Uploaded by juleswebbink

latin

advertisement
Latijn samenvatting eindpww klas 5
Inleiding: Mythe en Moraal, Troje en Augustus (blz. 4)




Augustus kreeg de macht toen Julius Caesar dood ging en hij Gaius Octavianus (Augustus)
opnam in zijn testament
Augustus was ook redelijk geliefd. Hij heerste lang en hij heeft veel schrijvers lovend over
hem laten schrijven( Horatius, Vergilius)
Zijn heerschappij werd gezien als een periode van vrede en hij heeft wetten ingevoerd die
Rome terug moest brengen naar de deugdzame vroegere republiek
Augustus deed ook alles om een verband tussen hem en Rome’s mythische geschiedenis te
leggen
De Romeinen en hun Trojaanse erfenis

De relatie tussen Rome en Troje bestond al voor Vergilius, zoals in het volgende stuk
Het spel van Troje: de Trojaanse erfenis en het Julius-Claudische huis
Het spel Troia



Er werd gezegd dat al lange tijd een spel genaamd ‘Troje’ werd gespeeld, al sinds Julius
Caesar. Twee teams reden met paarden in twee rijen door het Circus Maximus, en ze
moesten van paard wisselen.
Augustus vond het geschikt voor jongeren en zijn pleegzoon nam ook deel. Toen het fout
ging werd het spel stilgezet maar door een latere keizer, Caligula, weer hervat maar dan
onder een andere naam. Ook Nero vond het spel leuk.
Het spel werd vaak genoemd en bleek vooral voor jongens uit hogere families. Ascanius zou
het aam de Trojanen hebben geleerd.
Een boodschap aan de Romeinen






Het spel is deel van een boodschap aan Romeinen: Ze stammen af van Aeneas. Ascanius, ook
wel Julus, zou de stamvader van de Iulii (de familie van Julius Caesar) zijn.
Ook Vergilius beeldt de afstamming van Trojanen af, de zoektocht van Trojanen naar nieuw
land wat uitkwam in Romulus en Remus
Rome zou twee goddelijke voorouders hebben: Venus, moeder van Aeneas, en Mars, vader
van Romulus en Remus met als moeder Rhea Silvia. Er stond dus ook een tempel van Venus
Genetrix, gebouwd door Julius Caesar.
Na de dood van Julius deed Octavianus (Augustus) beroep op de macht van Julius, wat leidde
tot een machtsstrijd en in 27 v.Chr. kreeg hij de titel Augustus. Hij zette een tempel van Mars
Ultor neer.
Augustus had nog conflict met Marcus Antonius, die hem verraadde door met een Egyptische
koningin te gaan, terwijl hij met de zus van Augustus was. Dit leidde tot een burgeroorlog die
eindigde bij de slag bij Actium. Hierna brak de Pax Romana aan: de politieke orde voor alle
Romeinen.
Als ode aan Apollo, die hem goddelijke hulp had verschaft, zette hij een tempel neer op de
heuvel van de Palatijn. Antonius had zich beroepen op Dionysus, met Herakles als stamvader.
Trojanen in Latium





Een belangrijk stuk in de Aeneis is als Aeneas aankomt in Carthago. In het tweede boek
vertelt hij het verhaal van het ineenstorten van zijn vaderstad aan Dido.
Hij wordt daar verliefd op Dido maar Jupiter wijst hem op zijn goddelijke plicht: zijn pietas
overwint de menselijke amor
In een profetie van Jupiter werd voorspeld dat Julius Caesar zou regeren, afstammeling van
Julus. Ook Augustus in verhouding met Cleopatra werd voorspeld, Antonius gaf wel toe aan
Amor, Octavianus houdt vast aan pietas
Waarom wordt dan een Oosterse prins als stamvader van de Romeinen neergezet, als het
Oosten werd verbonden met luxe en verval? Dit kwam door de populariteit van verhalen
over Troje en Aeneas. Dit werd goedgepraat met dat de stamvader van Troje (Dardanus) ook
weer afkomstig zou zijn uit Latium. Aeneas zijn tocht was hierdoor een terugkeer, zoals die
van Odyssee.
Aeneas sticht na het verslaan van Turnus Lavinium, Iulus sticht Alba Longa en Romulus en
Remus stichten Rome.
Orde door Oorlog





In zijn testament draagt Augustus uit dat politieke orde wordt verkregen door militaire
overwinningen
De hofdichter van Augustus schreef over de terugkomst van Augustus na een lange veldtocht
in Spanje als het begin van het nieuwe gouden tijdperk in Latium. Hij gebruikt veel motieven
die de terugkeer van een paradijselijk bestaan oproepen.
De terugkomst van Augustus wordt hierdoor gevierd als een nostos: met veel ceremonies,
net als de aankomst van Aeneas in Latium.
Augustus bouwde de Ara Pacis, het altaar van de vrede, in plaats van een triomftocht.
Daarop staan erg veel dingen afgebeeld (bv. Senatoren, de godinnen Roma en Moeder
aarde, Mars, Romulus en Remus en een offerende Aeneas). De verhalen van Vergilius en
Horatius worden zo afgebeeld.
Alle dichters uit Augustus’ kring bezingen samen met Maecanus (de beschermer van
kunsten) ter eer en glorie hun opdrachtgevers.
Troje en de Trojanen




De focus ligt vaak op het figuur Aeneas en niet op de stad Troje, In de Aeneis wordt in het
tweede boek de stad het meest beschreven en daar ligt de focus alsnog meer op de vlucht
van Aeneas. Ook in de Ilias, waarin de wrok van Achilles het thema is, de val van de stad
komt niet in het werk voor.
In de laatste zes boeken wordt de oorlog in Latium besproken.
Troje wordt geportretteerd als welvarend en sterk. De Trojanen stichten dus ook een nieuwe
stad, hun aandacht is daar meer op gevestigd dan op hun vergane stad.
De associatie met Troje door de Romeinen bestaat al langer. Volgens Suetonius bestaat het
idee van goddelijke afstamming al sinds 69 v.Chr., toen Caesar een grafrede hield. Een
andere benadering legde de focus op Aeneas, Ascanius/ Iulius. De goddelijke afstamming
speelt hierin dus een rol, maar Aeneas werd als modelromein gepresenteerd.
Troje stad

De houding van Caesar en Augustus tegenover Troje is onbekend. Lucanus heeft wel een
bezoek van Caesar aan Troje beschreven maar dat kan fictief zijn geweest. Ook zou Caesar
belangstelling hebben gehad, er heen hebben willen verhuizen en hoefden ze geen belasting
te betalen. Augustus heeft waarschijnlijk Troje wel bezocht.
Receptie van Troje in de vroege keizertijd



In de vroege keizertijd werd de afstamming sterk betrokken op het geslacht der Iulii, met
Aeneas als stichter. Mars werd daardoor ook een beetje verdrongen, aangezien er een
oudere stamvader was.
Julius Caesar creëerde een persoonlijke familiecultus, maar Augustus borduurde daarop
voort met een uitgebreid cultureel programma. Ook Nero zette dit voort.
Eigenlijk moest het werk van Vergilius verbrand worden, maar dit is niet gedaan.
Vragen bij deze tekst:
1) Waarom paste opvoering van ‘Het spel van Troje’ zo goed bij de ideologie van het JulischClaudische huis?
- Augustus geloofde dat ze afstamden van Aeneas en dergelijke. Het spel was dus bedacht
door hun familie. Met het spel benadrukken ze het verband met hun voorouders
2) Aan welke twee goden waren de tempels van de fora van Caesar en Augustus gewijd?
- Mars en Venus, hier zouden ze immers van afstammen
3) Waarom was het in zekere zin een zegen voor Octavianus dat Marcus Antonius zijn huwelijk
met Octavia verbrak en zich met Cleopatra verbond?
- Antonius had Cleopatra het hele Romeinse rijk beloofd, daar waren de Romeinen het
- natuurlijk niet mee eens waardoor Augustus iedereen achter zich kreeg. Daarnaast koos
Antonius een Oosterse vrouw boven een Romeinse vrouw, wat ook niet als iets positiefs
werd gezien.
4) Wanneer Mercurius in boek 4 van de Aeneis Aeneas nadert om hem te instrueren Carthago
te verlaten, wordt Aeneas beschreven als een oosterse vorst: het gevest van zijn zwaard is
met edelstenen bezet en hij draagt -een geschenk van Dido - een purperen mantel. Leg uit
dat deze omschrijving indirect gunstig is voor Augustus. Gebruik in je uitleg het woord pietas.
- Aeneas liet zich uiteindelijk toch leiden door pietas en niet door amor, dit is een heel
goed voorbeeld voor andere Romeinen. Augustus stamt af van Aeneas dus dat zou
kunnen laten zien dat hij ook zo plichtsgetrouw is.
5) Welke door Augustus gepropageerde gedachte komt zowel in de Aeneïs als op de Ara Pacis
naar voren?
- Ze stammen af van goden, Aeneas is goddelijk en het vertelt de thuiskomst van Aeneas
6) Het 'Spel van Troje' was een opvoering waarin de zonen van aristocraten te paard
schijngevechten hielden. Welke andere betekenis geeft de auteur aan lusus Troiae?
- Het Romeinse Troje zal rijzen als Rome
Troje: een mythe?



In de 19e eeuw waren wetenschappers van mening dat de Ilias en de Odyssee volledig fictie
waren, behalve Heinrich Schliemann. Hij ging op zoek naar de steden, en groef in een heuvel
(Hisarlik) een nederzetting op.
Hij vond een schat: volgens hem de schat van Priamus. Hij bleek zich echter beetje te hebben
vergist: de schat was te oud en zijn opgravingsmethodes waren niet geweldig
Andere archeologen hebben 9 lagen van bewoning gevonden: afkomstig uit een periode v.a.
3000 v Chr. Tot 600 n. Chr. Troje VI en VIIA zijn het waarschijnlijkst. VI is echter niet verwoest
door oorlog en VIA wel, maar die is veel kleiner
De docu, de vragen
15. Hoeveel tijd zit er tussen de Trojaanse oorlog en het leven van Homerus?
- 500 jaar, Homerus leefde in de 8e eeuw en de Trojaanse oorlog was in de 13e eeuw v.Chr
16. Welke vier verschillende soorten bronnen liggen ten grondslag aan de moderne gedrukte
uitgaven van Homerus' werken?
- Als eerst oraal overgeven, daarna opgeschreven op papyrus (500 v. Chr. Door Pisistratus,
een tiran). Daarna overgeschreven door monniken in manuscripten en als laatste door
boekdrukkunst in onze versie in de 14e eeuw in Florence
17. Welk verschil is er in de gedachten over Homerus tussen de Grieken en Romeinen en de
moderne opvatting?
- Volgens de Romeinen en de Grieken was hij 1 oude, blinde man die in Griekenland
woonde en werkte in koninklijke kringen als zanger. Hij heeft de Ilias zelf geschreven
- Tegenwoordig weten we weinig: of het 1 of meerdere mannen/vrouwen is, ook denken
we dat veel pas later is opgeschreven is en dat Homerus het mondeling vertelde
18. Waar zijn nu - of althans in 1985 - nog zangers te vinden die werken op een vergelijkbare
manier als Homerus? Wat zijn de overeenkomsten tussen deze zangers en Homerus?
- In Ierland en Turkije: er waren herhalingen, alliteraties en woorden zonder betekenis.
Ook is de hele tekst uit het hoofd opgedragen.
19. Wat is de bijzondere verdienste van Homerus ten aanzien van de verhalen over de/een
oorlog om Troje die hij van de generaties voor hem overgeleverd heeft gekregen?
- Hij heeft het verhaal verbeterd door veel verhalen tot 1 meesterwerk te maken
20. Welke overeenkomsten zijn er tussen Homerus' beschrijving van Troje en de eigenschappen
van de archeologische locatie die bekend staat als Troje? Waarom is dit overtuigend bewijs
dat Homerus gebruik maakte van een mondelinge overlevering die teruggaat op de
bronstijd?
- Er is veel wind
- Het staat op een hoge heuvel (Paleis in de Ilias)
- Er waren 2 muren die er stond in de bronstijd en niet in de tijd van Homerus: 1 zwakke
aan de zijkant en 1 waar ze in de Ilias op klommen
21. Welke wapens die bekend zijn uit de archeologie van de Myceense periode worden ook in
Homerus genoemd?
- Een helm, slagwapens en een maliënkolder
22. Aan het begin stelt Michael Wood de vraag of de werken van Homerus gebaseerd zijn op
historische gebeurtenissen? Hoe wordt deze vraag uiteindelijk beantwoord? Welke
argumenten worden gegeven?
- Het antwoord is: gedeeltelijk, ja.:
- Er zit in de Ilias een lijst met namen, die namen bestonden echt
- De stadjes waren echt bewoond in de Myceense samenleving
- Waarom zou het anders op zo’n random plaats plaatsvinden?
- Wij kunnen niet meer verhalen geweldig onthouden: zij konden dat wel, het werd strak
in de gaten gehouden, orale overlevering kan dus best betrouwbaar zijn.
23. De zogeheten scheepscatalogus wordt gezien als een bewijs van de authenticiteit van de
Ilias. Veel van de hierin genoemde plaatsen blijken inderdaad in de bronstijd te hebben
bestaan. Van enkele in de catalogus genoemde plaatsen is de Myceense oorsprong juist zeer
twijfelachtig. Athene en het omliggende gebied Attica bijvoorbeeld komen wel voor in de
scheepscatalogus, maar de Atheense helden spelen in het verdere verloop van de lias geen
enkele rol. Tegenwoordig neemt men aan dat de passage over het Attische contingent pas in
de 6* eeuw voor Christus ten tijde van de Atheense tyrannos Peisistratos aan de
oorspronkelijke tekst is toegevoegd. Waarom zouden de Atheners hun steden en helden aan
de tekst hebben willen toevoegen?
- Augustus wilde met de Aeneïs zijn macht verantwoorden/legitimeren. Daarnaast is het
statusverhogend. Augustus was dan de voorbestemde leider, terwijl hij de macht op niet
wettelijke manier had verkregen. Dat wilde Peisistratos ook.
De Hettieten





Waarschijnlijk bloeide Troje tussen 1600 en 1180 v. Chr. De beschrijving in de Ilias komt
aardig overeen, maar Troje was geen centrum van een groot rijk en was zelfs lang
onderworpen aan andere volken
Troje was belangrijk voor de handel, maar moest rekening houden met de buurvolkeren, met
name de Hettieten.
De koning van Walusa (Troje) was misschien zelfs in dienst bij de koning van de Hettieten.
Ook de Myceense volken waren actief in Troje: handel maar ook plunderen of veroveren.
Het Hettitische rijk (Hoofdstad: Huttasa) was een grootmacht. Het lag ong. 150 km van
Ankara. Het kernland werd bestuurt door de Hettieten zelf, het omliggende land werd
bestuurd door vazallen (een koning trouw aan een andere koning)
Bronnen




Kleitabletten zijn in Hattusa gevonden, met oud-Babylonisch spijkerschrift. In totaal zo’n
30000.
Er zijn ook teksten in ander talen, vooral in het Hettitisch, een Indo-Europese taal. Het rijk
kende ook een hiërogliefenschrift, vooral gevonden op stenen maar er waren waarschijnlijk
ook houten documenten.
De teksten dateren uit alle fases van het rijk, maar vooral het laatste deel. Er zijn nog geen
privé-teksten gevonden. Er zijn religieuze teksten, orakelrapporten, verdragen en brieven,
wetteksten enz. gevonden.
Er was internationale correspondentie met bv. Egypte en Babylon
Alaksandu van Wilusa



Er werd een document gevonden met een verdrag tussen de koning van de Hettitische
koning en een koning van Wilusa, Alaksandu. Er leek een overeenkomst te zijn tussen
Alaksandu en Alexander (Griekse naam van Paris)
Wilusa deed denken aan de stad (W)Illios. De naam begon met de letter wau die later is
weggevallen. De locatie was echter in eerste instantie niet zeker, nu is er echter bewijs dat
het wel in het gebied van Troje ligt
Alakusandu was waarschijnlijk de mannelijke versie van de naam voor Alexander, de Griekse
naam bevestigt contacten tussen Myceense Grieken en Troje.
Het verdrag


Uit het verdrag tussen Alaksandu en Muwatalii (de koning) blijkt dat er al eerder (goed)
contact was. Het verdrag was een vazalverdrag en de goede relatie tussen de koningen kan
dus in het proloog rooskleuriger zijn weergegeven
In het verdrag wordt een naam genoemd die op Apollo lijkt, die aan de zijde van Troje stond
in de Ilias
Conclusie


Er zijn dus overeenkomsten, maar ook dingen die niet overeen komen: de ondergeschiktheid
van Alaksandu bijvoorbeeld, Troje is in de Ilias een groot, zelfstandig rijk.
We kunnen sowieso Homerus niet als bron lezen, de oorlog is in het verhaal ook niet het
belangrijkst, het was slechts een decor.
Vragen bij deze tekst:
1. Op welke manier moet het uit de llias voortkomende beeld van de Troje worden herzien in
het licht van de Hettitische bronnen?
- Troje was een vazalstaat
- Alaksandu spreekt de grote koning aan met "mijn zon", wat Alaksandu ondergeschikt
stelt aan hem
- Dit komt dus niet overeen met het beeld van Troje dat uit de Ilias komt
2. In welk type Hettitische geschriften is informatie gevonden over Wilusa/Troje?
- verdragen en correspondentie
3. De in de Hettitische bronnen genoemde 'Ahhiyawa' worden vaak vereenzelvigd met de
Achaioi, de naam die Homerus gebruikt voor de Grieken. Op welke plek komen deze
Ahhiyawa voor op de kaart van het Hettitische rijk?
- In Ionië/West Anatolië
4. Welke namen die voorkomen in de Ilias staan ook - in Hettitische vorm - vermeld in de
kleitabletten uit Hattusa? Geef van deze namen zowel de Griekse als de Hettitische vorm
- Ilios/Wilusa, Priamus/Pariyamuwis , Alaksandu/Alexander (Paris-boii)
Vergilius Aeneïs



Het grafschrift van Vergilius geeft veel info: geboren in Mantua (70 v.Chr.) en stierf in
Calabrië (19 v.Chr.), hij werd in Napels begraven
Hij schreef 3 werken:
o De bucolica (Eclogae): herdersgedichten waarin de pastorale wereld vermengd wordt
met de historische werkelijkheid.
o Georgica: een epos over het boerenbedrijf, geschreven na een periode ban onrust
(slag van Actium, hoop op vrede)
o Aeneïs
Vergilius kwam uit een arme familie, hij studeerde retorica in Rome (eigenlijk dus boven zijn
stand). Vanaf zijn 28ste wijdde hij zich volledig aan poëzie.
Vergilius, Augustus en de kring van Maecenas


Na het schrijven van Bucolica werd Vergilius opgemerkt door Maecenas, een invloedrijke
sponsor, die introduceerde hem bij Octavianus
Hij werd ook vrienden met Horatius. Maecenas werd onder de macht van Augustus een soort
minister van cultuur. In zijn werk liet Vergilius zijn waardering voor en de idealen van
Augustus zien
De Aeneïs, een nationaal epos

Vergilius zijn laatste wens was dat de Aeneïs werd verbrand, omdat het nog niet af was
Het verhaal


Augustus staat hier een soort van centraal, het gaat over zijn mythische voorvader, Aeneas.
Het vertelt het verhaal van Aeneas, zoon van Venus en Anchises en de reis naar de
toekomstige Rome
De proloog

Het begint met het aankondigen van het onderwerp van de epos.
Korte inhoud van de Aeneïs




Er verloopt 7 jaar. In boek 1 gaat het over het laatste jaar, boek 1 en 2 over voorafgaande
gebeurtenissen (Aeneas vertelt de gebeurtenissen van de afgelopen 6 jaar). In boek 4 gaat
het over de liefde tussen Dido en Aeneas, waarna Aeneas op zijn plicht wordt gewezen.
In boek 5 komen de Trojanen door een storm op Sicilië terecht
In boek 6 gaat Aeneas naar Sibylle, om een priesteres van Apollo raad te plegen. Daar gaat hij
naar de onderwereld, waar Anchises de toekomst schetst
In boek 7-12 gaat het over de aankomst in Latium, met alle oorlogen die ze moeten voeren.
In boek 8 gaat het over de wapenrusting van Aeneïs
Mythe, ideologie en politiek

De ideologie uit het boek sluit aan bij het beleid van Augustus: het is door de goden en door
het lot bepaald dat Rome de functie van hoofdstad van de wereld (caput mundi) te vervullen,
en Augustus is de voorbestemde heerser
De stichtingsmythe: traditie en vernieuwing


De keuze van Aeneas was in overeenstemming met oudere tradities, Julius Caesar
propageerde ook al dat de gens Julia terugvoerde op Aeneas en zijn zoon Julus
Verder wordt het gekoppeld aan de mythe van Romulus en Remus
Heden en verleden


De boeken met het verhaal over het verleden zijn door voorspellingen nauw verweven met
het heden van Vergilius.
Ook augustus wordt voorspeld, de Pax Augusta wordt als de zinvolle door de goden en het
fatum beschikte vervulling van de rest van de geschiedenis voorgesteld
Aeneas en Augustus

In Aeneas tekent Vergilius de ware Romein (pietas), de idealen die de held belichaamt komen
overeen met die van Augustus: Rome als heerseres over de wereld, vrede en veiligheid in het
hele rijk en een revival van oude Romeinse deugden.
Vragen:
29. Welke betekenis heeft 'mecenas' tegenwoordig? Wat is het verschil met het optreden van de
historische figuur Maecenas?
-
Een mecenas is iemand die kunst en kunstenaars financieel ondersteunt. Het kan ook
betrekking hebben op kunst of wetenschap. Dit is dus veel ruimere ondersteuning dat
Maecenas, die alleen dichters ondersteunde en bovendien hiermee een concreet politiek
doel had.
30. In de tekst staat vermeld dat Vergilius wilde dat zijn (onvoltooide) manuscript van de Aeneis
werd verbrand en dat het op verzoek van Augustus toch is uitgegeven. Welke redenen kan Augustus
hier voor gehad hebben?
-
In de Aeneis komen Augustus en zijn politiek in een positief daglicht te staan. Het was
dus in zijn voordeel dat anderen er kennis van zouden nemen.
31. Kijk nog eens naar de samenvatting van de inhoud van de Aeneis. Welke inhoudelijke en structur
ele overeenkomsten zijn er met de llias en de Odysee?
-
Eerste helft Aeneïs: varen = Odyssee
Tweede helft: vechten = Ilias, Bezoek onderwereld net als Odysseus, Nieuwe
wapenrusting door hulp van goddelijke moeder net als Achilles
32. a. Onder 'heden en verleden' staat dat de geschiedenis in de Aeneis word gepresenteerd alsof
deze toewerkt naar een bepaald doel. Welk(e) doel(en) is/zijn dit?
-
Het door de Aeneis gepresenteerde doel van de loop van de gebeurtenissen is de
grootsheid van Rome in het algemeen en de heerschappij en nieuwe orde van
Augustus in het bijzonder.
a. Door welke middelen wordt deze presentatie bewerkstelligd?
- Door historische prospectie: de komst van Augustus wordt aangekondigd door (bk.
1), in de onderwereld (bk. 6) en op het schild van Aeneas (bk. 8).
33. Onder 'Aeneas en Augustus' staat dat de door Aeneas belichaamde deugden of virtutes
overeenstemmen met de door Augustus gevoerde politiek. Citeer uit het stuk Vergilius, Augustus en
de kring van Maecenas' de woorden waar dat uit blijkt.
-
'Augustus voerde een bewust cultuurbeleid, gericht op herstel van traditionele normen en
waarden.'
Het epos
Het epos van Homerus



De twee oudste epen zijn de Ilias en de Odyssee, uit de 9e/8e eeuw.
Een epos is een lang, verhalend gedicht over belangrijke mythologische of historische
personen en gebeurtennissen zoals de strijd om Troje. De personen zijn vaak van hoge stand
en de goden zijn er bij betrokken
Epen werden door beroepszangers verteld en doorgegeven.
Traditionele kenmerken van het epos (ja uh hoe vat ik dit samen lol)
1. Een lang, verhalend verhaal waar de verteller alwetend is en zelf geen rol speelt. Hij kan op
het verhaal vooruit lopen (prospectie) en naar eerder gebeurtenissen terugkijken
(retrospectie/flashback).
2. Dactylische hexameters
3. Geschreven in een verheven stijl, die overeen stemt met de verhevenheid van de inhoud en
het hoog morele gehalte
4. Het omvat 1 handeling waarvan de gebeurtenissen duidelijke samenhang vertonen. Zoals in
de Ilias de wrok van Achilles.
5. De hoofdpersonen zijn helden uit het verleden en goden, die zelf kunnen ingrijpen en aan de
handeling kunnen deelnemen
6. De zogenaamde epische of Homerische vergelijking: de primaire functie is om een bepaald
onderdeel of aspect van het verhaal te illustreren, vaak gebruikt om emoties te onderstrepen
De verdere ontwikkeling

Alexandrië werd na haar stichting in 332 v. Chr. een belangrijk cultureel centra met de
grootste bibliotheek in de antieke wereld (Mouseion). Ook hier schreven ze epen. Hier waren
natuurlijk verschillen:
1. Het was gericht op een intellectueel publiek en er werd dus verwacht dat lezers
vertrouwd waren met voorafgaande literatuur. De poëzie kreeg een geleerd karakter
2. Er was veel aandacht voor psychologische factoren, dus niet meer uitsluitend met
goden, maar meer met psychische motieven
Het Romeinse epos

In de 3e eeuw v.Chr. werd het homerische epos in Rome geïntroduceerd. De Griekse
literatuur was een inspiratiebron en de Romeinse gedichten zijn dus ook verweven met de
Griekse traditie. Plagiaat bestond vroeger nog niet, de Romeinen probeerden de Griekse
voorbeelden te overtreffen met variatie en verfijning
De Aeneis als traditioneel epos


-

Het past goed in het genre van het traditionele epos:
Het is 1 lang verhalend gedicht met een doorlopend verhaal met als handeling de aankomst
van Aeneas in Italië en de stichting van Rome. Er is een alwetende verteller.
De belangrijkste personen komen uit het verleden en zijn helden en goden zijn belangrijk.
Het metrum is een dactylische hexameter
De toon is serieus en verheven en het onderwerp is groots: Romes grootsheid is van godswege
voorbeschikt
Vergilius volgt Homerus ook als het gaat om:
De structuur: eerste helft verhaalt omzwervingen, Aeneas wordt gehaat door Juno (Odyssee,
hij alleen door Poseidon) en tweede helft verhaalt het oorlog voeren in Italië tegen Turnus
(Ilias, gekenmerkt door oorlog)
Afzonderlijke scènes: de onderwereld, ontmoeting Dido en Aeneas staat parallel aan Odysseus
en Ajax. Aeneas en Turnus en Achilles en Hektor.
Er zijn ook verschillen: de mythologisch-historische thematiek van de Aeneïs legt een nauwe
verbinding met de Romeinse geschiedenis en Vergilius geeft meer aandacht aan de
psychologie van personages, dat is overgenomen van de Alexandrijnse dichters.
Download