Uploaded by swinmenpieter

Taak H6 Celademhaling (2019-2020 corona)

advertisement
Opdrachten Biologie V07/V08
Periode 20 april 2020 t.e.m. 7 mei 2020
Thema 6: Aerobe en anaerobe celademhaling
1. Achtergrondinformatie en afspraken
In thema 5 (fotosynthese) hebben we gezien dat de chloroplast en het mitochondrion nauw
samenwerken. Overdag doet de chloroplast aan fotosynthese en het mitochondrion voert
zowel overdag als ’s nachts de celademhaling uit. De celademhaling is een proces dat niet
alleen in autotrofe organismen plaatsvindt, maar ook in heterotrofe organismen. In beide
gevallen wordt uit voedingsstoffen, die heterotrofe organismen bekomen na de vertering,
bruikbare energie onder de vorm van ATP gehaald. Deze ATP kan dan gebruikt worden voor
processen zoals celdeling, beweging, groeien, actief transport, … .
In dit hoofdstuk bestudeer je de mechanismen waarlangs ATP wordt vrijgemaakt uit glucose,
zowel met als zonder zuurstof. Deze theorie wordt stapsgewijs opgebouwd met behulp van
gegeven websites en je handboek Biogenie 5.2. Beiden zal je nodig hebben om deze bundel
te kunnen invullen.
Om jullie leerproces te kunnen opvolgen, verwachten we dat je de ingevulde bundel zal
uploaden in de lesgroep. De deadline hiervoor is dinsdag 5 mei. Na het controleren van alle
bundels krijgen jullie de verbetersleutel. Zowel tijdens als na het verwerken van de leerstof
ben ik bereikbaar via het forum in de lesgroep. De vragen en antwoorden zijn zichtbaar voor
iedereen, hetgeen ervoor zorgt dat jullie ook van elkaar leren.
Veel succes!
2. Aerobe energieproductie
Bekijk het filmpje op http://www.youtube.com/watch?v=4Eo7JtRA7lg, het geeft je een
overzicht van de leerstof die je in deze bundel zal verwerken.
(Tip: bekijk dit voor én na het invullen van de bundel.)
a) Wat is celademhaling? Vul de onderstaande tekst aan m.b.v. Biogenie 5.2.
De mens is een heterotrofe organisme. Dit betekent dat wij onze energie halen uit de
omgeving, uit andere organismen. De voedselbestanddelen die energie kunnen leveren zijn
voornamelijk suikers (synoniem: sachariden ), vetten (synoniem: lipiden ) en eiwitten
(synoniem: proteinen). Deze moleculen moeten eerst verkleind worden vooraleer zij
getransporteerd kunnen worden in ons lichaam via de bloedbaan. Ons spijsverteringstelsel
zorgt voor het omzetten van voedingsmiddelen naar voedingsstoffen ( = monomeren of
……………………………… die gebruikt worden tijdens anabole reacties).
Nadat de monomeren via het bloed zijn aangekomen in onze cellen, zal er een proces
gebeuren waarbij energie wordt geproduceerd, we noemen dit de aerobe energieproductie.
“Aeroob” duidt erop dat er O2 nodig is voor dit proces. Deze molecule wordt voorzien in
onze cellen dankzij ons ademhalingstelsel. Het aerobe energieproductieproces gebeurt
voornamelijk in gespecialiseerde organellen van de cel, nl. de mitochondiën . Deze
celorganellen oxideren/ verbranden glucose, waardoor energie vrijkomt (= celademhaling).
1
b) De verschillende stadia van de aerobe celademhaling.
 Bezoek de volgende site en los onderstaande vraagjes op:
http://www.bioplek.org/animaties/celademhaling/celademhaling.html

Schrijf de reactievergelijking van de verbranding (oxidatie) van glucose?
C6H12O2 + 6 O2
38 ADP + P

6 CO2 + 6 H2O + 38 ATP
38 ATP
Zijn er nog andere voedingsstoffen (buiten glucose) waaruit energie gehaald kan
worden? Welke?
Vetten (lipiden) en eiwitten (proteïnen)

Wat is ATP?
ATP ( adenosinetrifosfaat) is de energievorm die cellen gebruiken voor al hun
celactiviteiten.
 Klik op de site linksonder op de groene pijl en vul onderstaande tabel in:
Drie stadia van celademhaling
glycolyse
citroenzuurcyclus
eindoxidatie
Plaats in de cel
Buiten de mitochondrien dus in cytoplasma
In de mitochondrien
In de membranen van de tussenschotten in
de mitochondrien
c) Stadium 1: de glycolyse
 Ga naar http://nl.wikibooks.org/wiki/Celbiologie/Energie_in_een_cel en los de
onderstaande vraagjes op:
 Wat is de letterlijke betekenis van glycolyse?
Suiker splijten

Glucose wordt tijdens de glycolyse omgezet in reactieproducten? Welke?
2 pyruvaat + 2 NADH + 2 H+ + 2 ATP + 2 H2O

Kan de glycolyse ook in anaerobe omstandigheden plaatsvinden? Waarom wel/niet?
Ja, glycolyse heeft niet noodzakelijk O2 omdat het een katabolische proces is.Grotere
moleculen worden afgebroken tot kleine. Bij katabole afbraak komt chemische
energie vrij die het organisme gebruikt voor diverse lichaamsfuncties.

De netto opbrengst aan ATP uit de glycolyse is 2 ATP, terwijl er 4 moleculen ATP
worden gevormd. Leg uit.
De glycolyse kost 2 ATP, maar levert 4 ATP op. Netto komt dit dus uit op een totaal
van 2 ATP.

De reacties die plaatsvinden om glucose om te vormen naar de reactieproducten
van de glycolyse worden gekatalyseerd door bepaalde stoffen. Wat betekent dit en
hoe heet deze groep van stoffen? (Tip: denk aan hoofdstuk 4).
…………………………………………………………………………………………………………………………………..
2
d) Stadium 2: de citroenzuurcyclus
De citroenzuurcyclus wordt ook de krebcyclus genoemd, naar de naam van de
wetenschapper die het mechanisme achter deze cyclus ophelderde.
 Het reactieproduct van de glycolyse, namelijk pyrodruivenzuur, kan niet rechtstreeks
gebruikt worden in de citroenzuurcyclus, maar moet eerst omgezet worden in bruikbare
moleculen. Dit gebeurt in drie stappen.
Bekijk wat er gebeurt in deze 3 stappen via de volgende link en vul zowel de tekst als de
figuur verder aan: http://nl.wikibooks.org/wiki/Celbiologie/Energie_in_een_cel




Stap 1: een gedeelte van pyruvaat bevat geen energie. Dit stukje wordt er afgehaald
en verdwijnt in de vorm van koolstofdioxide (dit proces heet decarboxylatie).
Stap 2: het molecule bevat ook een overschot aan energie . Deze worden
overgedragen aan een speciale transportmolecuul waardoor elektronen wordt
gevormd.
Stap 3: een specifiek enzym bindt zich vast aan de rest van de molecule. Het
resultaat wordt acetyl co-enzym A genoemd of afgekort: acetyl-CoA.
Overzicht van de 3 stappen in een figuur:
 Vul de tekst aan m.b.v. onderstaande figuur en je handboek blz. 174.
3
Met acetyl-CoA start de eigenlijke citroenzuurcyclus. In deze cyclus wordt citraat, de
geïoniseerde vorm van citroenzuur telkens opgebouwd en afgebroken. Per cyclus
worden telkens de volgende moleculen gevormd:
 3 koolstofdioxidemoleculen
 1 molecule ATP
 Andere chemische energiedragers, nl. NAD en FAD die door elektronen op te
nemen energierijker zijn geworden
De citroenzuurcyclus kan zonder zuurstof wel / niet doorgaan. (schrap het onjuiste woord)
 Samengevat:
 Als voorbereiding op de krebscyclus wordt pyruvaat omgezet naar Acetyl-CoA
Bij deze omzetting wordt ook CO2 en NADH geproduceerd.
 Acetyl-CoA gaat de eigenlijke citroenzuurcyclus in, een cyclus waarin ATP, CO2,
NADH en FADH2 worden gevormd.
e) Stadium 3: de eindoxidaties
 Bestudeer blz. 176 in je handboek. Je zal merken dat dit proces grote overeenkomsten
vertoont met de lichtreactie van de fotosynthese. Bouw voort op je voorkennis en vul
daarna onderstaande tekst aan:
De laatste fase van de aerobe celademhaling heet de terminale oxidatie of de
eindoxidatie. In dit stadium worden de elektronen in NADH en FADH2 doorgegeven via
een reeks membraanproteïnen op het inwendige membraan van de mitochondriën. De
weg die de elektronen afleggen, wordt de elektronentransportketen genoemd.
Op deze weg wordt de energie van de elektronen gebruikt om transport van protonen te
activeren. Daardoor verplaatsen protonen zich vanuit de matrix naar de
tussenmembraanruimte en wordt een protonengradient gecreëerd. De opgestapelde
potentiële energie hiervan wordt gebruikt door protonenpomp, wanneer de protonen
langs dit transmembranair eiwit opnieuw de matrix binnenstromen. Het resultaat is de
productie van grote hoeveelheden ATP . De elektronen worden, op het einde van de
keten, opgevangen door zuurstofatomen . Dit resulteert uiteindelijk in de vorming van
H2O.
 Figuur van de eindoxidaties. Vul de kaders in.
tussenmembraanruimte
Inwendig
membraan
ATP-synthese
O2
ATP
4
f) De aerobe celademhaling: een overzicht.
 Vervolledig de onderstaande figuur van de aerobe celademhaling m.b.v. je handboek.
 We zijn de aerobe celademhaling dus gestart met C6H12O6 . Aeroob duidt op de
aanwezigheid van O2 om glucose te oxideren/verbranden. Een verbrandingsreactie
zorgt altijd voor de vorming van koolstofdioxide en water, reactieproducten die het
organisme verlaten via de longen. Het CO2 wordt tijdens de glycolyse en
citroenzuurcyclus afgesplitst, terwijl H2O bij de eindoxidaties wordt gevormd.
energie/ATP wordt doorheen de hele celademhaling gevormd, maar het overgrote deel
wordt bij de eindoxidatie geproduceerd.
C6H12O6 + 6 O2 →
6 CO2 +
6 H2O + energie/ATP
 Het is de moeite om dit eens te beluisteren als je de aerobe celademhaling hebt
verwerkt: https://www.youtube.com/watch?v=m9VTC9ZpRog
Wie weet blijft het in je hoofd zitten?! 
3. Anaerobe energieproductie
 In een zuurstofarme omgeving wordt glucose niet volledig afgebroken tot CO2, zoals we
hierboven in de aerobe celademhaling hebben gezien. Zonder zuurstof kan glucose wel
de glycolyse ondergaan, maar pyruvaat zal vervolgens worden omgezet naar andere
reactieproducten namelijk alcohol of melkzuur.
 Lees blz. 179, 182 en 183 in je handboek en vervolledig daarna het onderstaande
schema over de celademhaling.
5
 Schema aerobe en anaerobe celademhaling in het mitochondrion:
Glucose als energiebron
Aerobe omgeving (met …….)
Glycolyse in ………………… = pyruvaat
…………………………. in matrix
……………….. omgeving (zonder……)
Glycolyse in ………………. = …………………………
Alcoholische gisting
Melkzuurgisting
(uitgevoerd door ……………………… )
(uitgevoerd door……………………………
en in…………………..)
pyruvaat
pyruvaat
Eindoxidaties op ……………….. ………………………
…………….
ATP
ATP
ATP
ATP
ATP
ATP
ATP
ATP
ATP
ATP
ATP
……………………..
……………………..
6
 Vul onderstaande tekst aan en schrap wat niet past.
Zoals je nu weet, zijn de alcoholische gisting en melkzuurgisting processen die zullen
doorgaan in een …………………….. omgeving.
De alcoholische gisting wordt uitgevoerd door……………………………, dit zijn cellen die
gebruikt worden bij het bakken van brood of het bereiden van wijn. Ze zullen de
energiebron ……………………….. omzetten naar pyruvaat tijdens de ……………………….. die
plaatsvindt in het…………………. . Uiteindelijk wordt pyruvaat omgezet naar ethanol (dit is
een …………………..) en daarbij wordt zowel …………. als ………. gevormd.
De ……………………………………….. zorgen voor de omzetting van ……………………………… naar
melkzuur in het ………………….. Daardoor wordt de omgeving van deze organismen
gekenmerkt door een lage/hoge pH (bijvoorbeeld in de vagina om infecties te
beperken), want melkzuur ioniseert tot het lactaation en …… . Ook in …………………………..
kan melkzuurvorming optreden ten gevolge van een intensieve inspanning. Hierdoor
zullen spieren makkelijker/moeilijker samentrekken en raken ze vermoeid, hetgeen zich
zal uiten in een gevoel van ……………… .
Zowel bij de alcoholische gisting als bij de melkzuurgisting wordt in vergelijking met de
aerobe ademhaling minder/meer ATP gevormd. De eindoxidaties en de krebscyclus
kunnen immers niet meer doorgaan, want de elektronenacceptor O2/ CO2 ontbreekt.
 Vul de samenvatting aan met de namen van processen die je hebt geleerd:
Autotrofe organismen maken glucose via fotosynthese, heterotrofe organismen maken
deze energiebron door voedingsmiddelen te verteren. Het mitochondrion gaat verder
aan de slag met glucose om energie voor de cel te voorzien. In het cytosol wordt dit
eerst omgezet naar pyruvaat (= ……………………..). Daarna bepaalt de aan- of afwezigheid
van zuurstof op welke manier pyruvaat verder verwerkt zal worden. Met O2 gaat
pyruvaat in de ……………………….. en de ……………………………. omgezet worden naar CO2 en
H2O, hetgeen een grote hoeveelheid …………… oplevert voor de cel. Indien zuurstof
ontbreekt, zal pyruvaat in gistcellen worden omgezet naar ethanol
(=…………………………………… …………………………) terwijl melkzuurbacteriën lactaat
produceren (= …………………………………………………..). Beide vormen van anaerobe
celademhaling leveren veel minder ATP in vergelijking met de aerobe celademhaling.
7
Download