Expert-opdracht Kenmerken van het Nationaal-Socialisme Lesopzet in het kort Onderwerp De kenmerken van het nationaal-socialisme. Kennen en herkennen. Activiteit Expert-opdracht waarin leerlingen in groepen zich verdiepen in de kenmerkende aspecten van het nationaal-socialisme en deze aan elkaar uitleggen Tijdsduur 50 min. Doelen *Leerlingen kennen de kenmerken van de nationaal-socialistische ideologie *Leerlingen kunnen de kenmerken herkennen in uitspraken en stellingen. Beginsituatie Niveau 3 HV / Bovenbouw ook mogelijk Voorbereiden *opdrachtenblad (met schema uitspraken/stellingen) kopiëren voor alle leerlingen. Instrueren WAT: we gaan ons als klas samen verdiepen in de kenmerken van het nationaalsocialisme, zodat we dat kennen en herkennen. HOE: We gaan de klas in groepen delen. Iedere groep krijgt een kenmerk toegewezen. Jullie gaan je in dat kenmerk verdiepen en zijn er samen verantwoordelijk voor dat de rest van de klas die kenmerken ook kennen en begrijpen. WAAROM: de manier waarop Duitsland wordt bestuurd vanaf het moment dat de nazi’s aan de macht komen, is gebaseerd op deze ideeën. Dus kun je dat beter begrijpen, als je de ideeën kent en herkent. Uitvoeren *Klas verdelen in 5 groepen. Iedere groep krijgt een kenmerk van het nationaalsocialisme toegewezen. *De groepen krijgen 15 min. om zich te verdiepen in het kenmerk (via internet en het boek). Hierbij richten zij zich op de volgende vragen. - Wat houdt het kenmerk in? - Geschiedenis van dit kenmerk (is dit al eerder voorgekomen? Zo ja, hoe?) - Geef een voorbeeld van hoe je dit kenmerk in de praktijk kan toepassen. - Laat ten minste 3 bronnen zien waarin je dit kenmerk terug ziet. *De groepen presenteren hun antwoorden in mini-presentaties voor de rest van de klas (min. 1 min. en max.3 min.). Leerlingen in de klas maken aantekeningen. *Iedere leerling maakt nu (individueel) het vragenblad als controle (stellingen en uitspraken) Nabespreken HOE heb je het aangepakt WAT heb je voor antwoorden? (op basis van het vragenblad) WAAROM zou je dit moeten weten? Expert opdracht Kenmerken van het Nationaal-Socialisme Zoals in je boek al vermeld staat is het moeilijk om een precieze omschrijving te geven van het nationaal-socialisme. Deze ideologie kent geen exacte definitie. Nergens hebben de voortrekkers van dit gedachtegoed hun ideeën op een rijtje genoteerd. In het algemeen kan men het nationaal-socialisme omschrijven als een politieke stroming (vooral populair tijdens het interbellum), die zich keert tegen de parlementaire democratie, tegen het kapitalistische stelsel en tegen het communisme en het socialisme. Ze streven naar de grootheid van de natie en zijn voorstanders van een sterk autoritair gezag. Toch zijn de ideeën wel belangrijk om te begrijpen wat er gebeurde in verschillende landen in de jaren ’30. Wanneer een nazi leider de macht kreeg, begonnen zij al snel met het land te veranderen. Dit werd gedaan op basis van deze ideeën. Daarom gaan we de kenmerken van het fascisme in deze opdracht analyseren. Wat gaan we doen? - We maken groepjes van 4 / 5 man. - Ieder groepje krijgt een kenmerk van het nationaal-socialisme toegewezen. - Jullie gaan onderzoek doen naar dit kenmerk. Wat houdt het in en op welke wijze geven de nazi’s dit kenmerk vorm. - Zorg dat jullie in min. 1 en max. 3 min. de klas de volgende dingen kunnen uitleggen: * Wat houdt het kenmerk in? * Geschiedenis van dit kenmerk (is dit al eerder voorgekomen? Zo ja, hoe?) * Geef een voorbeeld van hoe je dit kenmerk in de praktijk kan toepassen. * Laat ten minste 3 bronnen zien waarin je dit kenmerk terug ziet. - Ieder groepje krijgt 20 min. om de antwoorden te vinden. - Daarna komt de klas weer bij elkaar en ‘presenteren’ de groepen kort hun kenmerk. Maak eventueel aantekeningen. - Uiteindelijk krijgt iedereen een aantal uitspraken en wordt gevraagd om de uitspraak te koppelen aan de verschillende kenmerken. De kenmerken De voornaamste kenmerken van het fascisme zijn: 1. Dynamiek 2. Elitegedachte 3. Mystiek natiebegrip 4. Leidersbeginsel 5. Totalitarisme Wat denkt een nazi? In het schema hieronder zie je een aantal uitspraken en stellingen. Lees de stellingen / uitspraken goed door. Bepaald voor iedere uitspraak / stelling of een nazi het er mee eens zou zijn. Schrijf dat op in het middelste blok. Bepaal dan waarom hij het er wel of niet mee eens zou zijn (argument). Schrijf dat op in het derde blok. Uitspraak / stelling Alle mensen zijn gelijkwaardig Het verstand is belangrijker dan het gevoel bij het nemen van beslissingen De staat moet proberen ervoor te zorgen dat de enkeling zich goed voelt, dan gaat het met de massa ook goed. Geweld mag alleen gebruikt worden door het leger of de politiek Handel eerst en denk dan na “ Liever een jaar leven als een leeuw, dan duizend jaar als een lam” Intuïtie bestaat niet. De mens is van nature goed. Hij wordt bedorven door opvoeding en de omgeving waarin hij leeft. Ik woon liever in het groen dan in een industriële omgeving. Eens of oneens? Waarom? Ik keur oorlog af! Euthanasie en abortus zijn goed, mede omdat het beter is voor de samenleving. Het is goed dat we voor minder ontwikkelde landen en zwakkeren in de samenleving belasting moeten betalen. Er zijn nog primitieve en hoogontwikkelde culturen . Deze kun je niet als gelijkwaardig zien. Kenmerken van het fascisme 1. De dynamiek Nazi’s verheerlijken de spontane, intuïtieve daad. Dit noemen we de dynamiek. Zij willen geen woorden, maar daden. Niet nadenken, maar doen. Het militarisme niets dan ook een groot aanzien. Oorlogshandwerk wordt zeer gewaardeerd. Oorlog smeed mannen en dat wordt gezien als iets goeds. 2. De elitegedachte Het nationaal-socialisme gaat uit van een fundamentele ongelijkheid van mensen. Niemand is gelijk en zeker volken niet. Het heeft een diepe minachting door de democratie, waarin wordt verkondigt dat mensen gelijke kansen en rechten hebben. Het nationaal-socialisme heeft ook nooit, een betere toekomst voor alle mensen gepredikt; alleen bepaalde groepen zullen het beter krijgen, de anderen slechter. Zij claimen dat de natuur een bepaalde natie of ras of zelfs sommigen uit dit voorbestemde natie/ras voorbestemd zijn om te heersen over de anderen. 3. Het mystieke natiebegrip De natie is voor een nazi een mythe. Het is iets dat hoger staat dan de mensen. De natie is het nieuwe idool, een nieuwe godheid. De fascisten eisen dat de mensen zijn andere bindingen aan bv. familie, kerk, club, etc. ondergeschikt maakt aan de natie. De natie komt voor alles en iedereen. De basis van deze saamhorigheid wordt gevormd door bloed- en rasverwantschap en een politiek en cultureel verleden. Daarbij wordt de nationale cultuur opgehemeld. Geloof in de superioriteit van de eigen natie werd in Duitsland verbonden met de mythe van het superieure Arische ras. Dit mystieke natiebegrip bracht met zich mee dat ‘artfremde elementen’ en vreemde culturen werden uitgebannen. In Duitsland spitste zich dit toe op het Jodendom. 4. Het leidersbeginsel Met de mythe van de natie is de mythe van de leider verbonden. Nazi’s menen dat aan hem of aan een elite van nature het gezag toe valt, omdat in hen specifieke (volks)eigenschappen het beste vertegenwoordigd zijn. Zij zijn de (bijna) perfecte vertegenwoordigers van hun ras en weten daarom feilloos wat het ras nodig heeft. Zij voelen intuïtief aan door welke maatregelen het beste vorm kan worden gegeven aan wat er leeft in het volk. De leider vormt het geweten van het volk. Hij hoeft daarom geen verantwoording af te leggen voor zijn doen en laten. 5. Het totalitarisme Een totalitaire staat is een staat die een greep wil hebben op het totale denken en handelen van alle onderdanen. De staat bepaald het hele leven en denken van de onderdanen. Zij zijn ondergeschikt aan het geheel van de natie en hebben ten opzichte van de staat alleen maar plichten. Individuele rechten zijn er slechts als deze overeenkomen met de belangen van de staat. Dit betekent dat het individu onbelangrijk is, dat er maar een politieke partij is, dat de massa moet worden geïndoctrineerd en dat de officiële leer wordt gepropagandeerd als een soort godsdienst.