Uploaded by User924

INVLOEDSFACTOREN

advertisement
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
NBN C 15 – 101 – 2
CODE
: 2 letters en 1 getal
VOORBEELDEN : AA6-, BB2-, CB2.
1° LETTER: 3 algemene categorieën
- A = milieu
- B = gebruik (personen en lokalen)
- C = constructiewijze van gebouwen
2° LETTER: preciseert de 1° letter
- VOOR HET MILIEU: temperatuur, water, vibraties
- VOOR HET GEBRUIK
- personen
: bekwaamheid
: contact met aardpotentiaal
- lokalen
: behandelde goederen
: ontruimingsvoorwaarden
- VOOR DE CONSTRUCTIE : bouwmaterialen en structuur
CODE
AA
AC
AD
AE
AF
AG
AH
AK
AL
AM
AN
AP
AQ
AR
BETREFT
Temperatuur
Hoogte
A.R.E.I. artikels
144 & 225
Water
Vaste lichamen
Corrosieve of vervuilende stoffen
Mechanische schokken
Vibraties
Flora & schimmels
Fauna
Elektromagnetische & ioniserende invloeden
Zonnestraling
Seismische invloeden
Bliksem
Wind
145-,84 & 226
227
146 & 228
147 & 229
148 & 230
149 & 231
149 & 231
232
232
BA
BB
BC
BD
BE
Bekwaamheid van personen
Elektrische weerstand van het lichaam
Contact met het aardpotentiaal
Ontruiming van personen
Goederen
47
31
47
101
101
CA
CB
Bouwmaterialen
Structuur
101
101
Nota’s
Uitwendige invloedsfactoren 1 van 1
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN NBN C 15-101-2
A.- HUISHOUDELIJKE LOKALEN OF PLAATSEN
AANDUIDING VAN HET
LOKAAL OF VAN DE PLAATS
AA
AD
AE
UITWENDIGE INVLOEDEN
AF
AG AH BA BB
BC
BD
BE
8
1
1
1
1
1
1
1
1,2
1
1
Kamers
Linnenkamers
8
8
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1,2
1,2
1
1
1
Keukens
8
1
1
1
1
1
1
1
2,3
1
Badkamers
Stortbaden
Sauna’s
Zwembaden
8
7,8
e
7,8
d
d
d
d
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
d
d
d
d
d
d
d
d
1
1
1
1
1
1
1
1
Waslokalen
W.C.’s
8
8
1,2 a
1,2 a
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1,2
1
2,3
1,2
1
1
1
Kelders & provisiekamers
Kelderverdiepingen
8
8
1,2 a
1,2 a
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2,3
2,3
1
1
1
1
Zolders
4,8 c
1
1
1
1
1
1
1,2
1
2
Hall & trappenhuis
8
1,2 a
1
1
1
1
1
1,2
1,2
1
Binnenplaatsen
Veranda’s
Overdekte terrassen
7
8
7
4,5,3 b
1,2 a
1,2 a
1
1
1
1,2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
3
2,3
2,3
1
1
1
1
1
1
Vuilnislokalen
Tuinen
8
7
5,2
4,5,3 b
1
1
1
1,2
1
1
1
1
1
1
1,2
2
2,3
3
1
1
1
1
Woonkamers
B.- TECHNISCHE LOKALEN DIE BEHOREN TOT DE HUISHOUDELIJKE LOKALEN
Elektrische dienst
Werkplaatsen
Luchtreinigingskamers
Machine (kamers)
Garages normaal voorbehouden
aan de bewoners v.h. gebouw
OPMERKINGEN
a
4,8
4,8
8
1,2
1,2,3
4
1
1,2
1
1
1
1
1
1,2
1,2,3 1,2
1,2
2
4,5
1
1
1
1,2
1,2
1,2,3
1,2,3
3
1
1
1
1
1
1
in de wanden ingebouwd materieel is toegelaten (IPXO is evenwel toegelaten)
b
AD3 voorbehouden aan verlichtingstoestellen geplaatst op minimum 1,80 m boven de grond
c
4. niet ingerichte zolders
8.
ingerichte zolders
d
e
zie voorschriften van het A.R.E.I.
voor badkamers en stortbadzalen : zie art. 86.10
voor zwembaden
: zie art. 90
voor sauna’s
: zie art. 91
in beraad
1
2
als de lokalen niet - uitsluitend voor de tabel technische lokalen
als de lokalen wel - uitsluitend voor de tabel technische lokalen
Uitwendige invloedsfactoren 2 van 2
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN NBN C 15-101-2
B.- LOKALEN TOEGANKELIJK VOOR HET PUBLIEK
AANDUIDING VAN HET
LOKAAL OF VAN DE PLAATS
Spektakelzalen
Vergaderzalen, speelzalen, balzalen
Conferentiezalen
Lokettenzalen
AA
AD
AE
UITWENDIGE INVLOEDEN
AF
AG AH BA BB
BC
BD
BE
7,8
7,8
1
a
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
a
2,3
a
3,4
3,4
1
1
8
1
1
1
1,2
1
1
1
3,4
1
Demonstratie en
Tentoonstellingszalen
Restaurantzalen
Halls en tentoonstellingszalen
8
1
1
1
1
1
1
1
1,2
,3
1,2
,3
3,4
1,2,3
8
7,8
1
1
1
1
1
1
1
1,2
1
1
1
1
1
1
1
3,4
1
1
Sportinstallaties
7,8
1,2,3,4,5
1,2
1,2
1,2
1,2,3
1
1,2
3,4
1
Magazijnen, verkoopsoppervlak
Bibliotheken, archieven, musea
8
8
1
1
1,2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
3,4
3,4
1,2
1
Eredienstlokalen
8
1
1
1
1
1
1
1
3,4
1
Ziekenhuisinstellingen,
kinderkribben,
kindertehuizen
Zalen met individuele stortbadcellen
Zalen met collectieve stortbaden
Zwembaden
8
1
1
1
1,2
1
2,3
1
3,4
1
7,8
7,8
7,8
a
a
a
1
1
1
1
1
1,2,3
1
1
1
1
1
1
1
1
1
a
a
a
3,4
3,4
3,4
1
1
1
1,2
,3
1,2
,3
1,2
,3
1,2
,3
1,2
,3
a
a
a
C.- LOKALEN OF PLAATSEN VOOR COLLECTIEF GEBRUIK
Burelen
Sorteerzalen
Onderwijsinstellingen met
uitzondering van hun laboratoria
Laboratoriazalen van onderwijs instellingen
Gemeenschappelijke slaapkamers
en slaapzalen
Sportzalen
Wachtzalen
Vergaderzalen
Restaurants en kantines
7,8
8
8
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1,2,3
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1,2,3
1,2,3
1,2,3
1,2,3,4
1,2,3,4
1,2,3,4
1
2
1
8
1,2
1,2
1,2,3
1,2
1
1
1
1,2,3
1,2,3,4
1,2,3
8
1
1
1
1
1
1
1
1,2,3
1,2,3,4
1
8
8
8
8
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1,2,3
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1,2,3
1,2,3
1,2,3
1,2,3
1,2,3,4
1,2,3,4
1,2,3,4
1,2,3,4
1
1
1
1
D.- DIVERSE INSTALLATIES
Campings en karavanning terreinen
NIET – industriële kaden
Marktkramen
7
4,5,6
2
1,2
1,2,3
3
1
2
3
1
1
7,8
3
1,2
1
1,2,3
1
1
2
3
3
1
E.- GARAGES EN PARKEERPLAATSEN MET EEN OPPERVLAKTE VAN MEER DAN
100 m²
Parkeerplaatsen
Zones bestemd voor het wassen
binnen in een lokaal
OPMERKINGEN
a
7,8
8
2
5
1
1
1
1
1,2,3
1,2
1
1
1
2
1,2
2
3
3
1,2,3,4
1
1,2
1
zie voorschriften A.R.E.I.
b
de openbare verlichting maakt geen deel uit van deze voorschriften
c
voor deze gevallen, zijn de onderstaande voorschriften van toepassing
BOUW CA :2
STRUCTUREN CE /4
Uitwendige invloedsfactoren 3 van 3
Uitwendige invloedsfactoren 4 van 4
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
144.01
IN FUNCTIE VAN DE OMGEVINGSTEMPERATUUR
AA
Bepaling
Om de temperatuurklasse te bepalen wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters “AA”
gevolg door een cijfer gaande van 1 tot 6, zoals aangeduid in volgende tabel:
CODE
AA 1
AA 2
AA 3
AA 4
AA 5
AA 6
Omschrijving
uiterst koud
zeer koud
koud
gematigd
warm
zeer warm
-60°
-40°
-25°
- 5°
+ 5°
+ 5°
Voorwaarde
C tot + 5° C
C tot + 5° C
C tot + 5° C
C tot + 40° C
C tot + 40° C
C tot + 60° C
Voorbeelden
diepvriesruimten
koelruimten
openlucht omgeving
gematigde omgeving
ingesloten lokalen
In bijzondere voorwaarden mag een andere code gebruikt worden te weten:
AA 7
AA 8
koud
gematigd
-15° C tot + 25° C
+ 5° C tot + 30° C
buiten de lokalen
lokalen
Een lokaal of een plaats kan gekarakteriseerd worden door samenstelling van 2 of 3 temperatuurklassen.
Dit is bijvoorbeeld het geval voor installaties in openlucht: AA3 + 5 (-25°C tot +40°C) en voor gieterijen:
AA4 + 6 (-5°C tot 60°C)
144.02
Keuze van de leidingen
Elektrische leidingen met polyvinylchloride geïsoleerd of met een mantel uit hetzelfde materiaal
mogen noch behandeld worden noch onderworpen worden aan mechanische belastingen in uiterst
koude (AA1), zeer koude (AA2) en koude lokalen (AA3).
Bovendien moeten bijkomende maatregelen genomen worden in die gevallen waar de temperatuur
lager kan worden dan –25°C (thermische isolatie, starre bevestiging, mechanische bescherming).
In gematigde (AA4), warme (AA5) en zeer warme (AA6) omgeving moeten de elektrische leidingen
gekozen worden overeenkomstig de regels van goed vakmanschap voor zover de temperatuur van deze
plaatsen overeenstemt met deze waarvoor de leidingen ontworpen werden.
225
Keuze en aanwending van elektrische machines en toestellen
De elektrische machines & toestellen moeten uitgekozen en gebruikt worden volgens de onderstaande
tabel rekening houdend met de temperaturen, die in de lokalen waar zij aangewend worden, optreden:
CODE
AA 1
AA 2
AA 3
Omgevingstemperatuur
- 60° C + 5° C
- 40° C + 5° C
- 25° C + 5° C
Karakteristieken van het materiaal en de aanwending ervan
Speciaal ontworpen materieel of aangepaste schikkingen
Speciaal ontworpen materieel of aangepaste schikkingen
Speciaal ontworpen materieel of aangepaste schikkingen
AA 4
AA 5
- 5° C + 40° C
+ 5° C + 40° C
Normaal
Normaal
AA 6
+ 5° C + 60° C
Speciaal ontworpen materieel of aangepaste schikkingen
Voor bijzonder materieel mag rekening gehouden worden met volgende temperaturen
AA 7
AA 8
-15° C tot +25° C
+ 5° C tot +30° C
Normaal materieel voor buitenopstelling
Normaal materieel voor gewoonlijk verwarmde lokalen
Uitwendige invloedsfactoren 5 van 5
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
145.01
CODE
AD 1
AD 2
AD 3
AD 4
AD 5
AD 6
AD 7
AD 8
145.02
IN FUNCTIE VAN DE AANWEZIGHEID VAN WATER
AD
Bepaling
Om de uitwendige invloed “aanwezigheid van water” te karakteriseren wordt een code gebruikt die
samengesteld is uit de letters “AD” gevolg door een cijfer gaande van 1 tot 8 zoals bepaald in artikel
Omschrijving
Voorwaarden
Voorbeelden
Te verwaarlozen
Over het algemeen geen sporen van Droge ruimten, bv woonkamers, kamer,
aanwezigheid van
vochtigheid
burelen
water
Tijdelijk vochtig
Verticaal vallende waterdruppels.
Tijdelijk vochtige ruimten,
Toevallige vorm van vocht van
bv. bepaalde keukens, kelders,
condensatie of toevallige aanwezig- overdekte
van waterdamp
terrassen, WC’s, individuele garages,….
Vochtig
Vloeien van water langs wanden of
vochtige ruimten,
of over vloeren.
bv. vuilnislokalen, bijstations van stoom
Besprenkeling met water.
of warmwater,………………………….
Water in vorm van regen
(max. 60° t.o.v. de verticale)
Nat
Vloeien en spatten van water in alle
Natte ruimten,
richtingen.
bv. werven, sauna’s,
koelkamers,……….
Besproeid
Waterstralen onder druk in alle
Blootgestelde ruimten
richtingen
bv. stortbaden, stallen,
slagerijen,……….
Inwerking van
Wassen met waterstraal en
Pieren, kaaien, stranden,………………..
watermassa’s
watermassa’s
Overstroomd
Diepte van het water max. 1m
Ondiepe baden,
bv. deze van
fonteinen,………………….
Ondergedompeld
Diepte van het water meer dan 1m
Diepe baden
Keuze van de leidingen
In droge ruimten (AD1) en tijdelijk vochtige ruimten (AD2) zijn alle typen van elektrische leidingen,
conform de desbetreffende door de koning gehomologeerde normen, toegelaten.
In vochtige ruimten (AD3), natte ruimten (AD4) en ruimten onderhevig aan waterspatten (AD5)
moeten de elektrische leidingen tenminste bestaan uit kabels met een lichte mantel uit polyvinylchloride of met een normale mantel uit polychloropreen.
In ruimten onderhevig aan watermassa’s (AD6), in de overstroomde ruimten (AD7) of in de onder
water staande ruimten (AD8) moeten de elektrische leidingen conform de desbetreffende door de
Koning gehomologeerde of door het BIN geregistreerde normen zijn.
226
Keuze en aanwending van elektrische toestellen
De beschermingsgraad van machines en toestellen voor wat betreft het binnendringen van vloeistoffen
moet bepaald worden volgens de desbetreffende door de Koning gehomologeerde norm, rekening
houdend met de voorschriften van onderstaande tabel:
CODE
AD 0
AD 1
AD 2
AD 3
AD 4
AD 5
AD 6
AD 7
AD 8
Aanwezigheid van water
Te verwaarlozen aanwezigheid
Tijdelijk vochtig
Vochtig
Nat
Besproeid
Watermassa’s
Overstroomde ruimten
Permanent ondergedompeld
Karakteristieken van het materiaal en de aanwending ervan
IPX0 – geen bescherming
IPX1 – materieel met een druppel (zonder driehoekje of vierkant)
IPX2 – geen omschrijving (minimum idem aan IPX1)
IPX3 – materieel met één vierkantje met een druppel
IPX4 – materieel met één driehoekje met een druppel
IPX5 – materieel met twee driehoekjes met een druppel
IPX6 – materieel met twee driehoekjes met een druppel
IPX7 – materieel met twee druppels (zonder driehoekje of vierkant)
IPX8 – geen omschrijving (minimum idem aan IPX7)
Uitwendige invloedsfactoren 6 van 6
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
227
IN FUNCTIE VAN DE AANWEZIGHEID VAN VREEMDE
VASTE LICHAMEN
AE
Bepaling
Om een uitwendige invloed “aanwezigheid van vaste lichamen” te karakteriseren wordt een code
gebruikt die samengesteld is uit de letters “AE” gevolg door een cijfer gaande van 1 tot 4 zoals in
volgende tabel is aangegeven.
CODE
AE 1
AE 2
AE 3
AE 4
227
Omschrijving
Te verwaarlozen
Aanwezigheid van
kleine voorwerpen
Aanwezigheid van zeer
kleine voorwerpen
Aanwezigheid van stof
Voorwaarden
Omgeving waar geen noemenswaardige
hoeveelheid
stof of vreemde delen aanwezig zijn.
Ruimten in dewelke vaste delen aanwezig zijn
van tenminste 2,5 mm grootte.
Ruimten in dewelke vaste delen aanwezig zijn
van ten minste 1 mm grootte.
Ruimten in dewelke merkbare hoeveelheden
stof aanwezig zijn.
Voorbeelden
Huishoudelijk installaties
Gereedschappen
Sommige draden
Schrijnwerkerijen
Keuze en aanwending van elektrische machines en toestellen
De beschermingsgraad van elektrische machines en toestellen tegen het binnen dringen van vreemde
vaste lichamen beantwoordt aan de door de koning gehomologeerde norm, of aan bepalingen die ten
minste een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden rekening houdend met de voorschriften van de
volgende tabel:
CODE
AE 1
Vreemde vaste lichamen
Grote afmetingen
Beschermingsgraad
IPXXB-B of IP0X volgens de beschermingsgraad die al of
niet is voorgeschreven voor gevaren bij rechtstreekse
aanraking
AE 2
Kleinste afmeting 2,5 mm
IPXX-C
AE 3
Kleinste afmeting 1 mm
IPXX-D
AE 4
Bij indringmogelijkheid
IP 5X
bij vereiste stofdichtheid
IP 6X
Stofdeeltjes
Nota’s
Uitwendige invloedsfactoren 7 van 7
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
146.01
CODE
AF 1
AF 2
AF 3
AF 4
146.02
IN FUNCTIE VAN CORROSIEVE EN VERVUILENDE STOFFEN
AF
Bepaling
Voor de uitwendige invloed “corrosieve & vervuilende stoffen” wordt een code gebruikt samengesteld
uit de letters “AF” gevolg door een cijfer gaande van 1 tot 4 zoals in volgende tabel is
aangegeven :
Omschrijving
Voorwaarden
Voorbeelden
VerwaarloosGeen enkele invloed van corrosieve
Huishoudelijke lokalen, voor publiek
baar
of vervuilende stoffen, zowel door
toegankelijke lokalen, en in het algemeen alle
hun aard als door hun eigenschappen lokalen waarin chemische of corrosieve
stoffen noch bewerkt noch opgeslagen
worden
Van
Nabijheid van de zee of van bedrijven Gebouwen in de nabijheid van scheikundige
atmosferische
die belangrijke hoeveelhedenbedrijven,
oorsprong
vervuilende stoffen voortbrengen.
cementfabrieken…………………………..
Afwisselend
Kortstondige of toevallige inwerking
Fabriekslaboratoria,
Of toevallig
van scheikundige of corrosieve
onderwijslaboratoria,
producten voor normaal gebruik.
garages en ketelhuizen……………………
Bestendig
Bestendige inwerking van
Scheikundige industrieën waarin gebruik
scheikundige, corrosieve of
gemaakt wordt van scheikundige of corrovervuilende stoffen.
sieve producten. (verven, verchromen,
koolwaterstoffen, kunststoffen)……
Keuze van de leidingen
Indien de hoeveelheid corrosieve of vervuilende stoffen verwaarloosbaar is (AF1), zijn alle elektrische
leidingen, conform de desbetreffende door de Koning gehomologeerde normen toegelaten.
228
- Indien de elektrische leidingen geplaatst zijn in een ruimte waar corrosieve of vervuilende stoffen
van atmosferische oorsprong (AF2) aanwezig zijn moeten ze van een type zijn dat met succes de
proef met zoutnevel kan ondergaan, zoals vastgesteld in de desbetreffende door de Koning
gehomologeerde norm.
- Indien de elektrische leidingen geplaatst zijn in een ruimte waar ze onderworpen zijn aan een
ononderbroken of een toevallige inwerking van scheikundige of corrosieve producten voor normaal
gebruik (AF4), moeten ze van een type zijn dat met goed gevolg de proef van corrosiebestendigheid
kan ondergaan zoals voorgeschreven door de desbetreffende door de Koning gehomologeerde norm.
- Indien de elektrische leidingen onderworpen zijn aan een bestendige inwerking (AF4) van
scheikundige, corrosieve of vervuilende producten moeten ze speciaal bestudeert zijn in functie van
de aard van de betrokken producten.
- De Ministers die respectievelijk Energie, Mijnen en Arbeidsveiligheid onder hun bevoegdheid
hebben kunnen ieder voor wat hem betreft, bij besluit, bijzondere voorwaarden hieromtrent
vastleggen.
Keuze en aanwending van elektrische machines en toestellen
- Wanneer de hoeveelheid of de aard van corrosieve of milieuverontreinigende stoffen
verwaarloosbaar is (AF1) op elektrische machines of toestellen moeten deze aan de regels - van
goed vakmanschap beantwoorden die voor de normale gebruiksomstandigheden gelden.
- Bij aanwezigheid van corrosieve of milieuverontreinigende stoffen afkomstig uit de atmosfeer (AF2)
moeten de elektrische machines en toestellen zo ontworpen en uitgevoerd zijn dat ze met succes
weerstaan aan de zoutnevelproef die is voorgeschreven in de desbetreffende door de Koning
gehomologeerde norm.
- Wanneer ze echter onderworpen worden aan een onderbroken of toevallige inwerking van chemische
producten (AF3) moeten de elektrische machines en toestellen zo ontworpen en uitgevoerd zijn dat
ze weerstaan aan een corrosieproef zoals voorgeschreven in de va toepassing zijnde, door de Koning
gehomologeerde norm.
- Wanneer ze aan permanente inwerking van chemische producten zijn blootgesteld (AF4) moeten de
elektrische machines en toestellen speciaal bestudeert zijn voor deze toestand of moeten zij voorzoen
zijn voor deze toestand of moeten zij voorzien worden van een beschermende bekleding die
bijzonder is aangepast aan de aard van de aangehaalde reagentia. De Ministers die ……. zie
hierboven
Uitwendige invloedsfactoren 8 van 8
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
147.01
IN FUNCTIE VAN MECHANISCHE BELASTINGEN
AG
Bepalingen
Om de klassen van mechanis che belastingen te bepalen wordt een code gebruikt die samengesteld is uit
de letters “AG” gevolg door een cijfer gaande van 1 tot 3, zoals in de volgende tabel is aangegeven:
CODE
AG 1
Omschrijving
Zwak
AG 2
Middelmatig
AG 3
Belangrijk
147.02
Voorwaarden
De belasting stemt overeen met een schokenergie van
maximaal 1 joule en de overeenkomstige
schokweerstandsgraad is IPXX-4
De belasting stemt overeen met een schokenergie van
maximaal 6 joule en de overeenkomstige
schokweerstandsgraad is IPXX-7
De belasting stemt overeen met een schokenergie van
maximaal 60 joule en overeenkomstige
schokweerstandsgraad is IPXX-11
Voorbeelden
Huishoudelijke en
gelijkgestelde lokalen
Dergelijke belasting bestaat
in
normale
gebruiksvoorwaarden bij
materieel voor industrieel
gebruik
Dergelijke belasting bestaat
in
zware gebruiksvoorwaarden
bij materieel voor industrieel
gebruik
Keuze van de leidingen
Indien de te verwachten schokken van de klasse AG1 zijn, mogen de elektrische leidingen van het
huishoudelijke type zijn, conform de desbetreffende door de Koning gehomologeerde norm.
In het bijzonder, en voor zover de regels van goed vakmanschap het veroorloven, worden de volgende
kabels toegelaten:
- vinylkoperbandsnoer voor aansluiting van bijzonder lichte in de hand gehouden toestellen
bijvoorbeeld elektrische scheerapparaten;
- vinyltweelingsnoer voor aansluiting van lichte draagbare toestellen zoals bijvoorbeeld
tafellampen, schemerlampen;
- vinylmantelsnoeren voor aansluiting van lichte draagbare toestellen;
- textielomvlochten snoeren, vinylmantelleidingen.
zoals
Indien te verwachten schokken van de klasse AG2 of AG3 zijn moeten de elektrische leidingen een
mechanische bescherming hebben die weerstaat aan de te verwachten schokken.
229
Keuze en aanwe nding van de elektrische machines en toestellen
Wanneer de invloedsfactor van de klasse AG1 is, mogen de elektrische machines en toestellen van het
huishoudelijke type zijn, conform de desbetreffende door de Koning gehomologeerde normen of
beantwoorden aan bepalingen die ten minste een gelijkwaardig veiligheidsniveau verzekeren.
Wanneer de uitwendige invloedsfactor AG2 of AG3 is, moeten de elektrische machines en toestellen
een bescherming hebben die weerstaat aan de te verwachten belasting.
Zie dienaangaande de tabel op de volgende blz. betreffende de rangschikking van elektrische machines
en toestellen in functie van mechanische bescherming
De mechanische bescherming in functie van de slagvastheid van het omhulsel wordt aangeduid door de
letters XX gevolgd door 1 of 2 cijfers. In samenvoeging met de rangschikking in functie van de
aanwezigheid van water enerzijds en de aanwezigheid van vaste vreemde lichamen anderzijds zal men
volgende IPXX 9
229 bis
De Minster die Energie onder zijn bevoegdheid heeft kan bij besluit de te nemen maatregelen
vastleggen om de rechtstreekse en onrechtstreekse uitwerking op het organisme van mens en huisdier
evenals op elektrische en /of elektronische uitrustingen en toestellen te beperken ven de elektrische en
magnetische velden die worden voortgebracht door lijnen voor transport en verdeling van elektrische
energie.
Uitwendige invloedsfactoren 9 van 9
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
148.01
IN FUNCTIE VAN TRILLINGEN
AH
Bepalingen
Voor de uitwendige invloed “trillingen” wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters
“AH”
gevolg door een cijfer gaande van 1 tot 3, zoals in volgende tabel is aangegeven.
CODE
AH 1
AH 2
AH 3
148.02
Omschrijving
Zwak
Voorwaarden
Geen enkele trilling
Middelmatig
Zwakke trillingen
Belangrijk
Belangrijke trillingen
Keuze van de leidingen
Voorbeelden
huishoudelijke installaties, en in het algemeen vast
materieel zonder motoren
Materieel dat motoren of bewegende delen bevat
Nabijheid van trilzeven, en van triltoestellen
Indien de elektrische leidingen blootgesteld zijn aan middelmatige of belangrijke (AH2 en AH3)
trillingen, moeten ze speciaal bestudeerd worden of moeten hiervoor bijzondere schikkingen getroffen
worden.
230
Keuze en aanwending van elektrische machines en toestellen
Wanneer de elektrische machines en toestellen aan trillingen worden onderworpen die door de regels
van goed vakmanschap als middelmatig of belangrijk worden aangeduid (AH2 en AH3) moeten zij
hiervoor speciaal bestudeerd worden of dienen, ten hunnen opzichte, speciale maatregelen genomen
worden;
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
149.01
IN FUNCTIE VAN FAUNA EN FLORA A.R.E.I. 149
AK &AL
Bepalingen
Voor de uitwendige invloed van flora, wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters ”AK”
gevolg door het cijfer 1 of 2, zoals in volgende tabel is aangegeven.
Voor de uitwendige invloed van fauna wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters “AL”
gevolgd door het cijfer i of 2, zoals in volgende tabel is aangegeven.
CODE
AK 1
AK 2
AK1
AK2
149.02
231
Omschrijving
Voorwaarden
Voorbeelden
AANWEZIGHEID VAN FLORA OF SCHIMMELS
Verwaarloosbaar Geen gebruiksbeperkingen Afwezigheid van schadelijke inwerking te wijten aan
de flora of schimmels
Mogelijk
Speciale bescherming
Schadelijke of overmatige ontwikkeling van planten
AANWEZIGHEID VAN FAUNA
Verwaarloosbaar Geen gebruiksbeperkingen Afwezigheid van schadelijke inwerking te wijten aan
de flora.
Mogelijk
Speciale bescherming
Aanwezigheid van insecten dieren of vogels in
schadelijke hoeveelheden of van agressieve aard.
Te treffen beschermingen
De tegen flora te treffen maatregelen hangen af van de aard van de flora en van de plaatselijke
omstandigheden.
Het risico is te wijten
hetzij aan de schadelijke ontwikkeling, hetzij aan een overvloedige groei van planten.
De tegen fauna te nemen beschermingsmaatregelen zijn, naargelang van het geval
- een gepaste beschermingsgraad tegen de indringing van vaste lichamen;
- een voldoende mechanische weerstand, een metalen pantsering;
- voorzorgsmaatregelen om de aanwezigheid van deze fauna tegen te gaan, zoals reiniging,
gebruik van scheikundige bestrijdingsmiddelen,………
Keuze en aanwending van elektrische machines en toestellen (idem als hierboven onder
art.149.02)
Uitwendige invloedsfactoren 10 van 10
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
232
IN FUNCTIE VAN INWERKING VAN STRALING
AM & AN
Inwerking van zwerfstromen, elektromagnetische, elektrostatische of ioniserende invloeden AM
Inwerking van zonnestraling AN
De bijzondere beschermingsmaatregelen, hierna vermeld, moeten eventueel aangewend worden:
- Tegen zwerfstromen (AM2)
- verstrekte isolatie
- speciale beschermingsbekledingen
- kathodische bescherming
- bijkomende equipotentiaal verbinding.
- Tegen elektromagnetische (AM 3) of ioniserende (AM4) invloeden
- zich van de stralingszone verwijderen
- tussenplaatsen van schermen
- omhulsels uit speciale materialen
- Tegen elektromagnetische invloeden (AM5)
- geaard scherm
- verminderen van de oppervlakte weerstand van isolatiematerialen
- bijkomende equipotentiaalgeleiders
- opstelling op niet geleidende plaatsen
- Tegen geï nduceerde stromen (AM6)
- zich van de inducerende stroombronnen verwijderen
- tussenplaatsen van schermen
- Tegen zonnestraling die het elektrisch materieel kan schaden (BA5)
- materialen bestemd tegen ultraviolette straling
- bekledingen met speciale kleur
- tussenplaatsen van schermen
Nota’s
Uitwendige invloedsfactoren 11 van 11
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
233
IN FUNCTIE VAN DE BEVOEGDHEID VAN PERSONEN
BA
Bij keuze van elektrische machines en toestellen moet met name rekening gehouden worden
de volgende tabel
BEVOEGDHEID VAN PERSONEN
CODE
OMSCHRIJVING
BA1
Gewone
Karakteristieken van materieel en zijn aanwending
Normaal
BA2
Kinderen
Materieel met een beschermingsgraad beter dan IPXX-B.
BA3
Gehandicapten
Ongenaakbaarheid van materieel waarvan de temperatuur van de buitenvlakken 80° C overtreft.
BA4
Gewaarschuwden
Materieel zonder bescherming tegen rechtstreekse aanraking is toegelaten
BA5
Bevoegde personen
Materieel zonder bescherming tegen rechtstreekse aanraking is toegelaten
Art. 234 ANDERE UITWENDIGE INVLOEDEN BB, BC, BD en BE
234
De keuze van elektrische machines en toestellen moet, naargelang het geval, gebeuren met in achtneming
van :
TOESTAND VAN HET MENSELIJK LICHAAM
BB
- De uitwendige invloedsfactoren BB, functie van de elektrische weerstand van het menselijk lichaam
(artikels 83 tot 97); dit komt neer op de in volgende tabel opgenomen voorschriften:
TOESTAND VAN HET MENSELIJK LICHAAM
CODE
OMSCHRIJVING
BB1
Droge huid of vochtig door transpiratie
Karakteristieken van materieel en zijn aanwending
Normaal
BB2
Natte huid
Aangepaste beschermingsmaatregelen
BB3
Ondergedompelde huid
Aangepaste beschermingsmaatregelen
IN FUNCTIE VAN DE FREQUENTIE VAN DE KONTAKTEN VAN PERSONEN
MET HET AARDPOTENTIAAL
BC
De uitwendige invloedfactoren BC, in functie van de frequentie van de contacten van personen met het aardpotentiaal
(artikels 83 tot 97); de klasse van het aangewende materieel zal bepaald worden aan de hand van de volgende tabel
CODE
BC1
BC2
BC3
BC4
Klasse van de kontakten
Geen
Zwak
Veelvuldig
Voortdurend
0 – 01
A
A
+
+
KLASSE VAN HET MATERIEEL
I
II
A
A
A
A
A
A
(1)
(1)
II
A
A
A
(2)
A:
toegelaten materieel
+:
verboden materieel
(1)
volgens de beschermingsmaatregel: veiligheidsscheiding der stroombanen, beperkt tot één enkel toestel per
transformator
(2)
volgens de beschermingsmaatregel: gebruik van zeer lage veiligheidsspanning (ZLVS)
Uitwendige invloedsfactoren 12 van 12
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
ANDERE UITWENDIGE INVLOEDEN
IN FUNCTIE VAN ONTRUIMINGSVOORWAARDEN
Artikel
A.R.E.I.
151.01
BD
Bepalingen
De in aanmerking te nemen uitwendige invloeden worden bepaald in :
- art. 101 voor de ontruimingsvoorwaarden en de bezettingsdichtheid.
- art. 101 voor de aard van de behandelde of opgeslagen goederen.
151.02
Keuze van de leidingen
De na te volgen voorschriften worden gegeven in:
- artikel 104 betreffende de bijzondere voorzorgsmaatregelen te nemen op plaatsen waar verhoogd
brandgevaar te vrezen is;
101.01
- artikel 106 en 111 in geval van ontploffingsgevaar
Algemeenheden
De volgende invloedsfactoren moeten in acht genomen worden bij het kiezen van elektrisch materieel
en van de te nemen voorzorgsmaatregelen van de bescherming tegen thermische effecten:
- de ontruimingsmogelijkheden in noodgevallen;
- de aard van de behandelde of opgeslagen goederen;
- bouwmaterialen;
- structuur van gebouwen.
IN FUNCTIE VAN BEZETTINGSDICHTHEID
Artikel
A.R.E.I.
101.02
BD
BE
CA
CB
BD
Ontruimingsmogelijkheden in noodg evallen
Om de uitwendige invloedsfactoren “ontruimingsvoorwaarden in noodgevallen” te kenmerken wordt
een code gebruikt die samengesteld is uit de letters “BD” gevolg door een cijfer gaande van 1 tot 4,
zoals in volgende tabel is aangegeven.
CODE
Ontruimingsmogelijkheid
VOORWAARDEN
BezettingsOntruimingsgraad
voorwaarden
VOORBEELDEN
BD1
Normaal
Zwak
Gemakkelijk
Woonhuizen met een hoogte kleiner dan 25 m
BD2
Lang
Zwak
Moeilijk
Gebouwen hoger of gelijk aan 25 m
BD3
Overbezet
Groot
Gemakkelijk
Gebouwen voor het publiek toegankelijk
BD4
Lang en
overbezet
Groot
Moeilijk
Gebouwen hoger dan 25 m en voor het publiek
Toegankelijk
234
Keuze en aanwending van het elektrisch materieel in functie van de ontruimingsvoorwaarden
-
BD1
BD2
BD3
BD4
De uitwendige invloeden BD2 tot BD4, in functie van de ontruimingsvoorwaarden van persoenen
in geval van nood, en met de bezettingsdichtheid (artikel 105); dit komt neer op het toepassen van
de voorschriften van volgende tabel.
Ontruimingsvoorwaarden
Normaal
Lang
Overbezet
Lang en overbezet
Karakteristieken van het materieel
Normaal
Materieel met vlamvertragende eigenschappen en, zo nodig, met een
beschermingsgraad ten minste gelijk aan IPXX-C
Uitwendige invloedsfactoren 13 van 13
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT
UITWENDIGE INVLOEDEN
Artikel
A.R.E.I.
101.03
CODE
IN FUNCTIE VAN BEHANDELDE OF OPGESLAGEN GOEDEREN
A.R.E.I. art. 151
Aard van de behandelde of opgeslagen goederen
Om de uitwendige invloedsfactoren “aard van de behandelde of opgeslagen goederen”, te kenmerken
wordt een code gebruikt “BE” gevolg door een cijfer van 1 tot 4, zoals in volgende tabel aangegeven.
OMSCHRIJVING
VOORWAARDEN
VOORBEELDEN
BE1
Verwaarloosbaar
BE2
Brandgevaar
BE3
Ontploffingsgevaar
BE4
Gevaar voor
Bezoedeling
Afwezigheid of te verwaarlozen
aanwezigheid van ontvlambare stoffen of
van stoffen die bezoedelen
Opslag of behandeling van ontvlambare
materialen of vloeistoffen met een
vlampunt boven de 55° C
Opslag of behandeling van ontplofbare
stoffen of vloeistoffen met een vlampunt
kleiner dan of gelijk aan 55° C evenals de
aanwezigheid van stof dat ontplofbaar is.
Aanwezigheid van niet beschermde
voedingswaren, van farmaceutische
producten, breken van lampen
Lokalen voor huishoudelijk
Gebruik.
Schuren, schrijnwerkerijen, papierfabrieken, ketelhuizen, parkings,
Bibliotheken, archiefzalen, reserves..
Raffinaderijen, koolwaterstofdepots,
Brandstofdepots, muniedepots,
bepaalde plastiekfabrieken.
Voedingsindustrie, grote keukens,
Farmaceutische industrieën en
Laboratoria.
IN FUNCTIE VAN BOUWMATERIALEN
A.R.E.I. art. 104
Artikel
A.R.E.I.
101.04
BE
CA
Bouwmaterialen
Om een uitwendige invloedsfactor “bouwmaterialen” te kenmerken wordt een code gebuikt die
samen- gesteld is uit de letters “CA” gevolg door het cijfer 1 of 2, zoals in volgende tabel is
aangegeven.
CODE
CA1
CA2
OMSCHRIJVING
Niet brandbaar
Materiaal
Brandbaar
Materiaal
CODE
CB1
CB2
CB3
CB4
VOORBEELDEN
Gebouwen hoofdzakelijk opgetrokken uit
brandbare materialen
Houten gebouwen…………
IN FUNCTIE VAN STRUCTUUR VAN GEBOUWEN
A.R.E.I. art. 101
Artikel
A.R.E.I.
101.05
VOORWAARDEN
CB
Structuur van gebouwen
Om de uitwendige invloedsfactor “structuur van gebouwen” te kenmerken wordt een code gebruikt die
samengesteld is uit de letters “CB” gevolgd door een cijfer, gaande van 1 tot 4, zoals in volgende tabel
is aangegeven.
OMSCHRIJVING
VOORWAARDEN
Verwaarloosbare
Klassieke en stabiele constructies
risico’s
Verspreiding van het Gebouwen waarvan de vorm en
vuur
de afmetingen de verspreiding
van vuur kunnen bevorderen.
Bewegend
Risico’s te wijten aan de
bewegingen van de constructie
Instabiel of
buigzaam
Zwakke constructies of deze
die onderworpen kunnen
worden aan bewegingen of
schommelingen
VOORBEELDEN
Geen
Hoge gebouwen met gedwongen
luchtverversing.
Gebouwen met grote lengte of opgetrokken
op niet gestabiliseerde terreinen zodat
verplaatsingen tussen verschillende gedeelten
van het gebouw of tussen de grond en het
gebouw mogelijk worden
Tenten, valse zolderingen, verplaatsbare
schotten, opblaasbare constructies
Uitwendige invloedsfactoren 14 van 14
Download