeld in 7 onderdelen. Per onderdeel moest er een
overlegorgaan komen waarin werknemers, werkgevers en de Italiaanse staat zitting hadden.
Ze moesten eventuele conflicten in harmonie oplossen. De vertegenwoordigers van de staat
fungeerden als scheidsrechters.
De verschillende klassen(arbeiders, industriëlen, ambtenaren) moesten samenwerken in plaats
van elkaar bestrijden. Ook de nadelen van teveel kapitalisme konden op deze manier worden
aangepakt. Op deze wijze werd het fascisme “een derde weg”
tussen democratie en communisme.
18
.Door de invoering van het korporatisch stelsel werden werkgevers en werknemers voor de
wet gelijkgesteld. De positie van de arbeiders werd verder verbeterd om opstanden en onrust
te voorkomen: nachtarbeid werd beter betaald als dagarbeid, tijdens de vakantie werd de
werknemer doorbetaald, bij ontslag buiten de schuld van de werknemer moet er een
schadevergoeding worden betaald en er kwam een ziektekosten en werkloosheidsverzekering.
In de praktijk bleven de werkgevers echter machtiger. De lonen werden met hulp van de
regering relatief laag gehouden. Toch steeg de koopkracht van de Italianen omdat de regering
met een actieve economische politiek grote prijsstijgingen wist te voorkomen.
Door de actieve overheidspolitiek wist Mussolini grote economische successen te boeken.
Hij liet op grote schaal woeste grond en moerassen ontginnen. Hierdoor ontstond extra
landbouwgrond. Mussolini noemde dit battaglia del Grano(=de slag om het graan).
Pamflet: “de overwinning van het graan”
Mussolini slaagde erin om Italië compleet
zelfvoorzienend te maken op het gebied van graan.
Italië moest een vrij groot gedeelte van zijn graan in het buitenland inkopen. Dit kostte het
land veel geld en maakte het afhankelijk. Door het creëren van de nieuwe landbouwgrond
slaagde Mussolini erin het land zelfvoorzienend te maken voor wat betreft graan. Niet langer
hoefde Italië graan te importeren.
Mussolini verbood staatsbedrijven buitenlandse producten aan te kopen als er een goed
Italiaans alternatief voor handen was. Als de politie bijvoorbeeld vrachtwagens nodig had
moesten ze Lancia of Fiat vrachtwagens kopen en geen buitenlands merk. Ook particuliere
firma’s werden aangemoedigd Italiaanse producten te kopen. Tegelijkertijd werd de export
bevorderd door bedrijven speciale tarieven te bieden als ze gebruik maakten van de Italiaanse
spoorwegen.
19
Het wegennet werd enorm uigebreid en verbeterd. Dit bezorgde veel mensen werk. De
energievoorziening werd verbeterd en goedkoper door de aanleg van waterkrachtcentrales in
de bergen.
Op sociaal en cultureel gebied deden de fascisten er alles aan om de arbeiders voor zich te
winnen. We hebben al gezien dat ze voor wet gelijkgesteld werden aan de werkgevers. Maar
waar de fascisten echt hun grootste winst boekten was het privé-domein van de burgers. De
jeugd werd al dan niet verplicht lid van fascistische jeugdorganisaties en sportverenigingen
kwamen onder fascistisch toezicht.
Verder waren er in alle steden massabijeenkomsten en feesten om de populariteit van de
fascisten onder de bevolking te vergroten.
Maar zijn grootste succes boekte Musssolini in februari 1929. Toen slaagde hij erin de
Italiaanse staat te verzoenen met de nog altijd machtige katholieke kerk. Hij sloot met de
katholieke kerk het Verdrag van Lateranen.
Foto: paus Pius XI
Onder hem werden de Lateraanse Verdragen
afgesloten met de Italiaanse regering van
Mussolini. In de verdragen zag het Vaticaan af
van haar aanspraken op de gebieden van de
voormalige Pauselijke Staat; in ruil erkende
het koninkrijk Italië de soevereiniteit van de
paus over Vaticaanstad
Door dit verdrag kreeg de kerk een schadevergoeding van de Italiaanse staat voor al haar
verloren gegane gebieden.
Ook erkende Mussolini dat het katholieke geloof “het geloof van de meeste Italianen” was.
De kerk kreeg een klein zelfstandig gebied in Rome, Vaticaanstad. De katholieke organisaties
werden door de fascisten met rust gelaten. In ruil hiervoor erkende de kerk het fascisme als de
leidende politieke beweging in Italië.
20
HOOFDSTUK 5: ITALIË EN DE ECONOMISCHE CRISIS, 1929-1935
Op 24 oktober 1929 begon de economische wereldcrisis in de Verenigde Staten. Dit had ook
gevolgen voor Italië omdat het land veel geld geleend had bij Amerikaanse banken. Deze
banken dreigden failliet te gaan en eisten het geld per direct terug.
Oorzaak
In de Verenigde Staten van Amerika ging het tussen 1920 en 1928 goed met de economie. De
bedrijven verdienden veel geld en er was veel handel. Amerika maakte als eerste land auto´s
en verkocht die aan het buitenland. Grote bedrijven geven vaak aandelen uit. Dat zijn
papiertjes die geld waard zijn en waarmee je eigenlijk een beetje eigenaar wordt van het
bedrijf.
Als het goed gaat met een bedrijf, dan zijn die aandelen veel geld waard. Toen het dus goed
ging met de bedrijven in Amerika, kochten veel mensen aandelen. Maar in oktober 1929 ging
het niet zo goed meer met de economie en iedereen wilde zo snel mogelijk zijn of haar
aandelen verkopen.
Mensen wilden geen eigenaar meer zijn van een bedrijf dat verlies draaide. De aandelen die
eerst veel geld waard waren, waren nu bijna niks meer waard. Donderdag 24 oktober 1929
was de ergste dag, het ging helemaal mis. Deze dag wordt daarom ook wel Zwarte Donderdag
(Black Thursday) genoemd.
Black Thursday
Op deze donderdag in 1929 wilde iedereen zijn aandelen kwijt. Want die aandelen waren
helemaal niks meer waard.
Foto: De beurs van Wallstreet
Op 24 oktober 1929 stonden de
aandeelhouders buiten aan te
schuiven in de hoop dat ze binnen
hun aandeel nog voor een redelijke
prijs konden verkopen. Door deze
handelswijze ontstond er paniek.
Iedereen verkocht zijn aandelen op
hetzelfde moment waardoor ze niks
meer waard waren.
Als je dus veel aandelen had, was je eigenlijk in één klap een stuk armer geworden. Mensen
gingen failliet, ze waren helemaal blut. Sommige mensen hebben op die dag zelfs zelfmoord
gepleegd, omdat ze het helemaal niet meer zagen zitten.
21
Gevolgen van de economische wereldcrisis voor Italië:
1. De export van goederen stortte volledig in:
De belangrijkste exportlanden van Italië waren Oostenrijk en Duitsland. Deze landen waren
goed voor 65% van de Italiaanse export. De Duitse economie deed het tot 1929 uitstekend
maar was gebouwd op geleend Amerikaans geld. Toen de Amerikanen dit geld na oktober
1929 terugeisten stortte de economie in elkaar. Er ontstond hyperinflatie in Duitsland, het
Duitse geld was niks meer waard. Hierdoor raken veel Italiaanse industriearbeiders werkeloos
2. Ook Italië moet geleend Amerikaans geld terugbetalen:
Italië had naar verhouding met Duitsland weinig geleend. Maar door de plotselinge
terugbetaling van het geld kwamen verschillende projecten van de Italiaanse regering stil te
liggen. Men moest op zoek naar nieuwe geldschieters in binnen- en buitenland.
3. De handelsbalans van Italië wordt negatief:
Omdat Italië bijna geen grondstoffen had moest het deze grondstoffen, vooral kolen, staal en
olie, importeren vanuit het buitenland. Door het terugvallen van de export kreeg Italië minder
geld binnen dan dat het uitgaf. Er was maar één oplossing: meer geld lenen. Hierdoor verloor
de Italiaanse munt, de lira, een gedeelte van haar waarde.
De aanpak van de economische crisis door Mussolini
Net als andere regeringsleiders zat Mussolini met de crisis in zijn maag. Hij kwam tot de
conclusie dat er maar één ding opzat: de staat moest krachtig ingrijpen in de economie om de
problemen op te lossen.
Mussolini begon een indrukwekkend programma van openbare werken om de Italianen aan
het werk te houden. Er werden nog meer wegen aangelegd(bijvoorbeeld de wegen en tunnels
rond het Gardameer), sociale woningen gebouwd, landbouwgrond ontgonnen, enz. Hierdoor
bleef de werkeloosheid in Italië relatief laag. Maar dit alles werd betaald door nog meer geld
te lenen. Hierdoor steeg de staatsschuld en daalde de Lira verder in waarde.
Mussolini had voor deze problemen geen oplossing. Hij hoopte deze problemen te kunnen
oplossen als het weer beter ging met de economie….
Andere landen volgden het Italiaanse voorbeeld. In de VS kwam president Roosevelt met
“The New Deal”, een programma van openbare werken. Later zou Hitler in Duitsland de
werkeloosheid oplossen door hetzelfde te doen: openbare werken uitvoeren zonder dat je daar
het geld voor hebt.
22
HOOFSTUK 6: DE RADICALISERING VAN HET FASCISME: DE OORLOG IN
ABBESSINIË(HUIDIGE ETHIOPIË) 1935-1936
Het verloop van de oorlog
In de jaren ’30 begon Mussolini met de verjonging van zijn partij. Deze jonge fascisten waren
radicaal. Ze wilden actie. Mussolini was hier niet ongevoelig voor. Mede onder invloed van
de economische crisis begon hij met een uitgebreide herbewapening. Hij voorspelde dat de
20ste eeuw “de eeuw van het fascisme” zou worden. Het buitenland werd ongerust.
In tijden van economische crisis is het hebben van een buitenlandse vijand voor machthebbers
erg handig om de aandacht af te lijden van andere (binnenlandse) problemen. In 1934 besloot
Mussolini in het diepste geheim om Abessinië(het huidige Ethiopië) binnen te vallen. De
Italianen hadden nog een rekening te vereffenen met dit land. In 1896 was een veel sterker
Italiaans leger verslagen door de Abessijnen. Mussolini wilde als wraak het land bezetten. In
december 1934 vond er een klein militair treffen plaats bij Wal Wal. Dit gaf Mussolini het
excuus om Abessinië binnen te vallen.
Op 3 oktober 1935 viel Italië vanuit Somalië en Eritrea met een strijdmacht van ongeveer
500.000 man Abessinië binnen. Binnen enkele weken veroverde het leger onder bevel van
Generaal Emilio De Bono (1866-1944) de plaatsen Adigrat, Adwa, Aksum en Mekele.
Hoewel de "internationale gemeenschap" diep verontwaardigd was over het Italiaanse
optreden, Italië in de Volkenbond werd veroordeeld, en er een handelsboycot tegen Italië
werd gelast, besloten Engeland en Frankrijk zich afzijdig te houden. Ook Duitsland liet Italië
zijn gang gaan. Italië zei "te vechten voor de beschaving", ook al omdat volgens een rapport
van de Volkenbond de slavernij in Ethiopië nog altijd niet was afgeschaft.
In de eerste weken van april werd de Ethiopische tegenstand gebroken; op 5 mei bezette het
Italiaanse leger de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Enkele dagen daarvoor was Haile
Selassie het land uit gevlucht via Palestina naar Londen. Op 9 mei verkondigde de Italiaanse
Duce, de oprichting van Italiaans Oost Afrika (Africa Orientale Italiana, AOI), met de
Italiaanse koning Victor Emanuel III als keizer en generaal Pietro Badoglio als onderkoning.
Al binnen twee weken werd hij vervangen door generaal Rodolfo Graziani. De verovering
van Ethiopië was uiterst gewelddadig: met hun superieure luchtmacht bombardeerden de
Italianen steden en dorpen, ook met gifgas.
Foto: Abessijnse krijgers
De meeste Abessijnse troepen waren nog bewapend
met speren, zwaarden en bogen. Toch hadden de
Italianen nog hun handen vol aan dit slecht
bewapende leger, vooral in het centrale hoogland.
Italië gebruikte hier gifgas omdat het wist dat de
meeste krijgers op blote voeten liepen. Gevolg:
vreselijke brandwonden.
Meer dan 300.000 mensen verloren daarbij het leven. De dramatische oproep van Haile
Selassie voor de Volkenbond in Genève, om het Italiaanse gezag over zijn rijk niet te
erkennen, vond nauwelijks gehoor.
23
De reactie van de Italiaanse bevolking op de Abessijnse oorlog
De Italiaanse bevolking was enthousiast over de oorlog tegen Abessinië. Het grootste gedeelte
van de bevolking vond namelijk dat Italië recht had op een koloniaal rijk omdat het zelf te
weinig grondstoffen bezat.
Toen de Volkenbond(= soort VN) sancties(=het niet leveren van goederen zoals olie, ijzererts,
enz) afkondigde tegen Italië waren de Italianen furieus. Ze vonden de reactie van de
Volkenbond, en met name van de landen Frankrijk en Engeland, die zelf reeds een enorm
koloniaal rijk bezaten, schijnheilig. De bevolking stond als één man achter Mussolini. De
fascistische regering maakte hier dankbaar gebruik van.
Ze organiseerden de actie Oro alla Patria(=goud voor het vaderland). Bij deze door de
fascisten georganiseerde actie leverden Italiaanse vrouwen, waaronder koningin Elena hun
gouden trouwringen in om de veldtocht in Abessinië te helpen betalen.
Affiche “Oro alla Patria”
Op de affiche zie je een Italiaanse militaire helm die tot
de rand gevuld is met gouden trouwringen.
Op de achtergrond zie je machtige gebouwen in
Romeinse stijl. Dit symboliseert dat de Italianen door
hun bijdrage meehielpen een groot rijk te stichten net
zoals in de tijd van de Romeinen.
Tijdens de oorlog werden in Italië Fascistische gewoontes ingevoerd: niet langer werd iemand
aangesproken met lei(u) maar met tu(jij). De Fascistische groet ging het handen schudden
steeds meer vervangen. Ambtenaren kregen uniformen
Je zou kunnen zeggen dat de oorlog de ingeslapen Fascistische partij een nieuwe impuls gaf.
De partij radicaliseerde en keerde terug naar haar gewelddadige wortels. De Italiaanse
samenleving militariseerde in hoog tempo. Ook de verhoudingen van Italië met het buitenland
veranderden enorm.
24
De Italiaanse buitenlandse politiek verandert door de Abessijnse oorlog
Voor 1935 was het Fascistische Italië niet bevriend met Nazi-Duitsland. Sterker nog:
Mussolini had aanvankelijk een bloedhekel aan Hitler. Hij zag Hitler als een zonderling en
moest niets hebben van diens antisemitisme(jodenhaat) en rassentheorie.
Foto: Hitler en Mussolini
Op het begin mochten de twee elkaar niet. Later
zouden ze toch gaan samenwerken en werden ze
goede vrienden.
Op 4 juni 1934 ontmoeten de twee elkaar voor het eerst in het Italiaanse Stresa. Naast de
opgesmukte Mussolini zag Hitler, in zijn eenvoudige regenjas, eruit als een zwerver. Hitler
was overdonderd door de Italiaanse pracht en praal.
Toen Oostenrijk eind juli 1934 een Nazi-regering dreigde te krijgen stuurde Mussolini meteen
enkele divisies Alpenjagers naar de grens. Hij waarschuwde Duitsland dat hij Oostenrijk
militair te hulp zou komen als Duitsland het in zijn hoofd zou halen het land binnen te vallen.
Italië was bang voor het opkomende Duitsland. Het wilde Oostenrijk als een bufferstaat
behouden tegen het agressieve germanisme van Hitler. Mussolini was bang voor een opstand
van de 300.000 Duitsers die in de Italiaanse grensgebieden woonden wanneer de Nazi’s
Oostenrijk zouden inlijven bij Duitsland.
Hitler wilde kost wat kost betere relaties met Italië. Zijn kans kwam toen Frankrijk en
Engeland in 1936 voor sancties tegen Italië stemden. Hitler erkende meteen de veroveringen
van Mussolini in Abessinië.
Op 21 oktober 1936 ondertekenden Duitsland en Italië een geheim samenwerkingsverdrag.
In september 1937 bezocht Mussolini Berlijn. Mussolini was onder de indruk van wat hij te
zien kreeg. Het hoogtepunt van het bezoek was een plechtigheid in Berlijn waar Mussolini en
Hitler een menigte van 900.000 Duitsers toespraken. Mussolini hield zijn rede in het Duits.
De menigte was superenthousiast.
Mussolini keerde vol enthousiasme terug naar Rome. Hij besefte niet dat de versterking van
de banden met Duitsland het einde van het fascistische Italië zou betekenen. De schaduw van
het bloeddorstige en roofzuchtige Duitsland was over Italië gevallen……
25
Reacties en gevolgen van het bondgenootschap met Duitsland in Italië
Veel leden van de Fascistische partij waren niet blij met Duitsland als bondgenoot. Ze waren
bezorg over de ware bedoelingen van Duitsland en vreesden dat Duitsland ook de macht in
het Middellandse zeegebied zou willen overnemen. Het aanzien van Italië in de wereld
daalde in 1938 tot een dieptepunt toen Hitler Oostenrijk binnenviel en Mussolini niet ingreep.
Vanaf dat moment waren Duitsland en Italië tot elkaar veroordeeld. Frankrijk en Engeland
wilden niks meer met Italië te maken hebben.
Begin mei 1938 bezocht Hitler Italië. Mussolini had er alles aan gedaan om grote indruk te
maken op de Duitse gasten. Heel Rome was versierd en enthousiaste mensen stonden langs de
route.
Italië kwam steeds meer in de greep van Duitsland. In de zomer van 1938 werden er antijoodse maatregelen genomen. Deze wetten werden echter niet nageleefd of gecontroleerd.
De Joden konden gewoon een normaal leven blijven leven in Italië
Toen een Fascistische geleerde bij Mussolini kwam klagen over de anti-joodse maatregelen
zei deze: “ik geloof in het geheel niet in de stomme antisemitische theorie. Ik voer mijn
politiek uitsluitend om politieke redenen.”
In 1939 sloten Duitsland en Italië een militair bondgenootschap waarin ze beloofden elkaar te
hulp te komen in geval van oorlog. Het Italiaanse leger was echter nog lang niet klaar voor
een langdurige oorlog. Adviseurs waarschuwden Mussolini dat de modernisering van het
leger pas in 1943 voltooid zou zijn.
26
HOOFDSTUK 7: ITALIË TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG(1939-1945)
Italië blijft neutraal(september 1939- juni 1940)
Op 3 september brak de Tweede Wereldoorlog uit omdat Engeland en Frankrijk Duitsland de
oorlog verklaarden na Hitlers aanval op Polen. Door het bondgenootschap dat Italië had met
Duitsland moesten de Italianen Duitsland eigenlijk te hulp komen. Maar de Italiaanse minister
van buitenlandse zaken Ciano(schoonzoon Mussolini) kon Mussolini ervan overtuigen buiten
de oorlog te blijven omdat Italië niet voorbereid was. Volgens zijn militaire adviseurs zou het
duren tot 1943 voor het Italiaanse leger klaar was voor de strijd.
Italië neemt deel aan de oorlog(juni 1940 – 1943)
Maar toen de Duitsers in mei 1940 over de Nederlanders, Belgen en Fransen heenwalsten
wilde Mussolini meedoen met de oorlog omdat hij er bijna zeker van was dat Duitsland de
oorlog zou winnen. Op 10 juni 1940, toen Frankrijk bijna verslagen was, verklaarde hij
Frankrijk en Engeland de oorlog.
De Italiaanse bevolking was niet erg enthousiast. De Italiaanse troepen slaagden er niet in om
door de Franse verdediging in de Alpen heen te komen. Daardoor kreeg Mussolini maar een
klein gedeelte van de Franse buit.
De oorlog tegen Griekenland
In oktober 1940 was Mussolini zo dom om Griekenland aan te vallen. Hij had de kracht van
de Grieken enorm onderschat. Mussolini schatte de sterkte van het Griekse leger op 30.000
man, in werkelijkheid was het 300.000 man. De Grieken schopten de Italianen binnen de
kortste keren uit hun land en drongen de Italianen terug in Albanië.
Foto: Italiaanse troepen
Deze troepen vielen vanuit
Albanië Griekenland aan maar dit
werd een enorme ramp door
onderschatting van de vijand.
Hitler was niet blij. Hij was bezig met de voorbereidingen van de aanval op de SU. Nu moest
het Duitse leger de Italianen te hulp komen. Dit betekende een uitstel van drie maanden van
de invasie van de SU.
Op 23 april 1941 versloegen de Duitsers en Italianen de Grieken die steun kregen van een
klein Engels expeditieleger. Griekenland en buurland Joegoslavië werden bezet door Duitse
en Italiaanse troepen.
27
De oorlog in Afrika 1940-1942
Ook hier waren de Italianen op 13 september 1940 in de aanval gegaan tegen de Engelsen.
Onder leiding van maarschalk Graziani vielen de Italianen Egypte binnen. Binnen enkele
dagen stonden de Italianen op 100 km van het Suezkanaal. Maar hier hielden de Italianen drie
maanden halt omdat de bevoorrading te wensen overliet. Dit was een domme fout. De
Engelsen herstelden zich en dreven de Italianen met een veel kleinere, maar goed bewapende
krijgsmacht 800 km terug. Duizenden Italianen werden krijgsgevangen gemaakt.
Foto:
Italiaanse
krijgsgevangenen
In februari 1941 stuurde Hitler de beroemde veldmarschalk Erwin Rommel met zijn
Afrikakorps om de Italianen te helpen. Rommel boekte tot 1942 grote sucessen.
De oorlog op zee
Ook hier kregen de Italianen rake klappen. Ondanks het feit dat ze een moderne vloot hadden,
had deze enige zwakke plekken(geen vliegdekschepen, geen radar).
Engelse torpedovliegtuigen verrasten de Italiaanse vloot bij tarrente en stelden drie
slagschepen en twee kruisers buiten gevecht.
28
Italië wordt een vazalstaat van Duitsland
Door alle mislukkingen hadden de Italianen niks meer te zeggen. Alle belangrijke
beslissingen werden door de Duitsers genomen. Toen de Duitsers Rusland binnenvielen
stuurde Mussolini een expeditieleger naar Rusland. Hij had deze troepen beter kunnen
gebruiken in Afrika.
De oorlog in Afrika 1942-1943
Begin juni 1942 zag het ernaar uit dat de Duitsers en Italianen Egypte zouden binnentrekken.
De VS was geschrokken door de enorme successen van Rommel en zijn Afrikakorps en
stuurde de Britten driehonderd nieuwe Sherman tanks om de Duitsers en Italianen te stoppen.
Ook kreeg het Britse leger twee nieuwe bevelhebbers om het vertrouwen van de soldaten in
leiding te herstellen. De nieuwe bevelhebbers waren de generaals Alexander en Montgomerey.
In oktober 1942 kwam het tot een grote veldslag bij El Alamein. De Britten waar veel sterker
in manschappen en materieel. Rommels bevoorrading was slecht omdat de Britse marine veel
van zijn konvooien vernietigde. De slag liep uit op een Britse overwinning.
Toen de Britten in de tegenaanval gingen concentreerden ze zich op de Italianen, omdat ze
wisten dat deze minder goede wapens hadden dan de Duitsers en een slechter moreel.
Maar tot verbazing van de Engelsen en de Duitsers hielden de Italiaanse parachutisten van de
“Folgore” divisie en de “Piave” divisie stand. Ondanks een week van Britse aanvallen
kwamen ze er niet door.
Foto: een para van de “Folgore” divisie
Deze parachutisten waren een elite-eenheid binnen het Italiaanse
leger. Ze vochten als leeuwen en gaven zich zelden over.
Ondertussen was de situatie van het Afrikakorps echter zo slecht geworden dat er snel
teruggetrokken moest worden. De Duitsers hadden te weinig vrachtwagens om ook de vier
Italiaanse divisies mee te nemen. De Italianen werden in de woestijn aan hun lot overgelaten,
zonder water, munitie, e.d. Negen Italiaanse generaals en 16.000 soldaten kwamen in Britse
gevangenschap. Het in de steek laten van de Italiaanse troepen zette in Italië zelf veel kwaad
bloed. Op 13 mei 1943 waren de Duitsers en Italianen volledig verdreven uit Afrika. 275.000
Duitsers en Italianen werden krijgsgevangen gemaakt.
29
De oorlog in Rusland 1942-1943
In december 1942 gaat het ook fout in de SU bij Stalingrad. Het Italiaanse 8e leger lag samen
met het Roemeense 3e leger buiten Stalingrad om de Duitse flanken te beschermen. De
Roemenen sloegen meteen massaal op de vlucht. Het Italiaanse 8e leger moest zich
terugtrekken onder de Russische druk. De beste Italiaanse troepen, de alpenjagers, die
eigenlijk uitgerust waren met speciale wapens voor de strijd in de bergen, namen het in de
toendra op tegen de Russische tanks. Zo gaven ze de rest van het 8e leger de kans om te
ontsnappen.
Veel Italianen sneuvelen. Wel wisten ze ten koste van zware verliezen te hulp snellende
Duitse troepen te bereiken.
30
De strijd om Italië 1943-1945
De Strijd om Sicilië 1943:
Op 13 mei 1943 moesten de Duitsers en Italianen de strijd in Noord-Afrika opgeven. De
Geallieerden gingen nadenken waar men de volgende landing zou lanceren. Deze landing zou
vooral tot doel hebben om een opstapje te creëren voor een landing op het Europese vasteland
later op dat jaar. De voordelen voor een landing op Sicilië werden dan nog eens goed op een
rijtje gezet, waarvan dit de meest noemenswaardige zijn :



De geallieerden hadden hun zeevaartroutes in de Middellandse zee veilig gesteld: er
zou nu geen lange zeereis nodig zijn rond Kaap de Goede Hoop om naar Egypte en de
Stille Oceaan te varen, maar men kon via de kortere route gaan.
De geallieerden zouden basissen krijgen die dichter bij Duitsland lagen, en zo zou het
bombarderen van Duitsland veel vlotter en frequenter kunnen gebeuren.
En de Duitsers zouden een aanval op de Balkan en heel Italië moeten vrezen. Italië
zou zich in dit geval kunnen terugtrekken uit de oorlog. De gaten die hierdoor zouden
vallen moesten door Duitse troepen(uit Frankrijk en van het oostfront) worden
opgevuld. Dit zou de Duitsers verder verzwakken.
Hierop werd door de geallieerde chefs van Staven besloten om dan over te gaan tot een
landing op Sicilië. Althans na rijp beraad, want de keuze was niet zo logisch door het feit dat
hier de Amerikanen en de Britten van mening verschilden. De Amerikanen wilden zich vooral
concentreren op de invasie op het Europese vasteland in Frankrijk en Italië op de knieën
dwingen door middel van luchtbombardementen. De Britten daarentegen, wilden ervoor
zorgen dat de Duitsers de gehele zuidkust van Europa zouden moeten verdedigen. Het was
dus duidelijk dat de Amerikanen geen operaties meer wilden uitvoeren in het Middellandse
Zeegebied, dit lijnrecht tegen het Britse standpunt in, dat het uiteindelijk toch gehaald heeft.
Nu moest er zelfs reeds worden nagedacht over wat er na Sicilië zou komen. Men had twee
opties:
 Men kon ofwel de steven richten naar Zuid-Frankrijk door Sardinië en Corsica te
veroveren.
 Ofwel kon men ook een landingspoging wagen op de Italiaanse laars.
Hierin kon men echter geen overeenkomst bereiken, en toen loste men het maar voorlopig op
door twee afzonderlijke staven aan het werk te zetten : één voor de invasie op het Italiaanse
vasteland, en één voor de invasie van Zuid-Frankrijk via Corsica en Sardinië. Nadat deze
kwestie althans tijdelijk van de baan was geschoven kon men uiteindelijk aan de operatie
beginnen.
De Geallieerden hadden de techniek van de bevoorrading via de stranden nog niet kunnen
beproeven en men had in de onmiddellijke nabijheid van de stranden geen grote havens die de
capaciteit hadden om te zorgen voor de bevoorrading van de troepen. Er waren wel grote
havens aanwezig op het eiland (Messina, Palermo, Catania en Syracuse), maar deze waren
enorm verstevigd met kustgeschut en konden onmogelijk genomen worden door een
amfibische aanval. Men zou er dus voor moeten kiezen de troepen te bevoorraden via de
stranden. De Britten stonden onder leiding van Montgomery en de Amerikanen stonden
onder leiding van Patton. Deze twee bevelhebbers mochten elkaar niet. Montgomery was
erg voorzichtig en rukte meestal traag op om veel slachtoffers te vermijden. Patton rukte
altijd snel op.
31
De verdedigingsmiddelen van de As-strijdkrachten(Duitsers en Italianen) voor Sicilië:
De vloot
De sterke Italiaanse vloot lag werkloos in de haven La Spezia, door een brandstoftekort kon er
niet uitgevaren worden. Zelfs als Mussolini zou durven om zijn vloot te riskeren, dan zou
deze nog een dag nodig hebben om de landingsplaats te bereiken. Nabij Messina lag ook nog
een aantal kleine Duitse en Italiaanse schepen.
De luchtmacht
Deze was reeds gedeeltelijk naar het Italiaanse vasteland overgebracht, een gedeelte was
vernietigd op de grond door een verzuim om deze te camoufleren. Het geheel van vliegtuigen
in het Middellandse Zeegebied kwam daardoor op een totaal van zo'n 1.000 vliegtuigen.
De landmacht
Dus zou men moeten rekenen op de landstrijdkrachten voor de verdediging van het eiland. Op
de Siciliaanse bodem waren 2 Duitse divisies aanwezig, alles tezamen zo'n 40.000 man. Deze
waren zeer goed getraind en konden zelfs gerekend worden tot de elite-eenheden. Het waren
de 15de Panzergrenadierdivisie en de Hermann-Göringdivisie.
Poster:
Reclame voor de Herman-Göring divisie.
Er wordt gevraagd om vrijwilligers. De HG
divisie was een Duitse pantserdivisie die
vreemd genoeg onder het bevel van de
luchtmacht viel. De divisie was uitstekend
getraind, had uitstekende tanks en beschikte
over ongeveer 20.000 manschappen.
De Italiaanse strijdkrachten hadden een getalsterkte van zo'n 200.000 man. Deze waren echter
verdeeld over een aantal taken (luchtafweer, kustverdediging, reserve, transport). De
gevechtseenheden waren onderverdeeld in 4 infanteriedivisies (de Aosta, de Napoli en de
Assietta divisie waren niet op volledige sterkte en logistiek niet op orde, enkel de Livornodivisie was redelijk van alles voorzien). Daarbij konden nog de kustverdedigingsbataljons
bijgeteld worden, wat het geheel op een totaal bracht van 8 Italiaanse divisies. Dit bracht het
algehele totaal van As-divisies op 10 eenheden van divisieniveau.
Al deze eenheden stonden onder het bevel van het Italiaanse Zesde Leger, de bevelhebber
heette Generaal Alfredo Guzzoni.
32
De plannen:
De Britse plannen
De Britse landingen vanuit zee zouden gecombineerd worden met landingen van
zweefvliegtuigen..
Het gehele Britse plan was gebaseerd op de bijna onmiddellijk verovering van de drie
belangrijkste havens via land: Catania, Syracuse en Augusta. Deze havens waren nodig om de
bevoorrading van de troepen veilig te stellen. De Amerikanen gingen heel anders te werk.
De Amerikaanse plannen
Ook de Amerikanen maakten gebruik van de ondersteuning van troepen vanuit de lucht, en in
dit geval nog specifieker een dropping van een versterkt regiment van de 82ste
luchtlandingsdivisie. De hele Amerikaanse krijgsmacht, het 7de leger, kreeg een duidelijk
ondergeschikte rol toegemeten door de order dat zij de flank en achterhoede van de Britten
onder leiding van Montgomery moesten dekken. Patton was hier woedend over en wilde zelf
de leidende rol bij de invasie spelen. In het hele Amerikaanse landingsgebied was geen haven
aanwezig. Alle voorraden van de Amerikanen moesten gelost worden op de stranden. Dit zou
kunnen zorgen voor problemen in de bevoorrading van de troepen.
33
De datum voor de aanval op Sicilië:
Pas na het einde van de Afrikaanse veldtocht werd de datum bepaald. Dit gebeurde
voornamelijk door een gunstige samenloop van de stand van de maan (luchtlandingstroepen
hebben maanlicht nodig), en volledige duisternis die de marine nodig heeft om de transporten
te doen plaatsvinden. Dit kwam goed uit op de nacht van 9 juli. De landing vanuit zee begon
om 2.45, terwijl de para's al om iets na middernacht op Sicilië zouden neerkomen.
Goed nieuws voor de verdedigers:
Op de middag van 9 juli was er goed nieuws voor het hoofdkwartier van Guzzoni - algemeen
bevelhebber over Sicilië. Het ging namelijk om het feit dat Hitler de 1ste Parachutistendivisie,
een Duitse elite-eenheid, vrijgegeven had, wat betekende dat deze indien nodig binnen 5
dagen volledig beschikbaar zou zijn. Uit deze beslissing kon men ook nog opmaken dat men
in Duitsland besloten had de verdediging van Sicilië te organiseren, en geen terugtocht wilde
inzetten.
De eigenlijke strijd:
Toen Guzzoni op 10 juli, iets na middernacht, vernam van de eerste landingen der
parachutisten op het eiland, verdween er een heel deel van de spanning die zich de voorbije
weken had opgebouwd. Hij gaf bijna onmiddellijk het bevel tot het vernietigen van de
havenhoofden van Gela. Deze parachutistenlandingen waren echter helemaal niet wat de
geallieerde generale staf had gedroomd dat ze zouden zijn. De mannen - zowel de Britten als
Amerikanen - kwamen zeer verspreid terecht. Een fenomeen dat later nog o.a. bij operatie
Overlord(= invasie in Normandië) zou terugkomen. Maar ze groepeerden zich tot kleine
groepjes, verbraken verbindingen, bezetten kruispunten, bruggen en wegen, kortom ze
zorgden voor een grote verwarring in het door As-troepen bezette achterland.
Aangezien Guzzoni's verdedigende capaciteit niet zo enorm groot was, nam hij een beslissing.
Hij zou zijn reserves concentreren op enkele punten, namelijk Syracuse, Gela en Licata, de
drie belangrijkste punten voor de verdediging van het eiland bij een aanval van de zuidkant.
Aangezien echter de Gruppe Smalz(=een Duitse gevechtsgroep) tezamen met de Napoli
divisie bij Syracuse stonden, kreeg de Hermann Göringdivisie het bevel om zich naar de
landingen bij Gela te begeven, en de aldaar landende Amerikaanse troepen aan te vallen.
De eerste 2 golven van de Britse troepen profiteerden in hun landingssector van het effect van
de verrassing, en liepen de Italiaanse kustverdediging onder de voet. De overige kustbatterijen
werden snel het zwijgen opgelegd door de talrijke scheepskanonnen.
Bij andere Amerikaanse landingen hadden de troepen bij Scottigli te kampen met een
vertraging van één uur door stormweer, maar de overige twee landingen gebeurden volgens
schema. Het aan land komen verliep ook vlot, er was slechts lichte tegenstand van de
Italiaanse verdedigers, wel was er vuur van de kustbatterijen, maar dit werd - net zoals bij de
Britten - snel tot zwijgen gebracht.
34
De As-troepen slaan terug (de tegenaanval)
Met de geallieerde troepen nu aan land, wijzigden de prioriteiten van Guzzoni's troepen.
Het oostelijk gedeelte van het eiland moest immers verdedigd worden, aangezien het van
cruciaal belang was voor de verdediging van de As. Hiervoor waren 3 doelstellingen te
bereiken:
 De vijand tegenhouden om de versterkingen de kans te geven om te arriveren
 De vijand indien mogelijk terug te drijven in de zee
 Een ontsnappingsroute open houden die liep via Messina.
De hieruit volgende bevelen van Guzzoni waren als volgt:


De 15de pantserdivisie moest naar het midden van het eiland gaan, vandaar zou het
naar eender welke (al dan niet bedreigde) plek op het eiland gezonden kunnen worden.
De Hermann Göring-divisie moest tezamen met de Livorno-divisie een tegenaanval
doen op de Amerikanen.
Foto:
De landingen bij Gela. De
Geallieerde schepen leden
verliezen door Duitse
luchtaanvallen maar speelden met
hun geschutsvuur een belangrijke
rol bij het afslaan van de Duitse
en Italiaanse tegenaanvallen.
De geallieerde para's, hoewel verspreid in kleine groepen, hadden toch goed werk geleverd,
aangezien de As-troepen niet meer konden vertrouwen op hun verbindingen, die voor een
groot gedeelte gesaboteerd waren. De As-eenheden zouden, hoewel handelend op eigen
initiatief, zonder enige coördinatie, echter zeer effectief blijken te zijn.
Zo werden er op de eerste dag drie afzonderlijke aanvallen ondernomen tegen de gelande
Amerikanen. Deze kwamen van de Hermann Göringdivisie(Duits), van de
Livornodivisie(Italiaans) en van het 16de legerkorps(Italiaans).
Hoewel de Duitse troepen in de Amerikaanse sector hier en daar de stranden wisten te
bereiken en de Italiaanse troepen Gela zelf binnendrongen werden ze uiteindelijk ten kostte
van zware verliezen gestopt. Hierbij speelde het ondersteuningsvuur van de Geallieerde
oorlogsschepen voor de kust een grote rol.
35
De situatie bij de Britten lag helemaal anders. Hier lag slechts de Napoli(Italiaans) divisie, een
divisie die al onder zijn mansterkte was, maar die bovendien nog verspreid lag over een groot
gebied. Het gevolg was natuurlijk dat de aan land komende Britse troepen het heel
gemakkelijk hadden om door de Italiaanse linies te breken. Een 70-tal parachutisten, dat de
Ponte Grande(= een brug) veroverd had, moest deze na ettelijke uren vechten achterlaten voor
de Italiaanse aanvallers aldaar, maar enkele minuten later konden Britse pantservoertuigen
deze vitale brug voor de directe opmars naar Syracuse heroveren.
Foto:
Een Britse parachutist die betrokken was bij de zware
gevechten om de Ponte Grande.
Zo konden de gemotoriseerde troepen Syracuse op de eerste dag veroveren, en nog verder
trekken naar Augusta. Onderweg stond echter Gruppe Schmalz(Duits) opgesteld, en die
dwong de Britse colonne tot stilstand.
Guzzoni gaf nu het bevel aan Gruppe Schmalz en de Napoli divisie dat zij zo weinig mogelijk
terrein moesten prijs geven op de Britten. De Britten konden slechts langzaam oprukken door
het moeilijke terrein.
De Duitsers voerden versterkingen aan ter verdediging van het eiland omdat ze bang waren
dat het verlies van Sicilië er wel eens voor zou kunnen zorgen dat Italië in elkaar zou storten.
Hierdoor verliep de Britse opmars niet voorspoedig. De gruppe Schmalz en de Napoli divisie
trokken zich slechts langzaam vechtend terug. Ze maakten veel slachtoffers onder de Britten.
De Britse opmars kwam uiteindelijk tot stilstand Het lukte de Britten niet Messina in te nemen.
De Amerikaanse Sector.
De amerikanen onder Patton kwamen na het afslaan van de tegenaanval wel goed vooruit en
veroverden Palermo...
Op 22 juli 1943 gaf deze stad zich over aan de Amerikanen. Door de verovering van Palermo
bezaten de Amerikanen eindelijk een grote haven, waardoor hun bevoorrading veel beter
verliep. Patton hield in tegenstelling tot Montgomery van snelle aanvallen met hoog risico.
Deze manier van vechten verraste de Duitsers en de Italianen. De Amerikanen kwamen
hierdoor sneller vooruit dan de Britten.
36
De verdediging komt in Duitse handen:
Hitler had nog altijd de steun nodig van het Italiaanse leger, aangezien als die steun wegviel,
zijn strijdkrachten op Sicilië en Italië in een lastig parket zouden komen, en zelfs gevaar
liepen om afgesneden te worden van hun bevoorrading. Bovendien zou dan het gehele
Italiaanse schiereiland niet meer verdedigd kunnen worden. Daarom stemde hij toe in het
voorstel van Mussolini voor een ontmoeting. Op 19 juli in Feltre was het zover. Op deze
conferentie verzekerde Hitler Mussolini ervan dat hij hulp zou sturen om Sicilië te houden.
Duitse troepen bezetten nu de gehele linie, en generaal Hube maakte kenbaar aan Guzzoni dat
hij het bevel over de troepen zou willen overnemen.
Foto:
Generaal Hans Hube nam het commando op Sicilië over. Hij
was een officier met zeer veel oorlogservaring. Hij was op het
allerlaatste moment per vliegtuig geëvacueerd uit het
omsingelde Stalingrad. Onder zijn bevel werd vooral de Etna
linie taai verdedigd. De Engelsen en Amerikanen kwamen maar
langzaam vooruit ten koste van enorme verliezen.
Guzzoni weigerde in eerste instantie, maar besefte later dat het Commando Supremo (Het
Italiaanse Oppercommando) geen troepen zou sturen en gaf het operationele bevel door aan
Hube, terwijl hijzelf nog het officiële commando droeg.
De Duitsers kwamen met een andere tactiek op de proppen. Terwijl het Guzzoni's instelling
was geweest om uiteindelijk een tegenaanval te lanceren en zodanig een stevige uithaal te
doen naar de geallieerden, kwam nu de Duitse zienswijze aan de macht. Vanaf nu zou er
enkel gedacht worden aan verdedigen en het zo lang mogelijk rekken (om zo een invasie op
het Italiaanse vasteland zo lang mogelijk uit te stellen)
Aangezien Monty niet in staat bleek om Messina binnen afzienbare tijd te veroveren, kreeg
Patton's leger nu toestemming om eveneens Messina te veroveren.
De Etnalinie
Voor de verdediging van Noord-Oost Sicilië was de Etnalinie perfect geschikt. Het was een
heuvelachtig gebied, met in het westen slechts twee naderingswegen; Verkeersweg 113 (de
kustweg) en Verkeersweg 120 (door het binnenland). De Amerikaanse opmars langs deze
wegen zou niet meevallen. Hoewel elke divisie instond voor een weg, kwamen ze slechts
langzaam vooruit omdat vele bruggen en tunnels waren opgeblazen en overal Duitsers
verborgen zaten. Vaak moesten er omtrekkende bewegingen gemaakt worden en als ze
voltooid waren, bleek dat de verdedigers al teruggetrokken waren op een achterliggende
positie.
37
Amfibische Landing
Patton kon zijn pantserdivisies niet gebruiken, en was zodoende veel minder wendbaar. Zijn
troepen kwamen amper vooruit. Daarom ging hij de mogelijkheid van een amfibische landing
bekijken. Deze landing achter de Duitsers vanuit zee slaagde erg goed ten kostte van zware
verliezen. De Duitsers moesten zich terugtrekken.
De Duitsers evacueren Sicilië:

Voorbereiding
Op acht augustus gaf Kesselring(de Duitse bevelhebber voor Italië) - zonder
toestemming van de Führer - de order nodig voor de evacuatie van alle Duitse troepen.
Generaal Hube begon onmiddellijk met de planning, en informeerde Guzzoni. Deze
zou de Italiaanse troepen eveneens terugtrekken.
De operatie zou op 11 augustus een aanvang nemen, en 5 dagen duren. Baade, de
Duitse bevelhebber van de veerponten en alle indirecte verbonden eenheden, zou
ervoor moeten zorgen dat alle eenheden op schema overstaken, en was dus indirect
verantwoordelijk voor de operatie. Hij beschikte over diverse vlooteenheden - van
veren tot motorboten - over luchtafweer en kustbaterijen, alsmede over geniebataljons
voor de bediening. Hij zou zes veerroutes kunnen onderhouden
Foto:
Zicht op Messina, foto gemaakt door een Duitse
soldaat aan boord van één van de veerboten die
hem en zijn kameraden naar het veilige
vasteland van Italië brachten.
Er werden strenge schema's aangemaakt en elke commandant werd op het hart gedrukt om
zich eraan te houden, om niet te laat, maar zeker ook niet te vroeg op het punt van inscheping
te komen met de eenheid. Materieel zou overdag worden overgezet waarbij voorrang gegeven
zou worden aan pantserafweergeschut en gemechaniseerde wapens. Manschappen mochten
enkel onder dekking van de duisternis overgezet worden.
Nadat de Tortorici-stelling op 12 augustus werd opgegeven, kwam er een terugtocht in 3
stappen. Op de terugweg werden de verdedigingslinies alsmaar korter, waardoor er eenheden
van het front gehaald werden - om over te zetten - zonder dat de linie onderbemand raakte. Op
één punt zou een versterkt bataljon(600 man) zelfs een hele vroegere divisiesector (20.000
man) bezetten om de terugtocht te dekken.
De Italiaanse terugtocht zou met eigen veerboten gebeuren, terwijl hun zware materiaal met
de Duitse veerboten verscheept zou worden.
38
Geallieerde tegenmaatregelen:
De geallieerde luchtvloot had het veel te druk met het aanvallen van gronddoelen en het
bombarderen van Rome, zodat ze niet veel aanvallen konden doen om het overzetten te
verhinderen. Vele van hun mensen waren immers vermoeid na weken van gevechten. Er
werden weliswaar aanvallen uitgevoerd, maar echter zonder problemen te veroorzaken voor
de terugtrekkende As-troepen.
De geallieerde vloot durfde hun oppervlakteschepen niet in de baai te sturen, uit vrees voor de
sterke kustbatterijen.
De Duitse overtocht kon dus vrijwel zonder noemenswaardige problemen plaatsvinden.
.
Inname Messina en de inscheping van de laatste Duitse en Italiaanse troepen:
Hube rapporteerde aan Kesselring om zes uur vijfendertig van de zeventiende augustus 1943
dat alle troepen overgezet waren, de operatie was afgesloten.
Diezelfde dag om 7 uur, gaven de stadsautoriteiten van Messina zich over. Sicilië was
eindelijk in Geallieerde handen.
Eindbalans:
Er is reeds lang over gediscussieerd wie nu de eigenlijke overwinnaar is geworden van de
slag om Sicilië. Het is duidelijk dat de geallieerden hun doel bereikten en Sicilië veroverden.
Maar toch mag de slag om Sicilië een morele overwinning genoemd worden voor de Duitse
strijdkrachten. Niet alleen hielden ze een veel sterkere vijand gedurende een lange tijd op, ze
slaagden er ook in om al hun strijdkrachten te evacueren.
De Duitsers waren met 40.000 soldaten aanwezig op het eiland, tezamen met 200.000
Italianen. Van de 450.000 Geallieerden was er 1/3 gevechtstroepen. Wat - door de
inferioriteit(=minderwaardigheid) van de Italianen - maakte dat de Duitsers tegen een
overmacht vochten. Bovendien hadden zij geen steun van hun vloot, en slechts sporadisch
luchtsteun.
Het totale Duitse verliescijfer bedroeg 12.000, terwijl de Italianen op een totaal van 145.000
uitkwamen, inclusief krijgsgevangenen. De Amerikanen verloren 7.500 man, de Britten
11.500. Toch slaagden de Duitsers erin om 125.000 (40.000 Duitsers, 70-75.000 Italianen)
man van het eiland te evacueren, tezamen met het grootste deel van hun zware materieel.
Kortom: de Duitsers voerden hier een gedenkwaardig staaltje van verdedigen en tijdrekken
uit.
39
De slag om het Italiaanse Vasteland
Inleiding
Op 9 juli 1943 landden de eerste Amerikaanse en Britse parachutisten op Sicilië. Eén dag later
landden het 8ste leger van Montgomery en het 7de leger van Patton op Sicilië, ter
voorbereiding van de invasie op het Italiaanse vasteland. Op 17 augustus was de Duitse
terugtocht van 100.000 man van hun beste troepen naar het Italiaanse vasteland via de straat
van Messina een feit. Sicilië was nu vast in handen van de geallieerden.
Op 3 september 1943 landde het 8ste leger van Montgomery zonder veel moeite in Calabrië
en vormde er een bruggenhoofd. Deze troepen kwamen vanuit Sicilië.
Zes dagen later (9 september) ging het Amerikaanse 5de leger (versterkt met het Britse 10de
korps) onder de Amerikaanse generaal Mark Clark aan land in de golf van Salerno. Aan boord
van hun landingsvaartuigen hoorden de Geallieerde soldaten via de radio dat Italië zich
overgegeven had aan de Geallieerden. Een enorm gejuich brak los, er werd bier en wijn
gedronken. De Geallieerde soldaten dachten niet meer te hoeven vechten nu Italië zich had
teruggetrokken. Ze vergisten zich enorm… De Duitsers reageerden namelijk bliksemsnel. Ze
ontwapenden in hoog tempo de Italianen en Duitse eenheden trokken op naar de kust. De
Geallieerde invasievloot werd door Duitse vliegtuigen ontdekt en tijdens de landing vochten
de Duitsers keihard terug.
Foto:
Duitse verdedigers bij Salerno bestoken de
Amerikanen met 75mm
pantserafweergeschut
Tot begin oktober was het Amerikaanse 5de leger in zware gevechten betrokken en werd
bijna in zee gedreven. Van 1 tot 8 oktober was het echter bezig om uit het gevormde
bruggenhoofd te breken en trok het samen met het Britse 8ste leger Napels binnen. De opmars
werd echter een halt toegeroepen bij de rivier de Volturno.
Toen de geallieerden dan eindelijk door de Volturnolinie braken, had Albert Kesselring, de
Duitse opperbevelhebber in Italië, reeds eens sterke verdedigingslinie opgebouwd, de
Gustavlinie. De bedoeling van deze linie was dat het een verdedigingslinie zou zijn, dwars
door het centrum van Italië, beschermd door rivieren (de Sangro in het oosten, en de
Rapido/Garigliano in het westen). In die Gustavlinie lag ook het plaatsje Monte Cassino, met
een eeuwenoud Benedictijnenklooster op één van zijn heuvels. Deze stelling moest genomen
worden als de geallieerden het Liridal en Rome wilden bereiken.
40
Eerste fase van de aanval op de Gustavlinie:
De Geallieerden beseften dat ze voor een sterke verdedigingslinie stonden. Ze kwamen met
het plan om troepen achter de Gustavlinie te laten landen vanuit zee bij het plaatsje Anzio. In
de eerste fase was het doel van de geallieerde aanval tweeledig, namelijk (1) Proberen om de
Duitsers zoveel mogelijk van Anzio(plaats aan de kust achter de Duitse linies) - waar binnen
enkele dagen een landing zou plaatsvinden - weg te houden. En (2) als de doorbraak lukte om
zo snel mogelijk naar Rome op te rukken. De landing bij Anzio zou plaatsvinden op 22
januari 1944, en daarom werd de eerste aanval op de Cassino-Stelling gepland voor 17 januari.
1944. Deze aanval op Cassino mislukte volkomen door sterke Duitse tegenstand.
Anzio
Na deze gebeurtenissen volgde een eerste 'impasse'(=stilstand). De geallieerde legerleiding
probeerde deze impasse te doorbreken door een landing achter de Gustavlinie, en dus achter
de Duitse linies. De strijdkracht die voor deze operatie gebruikt zou worden, was het VI
Amerikaanse Legerkorps onder bevel van generaal Lucas. De uiteindelijke bedoeling was de
Duitsers voor een moeilijke beslissing te stellen. Oftewel bleven ze hardnekkig de Gustavlinie
verdedigen en konden ze dus in de rug worden aangevallen. Ofwel trokken ze troepen uit de
Gustavlinie terug om een tegenaanval op het bruggenhoofd te lanceren, en zo dus hun linie
verzwakkend. Wat de Duitsers dus ook deden, de geallieerden zouden altijd aan het langste
eind trekken, en de Duitsers tot een terugtocht dwingen. Dit was echter buiten de militaire
capaciteiten van Kesselring en Vietinghoff(de Duitse commandanten) gerekend. Onmiddellijk
na de landing op 21 en 22 januari werden versterkingen van de Zuid-Franse kust, Noord-Italië
en de Balkan aangevoerd om het bruggenhoofd in te dijken. Hierbij kwam dan nog de
terughoudendheid van Lucas die vreesde voor een te zwak bruggenhoofd dat direct zou
vernietigd worden door de Duitsers. Door die vrees wachtte hij veel te lang met de uitbreiding
en tegen dat hij gereed was om uit te breken, waren de Duitsers klaar om een tegenaanval te
lanceren.
Poster:
Duitse propaganda “bruggenhoofd = doodshoofd”. Deze poster
werd afgeworpen per vliegtuig boven de Geallieerde troepen bij
Anzio. De poster wilde hen duidelijk maken dat ze gedoemd
waren te sterven.
Deze tegenaanval werd magnifiek uitgevoerd en dreef de geallieerden bijna terug in de zee,
alleen door de enorme steun van de vloot die nog dicht bij de kust lag, en een grote aanvoer
van versterkingen konden de geallieerden hun bruggenhoofd behouden. Maar zoals Churchill
het zo mooi uitdrukte:"Ik had gehoopt dat we een wilde kat het strand op gestuurd hadden; nu
zitten we met een aangespoelde walvis." Bij Anzio zou het front bijna volledig onbeweeglijk
blijven tot 23 mei 1944 en dus totaal geen invloed meer hebben op de strijd om de
Gustavlinie.
41
Tweede fase van de aanval op de Gustavlinie:
15 februari 1944 stond in de boeken van de plannenmakers genoteerd als de datum van de
tweede fase in de strijd om de Gustavlinie en dus ook om Monte Cassino.
Geallieerde vliegtuigen hadden de dag voordien reeds pamfletten gedropt om de bezetters en
de vluchtelingen te waarschuwen dat zij hadden besloten om Monte Cassino en de
omringende Duitse posities vanuit de lucht te bestoken. Bijna zonder uitzondering verlieten de
vluchtelingen Monte Cassino om deze bombardementen te ontlopen. De Duitse troepen op de
vele hellingen en heuvels bereidden zich voor op wat er nog komen moest. Zij waren zeer
goed ingegraven.
Zeer vroeg in de morgen van de 15e begon, zoals beloofd, het geallieerde bombardement.
Voor de eerste keer waren bombardementsvliegtuigen gebruikt voor de nabijsteun van
infanterie. De gevolgen voor het klooster waren rampzalig, het werd bijna totaal verwoest, en
later werd er internationale kritiek uitgeoefend tegen de verwoesting van dit zeer heilige en
historische gebouw.
Het ongeluk was echter dat de muren van het klooster zeer dik waren, en de ruïnes van de
abdij waren uitstekend geschikt voor de verdediging. De Duitsers waren voordien altijd een
paar honderden meters uit de buurt van het klooster gebleven en hadden geprobeerd het
klooster tot neutraal gebied te behouden.
Foto:
Het klooster van
Monte Cassino na het
Geallieerde
bombardement. De
ruïnes boden ideale
verdedigingsposities
aan de Duitse
parachutisten.
Na dit bombardement was die neutraliteit echter opgeheven en bezetten ze het, en hadden er
zo een zeer sterke verdedigingsstelling bij.
De infanterieaanval van de 2de Nieuwzeelandse divisie kwam vlak achter het bombardement,
en had het station van de stad Cassino tot hoofddoel. De 'Kiwi's' kwamen in een spervuur van
tanks, artillerie en geweervuur, dat hen met zware verliezen, terug over de rivier de Rapido
dwong. Er werd geen terreinwinst geboekt.
Bij Cassino werd de Duitse 90ste panzerdivisie afgelost door de 1ste Duitse parachutedivisie
die meestal met de strijd bij Cassino wordt geassocieerd en hier ook zijn bijnaam 'The Green
Devils' verdiend heeft, door hun heldhaftige verdediging van de stad. Hun bevelhebber was
Generaal Richard Heidrich.
42
Derde fase van de aanval op de Gustavlinie:
Hierna bleef het gedurende één maand rustig in alle sectoren. Deze periode werd door beide
zijden benut om voorraden aan te voeren en gedeeltelijk hun eenheden te versterken.
Tot er op de ochtend van 15 maart 1944 (een dag met mooi weer) opnieuw een
bombardement begon. De Duitse para's hadden tijd gekregen om zich goed in te graven en
hadden die mogelijkheid goed benut.
Nochtans veroorzaakte het immense geallieerde bombardement op 15 maart 1944 toch nog
relatief gezien een groot aantal doden. Een aantal bataljons vielen onder een getalsterkte van
200(van origineel 600 manschappen)
Toen de 2de Nieuwzeelandse divisie aanviel, kwamen de parachutisten uit hun schuilplaatsen
in de ruïnes, namen hun defensieve posities in en bestookten de aanvallers met alles wat ze in
huis hadden.
Foto:
Duitse
parachutisten(=Fallschirmjäger) bij
Monte Cassino. De parachutisten
vormden een elite-eenheid binnen
het Duitse leger. Ze droegen
camouflage overalls en de
zogenaamde parachutistenhelm
waar verzamelaars nu 3000 euro
voor neertellen.
De Nieuwzeelanders wandelden bijna in perfecte marsorde het stadje binnen, ervan overtuigd
dat niets het ontzaggelijke bombardement overleefd kon hebben. Hun tanks bleven echter
steken door de bomkraters van hun eigen artillerievuur en bommenwerpers. De infanterie
moest dus alleen oprukken en werd vastgepind. Hierna werd er een rookgordijn gelegd op de
Kloosterhellingen om de pogingen van de Nieuwzeelanders te verbergen om een Baileybrug
te bouwen over de Rapido. Dit rookgordijn belette het zicht van de Duitse waarnemers op de
rivier. De Kiwi's slaagden er uiteindelijk toch in om de stad althans gedeeltelijk te veroveren
uitgezonderd enkele 'Duitse weerstandsnesten' die onmiddellijk enorm versterkt werden.
Huis-aan-huisgevechten namen enkele dagen in beslag die de opmars weer spaak deden lopen.
Ook Heidrich's beslissing om het Duitse artillerievuur op de Nieuwzeelandse posities in de
stad te leggen droeg hiertoe bij.
De volgende dag voerden de Duitsers reserves aan om de weerstandsnesten te verdedigen. De
verdedigingswerken in de stad waren nu onder leiding van Hauptmann Rudolf Rennecke. De
verdedigers van de stad waren nu meer dan de helft van hun manschappen die ze hadden voor
de verdediging kwijt. Toch hielden ze de Geallieerde troepen tegen.
43
Voordat er nog een frontale aanval kon plaatsvinden door de geallieerden kwam er een
tegenaanval van Duitse zijde en hierop volgde een zeer heftig handgemeen. Er waren zware
verliezen aan beide kanten, maar de aanval leverde echter geen resultaat op, buiten het feit dat
de Geallieerde aanval nog eens vertraagd werd.
Toen verschenen Geallieerde tanks op het toneel. De Duitse parachutisten gebruikten echter
hun zeer effectieve Panzerfausts en Panzerschrecks(soort bazooka’s), vernietigden de eersten
en hielden de daaropvolgende zo op.
Tekening:
de Panzerschreck
kon meerdere
keren gebruikt
worden maar was
erg zwaar
Tekening:
De panzerfaust was een wegwerpwapen. Na
het afvuren van de raket kon je de buis
gewoon weggooien. Erg licht en effectief op
korte afstanden(ongeveer 60 meter) Ideaal
voor gevechten in steden.
Hierop kwamen de Duitse para's die naast de weg waren ingegraven in actie en vernietigden
de tanks op de weg zonder moeite mét handgranaten.
Tegen de avond van dezelfde dag nog werd de aanval voor de zoveelste keer afgelast. De
geallieerde troepen groeven zich nog maar eens in, alweer met weinig terreinwinst die echter
ten koste was gegaan van zware verliezen.
Op 23 maart 1944 werd de aanval nog maar eens uitgesteld. De totale tol aan verliezen bij de
geallieerden van de voorbije acht dagen was opgelopen tot bijna 400 man per dag.
26 maart 1944 was een zegedag voor de Duitsers, want onder dekking van een bombardement
waren de geallieerde troepen teruggetrokken van een belangrijke heuvel, en de para's konden
nu hun vlag weer op de top hijsen.
Door de hevige gevechten bij Cassino probeerden de Geallieerden zoveel mogelijke Duitse
divisies te binden in Italieë die dan niet in Frankrijk gebruikt zouden kunnen worden wanneer
daar in Normandié in juni 1944 de invasie zou plaatsvinden..
44
Vierde fase van de aanval op de Gustavlinie:
De einddatum voor het begin van de vierde fase was gesteld op 11 mei 1944. De geallieerden
hadden voor deze operatie zo'n 2000 artilleriestukken aangevoerd en deze openden nu
gelijktijdig hun vuur. De Duitse para's werden overvallen door de vuurstorm. De Geallieerden
hadden nu drie keer zoveel manschappen als de Duitsers.
Nu was het einde gekomen voor de Gustavlinie. De Duitse linies waren doorbroken.
Ook werden er eindelijk tanks ingezet om het klooster te veroveren. Ondanks zwaar Duits
artillerie en mortiervuur werden de heldhaftige verdedigers toch overmeesterd op de 16de mei
1944.
Foto:
De Duitse commandant in Italië, Albert Kesselring, was een zeer
kundig militair. Ook zorgde hij ervoor dat veel van de
kunstschatten van Italië in veiligheid werden gebracht voor het
oorlogsgeweld.
Juist op dat moment kwam het persoonlijk bevel van Veldmaarschalk Kesselring om de stad,
het klooster en de omliggende heuvels te verlaten. Doordat dit bevel op het juiste ogenblik
was gegeven en doordat de Strada Statala 6 (hoofdweg 6) niet door de geallieerden was
afgesneden konden duizenden manschappen van Duitslands elite-eenheden ontsnappen naar
het noorden en daar de strijd voortzetten.
Door deze terugtocht viel Cassino op 17 mei 1944, na een beleg van 5 maanden.
De Duitsers lieten bij hun terugtocht enkel de gewonden achter in het klooster. Op 18 mei
1944 bereikten de Poolse eenheden dan uiteindelijk het klooster en hesen er hun vlag.
Slot
Na de doorbraak van de Gustavlinie volgde nog een aantal linies in Italië zoals de
Hitler/Senger linie en de Caesarlinie en de Gotenlinie. Deze werden echter allen binnen
enkele dagen doorbroken. Het Duitse 10de en 14de leger ontsnapten nog net aan de
omsingeling tijdens de val van Rome op 4 juni 1944 omdat de amerikaanse generaal Clark
voorrang gaf aan de verovering van Rome boven het afsnijden van de Duitse troepen. Vanaf
dit ogenblik namen de gevechten in Italië in hevigheid af omdat de Geallieerden het grootste
gedeelte van hun troepen en schepen nodig hadden voor de landing in Normandië op 6 juni
1944. Beide partijen lagen tegenover elkaar en het front stabiliseerde zich. Pas in april 1945
stortte de Duitse en fascistische tegenstand in het noorden in elkaar.
45
Wat was nu echter de tol van Cassino?
Wel dat is nogal moeilijk om te zeggen, de bronnen spreken elkaar tegen, maar dit zijn de
cijfers die het meest acceptabel zijn.
Tussen 15 januari en 4 juni 1944 verloor het 5de Amerikaanse leger verloor 107.144 man, het
Britse 13de Korps 4.056 en het Poolse 2de Korps 3.779. Dit zorgt voor een totaal van 118.979
doden, gewonden, of vermisten aan geallieerde zijde.
Aan de Duitse zijde is er sprake van zo'n 20.000 gedode soldaten, echter alleen bij de
Gustavlinie.
Een citaat van de Duitse Parachutisten dat ik u niet wil onthouden:
"Das Geheimnis des Erfolges der Fallschirmtruppe kann in drei Begriffen dargestellt werden:
Kameradschaft, Korpsgeist und Einsatzbereitschaft."
"Het geheim van het succes van de parachutisten kan worden samengevat in drie woorden;
kameraadschap, korpsgeest en efficiëntie."
Major Rudolf Boehmler - 1/FGR3, Cassino
De ondergang van de fascistische staat
De Duitsers slaagden er ook in om Mussolini te vinden en te bevrijden. Mussolini werd naar
München gebracht waar Hitler hem vroeg een nieuwe regering te vormen in Noord-Italië.
Op 23 september 1943 werd de Italiaanse Sociale Republiek, met Mussolini aan het hoofd,
uitgeroepen. Mussolini had echter weinig macht, de werkelijke machthebbers waren de
Duitsers. De Republiek verklaarde de oorlog aan het koninkrijk Italië, dat inmiddels de kant
van de geallieerden had gekozen. De Italiaanse Sociale Republiek was veel racistischer en
antisemitischer van aard dan Mussolini's vorige regering.
De hoofdstad was gevestigd in Salò aan het Gardameer. Mussolini werd gedwongen de
voorheen Italiaanse gebieden Zuid-Tirol, Triëst en Istrië aan Duitsland af te staan. De
Republiek verloor continu terrein door het opdringen van de geallieerde troepen. Op 25 april
1945 verliet Mussolini Salò, op de vlucht voor de geallieerden. Dit wordt over het algemeen
als het eind van de Italiaanse Sociale Republiek gezien. Drie dagen later werd Mussolini
gedood. Op 2 mei 1945 capituleerden de laatste Duitse en Italiaanse fascistische troepen in
Italië.
46
Download