Uploaded by k.snijders1997

IBO-6 Werktuigbouw v1 (20-3-2020)

advertisement
Beroeps
IBO 6
Verbindingstechnieken
TECHNICUS SERVICE EN ONDERHOUD
WERKTUIGBOUW
25310
EERSTE MONTEUR SERVICE EN
ONDERHOUD WERKTUIGBOUW
25306
opdracht
1
ALGEMENE INFORMATIE
Opleiding
Crebocode
Cohort
KD-jaar
Service en Onderhoud Werktuigbouw niveau 3 én niveau 4
25306 + 25310
Afhankelijk van instroom
2019 en verder
Kerntaak B1-K1: Inspecteert apparatuur, installaties en systemen
Werkprocessen B1-K1-W1: Bereidt inspectie van apparatuur, installaties en systemen voor
B1-K1-W2: Neemt voorzorgsmaatregelen voor de inspectiewerkzaamheden
B1-K1-W3: Voert zintuiglijke inspectie uit aan apparatuur, installaties en
systemen
B1-K1-W4: Voert eenvoudige metingen en testen uit aan apparatuur,
installaties en systemen
B1-K1-W5: Stelt een eerste diagnose en rapporteert resultaten
B1-K1-W6: Rondt inspectiewerkzaamheden aan apparatuur, installaties en
systemen af
Kerntaak B1-K2: Optimaliseert apparatuur, installaties en systemen en verhelpt
storingen
Werkprocessen B1-K2-W1: Bereidt werkzaamheden voor, voor het verhelpen van storingen
aan en optimaliseren van apparatuur, installaties en systemen.
B1-K2-W2: Neemt voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van storingen
aan en optimaliseren van apparatuur, installaties en systemen.
B1-K2-W3: Demonteert, bewerkt, herstelt en monteert componenten van
apparatuur, installaties en systemen.
B1-K2-W4: Controleert en test uitgevoerde werkzaamheden aan apparatuur,
installaties en systemen.
B1-K2-W5: Levert apparatuur, installaties en systemen op.
B1-K2-W6: Rondt de onderhouds- en modificatiewerkzaamheden af.
Module 6
Omvang 9 weken
Uitvoering Individueel onder begeleiding van de praktijkopleider
Auteur(s) E. Breukers, P. Habets, B. Havenaar, N. Kusters, R. Ramackers, T.Vonk
Fotografie VDL-Nedcar, Istock
Versie 1 (20-3-2020)
Vastgesteld
2
De hele kunst van het spreken is:
begrepen te worden - Confucius
3
BESCHRIJVING BEROEPSSITUATIE
Als (storings)monteur werktuigbouw bestaan je werkzaamheden o.a.
uit het inspecteren van installaties en het voorkomen en oplossen van
storingen. In deze IBO krijg je te maken met inspecteren en storingen
aan pompinstallaties. Het doel van inspecties zijn:
 Verhogen betrouwbaarheid van de installatie of de machine.
 Voorkomen van schade, uitval, gebreken en ongemak op een later moment.
 Maximaliseren van de MTBF (Mean Time Between Failures).
Preventief onderhoud wordt op een geregelde basis uitgevoerd met behulp van een
onderhoudsinformatie systeem. Met behulp van inspectielijsten en metingen wordt de
toestand van de componenten van een installatie geïnspecteerd.
Voor het storing zoeken aan installaties en oorzaken achterhalen zijn diverse methodieken
ontwikkeld. In deze en de volgende IBO’s komen deze methodieken aan bod zodat je een palet
aan gereedschappen krijgt om (complexe) storingen op te lossen. In deze IBO gaan we
storingen noteren en classificeren om zo inzicht te krijgen in de diversiteit aan storingen die
optreden in een pompinstallatie.
LEERDOELEN

Doelgericht
denken



Resultaatgericht
handelen



Ik heb kennis van de twaalf human factors die invloed hebben op veilig
werken.
Ik heb kennis over borgmiddelen van boutverbindingen.
Ik kan de gegevens op een werkorder verklaren.
Ik kan bepalen voor welke situatie welk type borgmiddel moet worden
toegepast.
Ik kan de krachten benoemen die op boutverbindingen werken.
Ik kan de flow van een werkorder beschrijven.
Ik kan de twaalf human factors beschrijven en voorbeelden geven om deze te
voorkomen dat ze invloed gaan krijgen op veilig werken.

Helder
communiceren



Ik kan door middel van verslaglegging rapporteren.
Ik kan in de groep samenwerken en overleggen.
4
VOORBEREIDEN BEROEPSOPDRACHT
VO
Voorbereiding
Onderstaande informatie heb je nodig om de opdrachten in deze IBO te kunnen maken.
Voordat je verder werkt aan deze IBO heb je deze informatie nodig. Vraag aan je
leidinggevende, je praktijkopleider en/of je collega’s naar de benodigde informatie.
In deze IBO staan boutverbindingen en de daarbij behorende borgmiddelen centraal. Hierbij
moet je denken aan alle “kritische” boutverbindingen die je op het werk kunt tegenkomen en
waarbij maatregelen zijn toegepast om te voorkomen dat de verbinding los gaat zitten.
Aan de door jouw gekozen installatie worden de volgende eisen gesteld:



De gekozen boutverbinding moet geborgd zijn.
Aan de door jouw gekozen boutverbinding moet je kunnen bepalen welke krachten
hierop inspelen.
Er moet documentatie aanwezig zijn of je moet ter plaatste kunnen meten om b.v. de
schroefdraad te kunnen bepalen.
Bespreek bovenstaande items met je praktijkbegeleider om de juiste boutverbindingen
(minimaal 5 stuks) voor deze IBO opdracht uit te kiezen.
5
1
Keuzedeel opdracht (gepersonaliseerd)
In alle IBO’s staat een keuzedeel opdracht. Scholen zijn verplicht om keuzedelen aan te
bieden én te examineren. De opdrachten die je gaat maken worden uiteindelijk
geëxamineerd en dienen te worden behaald om in aanmerking te komen voor diplomering.
Wat is nu een keuzedeel? Op het terrein van onderwijs zijn de afgelopen jaren belangrijke
stappen gezet die eraan bijdragen dat werken en leren sterker wordt verweven. In het MBO
zijn maatregelen genomen om een brug te slaan tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Bovendien zijn maatregelen genomen om het opleidingsaanbod beter af te stemmen op de
behoeftes van het bedrijfsleven. Middels keuzedelen wordt getracht hieraan te voldoen. In
samenwerking met het bedrijfsleven hebben we voor onze BBL opleiding gekozen voor de
keuzedelen:
1. Inspelen op innovaties.
2. Ondernemend gedrag.
3. Lean en Creatief.
4. Een door jouw te kiezen keuzedeel (informatie volgt t.z.t.).
Waarom voor deze drie keuzedelen?
Als bedrijf maar ook als persoon moet je je hele leven blijven ontwikkelen. Stilstand is
achteruitgang. Innovaties beïnvloeden je werk en je werkomgeving en je moet hier mee
kunnen omgaan. In het keuzedeel Inspelen op innovaties besteden we hier aandacht aan.
Ondernemend gedrag wordt steeds meer gewaardeerd en noodzakelijk gevonden. Van een
moderne medewerker wordt verwacht dat hij zich ondernemend gedraagt in zijn werk en op
de arbeidsmarkt. In het keuzedeel Ondernemend gedrag besteden we hier aandacht aan.
Vanuit een technische dienst of service bedrijf dien je veelal andere afdelingen. De
werkzaamheden die je uitvoert moeten waarde toevoegen voor deze afdelingen. Ook moet
je veel voorkomende storingen kunnen voorkomen in een PDCA cyclus. In het keuzedeel Lean
en Creatief besteden we hier aandacht aan.
Als je bovenstaande drie keuzedelen hebt uitgevoerd mag je nog een vierde keuzedeel
kiezen. Ter zijner tijd krijg je hier informatie over.
De volgorde van de keuzedelen is niet vrij te kiezen. Je doet de keuzedelen in de volgorde
innovaties – ondernemend gedrag – lean en creatief en een vrij te kiezen keuzedeel. Elk
keuzedeel bestaat uit opdrachten die over twee IBO’s worden uitgestreken om de
werkbelasting niet te hoog te maken.
Afhankelijk van waar je je bevindt in je opleidingstraject doe je de opdrachten voor een van
deze keuzedelen. Je mentor weet precies welke keuzedelen je moet doen per IBO omdat hij
dit traject samen met jouw doorloopt.
6
Hoe ziet de planning van de keuzedelen eruit:
Keuzedeel 1 Inspelen op innovaties.
Pakket A1: 4 opdrachten.
Pakket A2: 2 opdrachten en presentatie.
Verslag van de opdrachten A1, A2 én presentatie worden geëxamineerd.
Keuzedeel 2 Ondernemend gedrag
Pakket B1: 2 opdrachten.
Pakket B2: 4 opdrachten en presentatie
Verslag van de opdrachten B1, B2, én presentatie worden geëxamineerd.
Keuzedeel 3 Lean en Creatief
Pakket C1: 3 opdrachten.
Pakket C2: 3 opdrachten en presentatie.
Verslag van de opdrachten C1, C2 en presentatie worden geëxamineerd.
Keuzedeel 4
Pakket D1: 2 opdrachten.
Pakket D2: 2 opdrachten.
Examinering is afhankelijk van het gekozen keuzedeel.
Opdracht
Afhankelijk van waar je bent in de opleiding krijg je de opdrachten van het desbetreffende
pakket. Als dit je eerste module of IBO is krijg je pakket A1. Als het je tweede module of IBO
is die je volgt krijg je pakket A2. Heb je bijvoorbeeld al zes modules of IBO’s afgerond dan
krijg je pakket C2.
1.1 Vraag het desbetreffende pakket aan je docent en maak de opdrachten.
RESULTATEN

De uitgewerkte opdrachten van de
keuzedeel opdracht.
CRITERIA

Zie criteria behorende bij het
verstrekte keuzedeel.
7
2
De werkorder
Werkorders worden uitgegeven om je werkzaamheden te beschrijven.
Een werkorder is een opdracht. Een werkorder kan voornamelijk worden gebruikt voor
onderhoudswerkzaamheden. Er kunnen verschillende taken voor verschillende afdelingen in
een werkorder worden afgehandeld. Het is mogelijk bepaalde werkzaamheden vanuit een
werkorder te factureren.
Opdracht:
1.1
Zorg voor een werkorder van een service- en onderhoudsmonteur.
1.2
Beschrijf de onderdelen van een werkorder, wat betekenen ze? Wanneer je deze
uitgewerkte versie aan een nieuwe collega laat zien moet hij het kunnen
begrijpen. (Je kunt dit doen op de volgende manier).
toelichting
toelichting
1.3
Voordat je gaat beginnen aan het onderhoud of de melding moet je de werkorder
goed doornemen. Benoem zes redenen waarom het bestuderen van de werkorder
belangrijk is en leg uit waarom?
1.4
Onderzoek de ‘route’ die een werkorder aflegt en hoe de werkorder verder wordt
afgehandeld? Beschrijf het proces en de afhandeling?
RESULTATEN




Werkorder van een service en
onderhoudsmonteur
Uitwerking en toelichting van een
werkorder
Opsomming van zes redenen waarom je
een werkorder van tevoren goed moet
doornemen
Proces en afhandeling van een werkorder
CRITERIA



Duidelijk, correct en begrijpelijk
Nederlands.
Opdrachten duidelijk en begrijpelijk
beschreven zodat blijkt dat je het
gevraagde begrijpt.
8
3
Een boutverbinding
“De beste verbinding is geen verbinding”. Deze uitspraak kan in de theorie wel kloppen maar in de
praktijk zitten de installaties en machines vol met verbindingen. Zowel vaste- als losneembare
verbindingen. In deze IBO opdracht gaan we ons verdiepen in boutverbindingen. Als er geen
constructieve oplossingen als pasbouten of fijne schroefdraad wordt toegepast, moet je de
verbinding borgen. Omdat een boutverbinding op verschillende manieren kan losraken, zijn er ook
verschillende manieren om de verbinding te borgen.
 Zetborgmiddelen: om kruipen en zetten van een boutverbinding te compenseren.
 Verliesborgmiddelen: om het uit elkaar vallen van een verbinding te voorkomen.
 Losdraaiborgmiddelen: om het inwendig losdraaimoment te blokkeren.
Deze borgmiddelen kun je verdelen in onderstaande tabel.
9
10
Aan jouw wordt nu gevraagd om de volgende opdrachten uit te werken.
3.1 Maak een foto op je werk van vijf boutverbindingen waarin vijf verschillende borgmethoden
worden toegepast?
3.2 Van deze vijf verschillende boutverbindingen beantwoord je per verbinding onderstaande
vragen?
Vragen
Verbinding
1
Verbinding
2
Verbinding
3
Verbinding
4
Verbinding
5
Welke invloeden (denk hierbij
aan krachten, temperaturen,
trillingen, etc.) werken op deze
bout-moerverbinding in?
Verklaar hoe je kunt vaststellen
wat de gebruikte
schroefdraadsoort is?
Geef aan welke borgmethode
uit bovenstaande tabel is
toegepast?
Wat is de klassenaanduiding
van de toegepaste boutmoerverbinding en verklaar
deze?
De belasting op een bout kan
statisch of dynamisch zijn.
Verklaar de aard van de
belasting op de door jou
gekozen bout-moerverbinding?
Welk montagegereedschap
(draaimoment-,
hoekverdraaiings- of rekgrens
bestuurde montage) wordt
toegepast?
Overleg met je medecursisten
deze werkvolgorde
instellingsprocedure en probeer
eventuele verschillende
werkmethodieken te verklaren?
11
RESULTATEN


Foto’s van vijf verschillende
borgmethoden.
Beantwoording van de vragen die gesteld
worden over deze borgmethoden.
CRITERIA


Opdrachten duidelijk en begrijpelijk
beschreven zodat blijkt dat je het
gevraagde begrijpt.
Duidelijk, correct en begrijpelijk
Nederlands.
12
4
The “Dirty Dozen”
Als technicus service en onderhoud maak je deel uit van een groter geheel. Als technicus heb
je te maken met persoonlijke eigenschappen als kennis, vaardigheden en
karaktereigenschappen. Je hebt ook te maken met de fysieke omgeving waarin je werkt (denk
hierbij aan lawaai, temperatuur, hoogtes, inrichting werkplaats, eentonige werkzaamheden,
fysiek werk e.d.) en de bedrijfscultuur binnen de organisatie.
Daarnaast krijg je te maken met wettelijke richtlijnen. Vanuit dit perspectief bekeken zijn er
uit de vliegtuigonderhoudswereld methoden ontwikkeld om technici te helpen menselijke
beperkingen te herkennen en om te leren fouten te vermijden, vast te stellen en te herstellen.
Eén van deze methodes is de “dirty dozen” -methode waarin 12 human factors worden
beschreven, die tot fouten kunnen leiden als er geen veiligheidsnetten (safety nets) zijn.
Deze filosofie vanuit de vliegtuigonderhoudswereld kunnen we één op één omzetten naar
onze dagelijkse werkzaamheden als service technicus.
Als voorbereiding op de opdracht kopieer je onderstaande de link
https://www.youtube.com/watch?v=ogvwV8-Mtro
Plak deze link in de programmaregel van je browser en bekijk de presentatie (in het Engels!).
In deze presentatie worden de “dirty dozen” uitgelegd.
13
Opdracht:
1.1
Na het bekijken van het YouTube filmpje kun je de 12 “dirty dozen” in onderstaande
tabel 1.1 invullen. Voor probleem 1 is dit al ingevuld, namelijk gebrek aan
communicatie. De overige 11 problemen die je ziet in de video vul je in kolom A bij de
nummers 2 t/m 11 in, corresponderend met de juiste toelichting van het probleem
welke staat omschreven onder kolom B.
1.2
Je hebt nu een tabel samengesteld met de 12 “dirty dozen” en de correspondeerde
toelichting. Nu geef je voor elk probleem 3 mogelijke oplossingen. Voor probleem 1,
gebrek aan communicatie, is dit voorgedaan. Aan jou de taak om dit voor de overige
11 problemen uit te werken. Deze vul je onder kolom C.
Tabel 1.1: Tabel “dirty dozen”.
Kolom A
Kolom B
Kolom C
Voorbeeld van
probleem (dirty
dozen)
Toelichting
Mogelijke oplossing
1) Gebrek aan
communicatie
Communicatie is het uitwisselen van
informatie. Problemen met de juistheid,
duidelijkheid, volledigheid en beknoptheid is
een van de belangrijkste foutenbronnen.
2)
Teamwork is het samenwerken aan een
gemeenschappelijk doel en is van
levensbelang voor de veiligheid. Teamwork
vergt goede communicatie en wederzijds
vertrouwen. Daar moet je telkens aan
werken.
Gebrek aan alertheid, waakzaamheid in het
waarnemen. Als er geen regel is die zegt dat
je iets niet mag doen, betekent het nog niet
dat het veilig is. Speel telkens het “what if”spel met veiligheid.
Druk om sneller te werken. Haastklus.
Werkdruk hoort bij het moderne leven, maar
we moeten weten wanneer het de veiligheid
ondermijnt. Vaak is werkdruk zelfopgelegd
zonder dat we het beseffen.
Gebrek aan ervaring of training. Zodra je
denkt iets helemaal te weten, worden de
procedures weer veranderd.
3)
4)
5)
1. Gebruik logboeken, werkbladen
etc. om te communiceren en
twijfel weg te nemen.
2. Bespreek wat er moet gebeuren
en wat er al gebeurd is.
3. Neem nooit zomaar iets aan.
1:
2:
3:
1:
2:
3:
1:
2:
3:
1:
2:
3:
14
6)
7)
8)
9)
10)
11 )
12 )
De reactie van je lichaam op de te dragen
lasten. Hoort bij het leven en is niet altijd erg.
Maar we moeten beseffen wanneer het ons
werk gaat beïnvloeden en we
afweermechanismen gaan ontwikkelen.
Vermoeidheid onderschatten. Vermoeidheid
wordt niet alleen door slaapgebrek
veroorzaakt.
Zelfvoldaanheid, dat samengaat met een
gebrek aan besef van gevaar. Een valkuil voor
zeer ervaren krachten die (denken) hun werk
met de ogen dicht kunnen doen.
Doortastend en zelfverzekerd gedrag is goed,
zeker als het om veiligheidszaken gaat. Laat je
iets wat niet juist is maar zitten, dan draag je
bij aan het ontstaan van fouten.
Je aandacht verliezen, verward raken. Dit is
de belangrijkste oorzaak van vergeten en
zorgt voor 15% van de fouten in onderhoud.
Alle bedrijven hebben ongeschreven normen.
Deze zijn niet altijd verkeerd. De vraag is:
dragen ze bij aan de vastgestelde
veiligheidsnormen of werken ze juist tegen.
Gebrek aan handleidingen, materialen,
gereedschappen, licht, onderdak, warmte en
mankracht.
1:
2:
3:
1:
2:
3:
1:
2:
3:
1:
2:
3:
1:
2:
3:
1:
2:
3:
1:
2:
3:
15
RESULTATEN
CRITERIA



Kolom A ingevuld met het juiste
probleem corresponderend met de
juiste toelichting.
Kolom C uitgewerkt met drie
voorbeelden van oplossingen voor het
gegeven probleem.



De tabel is juist ingevuld. Het juiste
probleem staat bij de juiste
toelichting.
Er zijn per probleem drie mogelijke
oplossingen gegeven.
Correct Nederlands
Correct en volledig ingevulde
schema’s en tabellen
16
AFRONDEN BEROEPSOPDRACHT
++
E1
Evalueer het resultaat en je manier van werken
 Evalueer de werkwijze en resultaten van deze beroepsopdracht met behulp van het
formulier ‘Evaluatie van de resultaten door jezelf’. Dit formulier vind je achterin de IBO.
E2
9 Ea
Vergelijk jouw evaluatie met de beoordeling van de docent
Terugkijken is een belangrijk onderdeel van leren. Door terug te kijken worden we geholpen
om ons nieuwe leerervaringen meer eigen te maken of bij te stellen (leercyclus). Je hebt een
eigen waarneming op je uitgevoerde werk, maar ook je docent en praktijkopleider hebben je
werkwijze gezien tijdens het uitvoeren van de IBO.

Vraag de praktijkopleider en de docent om het beoordelingsformulier in te vullen en
vergelijk deze beoordeling met je eigen evaluatieverslag. Wat valt je op?

Bespreek de resultaten en vraag om uitleg als je verschillen ziet.

Formuleer leerpunten en/of leervragen als voorbereiding op het gesprek met de
mentor.
17
We kunnen een probleem
niet oplossen met de
denkwijze die het heeft
veroorzaakt.
18
HULPMIDDELEN
Bronnen

Boek


Artikel


Internet 

Anders
Thieme Meulenhof digitaal / PDF
YouTube

Bijlagen
Ondersteunende lessen, workshops, excursies
Vaktheorie

Engels

Rekenen

Nederlands

Studieloopbaanbegeleiding

19
FORMULIEREN
Evaluatie van je resultaten door jezelf (zelfevaluatie)
Student
Beroepsopdracht
Productresultaat
1.
Keuzedeel opdracht.
2.
De werkorder.
3.
Een boutverbinding.
4.
The dirty dozen.
Wat was goed?
Wat kan beter?
Wat was goed?
Wat kan beter?
5.
Procesresultaat
De manier waarop ik aan de
beroepsopdracht heb gewerkt,
wat betreft de voorbereiding, de
uitvoering en de afronding.
20
FORMULIEREN
Ontwikkelingsgerichte beoordeling en leeradvies
Praktijkopleider
Docent
Productresultaat
1.
Keuzedeel opdracht.
2.
De werkorder.
3.
Een boutverbinding.
4.
The dirty dozen.
Wat was goed?
Wat kan beter?
Wat was goed?
Wat kan beter?
5.
6.
Procesresultaat
De manier waarop de student aan
de beroepsopdracht heeft
gewerkt, wat betreft de
voorbereiding, de uitvoering en
de afronding.
Leeradvies (terugkoppeling naar leerdoelen)
Goed
Voldoende
Onvoldoende
21
FORMULIEREN
Periodeplanning
Student
Weeknr.
Planning opdrachten IBO
Klaar d.d.
Paraaf
praktijkopleider
Paraaf docent
22
23
Download