OPVOERINGSANALYSE TITEL VERWIJST NAAR : o DE (HOOFD)PERSONAGE? o HET ONDERWERP VAN HET BOEK? o DE DIEPERE/ONDERLIGGENDE BETEKENIS VAN HET BOEK? MOTTO EEN CITAAT OP DE EERSTE PAGINA’S o VAN WIE? o WAAROM? o IS ER EEN VERBAND MET HET VERHAAL? OPBOUW WELKE GENRE? HOE ZIT DE TEKST IN ELKAAR ? o HOOFDSTUKKEN? o TUSSENTITELS? o ONDERBREKINGEN? o IS ER ÉÉN VERHAALLIJN? o IS ER EEN SPANNINGSBOOG? o HOE BEGINT/EINDIGT HET VERHAAL? WAS DIT VERWACHT/ONVERWACHT? TIJD o o o WANNEER SPEELT HET ZICH AF? WAARUIT KAN JE DIT AFLEIDEN? IS ER IETS SPECIFIEK AAN DIT TIJDSPERIODE? IS DE TIJD BELANGRIJK IN HET VERHAAL? IS HET CHRONOLOGISCH/NIET-CHRONOLOGISCH OPGEBOUWD? PLAATS EN RUIMTE o DECOR? WAAROM ZIET HET ZO UIT? IS ER EEN VERKLARING VOOR? PERSPECTIEF o o VANUIT WIENS GEZICHTSPUNT WORDT HET VERHAAL VERTELD? IS ER EEN PERSPECTIEFWISSELING? PERSONAGES o WELKE PERSONAGES ZIJN ER? WIE IS DE BELANGRIJKSTE PERSONAGE? WELKE KARAKTER HEEFT DIE? MOTIEF/THEMA o o MOTIEF: EEN HERHALEND GEBEURTENIS THEMA SAMENGEVAT IN ÉÉN/TWEE ZINNEN UITLEG CENTRALE PROBLEEM o WAT WAS HET IDEE/DE BEDOELING VAN HET BOEK? IDEE