Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd - Curium-LUMC

advertisement
Vandaag = morgen
Magazine over het wetenschappelijk onderzoek in de kinder- en jeugdpsychiatrie
Lees de bijdragen van zeven organisaties
voor kinder- en jeugdpsychiatrie,
het Landelijk Kenniscentrum Kinderen Jeugdpsychiatrie en ROMCKAP
Prof. dr. Theo Doreleijers (De Bascule):
Nederland kan als
onderzoeksland de
wereldtop bereiken
Dr. Athanasios Maras (Yulius):
ADHD: medicatie of
‘Hersengymnastiek’?
Dr. Pieter Hoekstra (Accare):
Welke genetische factoren
veroorzaken tics?
Colofon
Dit is een gezamenlijke uitgave van
de K7-instellingen, het Landelijk Kenniscentrum
Kinder- en Jeugdpsychiatrie en ROMCKAP
Eindredactie Danielle Dil Communicatie
Ontwerp Mascha Blokker
Drukwerk De Globe Amersfoort
Dr. Albert Boon (De Jutters):
Kansen van allochtonen in
jeugd-GGZ verbeteren
Maart 2012
Eénmalige uitgave, NVvP Voorjaarscongres 2012
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 1-2
26-3-2012 14:00:18
www.kenniscentrum-kjp.nl
Prof. dr. Ruud Minderaa
Hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie, Groningen
Voorzitter van het bestuur van het
Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Het hele kennispalet
“Hier zijn we, met één gezamenlijke publicatie. Voorjaar 2012 in Maastricht leek ons een
mooi moment, een mooie plek om de wetenschappelijke samenwerking tussen zeven
instellingen, het Landelijk Kenniscentrum en ROMCKAP nu eens heel zichtbaar te maken.
De onderzoekers van de zogenoemde ‘K7’ zijn overtuigd dat samenwerken de kinderen jeugdpsychiatrie doet groeien in kwaliteit en relevantie. Uit hun mond kunt u horen
dat wetenschappelijk onderzoek onontbeerlijk is voor de verdere ontwikkeling van de
kinder- en jeugdpsychiatrie en voor de verbetering van diagnostische en therapeutische
methoden. Hun ambitie is om nog meer onderzoek gezamenlijk te doen. Ze hebben
ervaren dat het bijeen brengen van ieders specialisme waarde toevoegt, en dat dit
samenwerkingsmodel efficiënt en doelgericht uitpakt.
De suggestie dat we moeten bouwen aan een landelijk netwerk omarm ik graag, met
eigen protocollen, zorg- en onderzoeksprogramma’s, en met het Landelijk Kenniscentrum
Kinder- en Jeugdpsychiatrie als katalysator. Nu al werken we ook intensief samen met
andere academische centra; ik houd het voor mogelijk dat het succes van de K7 zal
uitgroeien tot één breed kennisnetwerk dat het hele palet aan wetenschappelijk
onderbouwde kennis in onze sector beschikbaar maakt voor álle professionals in de
behandelpraktijk.”
Prof. dr. Ruud Minderaa
2
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 3-4
drs. Ariëlle de Ruijter
Directeur Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Ongewone dialogen met
verrassende resultaten
Het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie
is
een
landelijke
netwerkorganisatie
waarin
professionals, experts, onderzoekers, ouders en kinderen
samenwerken aan de wetenschappelijke
onderbouwing van het dagelijkse werk in
de kinder- en jeugdpsychiatrie.
Dit zijn Accare, De Bascule, Curium-LUMC, De Jutters,
Karakter, Triversum en Yulius. Het Erasmus MC en het
UMCU dragen bij met inhoudelijke input. Leden van de
Raad van Bestuur van de zeven instellingen
die
het
Landelijk
Kenniscentrum
financieren, vormen het bestuur van de
Stichting Landelijk Kenniscentrum KinderWetenschappelijke
en Jeugdpsychiatrie.
“Het Landelijk Kenniscentrum is de schakel
tussen wetenschappelijk onderzoek
kennis vertalen in
en academische en algemene kinderen/of kinderen werken mee
praktische protocollen Ouders
en jeugdpsychiatrische zorg door het
aan alle projecten van het Landelijk
toegankelijk maken van evidence-based
Kenniscentrum. Daarnaast is er een
protocollaire elementen van de zorg die
structureel
samenwerkingsverband
in de praktijk inpasbaar zijn. Hiermee
met vier patiëntenorganisaties en
levert zij de wetenschappelijke onderbouwing van de ouderverenigingen: De Landelijke Oudervereniging
uitvoering van de zorg in de kinder- en jeugdpsychiatrie Balans, de Nederlandse Vereniging voor Autisme, de
en de jeugd-GGZ.
Stichting Gilles de la Tourette en de Angst, Dwang en
Fobie stichting.
Wetenschappelijke kennis rondom de grote thema’s
binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie wordt vertaald Het Landelijk Kenniscentrum is een echte
in praktische protocollen.
Deze protocollen zijn netwerkorganisatie. Dat levert vaak ongewone dialogen
beschikbaar via de website waarin drie online-kanalen op tussen mensen die elkaar in een traditionele
gericht op drie verschillende gebruikersgroepen samen organisatie niet zo gauw zouden ontmoeten, met
komen: professionals, ouders en kinderen. Ouders en verrassende resultaten. Bijvoorbeeld tijdens workshops
kinderen beschikken zo over betrouwbare informatie, en expertmeetings. Het Landelijk Kenniscentrum
die hen en artsen kan helpen bij het proces van shared- garandeert een competente en betrouwbare omgeving,
decision making als het gaat om bijvoorbeeld de keuze waarin experts uit de jeugd-GGZ en aanpalende sectoren
van de behandeling.
als kindergeneeskunde, jeugdgezondheidszorg en
verslavingszorg vaak voor bijzonder verfrissende
Zeven grote instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie uitkomsten zorgen.”
maken het Landelijk Kenniscentrum financieel mogelijk.
3
26-3-2012 14:01:10
De wetenschappelijke onderzoeken van Karakter
Working Memory training (WORM)
Doelgroep: Kinderen met ADHD.
Kinderen met ADHD hebben
beperkingen in het werkgeheugen.
Werkgeheugentraining kan een
bijdrage leveren aan het verminderen
van ADHD-gerelateerde aandachtsen gedragsproblemen. WORM betreft
een gerandomiseerd dubbelblind
placebo onderzoek met een
selectieprocedure, een vóór- en
nameting, een behandelingsfase en
een follow-up.
IMAGE - International Multicenter
ADHD Genetics Project
Doelgroep: Kinderen met ADHD en
het gezin.
Tussen 2004 en 2006 hebben
ongeveer 400 Nederlandse
gezinnen met één of meerdere
kinderen met ADHD meegedaan.
In de huidige studie worden alle
gezinnen opnieuw uitgenodigd in
het Radboudziekenhuis. Ouders en
kinderen voeren computertaken
uit die neuro-psychologische
vaardigheden testen. Bij de kinderen
wordt een MRI-scan afgenomen.
Tornadopoli
Doelgroep: Kinderen met ADHD (6-18
jaar).
De Tornadopoli is een snelle
ADHD-polikliniek. Het onderzoek
naar wat er met een kind aan de
hand is duurt één dag. Na die dag
is er duidelijkheid over diagnose
en behandelplan. Als een kind
ongecompliceerde ADHD blijkt te
hebben, bieden wij, in samenwerking
met de huisarts, een behandeling. We
onderzoeken of de Tornadopoli leidt
tot een snellere afname van klachten
voor kinderen en hun omgeving
dan de ‘normale’ AD(H)D-zorg in de
kinder- en jeugdpsychiatrie.
Schoolkids Project of Interrelating
DNA and Endophenotype Research
(SPIDER) project
Doelgroep: Kinderen met autisme of
ADHD.
Kinderen met autismeproblematiek
presteren zwakker op sociale
cognitietaken. Kinderen met
ADHD presteren zwakker op
aandachtstaken. Maar vergeleken
met wie zijn die scores zwak? De
data die binnen het SPIDER-project
worden verzameld moeten een
valide normgroep vormen.
4
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 5-6
Attention Deficit Hyperactivity
Disorder Drugs Use Chronic Effects ADDUCE
Doelgroep: Jongeren (15-25 jaar) met
ADHD.
Het huidig onderzoek richt zich op
mogelijke bijwerkingen die kunnen
optreden wanneer methylfenidaat
een langere periode gebruikt wordt.
steeds vaker gediagnosticeerd.
Bij dit onderzoek wordt gekeken
naar verschillen in comorbiditeit
en verschillen tussen meisjes en
jongens. Veelal worden maskerende
en compenserende factoren
gevonden die maken dat de
onderliggende diagnose bij kinderen
en adolescenten gemist wordt.
Biologische oorzaken van Autisme
(BOA-project)
Doelgroep: Kinderen met ASS.
Autisme Spectrum Stoornissen zijn
voor een belangrijk deel erfelijk
bepaald. Bij kinderen met ASS kan
de hoeveelheid van bepaalde stoffen
in het bloed zoals serotonine en
neurale groeifactoren anders zijn.
Deze stofjes spelen een rol bij de
ontwikkeling en functioneren van
de hersenen wat tot uiting komt in
gedrag. Onderzoek kan helpen de
oorzaak van ASS te vinden.
Paediatric European Risperidone
Studies - PERS
Doelgroep: Kinderen en adolescenten
(5-18 jaar) met Conduct Disorder.
Agressieve kinderen en jongeren
zijn vaak moeilijk te behandelen
en/of te begeleiden. Een veel
gebruikte methode die toegepast
wordt om agressie te verminderen is
Risperidon. We willen ook weten hoe
de behandeling werkt bij jongeren
met een gemiddelde of hogere
intelligentie. Zo kunnen we in de
toekomst beter inschatten wat de
beste behandeling is voor bepaalde
personen.
Samenwerking Karakter , Sociale
Faculteit Radboud Universiteit, Fontys
Academie
Doelgroep: Leerlingen met en zonder
ASS in het voortgezet onderwijs.
In dit onderzoek wordt het
programma ‘de Bijsluiter’ voor
begeleiding van klassen met
zorgleerlingen en ASS getoetst op
haar effectiviteit.
CU2- onderzoek naar empathie
Doelgroep: Jongens (12-19 jaar) met
autisme, syndroom van Asperger, of
een gedragsstoornis.
We onderzoeken hoe empathie
werkt en of medicatie het empatisch
vermogen kan stimuleren. We vragen
jongeren vragenlijsten in te vullen,
computeropdrachten te maken en
naar foto´s van gezichten te kijken.
Met dit onderzoek meten we wat
er gebeurt in het lichaam als je naar
gezichten kijkt. Jongeren krijgen
elektroden op het gezicht en handen.
Met speeksel uit de mond meten we
hormonen en kijken of hormonen
verband houden met de metingen.
Nieuwe kijk op
ontwikkelingsstoornissen
Comorbiditeit & Gender
Samenwerking Karakter / Dimence
Doelgroep: Kinderen,
adolescenten, volwassenen met
ontwikkelingsstoornissen.
Ontwikkelingsstoornissen worden
TOA - Effective Treatment of
Aggression for adolescents in clinical
and non clinical settings
Doelgroep: Jongeren (12 -18 jaar).
In deze studie wordt gekeken welke
behandeling het beste werkt bij
adolescenten om agressief gedrag
te verminderen. Deelnemers krijgen
behandeling, maar weten van
tevoren niet welke behandeling. Er
zijn drie mogelijkheden:
1. Aggression Replacement Training:
training om op andere manieren met
agressie om te leren gaan.
2. Risperidon: een medicijn waardoor
de deelnemer zich minder snel
geïrriteerd voelt.
3. Combinatie: beide behandelingen
die bij 1 en 2 genoemd zijn.
Stress reductie in pleeggezinnen
Samenwerking Karakter, Dimence,
Pedagogiek Universiteit Groningen
Doelgroep: Hele jonge kinderen in
pleegzorg.
In dit onderzoek wordt de stress
bij kinderen in pleegzorg door
middel van cortisolbepalingen in
het speeksel bepaald. Pleegouders
krijgen een cursus aanbod. Doel
van het onderzoek: meten van
het effect van een interventie bij
pleeggezinnen op de stress bij
pleegkinderen.
Karakter is het expertisecentrum voor
zorg en kennis rond complexe kinderen jeugdpsychiatrie met locaties in
Gelderland en Overijssel
www.karakter.com
Prof. dr. Rutger Jan van der Gaag
Hoogleraar klinische kinder- en jeugdpsychiatrie
Voorzitter van het Kenniscentrum Karakter
Voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Ongelofelijk veel te onderzoeken
Als voorzitter van het Kenniscentrum van Karakter kan
professor Rutger Jan van der Gaag wel zeggen dat een
hoge prioriteit wordt gegeven aan het bevorderen van
onderzoek, opleiding en permanente nascholing voor
alle vestigingen. Er zijn twee onderzoekscoördinatoren
aangesteld en collega Jan Buitelaar is hoofd van Karakter
Universitair Cluster, locatie Nijmegen.
“Bij Karakter heeft de Raad van Bestuur een
kennisbeurs ingesteld. Heb je een goed
idee voor wetenschappelijk onderzoek?
Dan krijg je één jaar de tijd om een dag
in de week je onderzoek uit te voeren. Dit
bevordert het wetenschappelijk onderzoek
en motiveert medewerkers om zelf
actief mee te denken. Zo is bijvoorbeeld
afgelopen jaar een mooi psycho-educatie
project opgezet voor kinderen met ADHD
in de vorm van een interactief programma
met bekende Nederlanders .
machteloosheid van ouders in banen te leiden.
Een scala aan onderzoeken dus. Kinder- en jeugdpsychiatrie is een veld waar ongelofelijk veel te
onderzoeken valt. Maar waar ook veel vragen over worden
gesteld, omdat het een maatschappelijk belang dient. Het
gaat tenslotte om kinderen!
Heb je een goed idee voor
een onderzoek? Dan krijg
je een jaar lang één dag
in de week om het uit te
voeren.
De Raad van Bestuur van Karakter is erg stimulerend
en faciliterend bij interessante onderzoeken. Dat is
motiverend voor onze promovendi en de mensen die
warm aan het lopen zijn om te promoveren. Bij naburige
organisaties zoals Dimence en de sociale faculteit
(onderwijs) lopen ook promovendi van ons rond.
De lijn van Karakter voor wat betreft onderzoeken
kenmerkt zich door onderzoek naar de gen- en
omgevingsfactoren bij ontwikkelingspsychopathologie.
Welke rol spelen omgevingsfactoren bij behandeling van
autisme, ADHD, verslaving en gedrag? Bij autisme kijken
we bijvoorbeeld naar de biologische oorzaak van autisme.
Onze onderzoekers bestuderen de maatschappelijke
kosten van ADHD. Maar ook de studie naar de
connectiviteit in het brein (in samenwerking met het
Donderinstituut / Donders Institute for Brain, Cognition
and Behaviour) is van belang. Hierin wordt gekeken naar
het hoe en waarom autisten prikkelverwerking moeilijk
vinden. Op het gebied van vroege detectie en interventie
bij autisme heeft Iris Oosterling ruim gepubliceerd. Ook
werd cursusmateriaal ontwikkeld om de opgedane
kennis over te brengen. We proberen met deze studie de
De afgelopen 10 jaar hebben wij,
Jan Buitelaar en ik, een enorme slag
geslagen met de onderzoeksafdelingen.
Er zijn twee onderzoekscoördinatoren
gekomen:
één voor het universitair
centrum en één voor de andere centra
van Karakter. Inmiddels hebben wij ook
een implementatiefunctionaris kunnen
aanstellen. Haar taak is om te faciliteren
dat de beslissingen van effectieve
behandelmethoden breed in de organisatie
worden uitgezet.
Het belang van samenwerking is evident. Met
verschillende K7-instellingen werken wij nauw samen.
Mooi vond ik het dat Groningen haar gegevens aan ons
beschikbaar stelde in het onderzoek naar vroegdetectie.
Met Groningen voeren wij regelmatig gezamenlijke
projecten uit. Samen met De Bascule doen we het
competentiegericht diagnosticeren en -werken. En met
Triversum zijn er aanzetten voor een gezamenlijke studie.
Ik ben er erg voor om de zorgprogrammering binnen de
K7 goed te organiseren. Het gezamenlijk EPD is een goed
begin van nauwe samenwerking. Ik zou zeggen ”Maat
en getal eraan, dan kun je de wetenschappelijke studie
verder brengen.”
Het Landelijk Kenniscentrum heeft een katalyserend
effect gebracht in de samenwerking binnen de K7. Het
Kenniscentrum maakte snel duidelijk dat je voor goede
onderzoeken niet naar Amerika hoeft af te reizen, maar
dat in Nederland ook genoeg onderzoek te doen is. Het
Kenniscentrum heeft wat mij betreft een samenbrengende
functie. We zouden gezamenlijke richtlijnen en
programma’s moeten opstellen en gezamenlijk data
verzamelen. Ik ben ervan overtuigd dat we dan unieke
kansen creëren in wetenschappelijk onderzoek. “
5
26-3-2012 14:01:22
Karakter is het expertisecentrum voor
zorg en kennis rond complexe kinderen jeugdpsychiatrie met locaties in
Gelderland en Overijssel
www.karakter.com
ROMCKAP staat voor Routine Outcome Monitoring Consortium Kinder- en Adolescenten Psychiatrie. Routine
Outcome Monitoring verwijst naar het systematisch meten en hermeten van relevante variabelen ten behoeve van
het evalueren en verbeteren van zorg.
Prof. dr. Jan Buitelaar
Hoogleraar psychiatrie en kinder- en jeugdpsychiatrie
Hoofd van Karakter Universitair Cluster
Samenwerken en kennis delen
Wat ik mooi vind, is dat we bijvoorbeeld zowel met
het Donderinstituut als met het Nijmegen Centre voor
Evidence-Based Practice (NCEBP) samenwerken. Met
het Donderinstituut doen we onderzoek naar hersenen,
genetische factoren en neurocognitie. In samenwerking
met het NCEBP denken we na over nieuwe diagnoses
en behandelingen en de organisatie van de zorg. Maar
met het NCEBP zetten we ook studies op
naar ADHD en Autisme (van jonge leeftijd
tot adolescentie/volwassenheid). In die
Meer dan 50 keer
laatste stap werken we nauw samen met
gepubliceerd in
de volwassenen-GGZ.
Samenwerken en kennis delen, dat zijn twee termen die
Jan Buitelaar erg aanspreken. Professor Jan Buitelaar
staat aan het hoofd van het Karakter Universitair Cluster,
locatie Nijmegen, Zetten en Tiel. Zijn focus ligt op
fundamentele onderzoeksprojecten. Samen met Rutger
Jan van der Gaag (gericht op opleiding, klinische KJP,
behandeling en praktijk) heeft Jan Buitelaar de leiding
over de sector onderzoek van Karakter.
“Binnen Karakter streven we altijd naar
vermeerdering en verbetering van kennis
door opleiding, onderwijs en onderzoek.
We werken samen met een aantal K7- internationale vakbladen
onderzoeken we bijvoorbeeld
instellingen, maar ook met andere
en wetenschappelijke Zo
cohorten (800 kinderen met hun broertjes
academische instituten. Niet alleen wij,
en zusjes en een controlegroep), we doen
de hoogleraren sturen het onderzoek
tijdschriften
hersenscans en een longitudinale studie.
aan, we doen dit samen met andere
Wat we willen weten is: hoe zit het met de
senior onderzoekers, als Marcel Zwiers, Iris
Oosterling, Nanda Lambrechts, Wouter Groen, Wouter hersenen, met erfelijkheid en met de omgevingsfactoren.
Staal, Dorine Slaats en Helen Klip. Ieder brengt zijn of Hoe ontwikkelen deze kinderen zich op lange termijn?
haar eigen specialisme mee, waardoor het onderzoek
in waarde toeneemt. Zo werken we veel samen met Als hoofd van het cluster ben ik er trots op dat we
de laatste jaren meer dan 50 keer per jaar in binnencollega’s uit Groningen, Amsterdam en Utrecht.
en buitenlandse vakbladen en wetenschappelijke
Ik ben in 2002 in Nijmegen als hoogleraar benoemd. tijdschriften hebben gepubliceerd. Afgelopen jaar zijn
Voor een organisatie is het belangrijk om een hoogleraar acht mensen gepromoveerd onder onze begeleiding.
aan je te binden. Ik bemerk dat ik regelmatig word Dat lukt, omdat Karakter onderzoeksmiddelen van
uitgenodigd om mee te praten over verschillende zaken. de Radboud Universiteit krijgt, maar ook een eigen
Als organisatie heb je zo meer in de pap te brokkelen, dat is onderzoeksbudget heeft. Voor onderzoekers dus een
prettig. Wij zitten in een mooie positie. Ik ben hoogleraar mooie plek om te promoveren.
en mijn collega is voorzitter van de Nederlandse
Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). De lijnen waarop De promotie van Lidy Pelsser, die als buitenpromovendus
wij wetenschappelijke onderzoeks-activiteiten uitzetten bij Karakter promoveerde op voeding en ADHD was
erg interessant. Hier speelde uiteraard ook mee dat
zijn onder te brengen in de volgende gebieden:
er veel aandacht voor de alternatieven van medicatie
• Onderzoek naar infants, psychopathologie bij bij ADHD was en de media hier gretig op inspeelden.
Een andere boeiende, maar voor het grote publiek
kinderen tot de leeftijd van 4 jaar
minder aansprekende studie is het onderzoek van Geert
• Ontwikkelingstransacties met de omgeving
Poelmans om netwerken van genen en eiwitten voor
• Autisme Spectrum Stoornissen (ASS)
ADHD en autisme te maken. Dit is meer een fundamenteel
• ADHD
onderzoek, maar niettemin erg waardevol. Kortom, ik
• Depressie
• Dubbel-diagnose (verslaving en psychopathologie) vind dat we met de afdeling onderzoek van Karakter
zeker op de goede weg zitten.”
• Orthopsychiatrie (agressie en psychopathie)
6
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 7-8
ROMCKAP is een samenwerkingsverband van de kinder- en jeugdpsychiatrische instellingen en academische centra
met als doel de zorg aan kinderen met een psychiatrische stoornis te verbeteren. Dit zal gebeuren door na te gaan
in welke mate en waardoor cliënten veranderen als ze in zorg komen, door te meten en te hermeten op relevante
variabelen. Hierdoor zijn we in staat zichtbaar te maken wanneer veranderingen optreden tijdens de behandeling,
bij welke cliënten en hoe de behandeling bijgestuurd kan worden.
ROMCKAP is een samenwerkingsverband zonder commerciële doeleinden met als kerndoel de verbetering van de
zorg voor kinderen en jongeren met een psychiatrische stoornis. De resultaten stellen we dan ook ten dienste van
de gehele sector. Voor meer informatie zie: www.romckap.org
De vijf kernthema’s van ROMCKAP
1. Evaluatie van effectiviteit van de behandeling.
Met als aandachtspunten:
• het vaststellen van de effectiviteit van interventies,
door onderzoek dat zowel op gerandomiseerde als
op niet gerandomiseerde wijze uitgevoerd;
• het detecteren van niet-behandelgerelateerde factoren die samenhangen met verandering, mediatoren en moderatoren, en het belang van diversiteit;
• inzicht krijgen in de werkzame componenten van
behandeling;
• het inzicht in de generaliseerbaarheid van de resultaten uit effectiviteitsonderzoek;
• de mogelijkheid om op basis van met ROM verzamelde gegevens zorgaanbieders te vergelijken en
betekenis te verlenen aan verschillen in behandeluitkomst.
2. Evaluatie van het effect van feedback en ontwikkeling
van clinical decision tools.
Het doel van deze onderzoekslijn is het nagaan van de
effectiviteit van feedback van ROM-gegevens aan de
patiënt, diens omgeving en de behandelaar, en het bepalen van de stoornisspecifieke condities waaronder
dergelijk effect het best tot zijn recht komt. Tevens zal
deze onderzoekslijn bijdragen aan het detecteren van
de beslissingsmatrix die toelaat Clinical Decision Tools
te ontwikkelen, zodat ROM kan uitgroeien tot een optimaal behandelondersteunende methodiek.
3. Ontwikkeling van meetinstrumenten.
In de kinder- en jeugdpsychiatrie zijn meerdere generieke
en stoornis specifieke instrumenten voor handen. Vele
ervan kunnen worden teruggevonden op de websites
van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie
(www.kenniscentrum-kjp.nl) en het Nederlands Jeugd
Instituut (www.nji.nl). De psychometrische kenmerken
van bestaande instrumenten zijn vaak echter beperkt
onderzocht. Aan de hand van een gestandaardiseerde
checklist worden validiteit, betrouwbaarheid en
responsiviteit gescoord. Dit kan sturing geven aan
toekomstig onderzoek naar vragenlijsten, door na te
gaan hoe goed de gebruikte instrumenten onderzocht
zijn en op welke vlakken verbetering nodig is.
4. Evaluatie van doelmatigheid en kosteneffectiviteit van
interventies.
Met het nagaan van de doelmatigheid van interventies,
kunnen de kosten (zowel interventiekosten als kosten
van de ziekte) worden afgewogen tegen de baten
(zowel de direct ziektegerelateerde als de indirecte zoals
arbeidsproductiviteit).
5. Detectie van risicofactoren voor persistentie van
stoornissen.
Doel van deze onderzoekslijn is het nagaan van (het
samenspel van) risicofactoren voor het beloop van
stoornissen, zowel bij het vaststellen van de stoornissen
als over de tijd. In het bijzonder zal deze onderzoekslijn
zich richten op factoren die nog niet standaard in de
zorg gemeten worden, zoals neurobiologische factoren,
wat maakt dat deze onderzoekslijn meer basaal van
karakter is.
7
26-3-2012 14:01:52
Een selectie van de wetenschappelijke onderzoeken van Yulius
Hersengymnastiek
De Yulius Academie voert dit
onderzoek uit samen met de Vrije
Universiteit Amsterdam (initiator)
en met verschillende instellingen
in de regio’s Amsterdam en
Rotterdam.
Doelgroep: Kinderen met ADHD.
‘Hersengymnastiek’ onderzoekt
nieuwe alternatieve
behandelmethoden voor kinderen
met ADHD, namelijk neurofeedback
en sport. Het effect van beide
methoden op de kernsymptomen
van ADHD wordt onderzocht door
deze te vergelijken met de effecten
van methylfenidaat.
Meer informatie: http://
hersengymnastiek.psy.vu.nl.
Healseeker
Dit onderzoek wordt uitgevoerd
door de Yulius Academie in
samenwerking met de firma’s
Janssen en Ranj.
Doelgroep: Kinderen met ADHD
8
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 9-10
(8 -11 jaar).
Met dit onderzoek wordt de
effectiviteit van een prototype
Serious Game geëvalueerd
bij kinderen met ADHD.
Het doel van dit educatieve
spel is het bevorderen van
vaardigheden op het gebied
van planning, tijdmanagement,
frustratietolerantie, sociaal
functioneren en het verminderen
van risicogedrag.
4U Studie
In dit onderzoek werkt de Yulius
Academie samen met het Erasmus
MC, Universiteit Utrecht, Vrije
Universiteit Amsterdam en de CED
groep.
Doelgroep: Kinderen in het speciaal
onderwijs.
De 4U Studie onderzoekt de
effecten van de onderwijsmethode
‘Taakspel’ op het functioneren van
leerlingen en leerkrachten in het
speciaal onderwijs. Door toepassing
van deze methode wordt de
leerkracht getraind om les te geven
zonder dat in de klas alle aandacht
uitgaat naar gedragsproblemen van
leerlingen.
Ik Puber
‘Ik Puber’ wordt uitgevoerd in
samenwerking met het Erasmus
MC – Sophia Kinderziekenhuis.
Doelgroep: Jongeren met autisme.
‘Ik Puber‘ is de verzamelnaam voor
een aantal projecten rondom de
Ik Puber-training, een training ter
bevordering van de psychoseksuele
en puberteitsontwikkeling
van jongeren met een
autismespectrumstoornis. De Ik
Puber-training is het afgelopen
jaar geprofessionaliseerd. De
handleiding verschijnt in december
2011 in boekvorm. De training
wordt momenteel vertaald naar
het Engels en Spaans. Ook vindt
onderzoek plaats naar de effecten
van de Ik Puber-training.
Dr. Athanasios Maras
Directeur Yulius Academie
Yulius richt zich in de regio
Zuidwest-Nederland op het bieden
van zorg in iedere levensfase van
cliënten met complexe psychische
problematiek en leerlingen met
psychische problemen
www.yulius.nl
Het leven positief beïnvloeden
Voor Yulius is onderzoek zo belangrijk dat zij een Yulius
Academie heeft opgericht. De directie van de Yulius
Academie bestaat uit Athanasios Maras en Arthur van
Gool, die verantwoordelijk zijn voor de drie hoofdsecties:
onderzoek, innovatie en opleidingen.
In samenwerking met het Erasmus MC kijken we of
vroegdetectie mogelijk is voor ernstige psychiatrische
aandoeningen. We willen meer interventies aanbieden
om positieve resultaten te boeken. We zijn een grote
organisatie, dus we doen natuurlijk breed onderzoek.
Ik ben van mening dat we dat verplicht zijn aan de
Directeur Athanasios Maras aan het woord: ”Voor ons is organisatie, maar ook aan onze cliënten.
het belangrijk kwaliteit te ontwikkelen, efficiency van zorg Uiteraard zijn al onze onderzoeken interessant, maar
en onderwijs te toetsen, maar ook de maatschappelijke het onderzoek dat we nu aan het afronden zijn, het
ontwikkeling binnen de GGZ te volgen. Ik vind het van 4U-onderzoek is toch ook erg boeiend. De studie richt
groot belang om met de universitaire centra
zich op de cluster-4 problematiek, op het
in Nederland goed samen te werken. Wij
grensvlak van onderwijs en psychiatrie. Het
werken daarom samen met verschillende
blijkt dat veel leerlingen met psychiatrische
Onderzoek naar
universiteiten, waarmee we onderzoeken
problematiek die cluster-4 onderwijs
alternatieven
uitvoeren die niet alleen fundamenteel
volgen de lessen nog wel erg moeilijk
van aard zijn, maar juist ook direct praktijk
vinden. We bieden nu interventies aan
voor medicatie
relevant. Voor ons telt altijd de vraag: ”Wat
leerkrachten aan, waardoor zij de kinderen
kunnen we met ons onderzoek doen voor de
op een andere manier gaan benaderen,
bij ADHD
cliënten?”. Mooi is dat via de universiteiten
veel positiever. Het resultaat is dat de
de kennis en expertise aansluit bij ons
kinderen er beter van gaan leren en minder
onderzoek. Meer dan de helft van onze
gedragsproblemen hebben. Een ander
onderzoeken (in totaal momenteel zo’n 30 projecten) valt onderzoek, dat ook maatschappelijk veel aandacht krijgt,
onder kinder- en jeugdpsychiatrie.
is ‘Hersengymnastiek’. Hierin kijken we -samen met de VU
Amsterdam- of medicatie bij ADHD altijd effectief is. Met
Waar we al een tijd mee bezig zijn is levensloop-psychiatrie. veel partners zijn we aan dit onderzoek bezig, waarbij
Het is niet zo dat je de verschillende levensfasen zomaar we kijken naar verschillende alternatieven van medicatie
aan elkaar kunt knopen. Wat wij willen doen is de zoals neurofeedback (leren zelf je hersenen te stimuleren)
overgangsfasen in het leven soepel laten verlopen. De en sport (door drie keer per week te sporten train je je
levensfasen van jong, naar adolescentie naar volwassene. hersenen).
Met onze onderzoeken proberen we het leven van de
cliënten positief te beïnvloeden. In samenwerking met Voor ons is samenwerking binnen de K7 van groot belang.
de K7-instellingen zou het een goed initiatief zijn om Met een aantal K7-instellingen werken we al samen.
longitudinaal onderzoek te doen naar de verschillende Zo is bijvoorbeeld Accare samen met de Universiteit
overgangsfasen, samen behandelconcepten te ontwik- Groningen een voorloper op het gebied van Gilles de la
kelen.
Tourette. In zeldzame stoornissen kunnen wij veel voor
elkaar betekenen. Nederland is een goed georganiseerd
Yulius heeft de onderzoeken geclusterd naar de volgende land met hoog gespecialiseerde zorg. Ik denk dat het
onderzoekslijnen:
heel goed mogelijk is in Nederland structureel stabiele
• Autisme spectrum stoornissen
samenwerkingsverbanden op te zetten ter bevordering
• Neuropsychiatrie/ tics/ADHD
van zorgkwaliteit, innovatie en wetenschap. Op die
• Onderwijs en psychiatrie
manier kunnen we onderzoek goed afstemmen en elkaar
• Trauma/hechting/ (multiproblem) gezinnen /pleegzorg aanvullen. Het Landelijk Kenniscentrum kan hierin een
• Severe mental health/psychose/bipolaire stoornissen
coördinerende en verbindende rol vervullen.”
9
26-3-2012 14:02:00
De wetenschappelijke onderzoeken van Accare
STERK onderzoek
In samenwerking met Curium-LUMC
Doelgroep: Kinderen van ouders met angst- en
stemmingsstoornissen.
Het doorbreken van de inter-generationele overdracht.
Kinderen van ouders met angst- en stemmingsstoornissen lopen zelf (onder meer vanwege genetische
factoren) een verhoogd risico op het krijgen van angsten stemmingstoornissen, zeker als zij zelf al klachten
rapporteren of wanneer ze een bepaald risicoprofiel
hebben. De grote risico’s voor deze jonge kinderen
liggen op het gebied van de ouder-kind interactie,
sociaal functioneren, functioneren op school en
problemen met zelfbeeld. Onbehandelde angst- en
stemmingsklachten blijken chronisch of te verergeren.
Meer informatie: www.sterkonderzoek.nl
STAP-studie -Stepped-care behandelprogramma
Doelgroep: Jonge kinderen (tussen 2½ en 6 jaar) met
disruptieve gedragsproblemen, voortkomend uit een
aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD)
in combinatie met een oppositioneelopstandige
gedragsstoornis (ODD) (preschool-onderzoek).
Voor de ouders van deze kinderen is de opvoedingslast
groot. Er bestaat een verhoogd risico op een
ongunstige ontwikkeling op latere leeftijd (onder
andere onderpresteren op school, sociale isolatie,
antisociale gedragingen en misbruik van verdovende
middelen). Tevens bestaat er een verhoogd risico op
kindermishandeling.
Thuisbehandeling
Doelgroep: Kinderen (6 -12 jaar) met ADHD met of
zonder comorbide stoornissen bij wie onvoldoende
verbetering is opgetreden na reguliere poliklinische
behandeling (bestaande uit medicatie in combinatie
met een oudertraining).
Onderzoek naar de effectiviteit van thuisbehandeling
bij kinderen met ADHD die onvoldoende hebben
10
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 11-12
geprofiteerd van ambulante behandeling. Ook gezinnen
waarin sprake is van onvoldoende therapietrouw
of voortijdig staken van de behandeling komen in
aanmerking voor de te onderzoeken interventie.
ESTIA onderzoek
Doelgroep: Kinderen (10 -12 jaar) in de laatste twee
groepen van het (speciaal) basisonderwijs, met een
autisme spectrumstoornis.
Onderzoek naar de effectiviteit van sociale
vaardigheidstraining bij kinderen met ASS.
Sociale vaardigheden zijn bij kinderen met ASS
onderontwikkeld. De klinische indruk is dat het trainen
van deze vaardigheden zinvol is. Ondanks dat, de brede
inzet van sociale vaardigheidstrainingen en het scala
aan methoden hiervoor, is de effectiviteit van sociale
vaardigheidstrainingen bij ASS wetenschappelijk
onvoldoende bewezen.
Emotie Regulatie Training
Doelgroep: Jongeren (14-18 jaar) met emotieregulatie
problemen.
Onderzoek naar de effectiviteit van Emotie Regulatie
Training (ERT) bij jongeren met borderline problemen.
Deze jongeren ervaren het leven vaak als erg zwaar. Ze
kennen periodes van somberheid, angst of boosheid.
Affect, aandacht en motivationele oriëntatie bij anorexia
nervosa
Doelgroep: Jongeren met anorexia nervosa.
Dit promotieonderzoek onderzoekt mechanismen die
mensen helpen bij het lijnen of het juist moeilijk maken
om succesvol te lijnen. Hierbij wordt met name gekeken
naar de rol van meer automatische “onbewuste”
processen. Met reactie-tijd-taken op de computer
wordt o.a. het idee onderzocht of lijnen zo moeilijk vol
te houden is omdat “onbewuste” processen je in een
onbewaakt ogenblik toch weer verleiden tot het eten
van ongezond voedsel.
Accare is een instelling voor kinder- en
jeugdpsychiatrie in de provincies Groningen,
Friesland, Drenthe, Overijssel en Flevoland
www.accare.eu
Dr. Pieter Hoekstra
Directeur Onderzoek en Onderwijs
Accare UCKJP
Samenwerken met buitenlandse experts
“Bij Accare hebben we onderzoek hoog in het vaandel.
Dat komt onder andere doordat onze hoogleraar Ruud
Minderaa, die in april met pensioen gaat, zich al jaren sterk
gemaakt heeft voor onderzoek.” Pieter Hoekstra neemt
de verantwoordelijkheid voor het onderzoek binnen het
Universitair Centrum over van Ruud Minderaa.
hun broers en zussen en gezonde controlekinderen
waarin hersenscans en genetisch onderzoek worden
gecombineerd. Daarnaast loopt er een grote Europese
studie naar de stoornis van Gilles de la Tourette waarvan
Groningen de trekker is. De door de Europese Unie
gesubsidieerde studie is eind 2011 van start gegaan. Dit
project heeft een looptijd van vijf en een half
Hij vertelt: ”Ons Universitair Centrum heeft
jaar en er is zes miljoen euro mee gemoeid.
Onderzoek naar
vestigingen in de provincies Groningen en
We werken hierin met 27 partners in Europa
Friesland. Daarnaast heeft Accare vestigingen
samen. We onderzoeken twee cohorten
fundamentele
vragen,
in de provincies Drenthe, Flevoland en
van kinderen: een groep van kinderen met
Overijssel. Er zijn twee hoofdlijnen waarin
en een met een hoog risico om tics te
zoals naar de oorzaak tics
onderzoek wordt gedaan. Deels is dat klinisch
ontwikkelen. Onderzocht wordt onder meer
wetenschappelijk
onderzoek.
Daarbij
van aandoeningen welke genetische factoren maken dat het
bekijken we dus welke behandelingen het
ene kind wel en het andere kind geen tics
beste werken. Is dat bijvoorbeeld medicatie
ontwikkelt.
of gedragstherapeutische behandeling? Daarnaast doen We voeren overigens wel vaker Europese studies uit,
we onderzoek naar meer fundamentele vragen, zoals onder meer naar de werkzaamheid van medicijnen. Het
naar de oorzaak van aandoeningen.
is altijd boeiend om met buitenlandse experts te werken.
Daarnaast zijn we een internationaal onderzoek gestart
Het onderzoek binnen ons Universitair Centrum naar genetica van ticstoornissen: we betrekken hierin
richt zich op drie typen van problemen. Als eerste op families van kinderen waarin meerdere familieleden tics
ontwikkelingsstoornissen (ADHD en autisme spectrum hebben (zoals tantes, neven etc).
stoornissen), daarnaast op ticstoornissen (zoals het
syndroom van Gilles de la Tourette) en op angst- en Er is binnen Accare een wetenschappelijke beleidsstemmingsstoornissen.
commissie met zes mensen, waaronder ik zelf, die nieuwe
onderzoeksvoorstellen bespreekt en het beleid bepaalt.
We doen behoorlijk gevarieerd onderzoek. Zo participeren In K7-verband zou het mooi zijn als we gezamenlijk een
we binnen een grote cohortstudie (NeuroIMage), in behandeleffectstudie kunnen opzetten. Ik denk dat dit
samenwerking met Nijmegen en Amsterdam. Het is tot (nog) meer samenhang kan leiden.”
een grootschalig onderzoek van kinderen met ADHD,
11
26-3-2012 14:02:16
De wetenschappelijke onderzoeken van De Jutters
Niet-westerse allochtone cliënten in
de Jeugd-GGZ
Doelgroep: Alle kinderen met
psychiatrische problematiek in
Haaglanden.
In een aantal publicaties van
het onderzoeksteam van De
Jutters is aangetoond dat
kinderen en adolescenten van
niet-Nederlandse herkomst
slecht bereikt worden door de
reguliere jeugd-GGZ. Hierop
voortbouwend wordt onderzoek
gedaan naar de oorzaken van
deze ondervertegenwoordiging.
Het onderzoek is gebaseerd op
de gegevens van De Jutters in
vergelijking met CBS gegevens.
Allochtone cliënten in jeugdGGZ Doelgroep: ambulante patiënten De
Jutters.
De basis van deze promotie is een
drop-out onderzoek. Onderzocht
wordt in hoeverre etnische
herkomst (in samenspel met
andere factoren) voorspellend is
voor voortijdige afbreking van de
behandeling. Promotieonderzoek:
12
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 13-14
het eerste artikel van de dissertatie
is gepubliceerd, dit jaar (2012)
worden nog vier andere artikelen
ingeleverd.
(Dag)Klinische Mentalisatie
Bevorderende Psychotherapie
(MBT) bij adolescenten
Doelgroep: Adolescenten
met (ontwikkelende)
persoonlijkheidsstoornis.
Onderzoek naar het effect van
op MBT gebaseerde klinische
psychotherapie. In dit kader wordt
gekeken naar de relatie tussen
gehechtheid en persoonlijkheidsproblematiek.
Imaging Adolescents with
Childhood abuse and Personality
Disorders
Samenwerking met Leiden Institute
for Brain & Cognition.
Doelgroep: Adolescenten
met (ontwikkelende)
persoonlijkheidsstoornis.
Onderzoek naar het verschil in
effect van emotioneel misbruik of
verwaarlozing enerzijds en fysiek en
seksueel misbruik anderzijds op de
mediaal prefrontale cortex.
The influence of Family Therapy on
adolescent delinquency (INCANT)
Samenwerkingsproject met
Curium-LUMC
Doelgroep: Adolescenten met
gedragsstoornis.
Europees RCT onderzoek naar
MDFT vs CGT. De hoofdvraag van
het onderzoek is: wat is de invloed
van (Family) Therapie op het
criminele gedrag van adolescenten
met probleemgedrag.
Empathy related brain activity in
aggressive conduct disorder and
autistic individuals
Samenwerking met Curium-LUMC.
Doelgroep: patiënten van
forensisch behandelcentrum Het
Palmhuis.
fMRI onderzoek naar het
onderscheid in empathie tussen
jongeren met gedragsstoornis
en autistische stoornis. In het
onderzoek wordt tevens door vooren nameting gekeken naar het
effect van de EQUIP behandeling.
De Jutters,
centrum voor Jeugd-GGZ Haaglanden
www.dejutters.com
Afdeling wetenschappelijk onderzoek
Albert Boon, Anna de Haan en Sjouk de Boer
De Jutters
Toegankelijkheid verbeteren
“De Jutters, centrum voor kinder- en jeugd psychiatrie
is eigenlijk heel bijzonder”, vertelt Albert Boon,
wetenschappelijk onderzoeker bij de Haagse
organisatie. “We zijn geen academisch centrum, maar we
zijn wel een opleidingsinstituut met een eigen afdeling
wetenschappelijk onderzoek. De hoofdlijnen van ons
onderzoek staan in het teken van onze ambitie om de
jeugd-GGZ toegankelijker te maken voor groepen die
nu te weinig aan bod komen.
Bij onze onderzoeken betrekken we natuurlijk ook
de ROM-data om te bekijken welke rol de etnische
factor bij het behandelverloop en de resultaten van de
behandeling speelt.
Uiteraard doen we ook ander onderzoek. Zo wordt op
de Albatros, onze afdeling voor klinische psychotherapie
voor adolescenten met persoonlijkheidsproblematiek
ook onderzoek gedaan.
De behandeling,
gebaseerd op de principes van Mentalization Based
De Jutters heeft als werkgebied Den Haag en omstreken Treatment, wordt onderzocht waarbij de focus ligt
op de relatie tussen gehechtheid en
en wij richten ons met onderzoek daarom
persoonlijkheidsstoornissen. Met deze
op grootstedelijke problematiek. Meer
patiëntengroep participeren we ook in fMRI
dan de helft van de Haagse jeugd is van
niet-Nederlandse herkomst en we hebben
Minder kansen voor onderzoek van de Universiteit Leiden naar
de gevolgen van emotioneel en seksueel
de afgelopen jaren met ons onderzoek
aangetoond dat de kansen voor deze niet-Nederlandse jeugd misbruik.
groep om in de jeugd-GGZ geholpen te
in de jeugd-GGZ
worden veel lager liggen dan voor hun
Een andere groep die aan fMRI onderzoek
deelneemt vormen de patiënten van
autochtone leeftijdgenoten. Daarom willen
Het Palmhuis, ons behandelcentrum
wij de toegankelijkheid en de kwaliteit
forensische psychiatrie. In dit onderzoek
van de jeugd-GGZ voor kinderen van nietNederlandse herkomst onderzoeken en verbeteren. van het LUMC wordt de relatie tussen aan empathie
Rond dit thema voert Anna de Haan (midden op de gerelateerde hersenactiviteiten en gedragsstoornissen
foto) op dit moment een promotieonderzoek uit in onderzocht.
samenwerking met Robert Vermeiren van Curium-LUMC
en Joop de Jong (hoogleraar interculturele psychiatrie) De laatste twee onderzoeken zijn de moeite waard om te
van de Vrije Universiteit.
noemen omdat we deze als niet-academische instelling
natuurlijk nooit zelf kunnen uitvoeren, maar door
samen te werken met de universiteit kunnen we wel
deel nemen aan deze voor ons vakgebied interessante
ontwikkeling.”
13
26-3-2012 14:02:31
Een selectie van de wetenschappelijke onderzoeken van De Bascule
AMC-De Bascule:
STEPP-onderzoek - Risicoscreening
op posttraumatische stress stoornis
bij kinderen, adolescenten en hun
ouders na een ongeluk
Doelgroep: Kinderen met trauma
Posttraumatische stress stoornis.
(PTSS) komt voor bij 10-15% van de
kinderen en adolescenten na een
ongeluk en de daarop volgende
behandeling in de shockroom
van de Spoedeisende Hulp. Ook
ouders kunnen blijvende klachten
ontwikkelen. Identificatie van
kinderen en ouders met een hoog
risico op PTSS geeft de mogelijkheid
hen te volgen en vroegtijdig in
te grijpen. Daartoe wordt een
screeninginstrument ontwikkeld,
gebaseerd op de Screening Tool for
Early Predictors for PTSD.
Doel: de effecten van de twee
interventies, Cogmed en de eigen
ontwikkelde behandelmodule
“Beter Bij de Les”, met elkaar te
vergelijken bij 100 kinderen. Hierbij
wordt gekeken naar de effecten
op werkgeheugen, leerprestaties,
taakgerichtheid, effectief besteedde
leertijd en functioneren in dagelijks
leven.
Onderzoek naar
informatieverwerking,
neuropsychologische en
neurobiologische processen bij
kinderen en adolescenten met een
obsessieve-compulsieve stoornis
Doelgroep: Kinderen met
dwangstoornissen.
Met neuroimaging wordt onderzocht
waar en wanneer er bij kinderen
met een obsessieve-compulsieve
stoornis afwijkingen optreden in
Prevalentie, preventie en aanpak
een bepaald gebied van het brein,
van kindermishandeling binnen
tijdens rust en tijdens het uitvoeren
de Surinaamse gemeenschap in
van neuropsychologische tests.
Nederland en Suriname
Bovendien wordt nagegaan wat de
Doelgroep: Kinderen die mishandeld/ relatie is tussen het effect van de
getraumatiseerd zijn. Ouders
behandeling en het functioneren van
die risico lopen hun kinderen te
de hersenen.
mishandelen.
1. Vaststellen aantal gevallen
Functional abdominal pain within the
van kindermishandeling onder
context of internalizing disorders in
Surinaamse kinderen in Paramaribo
childhood: a randomized controlled
en het district Brokopondo.
cognitive-behavioral family
2. Interventieprogramma
intervention
in Paramaribo om ouders
Doelgroep: Kinderen met buikpijn.
opvoedvaardigheden aan te leren en Doelen van het onderzoek: inzicht
hiermee een preventieve functie te
krijgen in welke psychosociale
bewerkstelligen in de problematiek
factoren samenhangen met het
van kindermishandeling.
ontstaan of in stand houden
3. De houding ten aanzien van
van functionele buikpijn of de
geweld als middel in de opvoeding
klachten en het onderzoeken
wordt onderzocht bij Surinaamse
van de effectiviteit van het bij De
ouders in Nederland.
Bascule ontwikkelde kortdurende
cognitief gedragstherapeutisch
Beter bij de les, Speciale
behandelprotocol “Buikpijn de Baas!”,
Onderwijszorg
afgezet tegen een even frequente
Doelgroep: Kinderen met ADD/
medische behandeling.
ADHD en een zwak functionerend
werkgeheugen (8-12 jaar).
Interventies ter verbetering van
aandacht en werkgeheugen bij
schoolgaande kinderen met gedragsen leerproblemen.
14
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 15-16
Gerandomiseerd gecontroleerd
onderzoek naar de effecten van
Parent-Child Interaction Therapy
versus Gezins-Creatieve Therapie
In samenwerking met de Universiteit
Twente
Doelgroep: Kinderen (2-7 jaar) met
gedragsproblemen.
Parent-Child Interaction Therapy
(PCIT) en Gezins-Creatieve Therapie
(GCT) zijn twee behandelingen
gericht op ouders en jonge kinderen
met gedragsproblemen. Tijdens
de behandeling wordt de omgang
tussen ouder en kind verbeterd.
Binnen dit onderzoeksproject
wordt de werkzaamheid van zowel
PCIT als GCT onderzocht in een
gerandomiseerd onderzoeksdesign.
VUmc - De Bascule:
Angstconditionering tijdens
specifieke condities bij antisociale
adolescenten: een neuro-imaging
studie
Doelgroep: Adolescenten met een
gedragstoornis (ODD en/of CD).
In deze studie wordt
angstconditionering en beloning en
strafgevoeligheid bij adolescenten
met en zonder een gedragsstoornis
tijdens verschillende experimentele
condities onderzocht middels (f)
MRI. Tevens zal de invloed van
methylfenidaat op de beloning en
strafgevoeligheid in deze groep
bestudeerd worden. Doel van
deze studie is het verkrijgen van
meer inzicht in de mechanismen
verantwoordelijk voor het
ontstaan van antisociaal gedrag
en de beïnvloedbaarheid van deze
mechanismen
Follow-up Evaluatie dagbehandeling
jeugdige delinquenten met
psychiatrische stoornissen
Doelgroep: Adolescenten
met gedragsproblemen en
justitiecontacten.
Follow-up van adolescenten die in
dagbehandeling zijn geweest bij de
forensische divisie van De Bascule
versus CAU (gevangenisstraf).
Invloed van
neurobiologische markers
op behandeluitkomst
bij jongeren met een
gedragsstoornis in een
gesloten behandelsetting
Doelgroep: Jongeren met
gedragsstoornissen binnen
de gesloten jeugdzorg (De
Koppeling)
Ingrijpende interventies,
zoals een gedwongen
gesloten setting blijken
niet voor alle jongeren
met gedragsproblemen
te leiden tot verbetering
van hun functioneren.
Binnen De Koppeling
(samenwerkingsverband
van Spirit en De Bascule)
wordt daarom onderzoek
gedaan om meer inzicht
te krijgen in de invloed
van psychopathiforme
kenmerken en
neuropsychologische
kenmerken op de uitkomst
na een gestandaardiseerde
interventie (WSART), alsook in de
veranderlijkheid van deze
kenmerken gedurende de
interventie.
Evaluatie van de effecten
van implementatie van
de Non-Violent Resistance
(NVR) methodiek
Doelgroep: Kinderen en
jongeren op (dag) klinische
afdelingen.
In samenwerking met
het VUmc is een project
opgestart waarin we
de effecten van de
implementatie van de NVR
methodiek onderzoeken.
Daarbij zal onderzocht
worden wat het effect
is op het aantal en soort
agressie incidenten,
maar ook of er effect is
op werkwijze en gevoel
van competentie van de
medewerkers.
VUmc - De Bascule, academisch centrum
voor psychiatrische zorg aan kinderen,
jongeren en gezinnen in Amsterdam eo
www.debascule.com
Prof. dr. Theo Doreleijers
Hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie
Hoogleraar forensische psychiatrie
De Bascule
De wereldtop bereiken
“De afdeling Onderzoek valt onder
de Divisie Onderzoek, Onderwijs,
Opleiding en Ontwikkeling (O4) en is
onderverdeeld in twee lijnen: de AMClijn en de VUmc-lijn.” Aan het woord is
professor Theo Doreleijers, een meer
dan gevestigde naam in de kinder- en
jeugdpsychiatrie.
”We zijn bezig om die twee lijnen bij
elkaar te brengen. We hebben namelijk
nu twee kleinere onderzoeksgroepen. Als
je samen één grotere onderzoeksgroep
vormt voor beide medische centra,
dan kun je meer onderzoek doen en
meer bereiken. De Bascule zit in een
academiseringsproces met onderwijs,
opleiding, maar ook met onderzoek.
We willen steeds meer academische
activiteiten ontplooien en we zijn nu,
zoals je dat zo mooi zegt ‘in ontwikkeling’.
De AMC-groep richt zich veel op trauma
en
internaliserende
problematiek.
De VUmc-groep legt zich meer toe
op
externaliserende
problematiek
en
gedragsstoornissen.
Ernstige
gedragsstoornissen die tot contact
met justitie en politie leiden. Maar
eigenlijk zijn de twee lijnen niet goed
te onderscheiden. De cliënten die met
justitie te maken krijgen, hebben vaak
ook een traumatische jeugd gehad. En
omgekeerd, de cliënten die een trauma
hebben komen helaas ook wel eens in
aanraking met de politie. We kijken nu
hoe we deze twee lijnen beter kunnen
vervlechten.
Wat we namelijk willen is als
onderzoeksland op de wereldkaart
komen te staan. In Nederland is al erg
veel potentieel. Ik ben ervan overtuigd
dat je met samenwerking de wereldtop
kunnen bereiken. Weet je dat het Orange
Journal na Amerika, de meeste artikelen
aangeboden krijgt uit Nederland?!
We werken nu voor onderzoek op
gedragsstoornissen en forensische
kinder- en jeugdpsychiatrie veel samen
met Curium-LUMC. We hebben een
nauw samenwerkingsverband met de
groep van Robert Vermeiren, hoogleraar
en directeur/opleider van CuriumLUMC. Samen geven wij leiding aan
ongeveer twintig promotieprojecten op
het gebied van de gedragsstoornissen.
Eigenlijk
zouden
we
één
onderzoeksconsortium moeten worden.
Ook Utrecht en Nijmegen kunnen dan
meer samenwerken. Dan heb je twee
onderzoeksconsortia waarmee je de
toptijdschriften kunt bereiken.
Het onderzoek naar de neurobiologie
van gedragsstoornissen heeft mijn
aandacht. Over dit onderwerp zijn
al veel proefschriften geschreven.
Op 28 maart dit jaar komt weer een
nieuw proefschrift hierover uit, dat van
Marjan de Vries. Wat ik boeiend blijf
vinden is om te onderzoeken of gedrag
niet alleen komt door opvoeding en
slechte vriendjes, maar ook door ‘iets’
in de hersenen. Toen we ooit met dit
onderzoek begonnen bestond hier een
groot taboe op. Arne Popma deed hier
voor het eerst onderzoek naar. Inmiddels
wordt gelukkig veel meer onderzoek
gedaan naar neurobiologische factoren
van gedrag. Ik ben er natuurlijk trots op
dat wij dit in gang hebben gezet.”
15
26-3-2012 14:02:51
De wetenschappelijke onderzoeken van Curium-LUMC
Child Public Mental Health
Doelgroep: kinderen en jongeren
waarbij in de eerste lijn een
vermoeden van een psychiatrische
stoornis bestaat.
Het doel is om in nauwe
samenwerking met
huisartsen en andere
jeugdhulpverleningsinstanties
psychische problemen bij kinderen
en jongeren zo snel mogelijk te
herkennen en zorg op maat te
bieden. Hiervoor worden online
vragenlijsten en interviews ingezet
(DAWBA) die ouders, kinderen en
leraren moeten invullen.Beoogde
samenwerking met De Jutters
mbt het gebruik van DAWBA bij
minderheidsgroepen.
Routine Outcome Monitoring
Een samenwerkingsverband met
ROMCKAP (zie pagina 7)
Doelgroep: alle kinderen en jongeren
die psychiatrische behandeling
krijgen.
LIAIROM
Dit onderzoek is gericht op
het identificeren van factoren
die samenhangen met
behandelresultaat. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van ROM-gegevens
die zijn verzameld in de klinische
praktijk. Het onderzoek is circuit
overstijgend en richt zich op
verschillende stoornissen, zowel bij
kinderen als volwassenen.
Neurobiologie/ fMRI onderzoeken
Doelgroep: Jongeren met
internaliserende stoornissen,
jongeren die seksueel zijn
misbruikt, jongens met agressieve
gedragsstoornissen, jongens met
een autisme spectrum stoornis
en jongeren met een gender
identiteitsstoornis.
In neurobiologisch onderzoek
wordt nagegaan op welke
manier psychische problemen
samenhangen met activiteit in
specifieke hersencircuits, in hoeverre
de activiteit in deze hersencircuits
verandert na psychotherapeutische
16
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 17-18
behandeling.
In samenwerking met andere
instellingen, lopen binnen CuriumLUMC twee MRI onderzoeken en is
recent een Europese subsidievoorstel
ingediend.
Het EPISCA project
Een samenwerking met GGZ
Rivierduinen Kinderen en Jeugd,
het Kinder- en Jeugd Trauma
Centrum Haarlem, het LIBC en LUMC.
Onderzocht wordt of jongeren met
internaliserende stoornissen en
jongeren die seksueel misbruikt zijn
anders met emoties omgaan dan
leeftijdgenoten en of die andere
manier van emotieverwerking
geassocieerd is met een andere
activiteit in betrokken hersencircuits.
Onderzoek naar verschillen in
empathie bij jongens met een
agressieve gedragsstoornis die in een
Justitiële Jeugdinstelling verblijven,
bij jongens met een autisme
spectrum stoornis en bij gezonde
controles. Ook wordt onderzocht
of er binnen de groep jongens met
een agressieve gedragsstoornis
veranderingen in hersenactiviteit
gevonden worden na (reguliere)
EQUIP behandeling.
Recent is een Europees
onderzoeksvoorstel ingediend voor
onderzoek naar de hersenactiviteit
bij jongeren met een gender
identiteitsstoornis.
Follow up onderzoek naar de
ontwikkeling van meisjes die in een
JJI hebben gezeten
Ism met VUmc-De Bascule wordt het
functioneren op diverse terreinen
van de inmiddels jongvolwassen
vrouwen in kaart gebracht:
algemeen maatschappelijk en
sociaal functioneren, psychiatrische
stoornissen en delinquente
gedragingen. Getracht wordt om
voorspellers voor goed of minder
goed functioneren te identificeren
en hiermee handvatten te bieden
voor behandeling van meisjes in
justitiële jeugdinrichtingen en
gesloten jeugdzorg instellingen.
Academische Werkplaats Forensische
Zorg voor Jeugd (AWFZJ)
Een samenwerkingsverband van
LSG-Rentray, Forensisch Centrum
Teylingereind, de afdelingen Kinderen Jeugdpsychiatrie van het LUMC
en het VUmc, de Hogeschool Leiden,
Windesheim Flevoland, CuriumLUMC en VUmc-De Bascule.
Doelgroep: Jongeren in forensische
instellingen
De Academische Werkplaats is
opgericht om praktijk, onderzoek
en onderwijs met elkaar te
verbinden met als doel de zorg voor
jongeren in forensische instellingen
te verbeteren en recidive te
verminderen.
1. Project non-verbale observatie en
diagnostiek
Systematische screening van
jongeren in de JJI geschiedt
grotendeels middels zelfrapportage.
Huidig project beoogt een
vernieuwende methode voor
assessment te ontwikkelen waarin de
groepsleiders informatie aanleveren
door middel van doelgerichte,
gestandaardiseerde observatie.
2. Project gezinsgericht werken
Om ouders/verzorgers meer te
betrekken bij het verblijf van hun
zoon in de JJI wordt een nieuw
programma ontwikkeld voor
gezinsgericht werken.
3. Project beslismodule
Bij jongeren die vanwege delinquent
gedrag in een JJI terecht komen,
is vaak sprake van psychiatrische
comorbiditeit. Door het ontwikkelen
van een beslismodel, waarbij de
behandelaar systematisch wordt
ondersteund in het zorgvuldig in
kaart brengen van de aanwezige
problematiek en het indiceren van
de juiste behandelinterventie, hoopt
dit project bij te dragen aan een
behandelaanbod op maat.
Curium-LUMC is het academisch centrum
voor kinder- en jeugdpsychiatrie met twee
locaties: in Oegstgeest en Gouda
www.curium-lumc.nl
Prof. dr. Robert Vermeiren
Medisch directeur Curium-LUMC
Hoogleraar forensische kinder- en jeugdpsychiatrie
Het belang van de kinderpsychiatrie
“Onderzoek is, door de sterke band met de
universiteit, niet uit Curium-LUMC weg te denken.
Als bestuurder en hoogleraar toon ik natuurlijk
veel interesse hiervoor. We hebben de opdracht
te investeren in innovatie, in de eerste plaats voor
betere zorg, en daarnaast voor publicaties”.
Aan het woord is Robert Vermeiren. Volgens zijn
Twitterprofiel ‘kinder en jeugdpsychiater, hoogleraar,
praktijkgericht onderzoeker, voorvechter voor
kwalitatieve warme zorg.”
factoren ‘omgeving’ versus ‘hersenen’?
Samen met meerdere partijen in de forensische
zorg heeft Curium-LUMC een academische
werkplaats opgericht, waarin praktijkinstellingen
en de wetenschap samenkomen. De praktijk stelt
de vraag en de wetenschap helpt om naar het
antwoord te zoeken. Soms is dat lastig voor de
wetenschappers. De praktijk is immers weerbarstig,
een onderzoeker wil liever een laboratoriumsituatie
waar we alle condities kunnen controleren. Op zo’n
moment moet hij een andere onderzoekssituatie
bedenken, waardoor het onderzoek toch kan worden
uitgevoerd. De praktijk moet zich echter ook plooien
naar bepaalde condities, want om betekenisvolle
uitspraken te kunnen doen moeten we systematisch
werken en meten.
“Een speerpunt voor ons is innovatie. Wij investeren
bijvoorbeeld in verbetering van de triage van kinderen
met een mogelijke stoornis die bij de huisarts komen.
Daarnaast vind ik het van groot belang dat de K7
intensief samenwerkt en praktijkgericht is. Natuurlijk
is fundamenteel onderzoek erg belangrijk en voeren
wij ook deze onderzoeken uit. Veel moet
nog ontwikkeld worden. Maar wat nu
bij uitstek belangrijk is, is nagaan of we De onderzoeker wil liever
de beoogde doelen ook bereiken als we
bestaande zorgvormen implementeren.
een labaratorium-
Een klinisch uiterst relevant onderzoek,
zeker met het oog op de decentralisatie
in de jeugdzorg, is het onderzoek
waarbij in Justitiële Jeugdinrichtingen
geplaatste meisjes na vijf jaar worden
opgespoord. 80% van die meisjes is
Het triageproject bij de huisarts doen situatie, de praktijk is teruggevonden. Het blijkt dat veel van
we om detectie van stoornissen
deze meisjes uitvallen, het van geen
te verbeteren, maar wel zonder te
kanten redden in de maatschappij,
weerbarstig
‘overdiagnosticeren’. Daarnaast willen
omdat ze bijvoorbeeld een stoornis
we Routine Outcome Monitoring
hebben, middelen gebruiken of geen
invoeren, zodat we kunnen meten wat er verandert diploma hebben gehaald. Bovendien wijst deze
bij kinderen tijdens het bieden van behandeling. studie ook uit dat een derde van deze meisjes al
Meten en hermeten in de zorg. Ook hierbij is het een kind heeft. Hier moet je dus aan preventie
belangrijk met veel partijen samen te werken, zodat doen, alleen al om de volgende generatie leed
we voldoende grote populaties kunnen volgen. Pas te besparen! De groep die kinderen gaat krijgen
dan zullen we betekenisvolle uitspraken kunnen moeten we een passender behandeling bieden.
doen. Tevens voeren wij een bijzonder interessant Deze groep is namelijk echt in gevaar en valt straks,
(fundamenteel) onderzoek uit naar hersenactiviteit. als de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg bij de
We kijken naar hersenen van zieke en van niet-zieke gemeenten komt te liggen, mogelijk helemaal buiten
kinderen. Zien we verschil? Hoe belangrijk zijn de de boot. Met alle gevolgen van dien. “
17
26-3-2012 14:03:00
De wetenschappelijke onderzoeken van Triversum
Mentalization Based Treatment
(MBT)
Doelgroep: Jongeren met
persoonlijkheidsproblematiek
Eind september 2010 startte een
onderzoek naar de effectiviteit van
Mentalization-Based Treatment
bij adolescenten (MBT-A). MBT-A
is gericht op het bevorderen van
het mentaliseren in contact met
anderen. Het onderzoek vindt
plaats in samenwerking met
studenten van de Universiteit van
Amsterdam en de Vrije Universiteit
Amsterdam. Deze (bij volwassenen)
veelbesproken en veelbelovende
therapievorm wordt getoetst op
effectiviteit en tevredenheid bij
jongeren.
Persoonlijkheidspathologie bij
adolescenten
Samenwerking tussen Triversum en
de Vrije Universiteit
Doelgroep: Jongeren met
persoonlijkheidsproblemen
Dit is een langlopend onderzoek
naar de ontwikkeling van
persoonlijkheidsproblemen in
zowel een klinische populatie
als een algemene populatie.
Gekeken wordt naar effecten
van behandeling, maar ook naar
het natuurlijke beloop in deze
levensfase.
ePOD Study
Een samenwerkingsverband
tussen het AMC, De Bascule en
Triversum.
Doelgroep: Depressieve meisjes
(12-14 jaar) en jongens met ADHD
(10-12 jaar)
Onderzoek naar de effecten van
twee medicijnen op de hersenen
in ontwikkeling. De eerste studie
naar de effecten van fluoxetine
(Prozac) is in het najaar van 2010
gestart. Hiervoor worden de
meisjes onderzocht. De andere
studie, naar de effecten van
methylfenidaat (Ritalin) op het
brein in ontwikkeling, is half april
gestart. In dit onderzoek worden de
jongens onderzocht.
Meet de vraag, weet het aanbod
Voor dit onderzoek wordt
samengewerkt met studenten
Ontwikkelingspsychologie van de
Vrije Universiteit.
Doelgroep: Jongeren van de eigen
observatieafdeling
Via dossieronderzoek wordt
geïnventariseerd of in de afgelopen
zeven jaar een verschuiving is
opgetreden in de ernst en aard
van de problematiek bij jongeren
die worden opgenomen op de
observatieafdeling.
Meergezinsdagbehandeling
Doelgroep: Kinderen en jongeren
met een eetstoornis
Deze nieuw te implementeren
behandelvorm is gericht op
patiënten met een eetstoornis
en hun gezin. Het betreft een
groepsbehandeling waarbij
(maximaal vijf ) gezinnen eerst vier
dagen aansluitend bijeenkomen,
gevolgd door zeven dagen
verspreid over negen maanden. Na
afsluiting van de eerste volledige
cyclus wordt het programma
geëvalueerd. Bij een positieve
evaluatie zal de zorgverzekeraar
gevraagd worden het programma
te financieren. In augustus 2011
is deze groepsbehandeling en
daarmee het onderzoek van
start gegaan. Resultaten worden
verwacht in het eerste kwartaal van
2012.
Triversum biedt hulp aan kinderen en jongeren van
0 t/m 18 jaar met psychiatrische problemen in de
provincie Noord-Holland uitgezonderd de regio's
Amsterdam en het Gooi
www.triversum.nl
Dr. Noor Tromp
Klinisch wetenschappelijk onderzoeker bij Triversum
Docent ontwikkelingspsychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam
Mijn wens: meer samenwerking!
Wetenschappelijk onderzoek is onontbeerlijk voor de
verdere ontwikkeling van de kinder- en jeugdpsychiatrie
en de verbetering van diagnostische en therapeutische
methoden. Triversum wil aan dergelijk onderzoek
graag een bijdrage leveren. Daarom is Noor Tromp in
2009 aangesteld als onderzoeker om wetenschappelijk
onderzoek verder te ontplooien.
Noor Tromp vertelt: ”Er waren daarvoor al initiatieven
van behandelaren op het gebied van onderzoek, maar
omdat clinici niet zijn opgeleid als onderzoeker, liepen
sommigen aan tegen een gebrek aan kennis van statistiek
of van het aanvragen van subsidies. Mijn rol is nu de
behandelaren te begeleiden en hen werk uit handen
te nemen. Zo kunnen zij zich goed op inhoudelijke
aspecten van het onderzoek richten. Hiermee probeer
ik een meer wetenschappelijke houding onder de
behandelaren te creëren. Je zou het een
academiseringsslag kunnen noemen.
De afgelopen jaren is de druk om evidencebased te werken vergroot. De bezuinigingen
maken deze druk alleen maar groter. Op
behandelingen die niet evidence-based
zijn wordt nu vaak bezuinigd, denk aan
creatieve therapieën.
Magazine wetenschappelijk onderzoek.indd 19-20
De lijnen van onderzoek waar Triversum zich
voornamelijk op richt zijn persoonlijkheidspathologie
en eetstoornissen. Noor Tromp is gepromoveerd op een
onderzoek naar persoonlijkheidspathologie (25 maart
2010, Adolescent personality pathology: A dimensional
approach).
De behandeleffectstudie naar Mentalization-Based
Treatment (MBT) bij adolescenten is een voorbeeld van
onderzoek op dit gebied. Het team van de betreffende
afdeling is getraind in deze manier van
behandelen. Alle jongeren en hun ouders
Op behandelingen die worden voorafgaand, tijdens en na afloop
van de behandeling uitgebreid onderzocht
niet evidence- based op symptomatologie, functioneren en
zijn, wordt bezuinigd kwaliteit van leven. In het kader van dit
onderzoek wordt samengewerkt met
dr. Peter Fonagy in Londen, een van de
grondleggers van MBT.
Naast evidence-based werken is samenwerking van
groot belang. De ePOD studie is een mooi voorbeeld van
een succesvol samenwerkingsverband van Triversum,
het AMC en De Bascule. We onderzoeken de effecten
van twee medicijnen op de hersenen in ontwikkeling.
Eerst werden alleen depressieve (tiener)meisjes
bestudeerd, nu ook jongens met ADHD. Deze studie is
18
technisch geavanceerd, er wordt goed samengewerkt
met verschillende partijen en het onderzoek krijgt veel
media-aandacht. Het is een vooruitstrevende studie,
waar helaas erg moeilijk respondenten voor zijn te
vinden. Marco Bottelier, psychiater bij Triversum, wil
hierop promoveren.
Voor de K7 zou ik meer samenwerking wensen. Er wordt
nu op bestuurlijk niveau goed samengewerkt. Als deze
samenwerking wordt uitgebreid op het gebied van
individuele onderzoeksprojecten kunnen we meer
samen doen. Dat zou van bovenaf gestimuleerd moeten
worden.”
19
26-3-2012 14:03:20
Download