Proeflessen Breingeheimen Emotioneel intelligent Sociale vaardigheden voor mavo, havo, vwo om uit te proberen in uw klas Het hoe en waarom van Breingeheimen Recent hersenonderzoek, maar ook psychologisch en onderwijskundig onderzoek, vormt de basis van de lesmethoden Breingeheimen studievaardigheden en sociale vaardigheden. Breingeheimen bestaat uit een reeks lesmateriaal geschikt voor groep 7/8 van de basisschool, vmbo, mavo, havo, vwo tot en met de laatste klassen van het MBO. De werkboeken en handleidingen Breingeheimen studievaardigheden zijn ook digitaal beschikbaar! Meer informatie over al het materiaal, de inhoudsopgaven en voorbeeldpagina’s uit de werkboeken, kunt u lezen op: www.breingeheimen.nl Goed kunnen omgaan met je eigen emoties en die van anderen zorgt voor goede relaties. Niet alleen met klasgenoten en vrienden, maar ook op stages en (later) op het werk. Goede relaties zijn niet alleen prettig, maar ook goed voor je gezondheid, blijkt uit onderzoek. In vrijwel alle lessen is recent onderzoek verwerkt. In de werkboeken onder meer in de vorm van korte stukjes tekst met de titel Breingeheimen. Onderzoek verklaart hoe en waarom we ons op een bepaalde manier gedragen, waardoor het makkelijker wordt om onszelf en anderen te begrijpen en manieren te vinden om daarmee zo goed mogelijk om te gaan. Goede sociale vaardigheden en een flinke dosis zelfkennis openen de weg naar een gelukkige en succesvolle toekomst! Proeflessen Hierna treft u twee proeflessen aan uit de handleiding en het werkboek. De zwart/wit bladen komen uit de handleiding, de gekleurde bladen uit het werkboek. Door de handleiding te gebruiken en met uw leerlingen de lessen uit het werkboek uit te proberen, ervaart u zelf hoe u met het materiaal kunt werken. De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u printen voor uw leerlingen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die u bij die les kunt gebruiken. In ons digitale materiaal zijn de links naar de filmpjes verwerkt en zijn start- en eindtijden ingesteld. Werkt u met gedrukt materiaal? Dan kunt u de lijsten met filmpjes gratis opvragen via: [email protected] De links naar de filmpjes bij deze proeflessen zijn: Blz. 5 https://www.youtube.com/watch?v=Vprq1nYTwDQ Kunnen we onze hersenen begrijpen? (2:37 min.) Blz. 21 https://www.youtube.com/watch?v=-ifQv6Oj4SE How to: Nieuwe vrienden maken (8:40 min.) Studiedag Om het meeste te halen uit Breingeheimen Emotioneel intelligent is het van belang goed thuis te zijn in het lesmateriaal en de achtergronden ervan. Daarom raden wij docenten aan deel te nemen aan een studiedag. Tijdens de studiedag of studiemiddag worden theorie en praktijk bij elkaar gebracht. Samen oefent u het werken met de lesvoorstellen uit de handleiding. Studiedagen kunnen op een eigen locatie georganiseerd worden of u kunt deelnemen aan een open studiedag. Studiedagen op locatie zijn maatwerk en worden in overleg met onze onderwijsadviseur gemaakt afhankelijk van de groepsgrootte en wensen van uw team. Open studiedagen worden meestal gehouden op een centraal gelegen plaats in het land. Er nemen docenten van verschillende scholen aan deel. Meer informatie over studiedagen leest u op onze website. Docentenexemplaar Voor uw school kunt u via onze website of per e-mail een docentenexemplaar bestellen van het werkboek of de werkboeken waar uw voorkeur naar uit gaat. U kunt kiezen uit de volgende Breingeheimenboeken: Basisschool Studievaardigheden voor groep 7 en 8 Voortgezet onderwijs Studievaardigheden I (klas 1 en 2 vmbo, bkgl) Studievaardigheden II (klas 1 en 2 mavo, havo, vwo) Studievaardigheden III (klas 3 en 4 mavo, havo, vwo) 101 Geheimen om te slagen voor je examen (examenklassen) Sociale vaardigheden VMBO Emotioneel intelligent voor het VO (sociale vaardigheden) MBO Stageboek Entreeopleidingen Stageboek MBO niveau 2, 3 en 4 Studievaardigheden MBO niveau 2/3 Studievaardigheden, beroeps- en omgangscompetenties voor het MBO (niveau 3/4) Emotioneel intelligent voor het MBO (sociale vaardigheden) Meer weten? Wilt u meer van Breingeheimen weten of heeft u interesse om met Breingeheimen te gaan werken? Meer informatie vindt u op: www.breingeheimen.nl Of neem contact met ons op via: [email protected] T (0320) 850839 Les 1 Hoe je (sociale) brein werkt Didactische overwegingen De leerlingen maken in deze les op eenvoudige wijze kennis met hoe het (sociale) brein werkt. Werken uw leerlingen al met Breingeheimen Studievaardigheden dan zullen ze sommige dingen herkennen. Maar het grootste deel zal nieuw zijn, omdat de informatie is toegespitst op sociaal leren in plaats van cognitief leren. Door middel van de Hersenkraker kunnen ze de informatie van blz. 5 t/m 7 van het werkboek nog eens herhalen zodat die beter wordt onthouden. Spiegelneuronen spelen een belangrijke rol bij het herkennen van emoties van anderen. Alleen als we de emoties van anderen kunnen ‘lezen’ zijn we in staat om adequaat te reageren op hun gevoelens. Vandaar de oefening Je spiegelneuronen gebruiken. Hebben leerlingen er moeite mee om de opdracht goed te doen, laat ze dan zelf het gezicht trekken dat te zien is op de foto’s. Het herkennen van de emoties wordt daardoor een stuk makkelijker. Doel van de les De leerlingen: l leren hun klasgenoten beter kennen l hebben inzicht in hoe de hersenen werken en informatie doorgeven l weten dat er verbindingen tussen neuronen ontstaan als ze bepaalde activiteiten vaak herhalen l weten wat spiegelneuronen zijn en kennen de functie ervan l gebruiken hun spiegelneuronen om emoties in gezichten te ‘lezen’ Materiaal Weten: werkboek blz. 5 Ervaren: * A4-tje per leerling Doen 1: werkboek blz. 6, 7 werkboek blz. 8, 9 Doen 2: werkboek blz. 10, 11 Waar je meer over te weten komt en Emoties: voor leren en relaties Hoe je (sociale) brein werkt Hersenkraker Je spiegelneuronen gebruiken thema 1 Je sociale brein 33 Les 1 Lesvoorstel WETEN Vertel de leerlingen dat ze dit jaar lessen sociale vaardigheden krijgen en dat hun brein hierbij een belangrijke rol speelt. In deze les leren ze hoe hun brein werkt en hoe ze zelf invloed hebben op hoe hun brein zich ontwikkelt. Lees vervolgens samen met de leerlingen Waar je meer over te weten komt en het Breingeheim Emoties: voor leren en relaties blz. 5 van het werkboek. ERVAREN Enkele klasgenoten leren kennen Dit kennismakingsspel, bekend onder de naam lying game, vereist: • een goed inschattingsvermogen van de leerlingen • het kunnen ‘lezen’ van gezichten • het kunnen interpreteren van de lichaamshouding van anderen • het goed kunnen luisteren naar de intonatie van, en de emoties in iemands stem Geef iedere leerling een A4-tje. Ze schrijven daarop twee zinnen over zichzelf die niet waar zijn en één die wel waar is. Bijvoorbeeld: Ik was op de basisschool de beste van de klas. Ik heb in het buitenland gewoond. Ik ben goed in gamen. Vervolgens gaan ze in groepjes van vier zitten en leest de eerste persoon de drie zinnen van zijn blaadje hardop. De anderen proberen door vragen te stellen aan de persoon te achterhalen welke zinnen niet waar zijn en welke waar is. Ze gaan door tot ze de ware zin ontdekt hebben. Op deze manier leren ze elkaar spelenderwijs beter kennen. Afronding 1. Hoe zijn jullie er achter gekomen welke zin waar was en welke waren gelogen? 2. Hebben jullie het gevoel dat je elkaar een beetje beter hebt leren kennen? Waarom wel of niet? thema 1 Je sociale brein 34 Les 1 DOEN 1 Hoe je (sociale) brein werkt Lees samen met de leerlingen de informatie over hoe je (sociale) brein werkt op blz. 6 en 7 van het werkboek. Vervolgens kunnen ze de Hersenkraker maken van blz. 8 en 9 van het werkboek. De woorden voor de puzzel vinden ze op blz. 5 t/m 7 van het werkboek. Het is dus belangrijk dat de leerlingen de tekst op deze bladzijden goed lezen. Als ze klaar zijn met de Hersenkraker zien ze dat er in de puzzel op blz. 9 drie woorden overblijven. Die schrijven ze onder de puzzel. Te beginnen met het meest linkse woord, dan het volgende woord en eindigen met het meest rechtse woord. De niet gebruikte woorden zijn: Sociaal Intelligent Brein Afronding 1. Welke informatie die je gelezen hebt vond je interessant? Waarom? 2. Wat wist je al en wat was nieuw voor je? 2 Je spiegelneuronen gebruiken De leerlingen bekijken op blz. 10 en 11 van het werkboek de gezichtsuitdrukkingen van de personen op de foto’s. Ze proberen te ontdekken welke emotie bovenaan blz. 11 bij ieder gezicht hoort. De emoties die ze gevonden hebben, strepen ze door. Het heeft de voorkeur om de leerlingen deze opdracht alleen te laten doen. Rondlopen door de klas en de vorderingen van de leerlingen bekijken, geeft u een indruk welke leerlingen moeite hebben met gezichtsuitdrukkingen herkennen (wat mogelijk tot minder goede sociale vaardigheden kan leiden). In het geval de leerlingen, na zelf moeite te hebben gedaan, er niet uitkomen, kunnen ze overleggen met degene die naast hen zit. U kunt het tijdstip (nadat u heeft rondgekeken) aangeven waarop ze samen mogen overleggen. Bespreek de antwoorden: 1. boos - ontevreden 2. walging - afkeer 3. vrolijk - blij - gelukkig 4. boos - agressief 5. verbazing 6. teleurgesteld 7. bezorgd - moedeloos 8. schrik - angst 9. verdriet 10. spijt - iets stoms gedaan 11. vrolijk - uitbundig 12. trots 35 thema 1 Je sociale brein Les 1 Afronding 1. Waarom is het belangrijk dat je de emoties van anderen in hun gezichtsuitdrukking kunt herkennen? (Zodat je goed op die emoties kunt reageren.) 2. Behalve aan het gezicht kun je vaak ook nog aan andere dingen zien hoe iemand zich voelt. Noem eens een aantal dingen waaraan je emoties kunt aflezen. (Bijvoorbeeld aan lichaamshouding, stem en gebaren.) BEGRIJPEN U kunt de belangrijke punten van de les samenvatten door de volgende vragen te stellen aan de klas: 1. Op welke manier bepaal je zelf hoe je brein zich ontwikkelt? (Door de dingen die je vaak doet. Daardoor ontstaan verbindingen tussen neuronen en word je goed in iets bepaalds.) 2. Waarom is het belangrijk om emoties te herkennen in iemands gezichtsuitdrukking, stem en lichaamshouding? (Om te weten wat hij of zij voelt en daar je reactie op af te stemmen.) thema 1 Je sociale brein 36 Thema 1 Je sociale brein Waar je meer over te weten komt • Hoe je (sociale) brein werkt • Hersenkraker • Je spiegelneuronen gebruiken • Puberteit: sociaal brein in ontwikkeling • Wat verandert er? • IQ en EQ BREINGEHEIM Emoties: voor leren en relaties Uit onderzoek blijkt dat emoties een belangrijke rol spelen bij leren. Als je iets interessant vindt, leer je het gemakkelijker dan wanneer je er geen interesse voor hebt. Je emoties bepalen voor een groot deel waar je aandacht aan geeft en waar je je gemakkelijk op kunt concentreren. Maar beter kunnen omgaan met anderen en emoties draagt ook bij aan betere leerprestaties, blijkt uit onderzoek. Sociale vaardigheden helpen je om beter te functioneren in het dagelijks leven, in de klas, op je stages, bijbaantjes en in je toekomstige werk. © Princep 5 Les 1 Hoe je (sociale) brein werkt Je hersenen regelen niet alleen van alles in je lichaam, maar ze hebben ook te maken met denken, willen, emoties en hoe je omgaat met andere mensen. BREINGEHEIM 86 miljard neuronen! Je hebt zo’n 86 miljard neuronen. De meeste van die neuronen zitten in je zenuwstelsel: je hersenen en je ruggenmerg. Neuronen worden ook wel zenuwcellen genoemd. Op het plaatje hiernaast zie je hoe een neuron er ongeveer uitziet. BREINGEHEIM Supersnel berichten doorgeven Neuronen kunnen supersnel berichten aan elkaar doorgeven. Bijvoorbeeld om te zorgen dat je het gezicht van je vriend of vriendin herkent. Maar ze geven ook berichten door aan je spieren als je bijvoorbeeld iets wilt pakken of als je iemand een hand wilt geven om jezelf voor te stellen. Dat doorgeven van berichten gaat via elektrische impulsen. Je ziet het op het plaatje hiernaast. Ook chemische stofjes (neurotransmitters) spelen een rol bij het doorgeven van berichten. BREINGEHEIM Verbindingen Als neuronen berichten aan elkaar doorgeven zeggen we dat ze samen ‘vuren’. Neuronen die vaak dezelfde berichten aan elkaar doorgeven vormen verbindingen. Ze krijgen letterlijk een band met elkaar. Zoals wij een band krijgen met mensen waar we veel mee omgaan. 6 © Princep les 1 thema 1 BREINGEHEIM Sport, gamen, kletsen, lachen, roddelen... De dingen die je regelmatig doet bepalen welke verbindingen er in je hersenen ontstaan. Dus sport of game je vaak, dan zul je daar verbindingen tussen bepaalde neuronen voor ontwikkelen. Maar klets, lach of roddel je veel, dan krijg je verbindingen die daarmee te maken hebben. Bij je geboorte heb je een aantal eigenschappen en vaardigheden meegekregen die je geërfd hebt van je ouders. Maar door de dingen die je vaak doet of waar je veel aandacht aan geeft, bepaal je zelf hoe je je verder ontwikkelt! BREINGEHEIM Ik voel wat jij voelt! Je hebt vast wel eens je tenen gestoten. Dat deed pijn! Maar zie je dat een ander zijn tenen stoot, dan voel je vaak ook een beetje pijn en trek je een pijnlijk gezicht. En zie je iemand die verdrietig is en huilt, dan voel jij je vaak ook een beetje verdrietig. We noemen dat inlevingsvermogen, invoelend vermogen of empathie. Dit heeft te maken met een speciaal soort neuronen in onze hersenen. Spiegelneuronen worden ze genoemd. BREINGEHEIM Spiegelneuronen Spiegelneuronen zijn hersencellen die activiteiten van anderen spiegelen in je hersenen. De spiegelneuronen zitten op een aantal plaatsen in je brein. Als deze spiegelneuronen actief worden, dan voel je in jezelf mee met wat een ander voelt. En dat is heel belangrijk als je anderen wilt leren begrijpen en goed met ze wilt omgaan! Wat gebeurt er als je een tijdje naar dit plaatje kijkt? Ook dat heeft te maken met je spiegelneuronen. © Princep 7 les 1 thema 1 Hersenkraker Wat je doet: • Lees de informatie op bladzijde 5, 6 en 7 nog eens door. Lees dan de zinnen hieronder en zoek de ontbrekende woorden in de puzzel op de volgende bladzijde. De beginletters van alle woorden zijn blauw. • Delen van de woorden kunnen in verschillende richtingen staan, bijvoorbeeld om een hoek. Sommige letters gebruik je voor meer dan één woord. • Heb je een woord gevonden? Zet er dan een streep doorheen zoals bij het voorbeeldwoord en schrijf het hieronder in de juiste zin. • Behalve de woorden die in de zinnen ontbreken, zijn in de puzzel drie extra woorden verstopt. Schrijf deze drie woorden op de volgende bladzijde onder de puzzel. Begin met het opschrijven van het meest linkse woord uit de puzzel, ga daarna naar het volgende woord en eindig met het woord dat het meest rechts staat. 1. Leren heeft niet alleen te maken met je verstand maar ook met ________________ em ot i es . 2. Je kunt gemakkelijker aandacht geven aan dingen die je moet leren als je er _______________________________ bij betrokken bent. 3. Ander woord voor de zenuwcellen die een belangrijke rol spelen in de hersenen: _____________________________. 4. Neuronen geven__________________________ door aan andere neuronen, maar bijvoorbeeld ook aan je spieren. 5. Neuronen die regelmatig dezelfde informatie aan elkaar doorgeven maken_____________________. 6. Je krijgt verbindingen in je hersenen voor dingen die je _____________________ doet. 7. _________________________ spelen een belangrijke rol bij het herkennen van emoties. 8. Neurowetenschappers denken dat je door spiegelneuronen kunt ______________________ wat een ander voelt. 9. Kunnen meevoelen met wat een ander voelt is heel belangrijk als je goed wilt leren _______________________ met anderen. 10. Als je goed kunt omgaan met anderen is de kans groot dat je gelukkiger bent, maar ook dat je meer in je leven _____________________________ . 8 © Princep les 1 thema 1 s e g e l n e g n i d e m o t i e s e m o t i o n b i o s n e u o n e n i e r e a o i n f a m e e l g v a o k a r m a o i n n l l t t e i v e e l b r b e e e n n t n i r e i k p t i c a a o n e l n r i g Heb je alle woorden gevonden? Welke drie woorden blijven over? Schrijf ze hieronder op. ________________________ ________________________ ________________________ © Princep 9 les 1 thema 1 Je spiegelneuronen gebruiken Bekijk de gezichten op deze en de volgende bladzijde. Probeer te ontdekken welke gevoelens uit de lijst op de bladzijde hiernaast het beste passen bij iedere foto. Foto 1 hoort bijvoorbeeld bij het gevoel boos - ontevreden. Heb je besloten welke gevoelens het beste passen bij een foto? Schrijf ze dan met potlood onder de foto (je kunt je antwoorden dan nog verbeteren). Schrijf ze met pen op na het bespreken van de opdracht. Vind je het moeilijk? Trek dan zelf het gezicht van de personen op de foto’s. Dan lukt het vast beter! 1 2 3 boos - ontevreden 4 10 © Princep 5 6 les 1 thema 1 vrolijk - uitbundig vrolijk - blij - gelukkig boos - agressief trots spijt - iets stoms gedaan walging - afkeer 7 10 boos - ontevreden teleurgesteld bezorgd - moedeloos schrik - angst verdriet verbazing 8 9 11 12 © Princep 11 Les 2 Het geheim van goede relaties: spiegelneuronen Didactische overwegingen Wetenschappers nemen aan dat het feit dat we kunnen aanvoelen wat een ander voelt, te maken heeft met spiegelneuronen en empathie. Dat verklaart waardoor we redelijk goed in staat zijn gedachten te ‘lezen’. Leerlingen ervaren het in deze les. Aangezien ‘gedachtenlezen’ makkelijker is bij dezelfde sekse doen meisjes de opdracht met meisjes en jongens met jongens. Uit onderzoek blijkt dat we vaak vrienden kiezen die in enige mate op onszelf lijken. In deze les kunnen leerlingen toetsen of dit klopt. Niet iedere leerling maakt gemakkelijk vrienden. Daarom besteden we aandacht aan initiatief nemen om vrienden te maken en ontleden we gedrag dat vriendschappen in stand houdt of in de weg staat. Doel van de les De leerlingen: l ervaren dat ze in enige mate gedachten (maar ook gevoelens) kunnen ‘lezen’ l weten dat ze vaak vrienden kiezen die bepaalde eigenschappen hebben die overeenkomen met eigenschappen die ze zelf hebben l kunnen manieren noemen om vriendschappen in stand te houden l zijn op de hoogte van de voor- en nadelen van sociale netwerken Materiaal Weten: werkboek blz. 21 Het geheim van goede relaties: spiegelneuronen en Breingeheimen Ervaren: werkboek blz. 22 Test gedachtenlezen en Even onthouden... Doen 1: werkboek blz. 23 Je klasgenoten: je vrienden? werkboek blz. 24 Kijk eens goed!, Hoe kies je je vrienden? en Geluk is besmettelijk! Doen 2: werkboek blz. 24 Mindmap maken? werkboek blz. 25 Hoe maak en blijf je vrienden? Doen 3: werkboek blz. 26 Je vrienden-netwerk werkboek blz. 27/28 Voordelen van netwerken, thema 2 Voor- en nadelen van sociale netwerken en Je klasgenoten Positief roddelen geeft zelfvertrouwen! leren kennen 49 Les 2 Lesvoorstel WETEN Lees samen met de leerlingen de inleidende tekst van Thema 2 les 2 Het geheim van goede relaties: spiegelneuronen en de Breingeheimen op blz. 21 van het werkboek. ERVAREN Test gedachtenlezen Lees met de leerlingen de aanwijzingen voor de opdracht Test gedachtenlezen op blz. 22 van het werkboek. Vervolgens houden alle leerlingen een gesprekje met twee klasgenoten. De meisjes met twee meisjes uit de klas, de jongens met twee jongens. (Personen van hetzelfde geslacht die elkaar kennen halen een hogere score.) Na ieder gesprekje geven ze een samenvatting van wat ze gehoord hebben en vertellen ze welke onuitgesproken gedachten en gevoelens ze bespeurden in hetgeen hun klasgenoot vertelde. Dit doen ze door de volgende zin(nen) te gebruiken: ‘Als ik het goed begrijp vind jij dat... en krijg je daarbij het gevoel...’ of ‘Als ik het goed begrijp hou jij van... en krijg je daarbij het gevoel...’ enz. De klasgenoot die iets verteld heeft geeft aan of de ander zijn/haar gedachten en gevoelens goed geraden heeft of niet. Na de respons van hun klasgenoten beantwoorden de leerlingen de twee vragen in het groene kader op blz. 22 van het werkboek. Bespreek de opdracht met de klas. Lees daarna samen Even onthouden... blz. 22 van het werkboek. Afronding 1. Als je luistert, luister je eigenlijk altijd ‘tussen de regels door’. Wat betekent dit? (Luisteren tussen de regels door betekent proberen aan te voelen en te begrijpen welke onuitgesproken gevoelens, wensen en gedachten achter de woorden van iemand schuil gaan.) 2. Speelt ‘tussen de regels door luisteren’ een belangrijke of een minder belangrijke rol in contacten met anderen? Waarom wel of niet? (Tussen de regels door luisteren speelt een heel belangrijke rol, vooral bij de meningsvorming over en de beoordeling van een persoon, maar ook bij het in stand houden van goede thema 2 relaties tussen vrienden en geliefden. Elkaar aanvoelen zonder dat er iets gezegd wordt is Je klasgenoten belangrijk.) leren kennen 50 Les 2 DOEN 1 Je klasgenoten: je vrienden? Lees samen met de leerlingen de inleidende tekst van Je klasgenoten: je vrienden? bovenaan blz. 23 van het werkboek. Vervolgens kiezen de leerlingen voor de eerste of tweede optie in het groene kader door een kruisje te zetten in het hokje (of een kleurtje te geven aan het hokje) voor de zin die ze kiezen. Onderaan schrijven ze in de witregels goede eigenschappen die hun vriend/vriendin heeft of eigenschappen die ze graag bij een vriend/vriendin zien. Bespreek de eigenschappen die genoemd zijn door de klas. Schrijf ze eventueel op het bord. Vervolgens kunnen de leerlingen onderaan op blz. 23 nog eigenschappen toevoegen die ze in deze les van anderen gehoord hebben, maar zelf niet hadden opgeschreven. Lees samen met de klas Kijk eens goed! bovenaan blz. 24 van het werkboek. De leerlingen kruisen daarna op blz. 23 de hokjes aan voor de eigenschappen die ze opgeschreven hebben en overeenkomen met eigenschappen die ze zelf hebben. En lezen daarna het Breingeheim Hoe kies je je vrienden? Sluit het gezegde Zeg mij wie je vrienden zijn en ik zal zeggen wie jij bent aan bij wat de leerlingen in deze les leerden? Ze beschrijven het onderaan blz. 24 van het werkboek. Lees tot slot samen Geluk is besmettelijk! Afronding 1. Hoe vond je het om te horen dat je vaak vrienden kiest die op jezelf lijken? Klopt het voor jou of zie je voorbeelden in je omgeving? 2. Waarom is het moeilijk met mensen om te gaan die heel anders zijn dan jij? thema 2 Je klasgenoten leren kennen 51 Les 2 2 Hoe maak en blijf je vrienden? De leerlingen maken een mindmap over Hoe maak en blijf je vrienden? Lees samen de aanwijzingen voor het maken van een mindmap onderaan blz. 24 van het werkboek bij Mindmap maken? In de mindmap op blz. 25 van het werkboek gaan ze als volgt te werk: Bij Initiatief nemen wordt beschreven op welke manier ze initiatieven kunnen nemen voor het sluiten van vriendschap. Voorbeelden: iemand kiezen, contact maken, aandacht geven. Bij Interesse tonen beschrijven ze in steek- of sleutelwoorden hoe ze interesse tonen voor iemand die ze graag als vriend willen hebben. Voorbeelden: luisteren, vragen (stellen), helpen. Bij Afspraken nakomen geven de leerlingen in steekwoorden aan hoe ze dit kunnen doen. Voorbeelden: beloftes houden, op tijd komen, geleende dingen teruggeven, geen geheimen doorvertellen. Bij Niet doen! schrijven ze steekwoorden op die vriendschappen kunnen schaden. Voorbeelden: roddelen, schelden, geen interesse (of desinteresse), geheimen doorvertellen. Bij Vrienden blijven kunnen bijvoorbeeld de volgende steekwoorden worden opgeschreven: waardering, respect, plezier, helpen. Laat de leerlingen hun mindmaps bekijken en vergelijken in groepjes van drie. Bespreek daarna de mindmaps met de hele klas. Voor veel leerlingen, en zelfs volwassenen, is het in het begin moeilijk om maar één woord per tak te gebruiken. Daarom kan eventueel begonnen worden met twee woorden per tak. Vervolgens kan dezelfde mindmap eventueel nog eens gemaakt worden met maar één woord per tak. Een mindmap opnieuw maken is geen tijdverspilling. Het betekent immers herhalen van informatie en het scherpen van het nadenken over welk woord het belangrijkst (het meest essentieel) is. Afronding 1. Welke kenmerken van vriendschap hebben jullie opgeschreven in je mindmap? 2. Hoe vonden jullie het om een mindmap te maken? thema 2 Je klasgenoten leren kennen 52 Les 2 3 Je vrienden-netwerk De leerlingen schrijven bij Je vrienden-netwerk op blz. 26 van het werkboek de namen van hun beste vrienden in de blauwe vormen en de namen van vrienden of kennissen waar ze minder vaak mee omgaan in de groene vormen. Bespreek de opdracht. Belangrijk voor u als docent is te weten of leerlingen die moeilijk aansluiting vinden in de klas buiten school eventueel wel vrienden hebben. Hebben leerlingen problemen met contacten leggen, dan kan dat niet alleen tot eenzaamheid leiden maar ook de schoolprestaties mogelijk negatief beïnvloeden. De leerlingen beantwoorden de vragen Voordelen van netwerken op blz. 27 en 28 van het werkboek. Bespreek de opdracht en lees daarna samen met de klas Voor- en nadelen van sociale netwerken blz. 27 en Positief roddelen geeft zelfvertrouwen! blz. 28 van het werkboek. Afronding 1. Waarom zitten jullie wel of niet op een sociaal netwerk? (Bijvoorbeeld: wel op een sociaal netwerk om contacten met vrienden te hebben, elkaar te helpen met huiswerk enz. niet op een sociaal netwerk omdat het teveel afleiding geeft, je er misschien moeilijk maat in kunt houden, het teveel tijd kost enz.) 2. Zijn er voor jou ook nadelen van online netwerken? Welke? En wat kun je doen om die nadelen te beperken? (Bijvoorbeeld wanneer het moeilijk is maat te houden, met jezelf afspreken niet te appen als je in bed ligt, eerst je huiswerk te maken voor je over andere dingen dan huiswerk gaat appen enz.) BEGRIJPEN U kunt de belangrijke punten van de les samenvatten door de volgende vragen te stellen aan de klas: 1. Hoe komt het dat we de emoties van anderen kunnen aanvoelen en begrijpen? (Door spiegelneuronen. Als je de emoties van een ander ziet, voel je op een laag pitje die emoties in jezelf mee doordat je spiegelneuronen actief worden.) 2. Hoe maak en blijf je vrienden? thema 2 (Door initiatief te nemen, interesse te tonen, afspraken na te komen, waardering Je klasgenoten en respect te tonen, elkaar te helpen en natuurlijk door samen plezier te hebben!) leren kennen 53 Les 2 Het geheim van goede relaties: spiegelneuronen Kunnen meevoelen en begrijpen wat een ander voelt en bezighoudt, is het geheim van vrienden maken en goede relaties. Het is moeilijk om vrienden te zijn met iemand die jou helemaal niet aanvoelt en begrijpt. BREINGEHEIM BREINGEHEIM Nieuwe ontdekking: spiegelneuronen Je hebt al iets kunnen lezen over spiegelneuronen op blz. 7. Nog niet zo heel lang geleden zijn ze ontdekt. Eerst bij apen, maar nu ook bij mensen. Wetenschappers denken dat het door deze spiegelneuronen komt dat we kunnen aanvoelen wat anderen denken en voelen. Spiegelneuronen: anderen aanvoelen en begrijpen Spiegelneuronen zijn niet alleen actief als je zelf iets doet, maar ook als je een ander iets ziet doen. Daardoor doe je in feite in je binnenste op een laag pitje mee met de activiteiten van anderen. Ook bij het zien van gevoelens van anderen, doen onze spiegelneuronen een beetje mee. Daardoor kunnen we aanvoelen wat een ander voelt. Als we zien dat iemand verdriet heeft, voelen we misschien medelijden of worden we zelf ook verdrietig. Zien we iemand lachen, dan moeten we zelf vaak ook lachen. BREINGEHEIM Gedachtenlezen Wist je dat we dat aardig goed kunnen? Het lukt ons het best bij mensen die we kennen. Uit onderzoek blijkt dat we het dan gemiddeld in tien tot veertig procent van de gevallen goed hebben! De gedachten (en gevoelens) raden van mensen die we niet kennen is het moeilijkst. Dat lukt meestal maar in twintig procent van de gevallen. Personen van hetzelfde geslacht die elkaar kennen halen een gemiddelde score van dertig procent. Eigenlijk heel bijzonder! Maar houd er wel rekening mee dat je het in veel gevallen niet weet of misschien wel helemaal mis hebt! © Princep 21 les 2 thema 2 Test gedachtenlezen Ben je een meisje? Probeer dan de gedachten te raden van twee meisjes uit je klas. Ben je een jongen? Probeer dan de gedachten te raden van twee jongens uit je klas. Houd een gesprekje over bijvoorbeeld: • hoe je het op school vindt • dingen die je in de zomervakantie hebt gedaan • iets anders wat jij of je klasgenoot wil vertellen Praat eerst met de ene klasgenoot en daarna met de ander. Als je klasgenoot je iets verteld heeft zeg dan: ‘Als ik je goed begrijp vind jij dat... en krijg je daarbij het gevoel...’ Je geeft daarmee een korte samenvatting van wat de ander heeft gezegd en ook jouw indruk van wat hij of zij daarvan vond of er bij voelde. Je probeert op die manier de gedachten die de ander niet uitspreekt te raden, maar ook zijn gevoelens. Beantwoord na het gesprekje de volgende vragen. 1. Hoe lukte het je om de gedachten en gevoelens te lezen bij Klasgenoot 1? veel beter dan ik verwacht had goed niet zo goed helemaal niet goed Ik schat dat ik _____ % van de niet uitgesproken gedachten en gevoelens van mijn klasgenoot goed geraden heb. 2. Hoe lukte het je om de gedachten en de gevoelens te lezen bij Klasgenoot 2? veel beter dan ik verwacht had goed Ik schat dat ik _____ % van de niet uitgesproken gedachten en gevoelens van mijn klasgenoot goed geraden heb. Even onthouden... Het ‘gedachtenlezen’ dat je zojuist hebt gedaan wordt ook wel invoelend vermogen, empathisch vermogen of inlevingsvermogen genoemd. Later in het boek zul je er meer over lezen. 22 © Princep niet zo goed helemaal niet goed les 2 thema 2 Je klasgenoten: je vrienden? Vrienden zijn belangrijk. Van alle contacten die je hebt, heb je meestal maar een klein aantal heel goede vrienden die je dagelijks ziet en waar je veel mee omgaat. Via sociale media hou je misschien contact met je beste vrienden en anderen uit je vriendennetwerk. Maar ook een leuke klas is erg belangrijk. En het mooiste is natuurlijk als je klasgenoten ook je vrienden zijn! Kies een van de mogelijkheden hieronder (kruis je keuze aan): 1. Je hebt al een vriend/vriendin of vrienden in je klas. Schrijf hieronder een aantal goede of leuke eigenschappen van je vriend/vriendin of vrienden op. 2. Je bent op zoek naar een vriend/vriendin in de klas? Schrijf hieronder een aantal eigenschappen op die jij graag ziet bij een vriend of vriendin. (Je hoeft hieronder nog niets met de blokjes voor de zinnen te doen, dat komt later.) 1. 2. 3. 4. Bespreek in de klas welke eigenschappen je hebt opgeschreven. Je hebt van klasgenoten eigenschappen gehoord die zij belangrijk vinden voor een vriend. Welke eigenschappen heb je gehoord die jij ook belangrijk vindt, maar die je hierboven niet opgeschreven hebt ? Schrijf ze hieronder op. 1. 2. 3. 4. 5. © Princep 23 les 2 thema 2 Kijk eens goed! Kijk naar de eigenschappen die je op de vorige bladzijde hebt opgeschreven. Zijn dit toevallig ook eigenschappen die jij zelf hebt? Kruis op de vorige bladzijde de hokjes aan bij de eigenschappen die overeenkomen met eigenschappen die je zelf ook hebt. Lees daarna het Breingeheim hieronder. BREINGEHEIM Hoe kies je je vrienden? Wist je dat jongeren vaak vrienden zoeken die op henzelf lijken? Als ze zichzelf bijvoorbeeld vriendelijk en spontaan vinden, zoeken ze ook vrienden die deze eigenschappen hebben. Voor jongeren is het beeld dat ze van hun vrienden hebben belangrijker dan hun werkelijke eigenschappen. Muziek speelt ook een belangrijke rol bij het kiezen van vrienden. Jongeren kiezen vaak vrienden die van dezelfde muziek houden als zijzelf. Er is een gezegde: Zeg mij wie je vrienden zijn, en ik zal zeggen wie jij bent. Welke overeenkomsten zie je tussen dit gezegde en wat je in deze les geleerd hebt? BREINGEHEIM BREINGEHEIM Geluk is besmettelijk! Je hebt misschien wel eens gehoord van het spreekwoord: Wie met pek omgaat wordt ermee besmeurd. Dit betekent dat als je met slechte vrienden omgaat, de kans groot is dat je slecht gedrag van hen overneemt. Niet alleen slecht gedrag is besmettelijk, maar ook geluk! Ga je namelijk om met gelukkige vrienden, dan heb je 15% meer kans dat je zelf ook een tevreden mens bent, blijkt uit onderzoek. 24 © Princep Mindmap maken? Heb je wel eens een mindmap gemaakt? Zo kan een mindmap er uit zien: • in het midden staat met hoofdletters waar de mindmap over gaat • op de dikke takken (die vastzitten aan het midden) schrijf je met hoofdletters de onderwerpen die te maken hebben met het onderwerp van je mindmap • op de dunne takken (die vastzitten aan de dikke takken) schrijf je met kleine letters dingen die te maken hebben met de onderwerpen op de dikke takken Hiernaast zie je een mindmap over het maken en houden van vrienden. les 2 thema 2 Hoe maak en blijf je vrienden? Wat moet je wel en niet doen om vrienden te maken en te houden? Je ziet hieronder het begin van een mindmap. Schrijf op de dunne takken woorden die te maken hebben met de woorden op de dikkere takken. Schrijf zo weinig mogelijk woorden op een tak. Het liefst maar één woord, maar niet meer dan twee. © Princep 25 les 2 thema 2 Je vrienden-netwerk Schrijf de namen van je beste vrienden in de blauwe vormen. Schrijf de namen van vrienden of kennissen waar je minder vaak mee omgaat in de groene vormen. ik 26 © Princep les 2 thema 2 Voordelen van netwerken Heb je ergens hulp bij nodig, dan zul je vaak het eerst iemand van je familie of van je beste vrienden vragen om je te helpen. Maar soms kunnen die je niet verder helpen en moet je een beroep doen op anderen uit je netwerk of op iemand van buiten je netwerk. 1. Wie uit je netwerk kan je helpen bij je huiswerk? Schrijf de naam van de persoon op. 2. Wie in je netwerk kan je helpen als je ergens een probleem mee hebt? 3. Welke personen in je netwerk zijn goed in iets waar jij ook goed in zou willen zijn? 4. Met welke dingen kun jij je vrienden of andere mensen uit je netwerk helpen? Voor- en nadelen van sociale netwerken Zit je vaak op sociale media? Uit een onderzoek blijkt dat je er voor- en nadelen van kunt hebben: • jongeren die vaak gebruik maken van sociale media tonen in hun geschreven reacties op de berichten van anderen meer empathie (invoelingsvermogen) • jongeren die zich niet zo gemakkelijk uiten, voelen zich veilig achter het scherm van een mobiele telefoon of een computer, en leren op die manier makkelijker omgaan met anderen • jongeren die dagelijks heel veel tijd op sociale media doorbrengen hebben meer kans op depressies, andere psychische stoornissen en gezondheidsproblemen • jongeren die hun berichten op sociale media minstens één keer in de 15 minuten checken, halen slechtere cijfers op school © Princep 27 les 2 thema 2 5. Maak je gebruik van sociale netwerken? Van welke? Schrijf het hier op. 6. Wat is je belangrijkste reden om gebruik te maken van dit netwerk of van die netwerken? Om mijn vriendennetwerk te onderhouden Om mijn vriendennetwerk uit te breiden door nieuwe contacten te leggen Om informatie uit te wisselen en elkaar te helpen Omdat anderen het ook doen en ik niet wil achterblijven Omdat ik het leuk vind Andere redenen: BREINGEHEIM Positief roddelen geeft zelfvertrouwen! Er wordt nogal wat geroddeld, ook over vrienden. Gewoonlijk hebben we een hekel aan roddelaars. Maar uit een onderzoek blijkt dat over iemand roddelen op een positieve manier (goede dingen over iemand zeggen) goed uitpakt voor de roddelaars. In een onderzoek moesten honderdveertig personen op een positieve of negatieve manier over een (niet bestaande) persoon praten. De personen die op een positieve manier over de persoon spraken hadden na afloop meer zelfvertrouwen dan de personen die op een vervelende manier over de persoon spraken. 28 © Princep