Inspectie Verkeer en Waterstaat

advertisement
Inspectie Verkeer en Waterstaat
PPL voorbeeldexamen Meteorologie
1
2
3
4
5
Waarvan zijn zichtbare weersverschijnselen in de troposfeer
voornamelijk het gevolg?
A)
Van subsidentie.
B)
Van luchtvervuiling.
C)
Van condensatie van waterdamp.
Wanneer is sprake van verzadigde lucht?
A)
Als de temperatuur hoger is dan de dauwpuntstemperatuur.
B)
Als de temperatuur hoger is dan de natte bol temperatuur.
C)
Als de relatieve vochtigheid maximaal is.
D)
Als de lucht 100% waterdamp bevat.
Waar heeft u tijdens de klimvlucht na de start de grootste kans op
vertical windshear?
A)
In een onstabiele atmosfeer boven land met veel obstakels.
B)
In een onstabiele atmosfeer met een sterke bovenwind.
C)
In een stabiele atmosfeer met een sterke bovenwind.
D)
Bij vertrek in de richting van een kalme zee vanaf een vliegveld
direct aan de kust.
Welke omstandigheid biedt de grootste kans op verslechtering van
het zicht?
A)
Toenemende luchtvochtigheid.
B)
Toenemende temperatuur.
C)
Dalende luchtdruk.
D)
Afnemende wind.
Waar ligt het brongebied van continentaal-Polaire lucht (cPL) die
West Europa bereikt?
A)
In zuidoost Europa.
B)
In noordwest Rusland.
C)
Boven de noordpool.
D)
In de nabijheid van IJsland.
Inspectie Verkeer en Waterstaat
6
7
8
Page 2 / 5
Wanneer of waar zijn de omstandigheden het gunstigst voor de
vorming van een hogedrukgebied?
A)
Boven zee doordat het landoppervlak als gevolg van uitstraling
aanzienlijk kouder wordt dan het water.
B)
Wanneer in de bovenlucht de divergentie groter is dan de
convergentie nabij het aardoppervlak.
C)
Wanneer in de bovenlucht de convergentie groter is dan de
divergentie nabij het aardoppervlak.
D)
Boven een warm en uitgestrekt landoppervlak.
Wat ontstaat waar tijdens de ontwikkeling van een frontale
depressie?
A)
Een warmtefront aan de voorzijde van de golfbeweging.
B)
Een warme sector aan de voorzijde van de golfbeweging.
C)
Een warmtefront aan de achterzijde van de golfbeweging.
D)
Een koufront aan de voorzijde van de golfbeweging.
(Gebruik voor deze vraag figuur MET02)
Welke afbeelding geeft een stationair front weer?
A)
Afbeelding 3.
B)
Afbeelding 4.
C)
Afbeelding 2.
D)
Afbeelding 1.
MET02
9
U vliegt op geringe hoogte langs een cumulonimbus en vermijdt
daarbij de neerslaggebieden. Waardoor kan toch een gevaarlijke
situatie ontstaan?
A)
Door ijsafzetting.
B)
Door sterke stijg- en daalstromingen rondom de bui.
C)
Door grote temperatuursveranderingen buiten de bui.
D)
Door grote hoogtemeterafwijkingen als gevolg van verandering van
luchtdruk.
Inspectie Verkeer en Waterstaat
10
11
12
Page 3 / 5
Waardoor ontstaat dalwind?
A)
Door onderlinge luchtdrukverschillen tussen de verschillende dalen.
B)
Doordat de lucht langs de hellingen sterker door uitstraling wordt
verwarmd dan de lucht op dezelfde hoogte boven het dal.
C)
Doordat de lucht langs de berghellingen 's avonds sneller afkoelt
dan de lucht boven het dal.
Welk koude hogedrukgebied kan 's winters in West-Europa zorgen
voor strenge kou?
A)
Het 'Azorenhoog'.
B)
Het 'Siberisch hoog'.
C)
Het 'IJslandhoog'.
Tijdens een vlucht naar een gebied waar de QNH lager is dan op het
punt van vertrek wordt de hoogtemeterinstelling niet gewijzigd.
Wat kan gezegd worden van de hoogtemeteraanwijzing met betrekking
tot de ware hoogte?
13
14
15
16
A)
De aanwijzing zal te laag worden.
B)
De aanwijzing zal te hoog worden.
C)
De aanwijzing is en blijft gelijk aan de ware hoogte.
Hoe vaak worden in Nederland weerrapporten van een meteorologisch
waarnemingsstation voor de luchtvaart opgesteld?
A)
Elk half uur.
B)
Elke drie uur.
C)
Elke negen uur.
D)
Elk uur.
In de METAR is voor de zichtgroep gegeven 0800 R23/1000U. Wat wil
dit zeggen?
A)
Zicht 800 meter, RVR baan 23 1000 meter met oplopende tendens.
B)
Zicht 800 meter, doch op baan 23 1000 meter.
C)
RVR op baan 23 is 800 meter, oplopend naar 1000 meter.
D)
Zicht 800 meter op baan 23, oplopend naar 1000 meter.
Wat wordt bedoeld met de troposfeer?
A)
De gebieden op aarde met een tropisch klimaat.
B)
Het deel van de atmosfeer boven de tropopauze.
C)
Het deel van de atmosfeer onder de tropopauze.
Wat is advectie?
A)
Verticale verplaatsing van een luchtmassa.
B)
Horizontale verplaatsing van een luchtmassa.
C)
Dalende luchtbeweging in een hogedrukgebied.
D)
Afkoeling van de zee door de wind.
Inspectie Verkeer en Waterstaat
17
18
19
20
21
22
23
Page 4 / 5
Boven welk type aardoppervlak is de dagelijkse gang van de
temperatuur het grootst?
A)
Boven droge zandgrond.
B)
Boven een stad.
C)
Boven zee.
D)
Boven moerassig gebied.
Wat is een front?
A)
Een atmosferische storing die vaak slecht weer veroorzaakt.
B)
De snijlijn van een frontvlak met het aardoppervlak.
C)
Het scheidingsvlak tussen twee verschillende luchtsoorten.
Waardoor ontstaat orografische bewolking?
A)
Door gedwongen opstijgende lucht in bergachtige gebieden.
B)
Door onstabiliteit boven zee gedurende de nacht.
C)
Door afkoeling in de nacht.
D)
Door dalende lucht in bergachtige gebieden.
Bij welk(e) frontvlak(ken)kan onweer ontstaan?
A)
Alleen bij een koufrontvlak.
B)
Alleen bij een warmtefrontvlak.
C)
Bij zowel een kou- als een warmtefrontvlak.
Onder welke meteorologische omstandigheid lost advectieve mist op?
A)
Subsidentie.
B)
Verwarming van het aardoppervlak.
C)
Aanvoer van een droge luchtmassa.
D)
Stijging van de luchtdruk.
Bij welke temperatuur zal in een wolk het maximale transport van
waterdamp naar ijsdeeltjes plaatsvinden?
A)
Bij ca. - 23ºC.
B)
Bij de wolkenbasis.
C)
Bij ca. - l2ºC.
D)
Bij ca. 0º C.
De QNH van een luchthaven op zeeniveau is 993 hPa en overal onder
FL 100 is de temperatuurafwijking van ISA -15°C. Wat is de ware
hoogte van FL 100?
A)
10.600 ft.
B)
9.908 ft.
C)
9.460 ft.
D)
8.925 ft.
Inspectie Verkeer en Waterstaat
24
Page 5 / 5
U gaat een overlandvlucht van meer dan twee uren voorbereiden.
Welke informatie geeft u het meest complete en terzake doende
weerbeeld?
A)
De LLFC,
SIGMETs.
de weather chart for general aviation, METAR's, TAF's en
B)
METAR's, TAF's, low level SWC en hoogtewindenkaart.
C)
De informatie op de pagina's 707 van NOS Teletekst.
D)
TAF's, de TREND van METAR's en de low level SWC.
Download