Handelkennis Hoofdstuk 1. Goederenhandel Economie is de wetenschap ,waar men in zijn behoefte wil voorzien. Iemand die in zijn behoefte wil voorzien noemen we welvaart. Goederen zijn spullen die men dagelijks kan gebruiken. Goederen kunnen we verdelen in roerende en onroerende goederen. Roerende goederen: zijn goederen die je kan verplaatsen,bijvoorbeeld:fiets,auto,bed etc.deze worden door een overgave. Onroerende goedren:zijn goederen die niet verplaatsbaar zijn ,bijvoorbeeld ;huizen,bomen, percelen etc . deze worden geleverd na het opmaken vaneen authentieke akte (is een document dat door een openbare ambtenaar,als regel een notaris,is op gesteld en gewaarmerkt) Een vliegtuig en een schip horen tot roerende goederen ,maar worden ook gerekend tot onroerende goederen. Enkele openbare ambtenaren zijn :-een notaries(deze maken de hypotheekakte,de akte van schenking en een testament ) ,een griffier van de rechtbank(die maken het procesverbaal van een rechtszitting),een ambtenaar van de burgelijke stand(een geboorteakte,huwelijksakteen overlijdensakte ),een politie agent(een porcesverbaal). Onderhandse akten zijn akten die zijn opgesteld zonder tussenkomst van een notaris.Voorbeeld :een huurcontract en een koopcontract. De taak van de handel is dat ze goederen van de producent naar de consument brengen.Een producent is iemand die diensten verleend ,bijvoorbeeld leerkrachten. Een consument is iemand die gebruik maak van de diensten die een producent verleent ,bijvoorbeeld leerlingen. De handel heeft zes functies ,namelijk: collecteren(het verzamelen van de goedren) ,distribueren(is de hoevellheid waarondere de goederen worden verdeeld),selecteren(goederen die worden geselecteerd ,scheiden naar kwaliteit),opslaan(is de plaats waar de goederen worden opgeslagen),transporteren(de plaats waar de goederen worden geproduceerd ),financieren(aam trekken van vermogen om beschikkingen te krijgen over de kapitaal goederen die nodig zijn om een onderneming te leiden ). De handel wordt onderverdeelt in :groothandel(handelen met een handelaar) en kleinhandel (handelen tussen een handelaar en een consument),invoer,uitvoer en doorvoer,vrijhandel en beschermde handel,mationale en international handel. Kleinhandel wordt onderscheiden in grootwinkelbedrijf (warenhuizen,grotesupermarktenenz.),kleinwinkelbedrijf(zelfbedieningswinkel ,kleine en middelgrote winkels enz.) Supermarkten zijn winkelen waar je je zelf kan bedienen voor levensmiddelen en andere artikelen.Hypermarkten zijn marktend ie je vaak buiten Paramaribo kan vinden .men gaat tegenwoordig veelal niet meer de stad in om te winkelen,maar juist de stad uit .in een hypermarket wordt alles verkocht dat men nodig heeft ,enkele ondernemers op dit gebied zijn Het bijenkorfconcern met zijn maxis ,Albert heijn met zijn miro’s Import zijn goederen die wij uit eht buitenland laten halen ,omdat we te weinig of helemaal niet van die goederen voorzien .bijvoorbeeld granen koffie etc. Export zijn goederen die wij naar het buitenland inmporteren bv.bacove ,rijst etc. Vrijhandel is een verkeer van goederen en diensten tussen verschillenden landen .De international handel wordt niet belemmert door allerei vormen van protective. Beschermende maatregelen bestaan uit:1.invoerrechten,2.contingentering,3.een door de regering uitgevaardigd invoerverbod. 1.Groothandel:fabrikanten,grossiers,importeurs,exporteurs. Kleinhandel wordt verdeelt in grootwinkelbedrijf:warenhuizen,supermarkten,filiaalbedrijven,postorderbedrijven,cooperatiev e winkels,hypermarkten. Kleinwinkelenbedrijf:kleine en middelgrote winkels,zelfbedieningswinkel,superrettes,rijdende winkels,markt-,straat-enrivierhandel. 2..Invoer(import),uitvoer(export),doorvoer(transito) 3.vrijhandel,protective 4.nationale en international handel Tussenpersonen zijn mensen die zich richten op het aanbieden van financielen diensten ,zoals verzekeringen en hypotheken.voorbeelden van tussen personen zijn :de makelaar en de commisionair. Makelaar is een tussen person die beedigd is die op last en voor rekeningen van zijn opdrachtgever een overeenkomst sluit.om makelaar teworden moet je 1.een diploma hebben,2. Mag niet in aanraking zijn gekomen met de politie .Een makelaar wordt beedigd door een rechter en die gaat over naar inlichtingen die hij gekregen heeft van in 1.de kamer van koophandel,2.de vereninging van makelaars,3.de officiers van jusitie. Commissionair is een tussenpersoon die op eigen naam overeenkomsten sluit ,maar voor rekening van een opdrachtgever . Vergelijking makelaar en commissionair 1.een makelaar handelt niet op eigen naam,maar een commissionair handelt wel op eigen naam.2.loopt geen risico op,een commissionair loopt wel risico op . 3.is beedigd,commissionair is niet beedigd. 4.geen vrij beroep,commissionair heeft ene vrij beroep. 5.het loon heet courtage,bij een commissionair heet het loon commissie. Enkele leveringscondities bij de international handel. c.f= cost and freight,c.i.f=cost,insurance and freight,f.o.b=free on board,f.o.p=free on plane. Betalingsconditie is een koopovereenkomst waar er wordt geregeld op wat voor wijze van betaling er betaalt gaat worden .bij betalingsconditie wordt er geregeld:welke kortingen de koper krijgt,wanneer,hoe,in welke geldsoort hij moet betalen.korting voor contant,rabat en een omzetbonus,zijn kortingen die toegestaan kunnen worden . Wanneer kan de koper betalen?het gaat hier om de tijdstip waarop men bepaalt.1.bij vooruitbetaling,2.betaling achteraf op een vastgesteld tijdstip ,3.betaling bij levering ,4.betaling a contant ,5.betaling in termijnen. Vooruitbetaling:is het verschuldigde(geld)overhandigen of overboeken voordat de tegenpartij zijn verbintenis is nagekomen. Betaling achteraf op een vastgesteld tijdstip:er wordt betaalt nadat de leverancier de goederen heeft gelevert . Betaling bij levering:terwijl de goederen wordt gelevert wordt er betaalt Betaling a contant: als de koper snel heeft betaalt krijg hij een korting van 1% of 2% Betaling in termijnen:hier wordt er stuk voor stuk betaalt bv een huur huis wordt in termijnen betaalt ,want elke maand moet men betalen. Rembours is het bezorgen van een brief op postpakket waarbij op het bezorgd adres een bedrag contant dient te worden aan het postbedrijf.leveren onder rembours moet de koper de goederen betalen aan de bezorger . Men kan per kas,per bank,per giro betalen .