Latijn samenvatting eindpww klas 5 Inleiding: Mythe en Moraal, Troje en Augustus (blz. 4) Augustus kreeg de macht toen Julius Caesar dood ging en hij Gaius Octavianus (Augustus) opnam in zijn testament Augustus was ook redelijk geliefd. Hij heerste lang en hij heeft veel schrijvers lovend over hem laten schrijven( Horatius, Vergilius) Zijn heerschappij werd gezien als een periode van vrede en hij heeft wetten ingevoerd die Rome terug moest brengen naar de deugdzame vroegere republiek Augustus deed ook alles om een verband tussen hem en Rome’s mythische geschiedenis te leggen De Romeinen en hun Trojaanse erfenis De relatie tussen Rome en Troje bestond al voor Vergilius, zoals in het volgende stuk Het spel van Troje: de Trojaanse erfenis en het Julius-Claudische huis Het spel Troia Er werd gezegd dat al lange tijd een spel genaamd ‘Troje’ werd gespeeld, al sinds Julius Caesar. Twee teams reden met paarden in twee rijen door het Circus Maximus, en ze moesten van paard wisselen. Augustus vond het geschikt voor jongeren en zijn pleegzoon nam ook deel. Toen het fout ging werd het spel stilgezet maar door een latere keizer, Caligula, weer hervat maar dan onder een andere naam. Ook Nero vond het spel leuk. Het spel werd vaak genoemd en bleek vooral voor jongens uit hogere families. Ascanius zou het aam de Trojanen hebben geleerd. Een boodschap aan de Romeinen Het spel is deel van een boodschap aan Romeinen: Ze stammen af van Aeneas. Ascanius, ook wel Julus, zou de stamvader van de Iulii (de familie van Julius Caesar) zijn. Ook Vergilius beeldt de afstamming van Trojanen af, de zoektocht van Trojanen naar nieuw land wat uitkwam in Romulus en Remus Rome zou twee goddelijke voorouders hebben: Venus, moeder van Aeneas, en Mars, vader van Romulus en Remus met als moeder Rhea Silvia. Er stond dus ook een tempel van Venus Genetrix, gebouwd door Julius Caesar. Na de dood van Julius deed Octavianus (Augustus) beroep op de macht van Julius, wat leidde tot een machtsstrijd en in 27 v.Chr. kreeg hij de titel Augustus. Hij zette een tempel van Mars Ultor neer. Augustus had nog conflict met Marcus Antonius, die hem verraadde door met een Egyptische koningin te gaan, terwijl hij met de zus van Augustus was. Dit leidde tot een burgeroorlog die eindigde bij de slag bij Actium. Hierna brak de Pax Romana aan: de politieke orde voor alle Romeinen. Als ode aan Apollo, die hem goddelijke hulp had verschaft, zette hij een tempel neer op de heuvel van de Palatijn. Antonius had zich beroepen op Dionysus, met Herakles als stamvader. Trojanen in Latium Een belangrijk stuk in de Aeneis is als Aeneas aankomt in Carthago. In het tweede boek vertelt hij het verhaal van het ineenstorten van zijn vaderstad aan Dido. Hij wordt daar verliefd op Dido maar Jupiter wijst hem op zijn goddelijke plicht: zijn pietas overwint de menselijke amor In een profetie van Jupiter werd voorspeld dat Julius Caesar zou regeren, afstammeling van Julus. Ook Augustus in verhouding met Cleopatra werd voorspeld, Antonius gaf wel toe aan Amor, Octavianus houdt vast aan pietas Waarom wordt dan een Oosterse prins als stamvader van de Romeinen neergezet, als het Oosten werd verbonden met luxe en verval? Dit kwam door de populariteit van verhalen over Troje en Aeneas. Dit werd goedgepraat met dat de stamvader van Troje (Dardanus) ook weer afkomstig zou zijn uit Latium. Aeneas zijn tocht was hierdoor een terugkeer, zoals die van Odyssee. Aeneas sticht na het verslaan van Turnus Lavinium, Iulus sticht Alba Longa en Romulus en Remus stichten Rome. Orde door Oorlog In zijn testament draagt Augustus uit dat politieke orde wordt verkregen door militaire overwinningen De hofdichter van Augustus schreef over de terugkomst van Augustus na een lange veldtocht in Spanje als het begin van het nieuwe gouden tijdperk in Latium. Hij gebruikt veel motieven die de terugkeer van een paradijselijk bestaan oproepen. De terugkomst van Augustus wordt hierdoor gevierd als een nostos: met veel ceremonies, net als de aankomst van Aeneas in Latium. Augustus bouwde de Ara Pacis, het altaar van de vrede, in plaats van een triomftocht. Daarop staan erg veel dingen afgebeeld (bv. Senatoren, de godinnen Roma en Moeder aarde, Mars, Romulus en Remus en een offerende Aeneas). De verhalen van Vergilius en Horatius worden zo afgebeeld. Alle dichters uit Augustus’ kring bezingen samen met Maecanus (de beschermer van kunsten) ter eer en glorie hun opdrachtgevers. Troje en de Trojanen De focus ligt vaak op het figuur Aeneas en niet op de stad Troje, In de Aeneis wordt in het tweede boek de stad het meest beschreven en daar ligt de focus alsnog meer op de vlucht van Aeneas. Ook in de Ilias, waarin de wrok van Achilles het thema is, de val van de stad komt niet in het werk voor. In de laatste zes boeken wordt de oorlog in Latium besproken. Troje wordt geportretteerd als welvarend en sterk. De Trojanen stichten dus ook een nieuwe stad, hun aandacht is daar meer op gevestigd dan op hun vergane stad. De associatie met Troje door de Romeinen bestaat al langer. Volgens Suetonius bestaat het idee van goddelijke afstamming al sinds 69 v.Chr., toen Caesar een grafrede hield. Een andere benadering legde de focus op Aeneas, Ascanius/ Iulius. De goddelijke afstamming speelt hierin dus een rol, maar Aeneas werd als modelromein gepresenteerd. Troje stad De houding van Caesar en Augustus tegenover Troje is onbekend. Lucanus heeft wel een bezoek van Caesar aan Troje beschreven maar dat kan fictief zijn geweest. Ook zou Caesar belangstelling hebben gehad, er heen hebben willen verhuizen en hoefden ze geen belasting te betalen. Augustus heeft waarschijnlijk Troje wel bezocht. Receptie van Troje in de vroege keizertijd In de vroege keizertijd werd de afstamming sterk betrokken op het geslacht der Iulii, met Aeneas als stichter. Mars werd daardoor ook een beetje verdrongen, aangezien er een oudere stamvader was. Julius Caesar creëerde een persoonlijke familiecultus, maar Augustus borduurde daarop voort met een uitgebreid cultureel programma. Ook Nero zette dit voort. Eigenlijk moest het werk van Vergilius verbrand worden, maar dit is niet gedaan. Vragen bij deze tekst: 1) Waarom paste opvoering van ‘Het spel van Troje’ zo goed bij de ideologie van het JulischClaudische huis? - Augustus geloofde dat ze afstamden van Aeneas en dergelijke. Het spel was dus bedacht door hun familie. Met het spel benadrukken ze het verband met hun voorouders 2) Aan welke twee goden waren de tempels van de fora van Caesar en Augustus gewijd? - Mars en Venus, hier zouden ze immers van afstammen 3) Waarom was het in zekere zin een zegen voor Octavianus dat Marcus Antonius zijn huwelijk met Octavia verbrak en zich met Cleopatra verbond? - Antonius had Cleopatra het hele Romeinse rijk beloofd, daar waren de Romeinen het - natuurlijk niet mee eens waardoor Augustus iedereen achter zich kreeg. Daarnaast koos Antonius een Oosterse vrouw boven een Romeinse vrouw, wat ook niet als iets positiefs werd gezien. 4) Wanneer Mercurius in boek 4 van de Aeneis Aeneas nadert om hem te instrueren Carthago te verlaten, wordt Aeneas beschreven als een oosterse vorst: het gevest van zijn zwaard is met edelstenen bezet en hij draagt -een geschenk van Dido - een purperen mantel. Leg uit dat deze omschrijving indirect gunstig is voor Augustus. Gebruik in je uitleg het woord pietas. - Aeneas liet zich uiteindelijk toch leiden door pietas en niet door amor, dit is een heel goed voorbeeld voor andere Romeinen. Augustus stamt af van Aeneas dus dat zou kunnen laten zien dat hij ook zo plichtsgetrouw is. 5) Welke door Augustus gepropageerde gedachte komt zowel in de Aeneïs als op de Ara Pacis naar voren? - Ze stammen af van goden, Aeneas is goddelijk en het vertelt de thuiskomst van Aeneas 6) Het 'Spel van Troje' was een opvoering waarin de zonen van aristocraten te paard schijngevechten hielden. Welke andere betekenis geeft de auteur aan lusus Troiae? - Het Romeinse Troje zal rijzen als Rome Troje: een mythe? In de 19e eeuw waren wetenschappers van mening dat de Ilias en de Odyssee volledig fictie waren, behalve Heinrich Schliemann. Hij ging op zoek naar de steden, en groef in een heuvel (Hisarlik) een nederzetting op. Hij vond een schat: volgens hem de schat van Priamus. Hij bleek zich echter beetje te hebben vergist: de schat was te oud en zijn opgravingsmethodes waren niet geweldig Andere archeologen hebben 9 lagen van bewoning gevonden: afkomstig uit een periode v.a. 3000 v Chr. Tot 600 n. Chr. Troje VI en VIIA zijn het waarschijnlijkst. VI is echter niet verwoest door oorlog en VIA wel, maar die is veel kleiner De docu, de vragen 15. Hoeveel tijd zit er tussen de Trojaanse oorlog en het leven van Homerus? - 500 jaar, Homerus leefde in de 8e eeuw en de Trojaanse oorlog was in de 13e eeuw v.Chr 16. Welke vier verschillende soorten bronnen liggen ten grondslag aan de moderne gedrukte uitgaven van Homerus' werken? - Als eerst oraal overgeven, daarna opgeschreven op papyrus (500 v. Chr. Door Pisistratus, een tiran). Daarna overgeschreven door monniken in manuscripten en als laatste door boekdrukkunst in onze versie in de 14e eeuw in Florence 17. Welk verschil is er in de gedachten over Homerus tussen de Grieken en Romeinen en de moderne opvatting? - Volgens de Romeinen en de Grieken was hij 1 oude, blinde man die in Griekenland woonde en werkte in koninklijke kringen als zanger. Hij heeft de Ilias zelf geschreven - Tegenwoordig weten we weinig: of het 1 of meerdere mannen/vrouwen is, ook denken we dat veel pas later is opgeschreven is en dat Homerus het mondeling vertelde 18. Waar zijn nu - of althans in 1985 - nog zangers te vinden die werken op een vergelijkbare manier als Homerus? Wat zijn de overeenkomsten tussen deze zangers en Homerus? - In Ierland en Turkije: er waren herhalingen, alliteraties en woorden zonder betekenis. Ook is de hele tekst uit het hoofd opgedragen. 19. Wat is de bijzondere verdienste van Homerus ten aanzien van de verhalen over de/een oorlog om Troje die hij van de generaties voor hem overgeleverd heeft gekregen? - Hij heeft het verhaal verbeterd door veel verhalen tot 1 meesterwerk te maken 20. Welke overeenkomsten zijn er tussen Homerus' beschrijving van Troje en de eigenschappen van de archeologische locatie die bekend staat als Troje? Waarom is dit overtuigend bewijs dat Homerus gebruik maakte van een mondelinge overlevering die teruggaat op de bronstijd? - Er is veel wind - Het staat op een hoge heuvel (Paleis in de Ilias) - Er waren 2 muren die er stond in de bronstijd en niet in de tijd van Homerus: 1 zwakke aan de zijkant en 1 waar ze in de Ilias op klommen 21. Welke wapens die bekend zijn uit de archeologie van de Myceense periode worden ook in Homerus genoemd? - Een helm, slagwapens en een maliënkolder 22. Aan het begin stelt Michael Wood de vraag of de werken van Homerus gebaseerd zijn op historische gebeurtenissen? Hoe wordt deze vraag uiteindelijk beantwoord? Welke argumenten worden gegeven? - Het antwoord is: gedeeltelijk, ja.: - Er zit in de Ilias een lijst met namen, die namen bestonden echt - De stadjes waren echt bewoond in de Myceense samenleving - Waarom zou het anders op zo’n random plaats plaatsvinden? - Wij kunnen niet meer verhalen geweldig onthouden: zij konden dat wel, het werd strak in de gaten gehouden, orale overlevering kan dus best betrouwbaar zijn. 23. De zogeheten scheepscatalogus wordt gezien als een bewijs van de authenticiteit van de Ilias. Veel van de hierin genoemde plaatsen blijken inderdaad in de bronstijd te hebben bestaan. Van enkele in de catalogus genoemde plaatsen is de Myceense oorsprong juist zeer twijfelachtig. Athene en het omliggende gebied Attica bijvoorbeeld komen wel voor in de scheepscatalogus, maar de Atheense helden spelen in het verdere verloop van de lias geen enkele rol. Tegenwoordig neemt men aan dat de passage over het Attische contingent pas in de 6* eeuw voor Christus ten tijde van de Atheense tyrannos Peisistratos aan de oorspronkelijke tekst is toegevoegd. Waarom zouden de Atheners hun steden en helden aan de tekst hebben willen toevoegen? - Augustus wilde met de Aeneïs zijn macht verantwoorden/legitimeren. Daarnaast is het statusverhogend. Augustus was dan de voorbestemde leider, terwijl hij de macht op niet wettelijke manier had verkregen. Dat wilde Peisistratos ook. De Hettieten Waarschijnlijk bloeide Troje tussen 1600 en 1180 v. Chr. De beschrijving in de Ilias komt aardig overeen, maar Troje was geen centrum van een groot rijk en was zelfs lang onderworpen aan andere volken Troje was belangrijk voor de handel, maar moest rekening houden met de buurvolkeren, met name de Hettieten. De koning van Walusa (Troje) was misschien zelfs in dienst bij de koning van de Hettieten. Ook de Myceense volken waren actief in Troje: handel maar ook plunderen of veroveren. Het Hettitische rijk (Hoofdstad: Huttasa) was een grootmacht. Het lag ong. 150 km van Ankara. Het kernland werd bestuurt door de Hettieten zelf, het omliggende land werd bestuurd door vazallen (een koning trouw aan een andere koning) Bronnen Kleitabletten zijn in Hattusa gevonden, met oud-Babylonisch spijkerschrift. In totaal zo’n 30000. Er zijn ook teksten in ander talen, vooral in het Hettitisch, een Indo-Europese taal. Het rijk kende ook een hiërogliefenschrift, vooral gevonden op stenen maar er waren waarschijnlijk ook houten documenten. De teksten dateren uit alle fases van het rijk, maar vooral het laatste deel. Er zijn nog geen privé-teksten gevonden. Er zijn religieuze teksten, orakelrapporten, verdragen en brieven, wetteksten enz. gevonden. Er was internationale correspondentie met bv. Egypte en Babylon Alaksandu van Wilusa Er werd een document gevonden met een verdrag tussen de koning van de Hettitische koning en een koning van Wilusa, Alaksandu. Er leek een overeenkomst te zijn tussen Alaksandu en Alexander (Griekse naam van Paris) Wilusa deed denken aan de stad (W)Illios. De naam begon met de letter wau die later is weggevallen. De locatie was echter in eerste instantie niet zeker, nu is er echter bewijs dat het wel in het gebied van Troje ligt Alakusandu was waarschijnlijk de mannelijke versie van de naam voor Alexander, de Griekse naam bevestigt contacten tussen Myceense Grieken en Troje. Het verdrag Uit het verdrag tussen Alaksandu en Muwatalii (de koning) blijkt dat er al eerder (goed) contact was. Het verdrag was een vazalverdrag en de goede relatie tussen de koningen kan dus in het proloog rooskleuriger zijn weergegeven In het verdrag wordt een naam genoemd die op Apollo lijkt, die aan de zijde van Troje stond in de Ilias Conclusie Er zijn dus overeenkomsten, maar ook dingen die niet overeen komen: de ondergeschiktheid van Alaksandu bijvoorbeeld, Troje is in de Ilias een groot, zelfstandig rijk. We kunnen sowieso Homerus niet als bron lezen, de oorlog is in het verhaal ook niet het belangrijkst, het was slechts een decor. Vragen bij deze tekst: 1. Op welke manier moet het uit de llias voortkomende beeld van de Troje worden herzien in het licht van de Hettitische bronnen? - Troje was een vazalstaat - Alaksandu spreekt de grote koning aan met "mijn zon", wat Alaksandu ondergeschikt stelt aan hem - Dit komt dus niet overeen met het beeld van Troje dat uit de Ilias komt 2. In welk type Hettitische geschriften is informatie gevonden over Wilusa/Troje? - verdragen en correspondentie 3. De in de Hettitische bronnen genoemde 'Ahhiyawa' worden vaak vereenzelvigd met de Achaioi, de naam die Homerus gebruikt voor de Grieken. Op welke plek komen deze Ahhiyawa voor op de kaart van het Hettitische rijk? - In Ionië/West Anatolië 4. Welke namen die voorkomen in de Ilias staan ook - in Hettitische vorm - vermeld in de kleitabletten uit Hattusa? Geef van deze namen zowel de Griekse als de Hettitische vorm - Ilios/Wilusa, Priamus/Pariyamuwis , Alaksandu/Alexander (Paris-boii) Vergilius Aeneïs Het grafschrift van Vergilius geeft veel info: geboren in Mantua (70 v.Chr.) en stierf in Calabrië (19 v.Chr.), hij werd in Napels begraven Hij schreef 3 werken: o De bucolica (Eclogae): herdersgedichten waarin de pastorale wereld vermengd wordt met de historische werkelijkheid. o Georgica: een epos over het boerenbedrijf, geschreven na een periode ban onrust (slag van Actium, hoop op vrede) o Aeneïs Vergilius kwam uit een arme familie, hij studeerde retorica in Rome (eigenlijk dus boven zijn stand). Vanaf zijn 28ste wijdde hij zich volledig aan poëzie. Vergilius, Augustus en de kring van Maecenas Na het schrijven van Bucolica werd Vergilius opgemerkt door Maecenas, een invloedrijke sponsor, die introduceerde hem bij Octavianus Hij werd ook vrienden met Horatius. Maecenas werd onder de macht van Augustus een soort minister van cultuur. In zijn werk liet Vergilius zijn waardering voor en de idealen van Augustus zien De Aeneïs, een nationaal epos Vergilius zijn laatste wens was dat de Aeneïs werd verbrand, omdat het nog niet af was Het verhaal Augustus staat hier een soort van centraal, het gaat over zijn mythische voorvader, Aeneas. Het vertelt het verhaal van Aeneas, zoon van Venus en Anchises en de reis naar de toekomstige Rome De proloog Het begint met het aankondigen van het onderwerp van de epos. Korte inhoud van de Aeneïs Er verloopt 7 jaar. In boek 1 gaat het over het laatste jaar, boek 1 en 2 over voorafgaande gebeurtenissen (Aeneas vertelt de gebeurtenissen van de afgelopen 6 jaar). In boek 4 gaat het over de liefde tussen Dido en Aeneas, waarna Aeneas op zijn plicht wordt gewezen. In boek 5 komen de Trojanen door een storm op Sicilië terecht In boek 6 gaat Aeneas naar Sibylle, om een priesteres van Apollo raad te plegen. Daar gaat hij naar de onderwereld, waar Anchises de toekomst schetst In boek 7-12 gaat het over de aankomst in Latium, met alle oorlogen die ze moeten voeren. In boek 8 gaat het over de wapenrusting van Aeneïs Mythe, ideologie en politiek De ideologie uit het boek sluit aan bij het beleid van Augustus: het is door de goden en door het lot bepaald dat Rome de functie van hoofdstad van de wereld (caput mundi) te vervullen, en Augustus is de voorbestemde heerser De stichtingsmythe: traditie en vernieuwing De keuze van Aeneas was in overeenstemming met oudere tradities, Julius Caesar propageerde ook al dat de gens Julia terugvoerde op Aeneas en zijn zoon Julus Verder wordt het gekoppeld aan de mythe van Romulus en Remus Heden en verleden De boeken met het verhaal over het verleden zijn door voorspellingen nauw verweven met het heden van Vergilius. Ook augustus wordt voorspeld, de Pax Augusta wordt als de zinvolle door de goden en het fatum beschikte vervulling van de rest van de geschiedenis voorgesteld Aeneas en Augustus In Aeneas tekent Vergilius de ware Romein (pietas), de idealen die de held belichaamt komen overeen met die van Augustus: Rome als heerseres over de wereld, vrede en veiligheid in het hele rijk en een revival van oude Romeinse deugden. Vragen: 29. Welke betekenis heeft 'mecenas' tegenwoordig? Wat is het verschil met het optreden van de historische figuur Maecenas? - Een mecenas is iemand die kunst en kunstenaars financieel ondersteunt. Het kan ook betrekking hebben op kunst of wetenschap. Dit is dus veel ruimere ondersteuning dat Maecenas, die alleen dichters ondersteunde en bovendien hiermee een concreet politiek doel had. 30. In de tekst staat vermeld dat Vergilius wilde dat zijn (onvoltooide) manuscript van de Aeneis werd verbrand en dat het op verzoek van Augustus toch is uitgegeven. Welke redenen kan Augustus hier voor gehad hebben? - In de Aeneis komen Augustus en zijn politiek in een positief daglicht te staan. Het was dus in zijn voordeel dat anderen er kennis van zouden nemen. 31. Kijk nog eens naar de samenvatting van de inhoud van de Aeneis. Welke inhoudelijke en structur ele overeenkomsten zijn er met de llias en de Odysee? - Eerste helft Aeneïs: varen = Odyssee Tweede helft: vechten = Ilias, Bezoek onderwereld net als Odysseus, Nieuwe wapenrusting door hulp van goddelijke moeder net als Achilles 32. a. Onder 'heden en verleden' staat dat de geschiedenis in de Aeneis word gepresenteerd alsof deze toewerkt naar een bepaald doel. Welk(e) doel(en) is/zijn dit? - Het door de Aeneis gepresenteerde doel van de loop van de gebeurtenissen is de grootsheid van Rome in het algemeen en de heerschappij en nieuwe orde van Augustus in het bijzonder. a. Door welke middelen wordt deze presentatie bewerkstelligd? - Door historische prospectie: de komst van Augustus wordt aangekondigd door (bk. 1), in de onderwereld (bk. 6) en op het schild van Aeneas (bk. 8). 33. Onder 'Aeneas en Augustus' staat dat de door Aeneas belichaamde deugden of virtutes overeenstemmen met de door Augustus gevoerde politiek. Citeer uit het stuk Vergilius, Augustus en de kring van Maecenas' de woorden waar dat uit blijkt. - 'Augustus voerde een bewust cultuurbeleid, gericht op herstel van traditionele normen en waarden.' Het epos Het epos van Homerus De twee oudste epen zijn de Ilias en de Odyssee, uit de 9e/8e eeuw. Een epos is een lang, verhalend gedicht over belangrijke mythologische of historische personen en gebeurtennissen zoals de strijd om Troje. De personen zijn vaak van hoge stand en de goden zijn er bij betrokken Epen werden door beroepszangers verteld en doorgegeven. Traditionele kenmerken van het epos (ja uh hoe vat ik dit samen lol) 1. Een lang, verhalend verhaal waar de verteller alwetend is en zelf geen rol speelt. Hij kan op het verhaal vooruit lopen (prospectie) en naar eerder gebeurtenissen terugkijken (retrospectie/flashback). 2. Dactylische hexameters 3. Geschreven in een verheven stijl, die overeen stemt met de verhevenheid van de inhoud en het hoog morele gehalte 4. Het omvat 1 handeling waarvan de gebeurtenissen duidelijke samenhang vertonen. Zoals in de Ilias de wrok van Achilles. 5. De hoofdpersonen zijn helden uit het verleden en goden, die zelf kunnen ingrijpen en aan de handeling kunnen deelnemen 6. De zogenaamde epische of Homerische vergelijking: de primaire functie is om een bepaald onderdeel of aspect van het verhaal te illustreren, vaak gebruikt om emoties te onderstrepen De verdere ontwikkeling Alexandrië werd na haar stichting in 332 v. Chr. een belangrijk cultureel centra met de grootste bibliotheek in de antieke wereld (Mouseion). Ook hier schreven ze epen. Hier waren natuurlijk verschillen: 1. Het was gericht op een intellectueel publiek en er werd dus verwacht dat lezers vertrouwd waren met voorafgaande literatuur. De poëzie kreeg een geleerd karakter 2. Er was veel aandacht voor psychologische factoren, dus niet meer uitsluitend met goden, maar meer met psychische motieven Het Romeinse epos In de 3e eeuw v.Chr. werd het homerische epos in Rome geïntroduceerd. De Griekse literatuur was een inspiratiebron en de Romeinse gedichten zijn dus ook verweven met de Griekse traditie. Plagiaat bestond vroeger nog niet, de Romeinen probeerden de Griekse voorbeelden te overtreffen met variatie en verfijning De Aeneis als traditioneel epos - Het past goed in het genre van het traditionele epos: Het is 1 lang verhalend gedicht met een doorlopend verhaal met als handeling de aankomst van Aeneas in Italië en de stichting van Rome. Er is een alwetende verteller. De belangrijkste personen komen uit het verleden en zijn helden en goden zijn belangrijk. Het metrum is een dactylische hexameter De toon is serieus en verheven en het onderwerp is groots: Romes grootsheid is van godswege voorbeschikt Vergilius volgt Homerus ook als het gaat om: De structuur: eerste helft verhaalt omzwervingen, Aeneas wordt gehaat door Juno (Odyssee, hij alleen door Poseidon) en tweede helft verhaalt het oorlog voeren in Italië tegen Turnus (Ilias, gekenmerkt door oorlog) Afzonderlijke scènes: de onderwereld, ontmoeting Dido en Aeneas staat parallel aan Odysseus en Ajax. Aeneas en Turnus en Achilles en Hektor. Er zijn ook verschillen: de mythologisch-historische thematiek van de Aeneïs legt een nauwe verbinding met de Romeinse geschiedenis en Vergilius geeft meer aandacht aan de psychologie van personages, dat is overgenomen van de Alexandrijnse dichters.